Afgelopen week woonde ik en vele andere medeleerlingen enkele lessen bij op de
KUL.
Enkele dingen die me van die dag zeker zijn bijgebleven zijn:
1) Hoe wonderbaarlijk snel je Chinees kan leren. Op school volg ik zelf 1uurtje
Chinees per week, maar toen ik binnenkwam in de les Chinees was ik verwonderd
over hoe goed die leerlingen Chinees praatten. In de hele les werd amper
Nederlands gesproken. Dit was niet alleen het geval in de les Chinees, maar ook
in de lessen Duits en Italiaans. In de les Italiaans had de prof hier zelfs een
uitspraak voor: Ik ga niet in het Nederlands les geven want dat is tegen mijn
principieel hart. Verder heb ik niet veel van de les verstaan, maar ik denk
dat dat positief is.
2) Dat is dat je niet alleen voor een taal een woordenboek nodig hebt. Ook in
de les verbintenisrecht zou een woordenboek soms goed van pas komen, omdat de essentiële
woorden vaak niet alledaags zijn en je ze dus niet onmiddellijk begrijpt.