Piet en Joris hebben we thuis gelaten en wij, Jan en Carine zijn alleen ter Walvis gevaren.
Gelukkig in de warmere wateren rond Fraser Island; De laatste vaart van het seizoen, dan stoppen ze er mee want de vissen zijn dan schampavie.
De Schipper verwelkomde ons bij de ochtendlijke afvaart dat ze gisteren der nog drie gezien hadden, maar dat gaf geen garantie en enkel een gratis vaart volgend seizoen was als compensatie mogelijk. Maar ze gingen der alles aan doen om die laatste walvis toch in het vizier te krijgen. En wij moesten extra uitkijken om eventueel zelf een teken van walvisleven te bespeuren zoals; opspuitend water of wuivende staart. Gezien iedereen aan boord wist dat deze vaart zijn laatste kans was om Moby te spotten werd er met zeker 80 arendsogen over het water getuurd, uren lang.
Geen teken van leven, enkele dolfijnen die ne keer hun rug krolden, een paar min of meer vliegende vissen was alles wat drie uur noest speurwerk op leverde.
Tot de kapitein plots van koers veranderde en tussen twee andere boten moeder met kind walvis de show aan het stelen was.
Zo'n veertig bakhuizen vielen open van verbazing, of negenendertig vermits een nuchtere kleine opmerkte; mam where is the whale I only see rocks?
Toch was het een spektakel, geheel apathisch stil een dierlijke massa van zo'n 10 meter lang met aan de kop een kleine uitgave. Een spuitje van de kleine alle drie_vier minuten en van de moeder alle zes-zeven minuten en een enkel staart beweging van baby waren bewijs dat het niet om "drijvende stenen " ging, voor anker voor de toeristen. Tot plots de kleine de kriebels in zijn vinnen kreeg en aan een of ander springconcours begon. Moeder was duidelijk niet in haar sas en meer dan enkele staartslagen werden niet ten berde gebracht. Maar we hadden toch twee levende walvissen gespot en van dichtbij bewonderd.
Wijle kontent naar huis, iets minder gebroken dan gisteren en met extra rode neus, niet van de scheepsrum maar van de verraderlijke zon.
Fotokes zijn in de maak zie volgende bijdrage
|