Zaterdag bezocht ik Ganvié, het Afrikaanse Venetië. Florian,
de gids, vertelde me dat veel Afrikanen gevangen werden en in de haven van
Ouida op boten werden gezet om als slaven verkocht te worden. Gelukkig konden
enkele Afrikanen eraan ontsnappen en ze vluchtten in het water. Ze bouwden een
dorp in het meer Nakoué waar ze overleefden. Het dorp werd Miganbie genoemd;
dat wil zeggen We zijn in vrede.
Vaudou vindt zijn oorsprong in Brazilië. Aan de kust van
Benin geloven veel mensen in Vaudou. Waarschijnlijk is door de slavenhandel
veel cultuur uitgewisseld tussen de inwoners van Brazilië en Benin. De Vaudous
geloven dat een foto hun ziel schaadt; daarom heb ik geen fotos van de Vaudou.
In Ganvié is een huisje gebouwd waar poppen staan. Florian zei me dat wanneer
het huisje begint te roken, dat de mensen weten dat er iets slechts naar het
dorp komt. Dan gaan ze offers brengen tot het roken stopt en het gevaar is
verdwenen.
De gids bracht me naar zijn familie. Ze hebben enkele huizen
met elkaar verbonden door een hoop zand in het water te gooien, zodat een
eiland gevormd wordt. Kippen, katten en honden leven ook op het eilandje. Er staat
een standbeeld van een man die aanbeden wordt in Ganvié. Wanneer je kwaad
spreekt, zal hij je hoofd afzetten. Met een glas palm liqueur deelden ze hun verhalen
met me.
|