Gamersxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het grote plein stond vol met mensen die
uit hun huizen gejaagd waren omdat er verraders onder hen waren. Mannen in
geribbelde lederen pakken liepen tussen hen door om de menigte nog meer tegen
elkaar te proppen dan enigszins mogelijk was. Andere in leder verpakte mannen
liepen binnen en buiten in de huizen om te zien of er niemand zich verstopt had
en als ze twijfelden staken ze de boel gewoon in brand. Zo stonden er al rijen
huizen af te branden onder de smartelijke en verbouwereerde blikken van de
bewoners die geen besef hadden van wat er allemaal gaande was.
Plots werd er iets geroepen door iemand
met een hele grove stem: Iedereen houdt zijn mond en stopt met janken. Jullie
gaan allemaal naast elkaar staan en vormen rijen van de ene kant van het plein
naar de andere. Achter iedere rij moet iemand kunnen passeren. Nu!
Mensen begonnen te schuifelen en keken
links en rechts om te zien of hun rij goed gevormd werd.
Af en toe riep er iemand om te vragen
wat er eigenlijk aan de hand was. Als antwoord daarop kregen ze enkel te horen
dat ze moesten zwijgen als hun buur hen lief was. Eén iemand durfde het toch nog
aan om lafaards te roepen. De man naast hem kreeg prompt een kogel door zijn hoofd.
De onschuldige man klampte zich nog even vast aan de jongen naast hem maar zeeg
stilaan neer als een smeltende sneeuwpop.
De stilte die daarop volgde was tergend.
Zelfs bij de nog jankende onder hen blokkeerde plots hun verdriet.
Twee van de in leder gehulde mannen
liepen tussen de rijen door, de ene begon vooraan aan het plein de andere
achteraan. Ze hielden één arm gestrekt met daarin een revolver waarvan de loop naar
alle richtingen bewoog, klaar om te schieten. De laatste van iedere rij kreeg
een kogel door de kop, ging door de knieën om daarna op de grond neer te
ploffen.
Mensen waren in paniek maar durfden niet
van hun plaatsen weg te hollen. Er waren er die hun emoties niet meer onder
controle hadden en vanzelf tegen de grond gingen. Anderen probeerden hun
familie te beschermen. De meesten brulden en draaiden in het rond als leeuwen
in een kooi.
Het meedogenloos tweetal ging gewoon
verder met iedere laatste af te knallen als vee. De rest van de in leder
geklede mannen had zich rond het plein verspreid om ontsnapping te voorkomen.
Met hun door alcohol doordrenkte hersens en hun dansende en op en neer
springende lichamen wisten ze niet beter dan er te staan op kikken.
Dan was het mijn beurt. Ik was één van
de velen die de pech had een rij af te sluiten.
Ik zag hem op mij afkomen terwijl Anna
mijn buurvrouw me nog snel enkele woorden toefluisterde.
Als een gefrustreerde gek drukte hij de
loop van zijn revolver in het midden van mijn voorhoofd. Ik bleef hem recht in
de ogen kijken alsof ik hem wilde hypnotiseren. Hij stapte van de ene voet op
de andere en in zijn gezicht stond elk spiertje zo gespannen alsof er ieder
moment één kon losscheuren. Geen greintje schrik had ik van hem, ik voelde mij
boven hem uittorenen wat ik zelf niet begreep maar me een geweldig gevoel gaf.
Plots nam hij een andere houding aan en
schoot het oude dametje dat naast mij stond los door haar strottenhoofd.
Zwijgen! snauwde hij haar toe.
Mijn goed gevoel van boven hem te staan
en hem in mijn greep te hebben werd op één seconde weggeveegd.
De lieve oude vrouw sloeg achterover en
viel neer. Heel haar lichaam schudde over en weer en het bloed gutste uit haar
keel. Ik voelde alles verslappen en ging door de knieën. Voorzichtig tilde ik haar
hoofd op, legde mijn trui er onder en nam haar hand stevig vast terwijl ik met
de andere hand het bloeden van haar verbrijzeld strottenhoofd probeerde te
stelpen. Ze snakte naar adem en ik hoorde het bloed gorgelen in haar keel terwijl
ze stilaan weggleed.
Anna? Rustig Anna, alles komt goed.
Met deze grove leugen probeerde ik haar te kalmeren. Zij knipperde één keer met
haar oogleden en kneep zachtjes in mijn hand om te laten voelen dat het goed
was zo.
Het was Anna geweest die mij moed had
ingesproken toen we ons moesten verzamelen op het plein. Ik kende de vrouw van
haar noch pluim en uitgerekend zij wilde van plaats veranderen met mij op het
moment dat we zagen wat er aan het gebeuren was. Haar woorden waren als zalf op
een wonde toen ze fluisterde:
Kom kind, kom jij maar hier staan. Mijn tijd
is gekomen, Ik ben negentig en heb een goed leven achter de rug. Jij bent nog
zo jong. Denk gewoon af en toe eens aan mij.
Ze had me bij de arm genomen om van plaats te
wisselen maar ik had geweigerd. Nu had Anna wat ze wou: Ik bleef leven.
De moordenaars bleven maar doorgaan
terwijl er af en toe geroepen werd door de grove mannenstem: Als al de
verraders tussen jullie naar voren treden wordt er gestopt met afslachten.
Mensen bekeken elkaar en begonnen elkaar
te wantrouwen. Ze riepen met hun vuisten in de lucht gestoken:
Verraders eruit! Verraders eruit!
Er was niemand die een stap voorwaarts deed.
Uit het niets kwam er plots een
legervoertuig aangereden dat zonder ophouden begon te claxonneren. Het kwam tot
stilstand aan de stoep van het plein, er sprong iemand uit die de achterdeuren
opende en riep dat ze moesten instappen.
De mannen in leder stopten met schieten
en samen met de anderen liepen ze naar het voertuig waarin ze verdwenen. Ze
reden door en lieten ons verbijsterd achter.
Ineens hoorden we nog één knal uit een
revolver en keken allen in de richting van het voertuig daar waar het geluid vandaan
kwam. De achterdeuren stonden nog open en iemand stond recht in het deurgat met
gestrekte arm, het was de lafaard die voor mij had gestaan.
Een kogel doorboorde mijn hoofd en ik
sloeg achterover door de kracht van het projectiel. In de plaats van dat het
volk zich rond mij sloot schoten ze uit elkaar in alle richtingen, weg van het
gevaar. Ik zag het voertuig nog verder wegrijden met de man nog steeds staande
in de open deuren, hij riep:
I am the winner.
Op dat ogenblik kwam mijn man toegelopen.
Hij stopte bij me raakte me even aan en zei dat hij de auto ging halen om me
naar het ziekenhuis te voeren. Blijf stil liggen. Riep hij nog na. Hij was
nog maar net aangekomen en wist niets van wat er zich had afgespeeld.
Hij bleef maar weg en ik lag stilaan te
sterven. Ik opende mijn ogen met de laatste kracht die ik nog had om te zien
waar hij bleef en zag hem juist uit zijn parkeerplaats rijden en nog een paar
keer manoeuvreren om naar mij toe te rijden. Dan duwde hij op de rem en bleef
staan waar hij stond, zijn handen op het stuur en roerloos voor zich
uitkijkend. Het legervoertuig kwam achterwaarts de straat ingereden recht op
hem af. De winner vuurde nog een laatste schot af. Daarna riep hij:
It was just a game people and I am the big winner.
De deuren sloegen dicht en met gierende
banden reden ze er vandoor.
Wat er met mij gebeurd is? Ik denk dat
ik gestorven ben.
Pfff
wat een nachtmerrie.
|