Aangezien het verleden week donderdag één van de laatste zonnige dagen was en ik Pjotter en mijn vrouw Babs niet snel een dagje vrijaf kunnen nemen besloten we om die dag al vroeg naar zee te vertrekken. Na een rit van anderhalf uur kwamen we aan en parkeerden onze wagen op de eerste de beste plaats die we tegen kwamen. We stapten uit, keken naar de hemel, de zee, naar elkaar, haalden diep adem, hielden hem even in en lieten dan alles terug de vrije loop. Dat was onze manier om onze dagelijkse sleur even achterwege te laten. Iets meesleuren hoefden we niet want als we naar zee gingen maakten we er een zorgeloze dag van. We haalden onze stapschoenen uit de koffer, trokken ze aan en op weg waren we. Ik tastte naar de hand van mijn vrouw en kneep er lichtjes in terwijl ik haar aankeek. We verstonden elkaar wel, woorden waren overbodig. Na een tweetal uren flink doorstappen en gezonde lucht opgesnoven te hebben besloten we om iets te gaan drinken op een zonnig terrasje. "Goh, zalig hé Babs." Ze knikte ja, liet een zucht van voldoening en hield ogen lichtjes toegeknepen omdat de zon in haar gelaat scheen en heerlijk aanvoelde. Nadat we onze broodnodige cafeïne binnen hadden trokken we verder. We wandelden heel de zeedijk af. Af en toe genoten we van het wijde uitzicht vanop een eenzame bank die ons als het ware uitnodigde om even te komen zitten.Van al dat stappen en tien kilometer achter onze hielen te hebben kregen we stilaan honger en begonnen uit te kijken naar een restaurant. "Mmmm... nee dit is niet echt netjes. Daar, dat met het terras vooraan dat ziet er gezellig uit," zei Babs. Daar aangekomen bleek het gesloten te zijn. "Ik heb daarstraks eentje gezien, maar dan moeten we een stukje terug." Het was een klein restaurant met een terras voor maar dat was spijtig genoeg reeds volzet, dus besloten we om binnen te eten waar nog een jong koppeltje en een ouder paar aanwezig waren. De ober kwam naar ons en verwelkomde ons met de menukaart reeds in zijn hand. We bestelden alvast een aperitief. Aangezien Babs en ik rustige mensen zijn en niet altijd veel te zeggen hebben gebeurd het al wel eens dat ik het gesprek van het tafeltje naast ons kan volgen zonder het eigenlijk echt te willen. Zo hoorde ik de vrouw van het oudere koppel tegen haar man bezig over de reizen die ze samen al gemaakt hadden. Hm...interessant, misschien zat er wel een ideetje tussen voor ons dacht ik. Daarna begon ze over de erfenis van haar broer en de ruzies die daarna ontstonden tussen de kinderen. Ze moesten zelf maar eens orde op zaken stellen vond ze aangezien ze niet meer van de jongste waren. De ober kwam aan onze tafel, keek over zijn brilletje en vroeg of we onze keuze hadden kunnen maken. We namen beiden een menu met als hoofdgerecht vis. Tenslotte zaten we aan de bron. De vrouw raasde maar door, zelfs tijdens hun maaltijd wist ze van geen ophouden. De man had al een paar keer een poging gedaan om iets te zeggen maar dat werd hem niet gegund. Even later vroeg Babs: "wat denk je Pjotter... zijn we weg?" "Ja kom Babs dat kunnen we niet maken, we hebben ons aperitief al en ze zijn waarschijnlijk al bezig met ons eten." Dan begon de dame haar man met de vinger te wijzen over de beloftes die hij nooit waarmaakt. Verdorie, ging ze verder, ik vraag me af wat ik ooit in jou gezien heb en dat ik het al zolang volhou. Ik snap het niet en zal het waarschijnlijk nooit weten. Na een diepe zucht viel er plots een onnoemelijke stilte... je zag dat ze teleurgesteld was in hem. Haar man boog zich een beetje voorover, nam de beide handen van zijn vrouw stevig vast, keek haar recht in de ogen en zei: " Ik weet het wel." Dan viel er even een stilte wat haar een beetje ongemakkelijk maakte. "Ik hou nog meer van jou als op de eerste dag dat ik je kuste en dat is vierenvijftig jaar geleden en dat doe ik nog iedere morgen en iedere avond met veel liefde. Daarom blijf jij bij mij." De dame was verbijsterd door de lieve woorden van haar man en er rolde een traantje over haar wang dat hij liefdevol wegwreef. Even later wandelden ze al schuifelend hand in hand over de zeedijk.
Wij hebben rustig kunnen genieten van ons etentje en onze dag was geslaagd. Wat ons eerst een beetje begon te irriteren zit nu in ons hoofd als een stukje verhaal van de mens achter de hoek.
Ook Babs heeft een traantje weggepinkt.
|