Een appeltje zou hij wel lusten, maar toen hij een hap wou doen kroop er toch wel een rupsje uit zeker!
Gelukkig had ons rupsje appels bij voor Jules. We gingen toch eens kijken hoe deze appels eruit zagen want ze leken niet hetzelfde: de ene was groen, de andere rood. Welke vorm heeft de appel? Waarvoor dient dat steeltje bovenaan?...
Daarna mochten we met een verfroller zelf een appel schilderen, we kozen zelf het kleurtje.
We zongen ook nog een liedje over rupsje Nooitgenoeg en deden een tel-en kleurenspel met pomponnetjes.
We lazen ook het verhaal van Rupsje Nooitgenoeg, wat kon dat kleine rupsje veel eten!
Op woensdag had de rups een gaatje gebeten in onze appel
We leerden een versje; onze vinger werd een rupsje die een gaatje maakte in onze appel
Ik ben een rupsje, oh zo klein
Gaatjes maken vind ik fijn
Ik eet mijn buikje dik en rond
Een appel eten is gezond
Daarna speelde juf Jepke poppenkast over Rupsje Nooitgenoeg.
Op donderdag had ons rupsje heel erg veel honger
We keken in de winkelmand welke groente en fruit de juf had gekocht en benoemden deze. We sorteerden dit per kleur en nadat we alle peren, appels,... hadden geteld mocht onze rups deze opeten.
Met ballonnen stempelden we het lijfje van rupsje Nooitgenoeg.
In de namiddag gingen we turnen in de grote zaal. We moesten snel rennen want de rups wilde onze zakjes snoep (pittenzakjes) opeten. Gelukkig konden we deze goed verstoppen onder onze trui, gingen we erop liggen zodat de rups deze niet kon pakken en hielden we de zakjes heel hoog in de lucht.