Dat kabouters in paddestoelen wonen, maak je ons niet meer wijs hoor. In die fabeltjes geloven wij niet! We zijn ervan overtuigd dat ze in het bos wonen in holle of gespleten boomstammen. Je krijgt ze ook zelden tezien. 's Nachts als de mensen slapen en het bos er schijnbaar rustig bij ligt, komen de kabouters tevoorschijn. Ze zorgen geweldig goed voor het bos en zijn geweldig braaf... al zouden ze wel eens uit hun krammen schieten wanneer iemand het bos schade wil berokkenen. Aan onze klas zal het zeker niet gelegen hebben. We genoten van de zoektocht naar de kabouters en leerden via hun opdrachten veel nieuws over het bos in al zijn facetten!
Een krak krokant, een worteltje gezond... van smik en smak, 't is lekker in je mond!
We beleefden bijzonder gezonde tijden in de klas. Het barst van de vitamientjes in ons lijf, want we leerden over groenten en fuit! Elke morgen stond er een stukje fruit klaar in onze klas. Enkele vruchten kenden we al, andere nog niet. We namen ze dus grondig onder de loep en konden kijken, voelen, ruiken en proeven. Zo kwamen we te weten welk fruit we graag lustten en wat we minder lekker vonden. We wilden ook wel eens weten wat er gebeurde met een half opgepeuzelde appel die in de klas bleef liggen. Niemand van ons stond nog te springen om te proeven, we waren het erover eens dat het rotte ding thuishoorde in de vuilbak!
De groentenwinkel in de buurt van de school kreeg een bezoekje van onze klas. Eens zien welke soorten groenten en fruit er zoal bestaan. De keuze was echt enorm. Gelukkig hadden we een boodschappenlijstje opgesteld waar we ons konden aan houden. Aan de werktafel gingen we met boetseerklei aan de slag. We bekeken al het lekkers uit de groentenwinkel en gaven het een fris kleurtje en werkten af met een glanslaagje vernis. Het resultaat konden mama en papa thuis bewonderen!
"Is het hier dat ik moet zijn?" vroeg de agent nadat we de klasdeur openmaakten. Wij verwachtten inderdaad al de hele dag bezoek van de politie. We legden onze kleurpotloden neer en trokken mee naar buiten met de agent, gehuld in ons eigen fluohesje. De politieagent legde ons met handen en voeten (letterlijk) uit wat de verkeersgebaren van de politie wilden zeggen, wanneer we mochten oversteken en hoe we dat op een veilige manier konden doen. Wij mochten ook met onze fiets rijden om een verkeersoefening uit te voeren. Uiteraard namen we ook de agent zelf eens grondig onder de loep. Wat had hij aan? Hoe kunnen we iemand van de politie herkennen en had hij werkelijk handboeien en een geweer bij zich? Even schrikken voor de juffen toen onze vrindjes in de boeien geslagen werden, maar die vriendelijke man haalde meteen ook zijn sleuteltje tevoorschijn...!