Foto
Foto
Foto

© Niets van deze site mag gekopieërd of meervoudigd worden zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

Foto
Mijn favorieten
  • Schriek
  • Parochie St.-Jan Baptist Schriek
  • Heemkring Heist-op-den-Berg
  • Heemkunde Schriek
  • Zoeken in blog

    Het kasteel van Schriek
    Thuisbasis van de familie Van der Stegen de Schrieck
    19-11-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overlijden van gravin Idesbald van der Stegen de Schrieck, geboren Marie-Thérèse de Renesse

    †

    We vernamen het overlijden vanGravin

    Idesbald van der Stegen de Schrieck
    Geboren Gravin Marie-Thérèse de Renesse

    Geboren op 15 oktober 1922 en overleden te Wezembeek-Oppem op 16 november 2012.

    *

    De begrafenisplechtigheid vindt op 23 november 2012 plaats om 10.30 uur in de Sint-Alix kerk te St. Pieters Woluwe.
    Daarna volgt de begrafenis in de familiegrafkapel te Beernem die zal plaats vinden in intieme kring.

    *

    We willen langs deze weg de familie veel sterkte toewensen in deze moeilijke tijd.

    Bijlagen:
    Rouwbrief gravin van der Stegen de Schrieck, geboren de Renesse.pdf (159.3 KB)   


    Categorie:In memoriam
    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overlijden van graaf Serge van der Stegen de Schrieck

     

    †

    We vernamen het overlijden vanGraaf

    Serge van der Stegen de Schrieck

    Geboren te Londen op 15 mei 1970 en overleden in zijn huis te Vancouver (Canada) in november 2012.

    *

    Hij is begraven te Vancouver (Canada).

    *

    We willen langs deze weg de familie veel sterkte toewensen in deze moeilijke tijd.


    Categorie:In memoriam
    » Reageer (0)
    21-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Le château de Schrieck-lez-Putte

    Op 1 november 1933 verscheen er in het tijdschrijft "Revue de Touring Club de Belgique" een artikel over Schriek. Meerbepaald over het kasteeldomein.
    De lezer van het artikel kan zich via deze weg een goed beeld vormen van het het kasteel er in die tijd moet uitgezien hebben. Het in oorsprong Franse artkel werd in de loop van de twintigste eeuw vertaald naar het Nederlands.

     



    REVUE
    DU
    TOURING CLUB DE BELGIQUE
    et Bulletin Officiel

    Nos vieilles deumeures seigneuriales.
    (Onze oude herenwoningen).

     

    De belangrijke gemeente Schriek, die ruim drie duizend inwoners telt, ligt veertien kilometers van oostwaarts van Mechelen, aan het uiteinde van de vele en vruchtbare vlakte, die van de aartsbisschoppelijke stede de hoofdstad van de Belgische groententeelt maakt.

    Door het taaie werk van de Vlaamse landman, die de grond diep bewerkte en aldus een passende hoeveelheid klei ophaalde en met de barre zandlaag der bovenlaag vermengde werd de vruchtbaarheid dezer oorspronkelijke zandstreek veel groter. Erwtjes en asperges, bonen en tomaten, bloemkolen en selder groeien hier om ter best in de vochtige en losse grond.

    Alhoewel Schriek tamelijk ver van de groentemarkt verwijderd ligt, legt het zich toch op die winstgevende teelt toe, doch levert meestal aan de Mechelse conservenfabrieken.

    Anderzijds leveren de boomgaarden, hier evenals in heel de streek, het ene jaar na het andere, een rijke oogt op van peren, appelen, pruimen en vooral van de sappige purperachtige perziken die de grootste specialiteit van de streek zijn. De malse en geurige vruchten krijgen een prachtige dos en een fijne smaak in de lichte en heldere lucht, die de nabijheid verraad van de licht stralende kempen.

    Ten zuiden van de gemeente die zo uitgestrekt is dat ze twee parochies omvat (Grootlo) loopt de kleine duinenrij, die van Rijmenam tot Averbode de vallei van Demer en Dijle afzoomt. Aan den overkant van de dennenbossen, waarmee de duinen begroeid zijn, ligt Keerbergen, een villegiatuur en toeristisch centrum, wiens bezoekers menigmaal hun wandelingen door de sparrenbossen voortzetten tot Schriek.

    De vliegtuigen van het privaat vliegplein van Keerbergen kruisen boven de aspergevelden en van uit de verte weerklinken tot Schriek het geblaf van jachthonden, en het getoet van de jachthoren, wanneer de jagers en de amazonen der maatschappij van Keerbergen in de duinen en de dennenbossen met hazewinden op jacht gaan.

    Onder het oude regiem was Schriek een heerlijkheid, die toebehoorde aan de grafelijke familie Van der Stegen de Schrieck, die blijkbaar een zijtak vormde der familie Van der Stegen de Putte. De gemeente grenst immers aan Schriek.

    De Van der Stegens behielden hun domeinen en hun kasteel van Schriek nog na de Frase Revolutie.

    In 1885 was de eigenares ervan gravin Julia Van der Stegen de Schrieck, die bij testament het eigendom naliet aan haar neef, graaf Rudolf Van der Stegen de Schrieck. In 1926 verkocht deze het kasteel en het domein aan den heer August de Roije, afstammeling van een oude adellijke familie, afkomstig uit Roije in Picardië, waaruit, in het begin van de 19de eeuw, twee burgemeesters van St.-Jans-Molenbeek zijn ontsproten.

    Het kasteel van Schriek is het type kasteel uit het oude regiem, met een ruim en geriefelijk hoofdgebouw, paardenstallen en wagenhuizen, binnen de omheining van een brede gracht. Aan de overkant van de vest lag en ligt thans nog het park met grote bomen en uitgestrekte bosjes krachtige rododendrons. Daarachter een dicht eikenbos en ten slotte het achterland met een hoeve en gebouwen voor de landbouwuitbating. Vijftien hectare Mechelse tuin worden hier op intensieve wijze bewerkt.

    In dit begunstigde oord van het land is zulk een oppervlakte waarlijk reusachtig. De pachter van het domein van Schriek is een meester in zijn vak: wij mochten één van de heerlijke meloenen proeven uit de rijke oogst, die hij dit jaar gewonnen heeft.

    De moestuin van het kasteel is om zo te zeggen een opeenhoping van keurproducten van de streek. Op de zoom van de bedden die met stevig opgegroeide groenten bewassen zijn, laten appel- peren- perzikbomen, onder het gewicht van hun vruchten hun takken neerhangen.

    Men treedt het domein binnen langs een oude dreef, die spijtig genoeg ongeveer vijftig jaar geleden opnieuw beplant werd. Bij de eerste stap kijkt men verwonderd op: de voorgevel van het kasteel ligt aan de zuidkant, terwijl aan de noordkant, de baan (Schriekstraat) naast de gracht loopt. Het is dus de achtergevel waaraan de bouwmeester uit de 18de eeuw minder zorg besteed heeft, die op den nabijgelegen weg uitgeeft. Wanneer men uit de dreef komt moet men om het slot te bereiken, door het park een heel eind ver een weg volgen die gelijklopend is met de grote begaan.

    Deze ingewikkelde toegangsmogelijkheid vindt hare verklaring in het feit dat tot voor tamelijk korten tijd het domein der familie Van der Stegen tot nogal ver noordwaarts van de grote baan (Schriekstraat) reikte welk alsdan niet bestond. Toen zij aangelegd werd, liep zij dwars door het eigendom.

    Het noordelijk gedeelte van het goed, dat van het kasteel helemaal afgescheiden lag, kon gemakkelijk stuk voor stuk verkocht worden daar in de streek het werk op het land gedurende langen tijd de enige kostwinning was.

    De nieuwe baan (Schriekstraat) die langs de kasteelgracht loopt, stoort de behaaglijke eenzaamheid van de oude herenwoning. De reden waarom de voormalige eigenaars de bakermat van hun familie verkochten, moet wellicht niet verder gezocht worden.

    Eens dat hij het park doorgewandeld is staat de bezoeker voor de brug van de slotgracht, welke op die plaats zeer breed is. Tussen de bladeren van de waterlelie drijven enkele zwanen, ganzen en eenden in blanken vederdos al henebekkend rond.

    De ijzeren vloer der brug, die op zuilen rust, dagtekent blijkbaar uit den laatste tijd: dertig of veertig jaar geleden verving deze vaste brug immers de ophaalbrug met hare twee wachttorens.

    Omstreeks den zelfde tijd verdwenen aan den ingang van het dorp, de overblijfselen van de versterkingen, die aan het uiteinde van het eigendom tot verdediging van het kasteel waren aangelegd.

    Een monumentaal hak sluit thans in het midden van de brug de toegang af. Naar het schijnt heeft men in de loop van de vorige eeuw enkele bijgebouwen van het kasteel gesloopt omdat hun onderhout te lastig werd.

    De slottoren is immers verdwenen en het hoofdgebouw staat thans te ver af van de bijgebouwen die ten getalle van twee zijn: een lang gebouw aan de westkant, dat misschien ouder is dan het kasteel zelf en tot portierswoning dient, men ziet er nog de sporen van meerdere herstellingen, doch, dankzij het waas der eeuwen ziet het gebouw er niet onaardig uit, een soortgelijk gebouw aan den oostkant, eertijds bestemd tot paardenstal en koetshuis van het kasteel, thans ingericht tot garage en bergplaats voor landbouwgerief.

    Het hoofdgebouw is een stevig  rechthoekig stenen blok met sterk overstekend dak. Ten oorzaak van zijn eenvoud is de stijl enigszins onbepaald, maar toch streng klassiek, zonder ander kunstkarakter dan de passende harmonie der verhoudingen De hoofdgevel, die op het park uitgeeft, telt aan elke der twee verdiepingen vier vensters, twee en twee aan weerskanten van de deur aangebracht. De deur van het gelijkvloers is bekroond met een impostlijst met rondboog; de deur der verdieping, een vensterdeur dus, is voorzien van een leuning die tot balkon dient. Al de muuropeningen zijn van luiken voorzien. Te midden van het dak staat een trapgeveltje, dat men boven zulk een klassiek geheel niet zou gaan zoeken. Te midden ervan is een raam om de zolderkamer licht te verschaffen.

    De grootste fout aan dit gebouw is dat het te laag is en als in de grond gezakt schijnt.

    Het omliggende terrein is helemaal vlak en wanneer men een beetje achteruitgaat, verdwijnt het gelijkvloers reeds helemaal achter de sierplanten. Men zou dit gelijkvloers ruim een meter hoger moeten bouwen om het geheel de zwierigheid te geven, die het thans helemaal mist en waarvan het waarschijnlijk niet totaal beroofd was toen de oude slottoren er nog naast stond.

    Aan de oostkant van het kasteel is de voorgevel verlengd door een kleine beuk en de apsis van een kapel. Twee paar lansvormige ovale vensters verlichten dit kleine heiligdom.

    Het valt moeilijk de bouwdatum van het hoofdgebouw aan te geven. De bouwtrant doet denken aan de klassieke stijl uit de 17de eeuw, doch de koepel is van latere datum, zoals blijkt uit de samenvoegingen van het metselwerk. Het geheel draagt sporen van herstellingen waarvan de belangrijkheid moeilijk nader kan bepaald worden.

    Binnen is dit gebouw naar de klassieke wijze ingedeeld. De ingangsdeur gaat uit op een gang, die van het zuiden naar het noorden loopt. Een afsluiting scheidt het in twee delen. Het voorste is een portaalhal, het achterste de trapzaal.

    Vier grote vertrekken die onderscheidenlijk tot salons, eetzaal, bibliotheek enz. bestemd zijn, beslaan elk een hoek van het gebouw en geven ofwel op de hal ofwel op de trapzaal uit.

    Het vertrek, dat aan de oostkant tegen de voorgevel ligt, paalt aan de kapel, die wij reeds vermeld hebben en die door geen enkele scheidsmuur van de zaal afgesloten is. De slotkapel is toegewijd aan den heilige Franciscus van Roije, een martelaar van Corcum, die tot de familie van den huidige eigenaar behaarde.

    Op de verdieping treffen wij dezelfde schikking aan doch hier schijnen er in betrekkelijk laten tijd aanzienlijke veranderingen aangebracht. Te oordelen naar de versieringen van een zeer mooi plafond, dat van 1731 dagtekent, was daar voorheen, boven de portaalhal van het gelijkvloers, de kapel van het kasteel.

    De trap, die naar de zolder leidt, werd daar ter plaatse op zeer eigenaardige wijze gebouwd met bijgevoegde gaanderijen, waarop het ondergeschikt personeel kon plaats nemen om de goddelijke diensten bij te wonen. Dit is ten minste de enige mogelijke verklaring van den ongewone bouw van de trap.

    De keuken die aan de oostkant tegen de zijgevel aangebouwd is, bezig een prachtige schoorsteenmantel uit de 18de eeuw. Een dertigtalmeter diepe put mondt uit in de vloer van dit vertrek en werd wellicht in het leenroerig tijdvak aangelegd om in tijden van beleg de bewoners van het kasteel van water te voorzien.

    Evenals alle oude herenwoningen heeft ook het kasteel van Schriek zijn legenden. De lieden uit de streek vertellen dat een oud kasteelheer van Schriek sommige nachten zijn oud slot komt bezoeken om er eene of andere misdaad uit te boeten. Men vertelt insgelijks dat het kasteel eertijds door onderaardse gangen met verafgelegen bijgebouwen verbonden was: één er van lang in de bossen van Keerbergen, een ander in een hoeve te Heist-Goor. Bij het uitvoeren van grondwerken heeft men in de streek soms sporen van onderaards metselwerk gevonden wat dus deze overlevering schijnt te staven.

    Het park dat wij reeds hebben opgemerkt is de voornaamste aantrekkelijkheid van dit kasteel. De grote hoeveelheid rododendrons zijn enig in de streek. Deze struiken zijn eeuwenoude en natuurlijkerswijze tot ruime frisse lommerdreven gegroeid. Voor het kasteel ligt een groot grasplein, wiens afmetingen het hoofdgebouw, omwille van zijn geringe hoogte, nog meer neerhalen.

    De huidige eigenaar, de heer A. de Roij, die te Schriek slechts enkele weken in de zomer verblijf houdt, heeft er nochtans prachtige kunst- en oudheidkundige verzamelingen bijeengebracht. De grote eetzaal bevat een volledig meubilair in Lodewijk-Philippe stijl, waarin men tot 23 verschillende tinten en samenvoegingen van notelaar kan onderscheiden. Een volledig stel van 117 stuks oud Brussels, een ander van 77 stuks oud Doorniks (de vijf ruikers) schotels in oud Romaans aardewerk en duizenden andere merkwaardigheden doen de schoonheid van dit meubilair nog meer uitkomen. In een ander vertrek bewonderen we een gebeeldhouwde eiken tafel uit hetzelfde tijdvak en van hetzelfde maaksel als het gene die prijkt in het Plantijn-Museum te Antwerpen. De muren van de verschillende vertrekken zijn versierd met schilderijen van gekende meesters zoals een allegorie van Jordaans, een ander onderwerp in dezelfde aard van de hand van Preud’homme uit de 18de eeuw, een Christus tussen twee moordenaars door van Clerè (16de eeuw), een portret van Guido Gezelle door Navez,…

    We blijven staan bij twee kleine kanonnen. Oorspronkelijk zouden zij gediend hebben om door hun schoten blijde gebeurtenissen in de familie van de slotheer, als huwelijken en geboorten, luister bij te zetten. Tijdens de boerenkrijg maakte men er van gebruik om signalen te geven en zelfs kanonballen af te schieten! Na de onderdrukking van de opstand werden zij door een zekere mijnheer Breys meegenomen en te Herentals verborgen. Eén van zijn erfgenamen heeft deze twee kanonnetjes teruggegeven aan de huidige kasteelheer van Schriek.

    Zo wordt de herinnering aan de grote boerenkrijg op het kasteel van Schriek levend gehouden..



     


    Categorie:Kasteel van Schriek
    » Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Korte historiek van het kasteel van Schriek

    Waar is de tijd gebleven toen het kasteel, het juweel van ons dorp, nog de verblijfplaats was van graven en baronnen, welke door de schriekenaren met schroom en respect bejegend werden? Alleen oude prentkaarten en kadastertekeningen kunnen ons nu nog een vaag beeld verschaffen van de prachtige omgeving waarop onze overgrootouders zo fier konden zijn. De rand van het dorp paalde immers aan het kasteeldomein. Een prachtig park strekte zich uit tussen de Dreef, de Pachterslei, de Leo Kempenaersstraat en de Schriekstraat. Sierlijke tuinen wisselden elkaar af en werden doorkruist en omringd door wandelpaden en lommerrijke dreven die allemaal eindigden voor de ophaalbrug welke toegang verschafte tot een “klein eilandje” waarop de conciërgewoning, het koetshuis, de paardenstallen als trouwe wachters het kasteel omringden.

    In tegenstelling tot andere dorpen was Schriek tot voor 1946 het enige uit de omtrek dat de allure bewaard had van een gemeenschap uit het “Ancien Regime”. Dit schreef Doctor Jozef Weyns, stichter van het openluchtmuseum te Boktijk. Hoe moeten wij zijn woorden interpreteren? Wel, zoals in de vorige eeuwen waren er nog altijd twee gebouwen die het Schriekse dorpsbeeld beheersten: nl. de kerk en het kasteel. Ze waren het symbool voor de kerkelijke en de wereldlijke macht, met als vertegenwoordigers: de pastoor en de kasteelheer.

    Voorgeschiedenis


    Over het exacte ontstaan van het kasteeldomein tasten we in het duister. Wel weten we met zekerheid dat Jan Baptist de Boisschot in de 16de eeuw reeds eigenaar was van een aanzienlijk stuk grond gelegen tussen het dorp en de Schriekstraat. Deze persoon was ridder en zetelde in de Raad van Brussel, wat een zekere prestige inhield. In 1537 werd Catharina Van Den Troncke zijn echtgenote. Hun bezittingen waren niet gering. Daartoe behoorden 45,5 bunder grond, waarvan 9,5 bunder landbouwgrond en weiland, en 36 bunder bossen waaronder: de Kerebossen, de Verbrande bossen en de Bastaardbossen. Te midden van dit alles stond een grote hoeve, die, zoals we later nog zullen lezen, zich zal transformeren tot “het kasteel van Schriek”. 

    Jean Baptist de Boisschot stierf te Antwerpen op 4 november 1580. Zijn weduwe de Boisschot - Van den Troncke beheerde voortaan al de eigendommen. Dit echtpaar had een dochter: Marie de Boisschot, die gehuwd was met de edele heer Jean Baptist Maes, heer van Bousvol, Laloux en te Hoeve (gelegen te Ukkel). Hij oefende het beroep van advocaat uit in de Fiscale Raad van Brabant Hun dochter, Catharina Maes, was op 13 maart 1617 volgens contract getrouwd met Gerard de Brouckhoven. In 1619 erfde de moeder van Catharina, het domein te Schriek hetwelke in 1625 eigendom werd van Catharina Maes x Gerard de Brouckhoven. Zoals we al eerder vernomen hebben was Gerard de Brouckhoven heer van Bergeyck, Westerhoven en Riethoven. Vanaf 1618 werd hij ook schepen van ’s Hertogenbosch. Hij heeft met zijn vrouw te Lier gewoond, waar hij stierf op 7 februari 1638 en zijn echtgenote weduwe de Brouckhoven – Maes op 22 november 1660. Beiden werden aldaar begraven in het koor van de St. Gommaruskerk, waar hun zerken zich nog bevinden.

    Een kasteelhoeve ontstaat


    Het echtpaar de Brouckhoven - Maes had twee kinderen. De verdeling van de vele en uitgebreide goederen gebeurde respectievelijk in 1668 en 1671. In de notariële akte van 1671 lezen we o.a.: “Jerst twee hoeven met een stedeken gelegen onder Schrieck, Grootloo ende Heyst, geextineert op dryentwintich duysent twee hondert vyventseventich guldens”.

    De gebouwen die men hier vermeldt zijn zonder twijfel de twee nog bestaande kasteelhoeven aan de Schriekstraat. Het “stedeken” stond tussen de twee hoeven in, op de plaats waar het kasteel stond. Over de landerijen spreekt men niet. Wel lezen we dat ze zich uitstrekten over het grondgebied van Schriek, Grootlo en zelfs over Heist-op-den-Berg.

    Een belangrijke vraag die we ons nu kunnen stellen is: wie erfde dit domein met de hoeven? Het antwoord vinden we in hetzelfde document. De oudste zoon, Jan Baptist de Brouchoven, kreeg de voornaamste heerlijkheden van zijn vader. Zo werd hij de nieuwe heer van Bergeyck en Westerhoven. We vermelden nog dat Jan Baptist zijn eerste huwelijk aanging met Hélène Forment, vrouwe van Attevoorde en Steen. ze was de weduwe van de beroemde schilder Pieter Paul Rubens! De tweede zoon van Gerard, Antoon Ferdiand de Brouchoven,verwierf het domein te Schriek. Dit is ook niet zo verwonderlijk want zoals we hiervoor al hebben gelezen had Antoon Ferdiand reeds op 9 oktober 1661 de heerlijkheid Schriek en Grootlo gekocht.

    De nieuwe heer van het dorp, die te Brussel woonde, smeedde grootse plannen. Het “stedeken”,gelegen tussen de twee boerderijen liet hij verbouwen tot een klein, maar comfortabel buitenverblijf. Hij liet een behoorlijke slotgracht graven en gaf de opdracht om over het water een ophaalbrug aan te brengen. In één der muren werd een wapensteen met zijn persoonlijk blazoen gemetseld. Kortom, alles moest aangepast worden aan zijn rang en stand. Langzaam maar zeker kwam er naast het kleine voetwegje, dat nu de Schriekstraat is, een voorraam, adellijk gebouw tot stand.


    In 1686 overleed Antoon Ferdiand de Brouchoven. Zijn zoon Jan Baptist de Brouchoven nam het heerschap over Schriek en Grootlo van zijn vader over. De omwaterde kasteelhoeve en de omliggende landerijen bleven voorlopig nog in gemeenschappelijk bezit van weduwe Antoon Ferdinand de Brouchoven – de Caluart en haar drie kinderen.

    Antoon Ferdinand de Brouchoven had destijds, naar aanleiding van zijn huwelijk met Marie de Caluart, 4000 gulden in leen ontvangen van de bevriende familie Van Lockhorst. Hiervoor had hij zich borg gesteld door zijn domein te Schriek in de weegschaal te leggen. Nu Antoon Ferdinand de Brouchoven overleden was had zijn weduwe recht op de helft van het bedrag, nl. 2000 gulden. Langzaam maar zeker ontstond er een geschil tussen de twee families. De 2000 gulden moesten terug betaald worden. Om een ongekende oorzaak was de familie de Brouchoven niet in staat om aan deze eis te voldoen, waardoor het domein te Schriek moest verkocht worden.

    Een hof van plaissance van het echtpaar Zety – Van Grootendael


    De verkoopakte van 5 april 1688 vermeldt het volgende: “Generale voorwaerde ende conditiën waerop vrouwe Marie de Caluart baronesse van Putte weduwe wylen den heere Anthonio Ferdinando van Broeckhoven mitsgaders joncker Jaecques van Broeckhoven baron van Put voorschreven ende out schepen der stadt Brussele, item joncker Jan Baptista van Broeckhoven heere van Schrieck ende Grootloo, ende jouffvrouwe Helena van Broeckhoven, respective sonen ende bejaerde dochtere van den voorschreven joncker Anthonio Ferdinando van Broeckhoven ende van de voorschreven vrouwe Marie de Caluart sullen vercoopen uyt crachte van consente gedragen by den procureur Charliers als gemachticht van joufvrouwe Eléonora van Lockhorst, de naer volgende partyen van bleckbosschen, hoeve ende landen geleyt inde naervolgende coopen…”.

    Het domein, zowel de bossen als de kasteelhoeve, werd verdeeld in vijf kopen. Alles werd gekocht door Jeronimus Zety. In hetzelfde document lezen we onderandere “de schransse met de hoeve ende schuere daerop staende”. Dit goed, gelegen aan de Schriekstraat, is zonder twijfel de kasteelhoeve. Door het woord “schrans” te lezen weten we nu ook meteen dat de hoeve toen al omwaterd was.

    Jeronimus Zety, behorende tot een lagere adellijke buitenlandse familie, woonde met zijn vrouw Marie Françoise van Grootendael te Mechelen, waar hij een belangrijk man geworden was en de functie van “Raet ende Rentmeester General van syne Maiestyt Domynen der steden ende landen van Mechelen” beoefende. Na de aankoop van het domein te Schriek werden vanaf 1688 nog meer bossen, hoeven en andere onroerende goederen uit ons dorp eigendom van deze man.

    Op 5 augustus 1696 overleed Jeronimus Zety en werd met veel eerbetoon begraven in de St. Pieter- en Pauluskerk te Mechelen. Vanaf toen werd zijn naam elke week vernoemd tijdens het zondagsgebed in onze kerk, en dit gedurende vele eeuwen. Na de dood van haar echtgenoot beheerde weduwe Zety – Van Grootendael haar bezittingen met vaste hand. Een kleine gebeurtenis kan dit verduidelijken. Toen zij in augustus 1701 op haar hof te Schriek verbleef maakte ze op een warme zomeravond een wandeling in gezelschap van een gouvernante en twee knechten. Tot haar grote verbazing ontmoette ze een groepje jonge koeienhoedertjes die hun dieren ongestoord op haar gronden lieten grazen. Zoiets kon toch niet! De kereltjes werden op het matje geroepen en moesten zelfs op 12 augustus voor notaris Swiggers van Beerzel verschijnen om een verklaring van dit accident af te leggen. Wanneer mevrouw voor een tijd afwezig was werd het domein beheerd door haar persoonlijke officier en boswachter Jan Rymenants: “gëeeden officier of boswachter tot Schriek van weledele vrouwe mevrouw François Grootendael”.

    Nu raadplegen we nog even de archieven om een idee te krijgen over het buitenverblijf van weduwe Zety – Van Grootendael. Deze schriftelijke bronnen spreken eensgezind over “een stenen huis” waartoe ook een pachthof, schuur en stallingen behoorden. Verder is er sprake van een omwatering en een ligging tegen de Schriekstraat. Ook vernemen we dat het huis omringd was door “plantagien” of tuinen en door een dreef met het dorp verbonden was. Het stenen huis, de tuinen en de dreef zijn elementen die er op wijzen dat het een versterkte hoeve betreft of zelfs een hof van plaisantie. Schuin tegenover haar hof en de Schriekstraat liet de eigenares in 1715 nog een grote boerderij bouwen die moest gelijken op het Koudhalzenhof, met een schuur die nog tien meter langer moest zijn. 

    De tijd ging voorbij… Op 24 januari 1721 stelde Marie Françoise Zety – Van Grootendael haar testament op, want haar huwelijk was kinderloos gebleven. Enkele jaren nadien overleed deze dame in haar herenhuis te Mechelen op 11 november 1726. Het testament werd geopend. Haar laatste wilsbeschikking luidde dat al haar roerende en onroerende goederen zouden geschonken worden aan haar zus Anna Theresia en dat ze wenste begraven te worden in de St. Pieter- en Pauluskerk te Mechelen in de “sepulture ofte kelder van wylen myner man”. Zo geschiedde het. Na de begrafenisplechtigheid droegen acht religieuzen haar stoffelijk overschot naar de O. L. V. kapel in de voornoemde kerk waar haar laatste wil werd volbracht.

    Een kasteel van de familie Van der Stegen (de Schrieck)


    Anna Theresia Van Grootendael, de zus van Marie Françoise van Grootendael en weduwe van Don Leonardo de Benero, erfde het domein te Schriek. Kort daarop verkocht ze deze eigendommen. Haar bezittingen in Schriek werden in negen kopen verdeeld. We schrijven ze hier neer zoals we ze vonden in de verkoopakte van 21 juni 1727:

    1. Jerst eenen steenen huyse met het pachthof, schuere, stallinge, etc. rontsomme omwatert met syne vischgrachten, mette landen, houtcanten, bosschen, dreven ende plantagien daervan dependerende gelegen onder Schrieck voorschreven regenoten de Schrieckstraete… In huere gebruyckt by Adrianus van Rompay;

    2. Item eene hoeve mette huysinge, stallinge, schuere, met het land ende heyde daeraen gelegen onder Schrieck voorschreve regenoten de Schrieckstraete…;

    3. Item alnoch eene hoeve mette huysinge, schuere, stallinge mette houtcanten ende landen daertoe dependerende oock gelegen onder Schrick, regenoten de baene loopende van Booischot naar Mechelen… In huere gebruyckt wordende by Adriaen Dockx;

    4. Item een Bleckbosch oock gelegen onder Schrieck voorschreven genoempt den bastaertbosschen, groot omtrent de drye bunderen...;

    5. Item alnoch de uytgerooide bosschen genoempt de verbrande bosschen ’t saemen groot wesende de 24 bunderen…;

    6. Item een perceel lants gelegen onder Heyst ontrent de thien daghwanden…;

    7. Item ontrent een bunder bempt gelegen onder Grootloo…;

    8. Item alnoch ontrent drye daghwanden lants gelegen onder Grootloo…;

    9. Item ende ten lesten alnoch een stuck lants gelegen onder Grootloo inde Tommestraete… .

    De nieuwe heer van Schriek, Karel Lodewijk Van der Stegen, kocht al deze gronden en gebouwen voor 10000 gulden. Zo was hij meteen een machtig grootgrondbezitter in onze heerlijkheid. Nu ontbrak nog een indrukwekkende woongelegenheid. Daarom moest het hof aan de Schriekstraat verbouwd worden tot een kasteel. Doch, het proces dat hij gevoerd had tegen zijn schoonmoeder, Marie Claire Louise de Rietwyck, en de aankoop van de zojuist vermelde bezittingen van Anna Theresia Van Grootendael, hadden zijn beurs aanzienlijk lichter gemaakt. Zo ontbrak het nodige geld om de verbouwingen te beginnen. Maar, aan elk kleedje kan een mouw gepast worden. Daarom verkocht Karel Lodewijk een pachthof te Hever en twee huizen te Brussel welke hij van zijn vader geërfd had: “bekent verkocht te hebben het pachthoff onder Hever in het jaar 1700 sevenentwintigh beneffens dese twee huysen alles wesende van mijne paternele goederen ende het gelt daer van voortsgecomen is gheremplaseert geweest in het coopen van een groote partye landen als mede het bouwen van het casteel tot Schrieck”.

    Eindelijk konden tussen 1727 en 1731 de werken uitgevoerd worden. De bestaande hoeve, links van het huis, bleef onveranderd. Rechts werd er een nieuwe gebouwd, identiek aan de andere. Deze twee hoeven kan men nu nog bewonderen. Het omwaterde stenen huis, geflankeerd door de twee boerderijen, werd vergroot tot 15 meter breed en was vrij eenvoudig van stijl met twee verdiepingen en een trapgeveltje op het dak. De voorgevel, georiënteerd naar het park, telde op elke etage vier vensters voorzien van luiken. Boven de inkomdeur, bekroond met een impostlijst met rondboog, was een vensterdeur aangebracht die uitgaf op een balkon met smeedijzeren balustrade.


    Zoals gebruikelijk in die tijd was de binneninrichting heel klassiek. Door de inkomdeur kwam men in een brede hal, welke door een afsluiting gescheiden was van de trapzaal. Langs beide kanten van deze gang, die het gelijkvloers in twee delen splitste, bevonden zich vier ruime kamers, waaronder een bibliotheek, een eetzaal en twee salons. De keuken van het kasteel was aangebouwd tegen de zijgevel aan de oostkant. De blikvanger hier was een prachtige achttiende eeuwse schoorsteenmantel en een waterput van een dertigtal meter diep om de bewoners in alle omstandigheden van water te voorzien. De éérste verdieping kende dezelfde indeling als het gelijkvloers. Het vertrek dat boven de inkomhal gelegen was, en dat toen werd gebruikt als huiskapel, toonde een prachtig versierd plafond met het jaartal 1731. Rond de trap die naar de zolder voerde werden gaanderijen aangebracht van waarop het personeel de mis in de slotkapel kon bijwonen. Tot hier een korte beschrijving van het kasteel.

    Karel Lodewijk Van der Stegen en zijn vrouw Maria Magdalena Clara Nicola de Brouchoven verbleven beurtelings op hun kasteel te Schriek of in hun herenhuis te Brussel waar hun kinderen geboren werden. Na het overlijden van deze dame op 16 februari 1743, hertrouwde Karel Lodewijk Van der Stegen al op 17 juni met Florence Charlotte Van der Meere. Er werden nog twee dochtertjes geboren. Enkele jaren later, in de zomer van 1748, toen de familie op het kasteel te Schriek verbleef, stierf Karel Lodewijk Van der Stegen op 22 juni aan de gevolgen van een beroerte. Hij werd begraven op het koor van onze parochiekerk. Volgens zijn testament, opgemaakt op 5 maart 1748, moesten al de onroerende goederen gelegen te Schriek, Grootlo en Haacht verdeeld worden onder de kinderen uit zijn éérste huwelijk “… soo nochtans dat synen sone vooruyt sal hebben ende ’t synen privatieven behoeve sal behouden het casteel, grooten ende cleynen hof, boomgaert ende pachthof met de bassecour rontsomme in syne waeters ende grachten gestaen ende gelegen onder de voorschreve heerelyckheyt van Schrieck…”.

    In een document aangaande de nalatenschap van de overleden heer word nogmaals verwezen naar de bouw van het kasteel van Schriek. Zo lezen we: “Den overledene heeft by contract notariael gepasseert binnen Brussel voor den notaris J. Van den Veldede dathe 21 juny 1727 naer uytwysens aen den goedenissebrief de dathe 25 aug. 1727 gequotteert nr. 8geacquireert teghens vrouwe Anna Theresia van Grootendael weduwe wylen Don Leonardo de Benero, eersteen pachtehoff, schuere, stallinghen, rontsomme omwatert met syne vischgrachten geleghen onder Schrieck,alwaer nu het casteel gebouwt is, landen, bosschen, houdtcanten, dreven ende plantagien daer van dependerende…”. 

    Philippe Norbert Marie Van der Stegen (°1 mei 1726), de oudste zoon van de overleden Karel Lodewijk werd nu de nieuwe kasteelheer van Schriek. Hij was heer van minstens zeven heerlijkheden en ook schepen van de stad Leuven. Door deze drukke bezigheden verbleef hij weinig op zijn kasteel, maar voelde zich niettegenstaande erg met ons dorp verbonden. In zijn “villa” aldaar liet hij aan de rechterzijde een nieuwe kapel aanbouwen. Voordien was deze te vinden op de éérste verdieping. Nu grensde zij op het gelijkvloers aan de eetkamer zonder dat er een scheidingsmuur was aangebracht. Op één van de binnenmuren van de kapel was de stamboom van de familie Van der Stegen te zien. In het herenhuis te Leuven overleed op 24 november 1771 Marie Françoise de Gruutere,echtgenote van Philippe Norbert Marie Van der Stegen. Twee jaar later, op 21 mei 1773, hertrouwde de weduwnaar te Leuven met Thérèse Françoise Bols d’ Arendonck.

    Aan de horizon dreigden donkere wolken. De Franse Revolutie stond voor de deur, waardoor het bezit van de heerlijkheden zou worden afgeschaft. Wonder boven wonder kon Philippe Norbert Marie zijn bezittingen behouden en ook zijn kasteel, doch, hij was een gebroken man geworden. Hij schreef aan de pastoor van Schriek dat hij “Godtlof hersteltnaer twee mael het flere syn gehadt te hebben”. Dit laat ons vermoeden dat hij aan een ernstige vorm van reuma leed.

    Tijdig verdeelde hij zijn onroerende goederen onder zijn kinderen. Zijn oudste zoon, JosephFrançois Philippe ontving van zijn vader het kasteel te Schriek met aanhorigheden, tuin en dreef. Dit lezen we in volgende zin: “le citoyen Joseph Van der Stegen aîné aura la proprieté du chateau de Schrieck et dépendance, savoir le jardin et avenues”. Op 11 april 1799 overleed te Brussel de laatste heer van Schriek, Philippe Norbert Marie Van der Stegen. Hij werd begraven in zijn oude baronie Putte op het kerkhof rond de kerk. De Franse Revolutie had de laatste rustplaatsen in de kerken verboden.

    Joseph François Philippe Van der Stegen (°1754), oudste zoon van wijlen Philippe Norbert Marie, was de erfgenaam van het kasteel. Doch, enkele maanden na de dood van zijn vader stierf hij op 6 mei 1799 aan de gevolgen van “een opzwelling van de longen”. Hij werd bijgezet in het familiegraf van zijn pas overleden vader te Putte.

    Joseph Constantin Philippe Van der Stegen verkreeg, als tweede zoon van Philippe Norbert Marie, het domein te Schriek. De nieuwe kasteelheer, geboren te Leuven op 6 september 1768, en op 27 september 1793 gehuwd in zijngeboortestad met Catherine Ghislaine d’ Onyn de Chastre had twee kinderen. Het jongetje, geboren te Brussel op 25 juli 1796, werd genoemd naar zijn grootvader: Philippe Norbert Marie II. Het zusje, geboren op 14 januari 1799 ontving de naam Adèle Gérardine Thérèse Van der Stegen. In tegenstelling tot zijn vader verbleef deze heer vaak op zijn kasteel te Schriek. Nadat hij het rond 1800nhad geërfd werd het geruime tijd een vaste verblijfplaats,voor hem en zijn gezin.

    Om zich als echte Schriekenaar te profileren nam Joseph Constantin Philippe deel aan onze dorpspolitiek en werd gemeenteraadslid. Daarnaast was hij ook lid van de Provinciale Staten van Zuid Brabant en van een andere ridderorde. Op 13 maart 1816 ontving hij van koning Willem I van Oranje Nassau de persoonlijke titel van graaf en verwierf het recht om zijn naam te verlengen met “de Schrieck”. De familie Van der Stegen de Schrieck was geboren!

    Deze familie, omringd door meiden, knechten en tuiniers leidde een voortreffelijk leven op het kasteel van Schriek. Maar… op 12 januari 1828 verspreidde zich het droeve nieuws dat graaf Joseph Constantin Philippe Van der Stegen de Schrieck, in zijn herenwoning aan de Minderbroederstraat 30 te Leuven, was overleden. Het stoffelijk overschot werd overgebracht naar ons dorp. De begrafenisplechtigheid geschiedde in onze kerk. De graaf kreeg zijn laatste rustplaats op het kerkhof van Schriek naast zijn overleden schoondochter Fulvie Caroline Antoinette de Longpré (†21 oktober 1826).

    Nu behoorde het ganse domein aan zijn weduwe en zijn twee kinderen. Zijn zoon Philippe Norbert Marie II Van der Stegen de Schrieck kocht op 7 juni 1841 het deel van zijn moeder en zuster voor slechts 7000 frank en werd vanaf dan de nieuwe kasteelheer van Schriek. Toch verkreeg zijn moeder, weduwe Van der Stegen de Schrieck – d’ Onyn de Chastre, het vruchtgebruik tot zij op 24 november 1842 te Leuven overleed en met veel eerbetoon begraven werd in de familiegrond op het kerkhof te Schriek.

    Philippe Norbert Marie II Van der Stegen, sinds 1841 de nieuwe kasteelheer van Schriek, was op 9 september 1816 te Brussel gehuwd met Fulvie Caroline Antoinette de Longpré (°4 september 1784). Er werden drie kinderen geboren te Brussel:

    - Marie Julie Josephine op 13 juni 1817;

    - Albert Philippe Joseph op 22 september 1819;

    - Emma Eulalie Julie op 27 september 1821.

    Amper 32 jaar oud overleed gravin Van der Stegen de Schrieck – de Longpré op 21 oktober 1826. Als lid van de grafelijke familie Van der Stegen de Schrieck is ze begraven geworden op het kerkhof van ons dorp. 

    Twee jaar na het overlijden van zijn éérste echtgenote hertrouwde Philippe Norbert Marie II te ’s Hertogenbosch op 21 april 1828 met burggravin Justine Anne Ghislaine van der Fosse (°Brugge 14 september 1795). Er werden drie kinderen geboren te Leuven:

    - Alexander op 12 april 1829;

    - Eugène Gérard op 6 april 1830;

    - Lous Léopold op 25 augustus 1831.

    In 1840 zou de kerkvergroting beginnen. Daarvoor werd er financiële steun gezocht bij de rijke en grondbezittende klasse. De familie Van der Stegen de Schrieck liet zich niet onbetuigd maar verlangde wel een wederdienst, nl. een vergunning om een groot grafmonument op te richten op die plaats op het kerkhof waar al de overleden grafelijke familieleden zouden begraven worden. Dit was de grote wens van Philippe Norbert Marie II. Het gemeentebestuur en de kerkfabriek gingen akkoord. De familie Van der Stegen steunde de kerkvergrotin en verkreeg, zoals afgesproken, een grondoppervlakte op het kerkhof van “5,50 meter in het vierkant”waarop een prachtig grafmonument opgericht werd. Daarna liet Philippe Norbert Marie II de stoffelijke overschotten van zijn vader en éérste echtgenote naar dit familiegraf overplaatsen waarin ook later hijzelf en zijn nakomelingen voor altijd zouden rusten. 

    De tweede echtgenote van Philippe Norbert Marie II, Justine Anne Ghislaine Van der Fosse, overleed in hun herenhuis te Leuven op 11 maart 1853. Op 8 april vond de begrafenis plaats en werd de overledene bijgezet in de familiekelder onder het grafmonument op het kerkhof te Schriek. Evenals zijn vader zaliger zetelde Philippe Norbert Marie II in de gemeenteraad van ons dorp. Hij was ook provincieraadslid van Antwerpen. 


    Een bijzondere gebeurtenis in zijn leven was wel deze: op 8 juni 1871 werd de eretitel “graaf Van der Stegen de Schrieck” erfelijk verklaard! Drie jaar later, op 2 juni 1874, overleed de kasteelheer te Leuven in zijn woning, Rue des Récoltes nr. 38. Nog voor zijn dode lichaam naar Schriek werd overgebracht voor de begrafenis op 6 juni, werd het in een kist gelegd van lood en dubbel eikenhout met 26 zilveren schroeven en handvatten.

    Albert Philippe Joseph Van der Stegen de Schrieck, de oudste zoon van de overledene, had al zijn jaren op het kasteel van Schriek doorgebracht maar erfde het niet Ook na de dood van zijn vader, toen zijn zus het kasteel erfde, bleef hij op het slot wonen. Op 11 oktober 1854 trouwde hij te Schoten met de edele jonkvrouw Odile Françoise Philippine de Pret Roose de Calesberg (°16 mei 1830). Hij werd kapitein van de artillerie, ridder in de Léopoldsorde en sinds 27 oktober 1857 gemeenteraadslid van Schriek en provincieraadslid van Antwerpen. Doch, na de verkiezingen van 1869 werd hij niet meer door het Schriekse volk herverkozen. Dit raakte hem zo dat hij het  voorouderlijk kasteel voorgoed verliet. Hij overleed te Leuven op 20 januari 1884 en werd vier dagen later te Schriek begraven. Zijn weduwe stierf te Antwerpen op 1 juni 1907.

    Marie Julie Josephine Van der Stegen de Schrieck, de oudste dochter van Philippe Norbert Marie II, erfde na haar vader het kasteeldomein volgens akte van 23 april 1877. Deze gravin huwde nooit. Ze was zeer godvruchtig en schonk in 1882 aan onze kerk een prachtige op doek geschilderde kruisweg.

    Op 18 juli 1885 schreef de gravin eigenhandig haar testament. De goederen gelegen te Schriek, moesten voor eeuwig eigendom blijven van de familie Van der Stegen de Schrieck: “Mon desir est qu’ illes ne sortent jamais de la famille…”. Zo had haar vader het immers gewild. Nu weten we ook wat er met het kasteel moest gebeuren als ze overleed: “Je leque le château et les terres de Schrieck à mon neveu Rodolphe comte Van der Stegen de Schrieck”. Ze gaf het dus aan haar neef, Rodolphe Van der Stegen de Schrieck, zoon van haar broer Albert Philippe Joseph. Julie Marie Josephine Van der Stegen de Schrieck overleed te Leuven op 13 maart 1898 en werd op 17 maart begraven te Schriek.

    Rodolph Van der Stegen de Schrieck (°Antwerpen 9 december 1864), was op 9 mei 1892 gehuwd met Marthe Emilie Barbe Geelhand (°8 februari 1870). Zij bewoonden het kasteel Dennenburg te Kapellen en toonden weinig belangstelling voor hun slot te Schriek. Daarom verhuurde Rodolphe het aan zijn tante, Emma Eulalie Van der Stegen de Schrieck, die getrouwd was met baron Van Oldeneel tot Oldenzeel. Het kasteel diende tot hun zomerverblijf.

    Het echtpaar Van der Stegen de Schrieck – Geelhand had twee dochters:

    - Andrée Barbe, geboren op 6 februari 1893;

    - Nicole Barbe Ghislaine, geboren op 27 mei 1898. Een appendix heeft dit kind neergeveld op 25 mei 1910. Het twaalfjarig meisje werd begraven in de familiekelder te Schriek.

    Stilaan werd het erfgoed, waarvan zijn voorouders gedurende eeuwen de bezitters waren, Rodolphe tot last. Op 2 augustus 1926 verkocht hij het ganse domein van ca. 13 ha. Voor 125000 frank aan de heer en mevrouw de Roij – Praet.

    De verkoop omvatte “le domain de Schrieck” bestaande uit: kasteel, conciërgewoning, vijvers, slotgrachten, siertuin, moestuin, hoevegebouwen, landbouwgronden, dreven met diverse soorten bomen, dreef leidende naar de kerk en andere aanhorigheden.

    Mevrouw Geelhand stierf te Antwerpen op 30 december 1934 en graaf Rodolphe Van der Stegen de Schrieck overleed te Kapellen op 13 april 1942. Beiden werden als laatsten begraven in het familiegraf te Schriek.

    Vreemde kasteelheren


    Augustin de Roij, sinds augustus 1926 eigenaar van het kasteel te Schriek, was geboren te Elsene op 8 mei 1868, als kind van een oude adellijke familie uit Picardië. Op 21 januari 1911 huwde hij Jeannette Praet uit Brussel die er op 22 november 1878 het levenslicht zag. Een jaar later, op 3 september 1912 werd hun zoon, Robert Ferdinand, geboren.

    Vanaf 1926 vertoefde het gezin elke zomer op hun domein te Schriek. Uit een eigenhandig geschreven brief van Augustin de Roij blijkt dat de familie het erg naar hun zin had: “J’ ai acheté dans les premiers mois de 1926 le domaine seigneurial de Schrieck au comte Rodolphe Van der Stegen de Schrieck. Le domaine que j’ espère laisser à mon fils Robert a une superfrere d’ environ 15 ha: bois, terres de culture, terres speciales pour la culture des legumes, asperges, et tomates. De plus, il est d’ habitation très agréable et vraiment seigneuriale”.

    Zo verstreken de jaren tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Zoon Robert werd opgeroepen om ten strijde te trekken. Helaas, op 27 mei 1940 sneuvelde hij nabij Maldegem. Zijn ouders konden het verlies van hun enige zoon niet verwerken en besloten om het kasteel te verkopen. Augustin de Roij richtte zich tot de burgemeester met de vraag of het kasteel niet kon aangekocht worden om als gemeentehuis te fungeren. Maar… de gemeentekas bevatte onvoldoende geld voor zulk een aankoop.


    Op 2 april 1942, midden in de oorlogsjaren, daagden er twee kopers op: Karel Van Laecke en Michiel Basyn. Zij kochten: “Een eigendom gekend onder de benaming “Domein van Schrieck”, behelzende kasteel met afhangendheden, huis, vijvers, grachten, lusthof, moeshof, bosschen, hofstede, bouwlanden, hooilanden, landwegen of dreven en een dreef leidende naar de kerk”. De totale oppervlakte bedroeg 13 ha.

    Augustin de Roij, gebroken door het verlies van zijn enige zoon, stierf op 21 augustus 1943, een jaar na de verkoop. Zijn weduwe werd op het einde van haar leven blind en leed aan een korte maar pijnlijke ziekte. Ze stierf tijdens een familiebezoek in Dilbeek op 28 februari 1961.

    Karel Van Laecke en Michiel Bassin. Eérstgenoemde geboren te Grimbergen op 6 mei 1899, was bankdirecteur te Kortrijk waar hij ook woonde. Michiel Bassin (°23 juli 1902), een handelaar, woonde eveneens in deze stad. Kortrijk en Schriek lagen nu ook niet vlak naast elkaar. Iemand moest een oogje in het zeil houden. De familiie Blondeel, huurders van de kasteelhoeven, werden voor deze taak aangesteld. Doch, wat vermochten zij tegen een oprukkend vijandig leger dat door het park stormde om het kasteel te bezetten? Niets! Even verderop hadden Belgische troepen een kamp opgeslagen en kregen het bevel om hun kanonnen op het park te richtten. Drie bommen werden afgevuurd die ontploften in de Schriekstraat, net echter het eens zo prachtige kasteel.

    Het ging van kwaad naar erger! De majestueuze bossen werden omgehakt, de lusttuin veranderde weldra in een modderpoel. De oorlog had geen respect voor dit eeuwenoude cultuurgoed.

    Op 12 september 1944 verscheen het Britse leger op het toneel, eiste het bemeubeld kasteel en de omliggende gronden op en stlede hun afweergeschut op in het park! Op het einde van maart 1945, toen er van de vijand geen spoor meer te vinden was, trokken de bevrijders zich terug en werd het domein weer toegewezen aan de eigenaars, maar… in welke ellendige, troosteloze staat! In de zomer van 1946 lieten Karel Van Laecke en Michiel Basyn het kasteel met de grond gelijk maken. De bruikbare voorwerpen werden verkocht. Karel Van Laecke, de bankdirecteur, behield de twee kasteelhoeven en de slotgracht tot 16 maart 1952. Het einde van het domein van Schriek was een feit geworden.

    Arthur Blondeel en zoon Jozef, die voordien de hoeven huurden, kregen nu de gelegenheid om ze te kopen. Van de vele hectaren grond die eens tot het kasteel behoorden bleven er nog maar 4 over. De familie Dockx kocht op 16 april 1955 de twee boerderijen, de stallen en de bijhorende grond. Alles werd verbouwd tot woningen. De oorspronkelijke gevels ondergingen weinig verandering. De omwatering bleef deels bestaan. Tot op heden zijn zij nog de eigenaars van dit klein deeltje dat ooit tot het eeuwenoude kasteeldomein behoorde.

    De moderne tijd had de troon van Schriek omver geworpen!



    Categorie:Kasteel van Schriek
    » Reageer (5)
    20-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grafmonument van de familie van der Stegen de Schrieck

    Geschiedenis
    van het oude grafmonument
    gelegen op het oude kerkhof naast de kerk

    en de verhuis en heroprichting op het nieuwe kerkhof


    Al sinds het prille begin werden mensen in kerken begraven. Vooral de rijken en adellijke families zagen dit als een voorrecht. Een privilege voor al wie dit soort van begrafenissen kon betalen. Getuige hiervan in onze eigen Schriekse kerk zijn de 16 grafzerken die nog steeds te zien zijn in de vloer. Doorheen de tijd zijn er in onze kerk honderden mensen begraven, de “kerklijken”. Aan deze gewoonte werd echter abrupt een einde gesteld door het edict van Jozef II op 26.06.1784 die tijdens het Tweede Oostenrijks Tijdvak verbood om nog mensen in kerken te begraven.

    Onze Schriekse heer Karel Lodewijk Van der Stegen werd in 1748 nog in de kerk begraven[i]. Zijn zoon en opvolger Philippe Norbert Marie Van der Stegen, die de laatste feodale heer van Schriek zou worden, werd op het kerkhof van Putte begraven[ii], dus buiten de kerk. Waarschijnlijk was het toen al verboden om nog in een kerk begraven te worden. Hij stierf immers op 11 april 1799, in een periode dat vele kerken gesloten waren door de Franse overheersers.

    Na het overlijden van Fulvie Caroline Antoinette de Longpré (° 04.09.1794 - † 21.10.1826), eerste echtgenote van Philippe Norbert Marie II Van der Stegen de Schrieck en toenmalige bewoonster van het kasteel van Schriek, werd zij op 24 oktober, drie dagen na haar dood, te Schriek begraven. Zij moet hier in een loden kist begraven zijn op het kerkhof. Er was immers nog geen grafmonument geplaatst !

    Ook de schoonvader van deze Fulvie Caroline Antoinette, nl. Joseph Constantin Philippe Van der Stegen de Schrieck (° 06.12.1768 - † 12.01.1828) werd in een loden kist op het kerkhof van Schriek begraven op 15 oktober 1828.

    Als compensatie dat men niet meer in de kerk mocht begraven worden ging de adel gebruik maken van obiits of rouwblazoenen. Zo werden ze toch nog in de kerk “vertegenwoordigd”. Zo’n obiit is een ruitvormig schilderij waarop het wapenschild van de adellijke persoon en de datum van zijn overlijden geschilderd werd. Tijdens de begrafenis werd het bord bij de katafalk opgesteld en later in de kerk opgehangen. In de kerk van Schriek worden er niet minder dan tien rouwblazoenen van de adellijke familie Van der Stegen de Schrieck en aanverwanten bewaard.

    Nu er al twee leden van zijn familie op het kerkhof van Schriek hun laatste rustplaats hadden gevonden vond Philippe Norbert Marie II Van der Stegen de Schrieck het tijd worden om er een deftig grafmonument te plaatsen. De nakende vergroting van de kerk leende zich daar uitstekend toe. Philippe Norbert Marie II begiftigde deze vergrotingswerken aan de kerk op voorwaarde dat hij op het kerkhof van Schriek een grafmonument mocht plaatsen waar hij en zijn nakomelingen mochten begraven worden. Dit vinden we althans in een document gedateerd van 21 oktober 1839[iii].

    Op 1 februari 1840 schrijft Philippe Norbert Marie II Van der Stegen de Schrieck de kerkfabriek nog eens aan. In deze brief vraagt hij om op het kerkhof van Schriek een stuk grond van 5 ½ meter in het vierkant te kopen om er een grafkelder op te richten. Hij is bereid om de som van 800 frank te betalen en daarbovenop een gift te geven van 200 frank.

    Op 28 februari 1840 komt uiteindelijk de gemeenteraad van Schriek bij elkaar en besluit “… overwegende dat het kerkhof deze gemeente zeer groot is, en dat dezelfs uytgestrektheyd gemakkelyk toelaet op het zelve een gedeelte grond aftestaen, zonder eenig verhinderingen of ongemakken te komen veroorzaeken. Daer daerenboven de aldaer opgerichte graftombe eenigzins zal dienen tot verschooning van het kerkhof … heeft eenstemmeglyk besloten toetestaen mits betaeling door mynheer den graef Van der Stegen eener somme van achthonderd francs aen de fabriek der kerke …”. Kort nadien zou dus het grafmonument gebouwd worden. De twee stoffelijke overschotten die al op het kerkhof van Schriek begraven werden, werden na de voltooiing van het grafmonument ontgraven en kregen hun rustplaats in het statige monument.

    In 1897 richt Rodolphe Van der Stegen de Schrieck een verzoekschrift aan het gemeentebestuur van Schriek. Hij ziet zich genoodzaakt om het grafmonument te verplaatsen naar de noordkant van het kerkhof (kant van de Tecno en Spar). Dit omdat de zuidkant van het kerkhof zeer laag gelegen is en waardoor in de grafkelder van zijn familie steeds water binnen sijpelt. De doodskisten zouden daardoor binnen de kortste keren vernield en beschadigd zijn. Voor zijn nieuw monument zou hij een perceel van niet minder dan 24 vierkante meter nodig hebben. Rodolphe Van der Stegen bedenkt zich echter omwille van het negatief advies van de bouwmesteer en verplaatst het familiegraf niet maar laat het echter vergroten met meer dan 5 vierkante meter. De stoffelijke overschotten werden echter wel in nieuwe loden kisten geplaatst.

    Vanaf 1956 denkt de gemeente eraan een parkeerterrein rond de kerk aan te leggen. De graven die zich nog rond de kerk bevonden moesten op kost van de familie verhuisd worden naar het nieuwe kerkhof gelegen in de Tuindijk. De familie Van der Stegen hadden echter in 1926 hun kasteel te Schriek verkocht. Dertig jaar later moest het gemeentebestuur dus op zoek gaan naar nog levende afstammelingen van de familie Van der Stegen de Schrieck. Er moest immers een imposant grafmonument verhuisd worden ! Die afstammelingen vond de burgemeester van Schriek dan ook maar beide partijen kwamen tot geen oplossing. In 1961 stond het grafmonument nog steeds op het kerkhof rond de kerk. Op 21 september van dat jaar kwam de gemeenteraad bij elkaar en men meldde dat één van de erfgenamen van graaf Van der Stegen de Schrieck niet akkoord ging met de stelling dat de kosten van afbraak en eventuele verplaatsing van het grafmonument ten laste zouden vallen van de concessiehouder. Men besloot dan maar een proces te voeren tegen de familie Van der Stegen de Schrieck. Het zou echter nog een hele tijd aanslepen voor het grafmonument echt verplaatst werd.

    Op 19 januari 1970 kwam er een gerechtsdeurwaarder de toestand van het grafmonument (dat zich nog steeds op het kerkhof aan de kerk bevond) bekijken en beschrijven. Hij schreef: “… Dit monument staat rechts van de kerk nabij de pastorij in afbraak[iv]; het is ongeveer zes à zeven meter lang en vier à vijf meter breed, met links een uitstekende grafkelderopening. Het schijnt te bestaan van onder uit bakstenen overdekt met afbrokkelend cement, deze slechts goed zichtbaar langs ene kant en langs de andere zijden bijna volledig overdeelt met aarde en gewas; boven deze bakstenen twee rijen steenblokken van circa een half meter lang en veertig centimeter hoof ieder en waarop over gans de oppervlakte een platform arduinsteen en daarenboven steeds kleiner wordende nog drie platformen arduinsteen en gans het midden op een hoge voet in arduin een kruis; de onderste platform schijnt oorspronkelijk, minstens langs drie kanten omringd te zijn geweest met een balustrade, insgelijks in arduin, bestaan hebbende uit twee plus vier plus twee grote pilaren onderling verbonden door arduinstenen onder en boven, deze insgelijks onderling verbonden door kleine pilaren. De onderhoud ervan blijkt sedert lang verwaarloosd te zijn geweest. De stenen, bizonder aan de basis, zijn overdekt met mos, gras en ander gewas; op het monument wast zelfs een kleine boom. De basis van het monument is zwaar aangetast door vocht en de cement vertoont gaten, verbrokkelingen en barsten; een van de grote stenen ontbreekt; van de balustrade blijft er zelfs niet veel meer over; een van de grote pilaren is omgevallen en van de overblijvende zijn er slechts twee onderling verbonden door arduinsteen en kleinere pilaren. Ten grond, rondom het monument, liggen trouwens verschillende stukken arduinsteen blijkbaar voortkomende van het grafmonument en met de tijd omgevallen…”.

    De deurwaarder maakte ook nog enkele foto’s van het monument die zijn bevindingen op het proces moesten kracht bijzetten.

    Op 15 maart 1970 maakte het gemeentebestuur uiteindelijk bekend dat men ging overgaan tot de afbraak van het grafmonument van de familie Van der Stegen de Schrieck. Er werd aan de vergunninghoudende familieleden op het nieuwe kerkhof een grondvergunning voorzien met gelijke oppervlakte. De materialen van het oude grafmonument werden ter beschikking gehouden voor de leden van de familie Van der Stegen de Schrieck voor een termijn van vijf jaar. Omdat niet alle erfgenamen van deze familie bekend waren werd dit bericht in verschillende kranten gepubliceerd.

    Op 26 en 27 maart 1970 werd uiteindelijk het grafmonument ontruimd. Uit het grafmonument, dat 40 begraafmogelijkheden bevatte, werden 16 kisten aangetroffen. Onder die kisten waren er vier in hout en die waren reeds volledig vergaan. De andere kisten waren in zink en nog in goede staat. Een lichaam dat in 1826 begraven[v] werd had zelfs nog lange witte haren tot over de schouders! Alles wat overbleef werd in kleine kistjes overgeladen en naar het nieuwe kerkhof overgebracht. U moet echter wel weten dat die kisten in geen kelder meer liggen maar gewoon in de aarde werden begraven.

    Ook de heropbouw van het monument op het nieuwe kerkhof bleef uit. Vandaag dekt enkel een platte arduinen steen zonder tekst de begraafplaats van onze kasteelheren.

    (Op de foto is het grafmonument te zien anno 1970. Op de achtergrond de pastorij in afbraak. Onder het kruis is het wapenschild van de familie Van der Stegen de Schrieck te zien: de leeuw met dubbele staart. Het monument is één van de vele restanten uit het verleden die het einde van de 20ste eeuw niet haalden).

    Personen die begraven werden in het grafmonument te Schriek:

    naam

    voornaam

    geboortedatum

    sterfdatum

    de Longpré

    Fulvie-Caroline-Antoinette

    04/09/1794

    21/10/1826

    Van der Stegen de Schrieck

    Joseph-Constantin

    06/12/1768

    12/01/1828

    d' Onyon

    Catherine-Isabelle

    30/10/1766

    24/11/1842

    van der Fosse

    Justine-Anne

    14/09/1795

    11/03/1853

    Van der Stegen de Schrieck

    Philippe-Norbert-Marie

    25/07/1796

    02/06/1874

    Van der Stegen de Schrieck

    Albert

    22/09/1819

    20/01/1884

    Van Oldeneel tot Oldenzeel

    Carolus Marie Alexander

    09/10/1885

    04/12/1885

    Van Oldeneel tot Oldenzeel

    NN

    06/06/1889

    06/06/1889

    Van Oldeneel tot Oldenzeel

    NN

    03/01/1894

    03/01/1894

    Van der Stegen de Schrieck

    Amélie-Julie-Jacqueline

    27/08/1858

    02/02/1897

    Van der Stegen de Schrieck

    Marie-Julie-Josephine

    13/06/1817

    13/03/1898

    de Pret Roose de Calesberg

    Odile-Françoise

    16/05/1830

    01/06/1907

    Van der Stegen de Schrieck

    Nicole-Barbe

    27/05/1898

    22/05/1910

    Van der Stegen de Schrieck

    Louis-Léopold

    25/08/1831

    02/05/1916

    Geelhand

    Marthe-Emilie-Barbe

    08/02/1870

    30/12/1934

    Van der Stegen de Schrieck

    Rodolphe-Alexander

    09/12/1864

    13/04/1942


    Gedurende een periode van 39 jaar bleef enkel bleef het familiegraf van de Van der Stegens er onaangeroerd bijliggen. Er werd zelfs geen identificatie aangebracht op het graf.
    Daar kwam verandering in...

    Ik, en de familie Van der Stegen de Schrieck, hebben gezocht naar een "nieuw" monument. Dat hebben we gevonden op de stadsbegraafplaats van Leuven. Er waren daar enkele honderden graven waarvan de concessie vervielen en die moesten afgebroken worden. Ik ben deze grafzerken gaan bekijken om te zien of er niets tussen zat dat we op het graf van de familie Van der Stegen te Schriek zouden kunnen plaatsen, zodat zij weer een eenbiedige laatste rustplaats krijgen.
    Al in de maand augustus van 2009 werd er een grafmonument afgebroken en op vraag van mij naar Heist-op-den-Berg gebracht. Het gemeentebestuur zorgde voor het transport.
    Op 20 oktober werd dan het graf per vrachtwagen van de loodsen van de Technische Dienst naar het kerkhof van Schriek gebracht. Op 21 oktober, heeft het gemeentebestuur van Heist-op-den-Berg het grafkruis opgesteld op de oude voet van het originele grafmonument. Het monument is ongeveer 3 meter hoog en zal vanaf nu het graf sieren van onze oude kasteelheren van Schriek.





     
    (foto genomen op zondag 17 juli 2011 na de plechtige inzegening van het vernieuwe grafmonument van de familie van der Stegen de Schrieck. Rond de foto staan de verschillende nazaten van de voormalige kasteelheren van Schriek die voor deze speciale dag nog eens hun bakermat opzochten.



    17de persoon begraven in het grafmonument!

    Tot voor kort dachten we dat er zestien personen begraven lagen in de grafkelder van de familie van der Stegen te Schriek. We baseerden ons op enkele krantenartikels die verschenen in de lente van 1970 toen men het grafmonument ging afbreken.
    Twee artikels hadden het over 16 kisten. Een derde (en veel kleiner) artikel had het over een 17de kist.
    Als we de parochieregisters erbij namen kwamen we inderdaad bij 16 personen die in de kelder werden begraven. Slechts één van de zestien vonden we niet terug. Het ging om mevrouw Geelhand, overleden in 1934. Toch lazen we op haar rouwbrief "inhumé a Schrieck". Wellicht vond de pastoor het niet meer nodig om de personen die elders stierven, maar te Schriek werden begraven, niet langer te noteren in zijn registers.

    Voor de publicatie van mijn boek "Eeuwige rust" voerde ik een onderzoek om de begraafplaats te vinden van Cécile Philippine Eulalie Fulvie van der Stegen de Schrieck (°Antwerpen 26 nov 1855), de dochter van graaf Albert van der Stegen de Schrieck en mevrouw de Pret Roose de Calesberg.
    Deze Cécile trouwde op 6 mei 1882 met baron Raymond de Maere. Na diens dood op 6 oktober 1892 trouwde ze op 7 februari 1903 met diens broer Georges de Maere. Deze heer overleed reeds enkele jaren nadien, op 19 januari 1906.

    Cécile van der Stegen bleef helemaal alleen en kinderloos achter. Ze stierf te Gent op 31 augustus 1934.

    Voor mij waren er twee mogelijkheden. Ze lag ofwel begraven bij haar éérste man op het kerkhof Campo Sancto in St.-Amandsberg (Gent), waar de familie de Maere een grafkelder had. Of ze lag bij haar tweede man begraven, die rustte in de grafkapel van de familie de la Roche in Thieusies.

    Na beide begraafplaatsen gecontacteerd te hebben was ik nog geen stap verder. Cécile lag bij geen één van beide mannen begraven. Ook aanverwante families wisten in éérste instantie niet waar deze vrouwe begraven lag.

    Na lang zoeken kon de stad Gent (waar Cécile van der Stegen overleden was) me een antwoord geven. In het stadsarchief hadden ze een document gevonden waarin staat dat het stoffelijk overschot van Cécile overgebracht werd naar Schriek om er daar begraven te worden. Enkele dagen later kon de familie de Maere dit bevestigen. In een studie dat destijds gemaakt werd over waar hun familieleden begraven lagen, werd vermeld dat Cécile van der Stegen de Schrieck te Schriek begraven lag.

    Net als mevrouw Geelhand (die tevens ook in 1934 te Schriek werd bijgezet) had de pastoor Cécile van der Stegen niet genoteerd in de overlijdensregisters. De zoektocht werd nog meer bemoeilijkt omdat er van haar geen doodsbrief bekend was.

    Gelukkig vonden we nog op tijd een antwoord op dit mysterie. De naam van Cécile staat samen bij de rest van haar familie vereeuwigd op de arduinen plaat dat het vernieuwde grafmonument te Schriek siert.

    (Met dank aan mevrouw Claude Mali en de familie de Maere)

    Categorie:Grafmonument Van der Stegen
    » Reageer (0)
    09-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Overlijden van barones Rodrigo t' Kint de Roodenbeke

    †

    We vernamen het overlijden vanBarones

    Rodrigo t´Kint de Roodenbeke

    geboren Comtesse Antoinette van der Stegen de Schrieck

    Geboren te Elsene op 31 december 1926 en overleden op het kasteel van Rosée op 4 april 2012

    *

    Datum en plaats van de begrafenis: kerk van Rosée, zaterdag 7 april 2012 om 11 uur. Ze werd begraven in de oude familie-grafkapel te Rosée.

    *

    We willen langs deze weg de familie veel sterkte toewensen in deze moeilijke tijd.

     

    Categorie:In memoriam
    » Reageer (0)

    Foto

    Foto

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Archief per jaar
  • 2016
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2008


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs