Waarom besparen op cultuur minder opbrengt dan het lijkt
Als regeringen
moeten besparen is de cultuursector altijd een dankbaar slachtoffer.
Argumenten zijn er genoeg: zonder subsidies is er ook cultuur; als ze
creatief zijn, moeten ze ook creatief kunnen omspringen met het
beperktere budget; het geld komt maar aan een kleine minderheid ten
goede. Bovendien weten politici ook wel dat de mensen uit de
cultuursector vredelievend van aard zijn. Als er weer een rondje
bespaard moet worden, dan leidt dat tot vlammende opiniestukken in de
pers, een ludieke betoging voor het kabinet van de minister van
Cultuur of een petitie met enkele duizenden handtekeningen, maar niet
tot gewelddadige uitspattingen. En zelfs als de cultuursector zou
staken, daar liggen toch maar weinig mensen wakker van.
Als je het zo hoort
en leest, dan zou je gaan denken dat er twee werelden naast elkaar
bestaan: de wereld van de bedrijven, die welvaart creëren, en de
wereld van de cultuur, waar geld in gepompt wordt dat alleen ten
goede komt aan enkele freaks met asymmetrische kapsels en brillen met
fluomonturen. De realiteit is heel wat genuanceerder.
Om te beginnen
vloeit een deel van het geld van de subsidies terug naar de overheid.
Bij grote instellingen die personeel in dienst hebben zijn dat de
verschillende heffingen (werkgeversbijdrage, roerende voorheffing, )
en de BTW op de producten en diensten die zij aankopen. Bij kleinere
instellingen zonder personeel gaat het alleen om de BTW. Natuurlijk
zijn al deze heffingen een federale materie, terwijl de subsidies in
ons land een gemeenschapsmaterie zijn, maar zelfs na de zesde
staatshervorming krijgen gewesten en gemeenschappen nog een deel van
hun inkomsten van de federale overheid. Het zijn dus communicerende
vaten.
Bovendien is de
cultuursector ook klant bij de bedrijven (u weet wel, die dingen die
welvaart creëren). Veronderstel dat er in Antwerpen een grote
Rubenstentoonstelling georganiseerd wordt, met werken uit
verschillende Europese en Amerikaanse musea. Om te beginnen moeten
die werken in Antwerpen geraken, iets waarvoor een beroep wordt
gedaan op gespecialiseerde firmas. Natuurlijk zullen andere musea
hun dure werken niet uitlenen tenzij ze goed verzekerd zijn, dus
moeten de organisatoren gaan aankloppen bij een
verzekeringsmaatschappij, die dat waarschijnlijk niet gratis zal
doen. Bij een tentoonstelling hoort een catalogus die gedrukt moet
worden en hoogstwaarschijnlijk ook vertaald, wat weer inkomsten
genereert voor bedrijven uit die sectoren. En zo kunnen we nog even
doorgaan.
Mutatis mutandis (om
het in het Latijn te zeggen) gaat wat hierboven staat ook op voor de
andere takken van de cultuursector: muzikanten moeten hun
instrumenten kopen (en laten die vaak verzekeren), ballerinas
hebben tutus en balletschoenen nodig, toneelgezelschappen kunnen
niet zonder kostuums en schmink Kortom, culturele activiteiten
genereren ook rechtstreeks inkomsten voor de bedrijven.
En dan zijn er nog
enkele onrechtstreekse effecten. Een culturele activiteit trekt
publiek (dat is althans de bedoeling) en die mensen moeten uiteraard
ter plaatse geraken. Wie geluk heeft kan er met de fiets of te voet
naartoe, maar meestal is dat toch een minderheid. Heel wat mensen
zullen de auto nemen, zeker voor activiteiten die s avonds laat
plaatsvinden. Dat is dan wel niet zo goed voor het milieu, maar het
levert de overheid wel accijnzen op. Anderen zullen het openbaar
vervoer nemen en daarvoor een ticket moeten kopen (tenzij ze een
abonnement hebben), wat weer inkomsten oplevert voor de
vervoersmaatschappijen.
Ten slotte pikt ook
de horeca een graantje mee van de culturele activiteiten. Een avondje
theater of een concert zijn dikwijls een aanleiding om vooraf en/of
achteraf iets te gaan eten of drinken. Cafés (en in mindere mate
restaurants) in de buurt van theaters, concertzalen, enz. doen goede
zaken als er een voorstelling georganiseerd wordt.
Kortom,
de cultuursector is voor verschillende bedrijfssectoren rechtstreeks
of onrechtstreeks een bron van inkomsten. De mooie concerten,
boeiende tentoonstellingen of aangrijpende theatervoorstellingen
krijgt u er bovenop.