Letterlijk bergafwaarts, figuurlijk blijft het hemels.
Wij kennen de weg naar beneden naar Chomrong, daar waren wij eerder.
De weg naar beneden is relatief, wij dalen wel ,maar je weet het dat gaat om van de ene heuvelrug naar andere te gaan, is het soms stevig klimmen, trappen en trappen , wij staan op onze stappers om die ook de te overwinnnen. Beneden naar de rivier en dan weer trappen naar Chomrong.
Nu komen wij op een stuk dat wij nog niet gelopen hebben. Onbekend terrein. Maar het is ons al zo vertrouwd dat het is alsof wij de bergen al een beetje tot onze vriend gemaakt hebben.
En eerlijk is eerlijk, de tocht is langer en harder dan wij verwacht hadden. Voor Frieda is dat een normale zaak na de val van gisteren. Maar ook bij mij kruipt stilaan de vermoeidheid in de kleren.
Wij zakken af naar Jhinu, waar op 25 minuten wandelen warmwaterbronnen voor een heerlijk beloning zouden zorgen. De stramme ledematen laten verwarmen als zacht massage. Samen met een aantal anderen van de groep laten wij dit aan ons voorbij gaan. Wij genieten van het zonnetje op het terras, zalig recupereren , niets doen, de vermoeidheid een beetje van ons afschudden.
De zon is alle dagen al met ons geweest. Daarboven in ABC was het koud maar helder, naarmate wij stapten werden en laagjes uitgedaan. Ook handschoenen werden dan in onze dagrugzak gestopt. En dan scheen de zon zalig op onze zonnehoed/pet, die in de verfrissende bossen dan weer afging. Tot vier uur bleef het meestal warm. Naarmate dat wij lager afzakken naar het dal zijn een aantal laagjes overbodig en kan er terug vertrokken worden t-shirt en trui erover.
Er zijn nog andere dragers die ons pad kruisen. De Ezels. Bepakt en beladen aan beide zijde van hun romp, nemen ze wel ruime plaats in op het smalle pad. Uitkijken dus. Ook voor hun bolletjes die ze achteloos achterlaten. Ze lopen in een colonne van een zestal. Ze kennen hun weg blindelings. Achteraan loopt wel een ezeldrijver die roept en schreeuwt wanneer ze weer eens koppig blijven staan en fluitsignalen tussen zijn tanden zweept de ezels op . Eèn ding is zeker ze vallen niet over dezelfde steen.
Wij eten weer eens smakelijk in ons hotelletje en gaan een rustige nacht tegemoet.
|