Surfers Paradise! Een naam die klinkt als muziek in de oren. Wat verwacht je: Surfers!! Knappe Surfers liefst. Een prachtig strand en wilde golven. Een feestend stadje. Wel: Geen van dat alles. Surfers Paradise was tot nu toe de meest tegenvallende ervaring. Klein armzalig strandje. 1 of 2 surfers, niet zo goed en knap evenmin. Een klein stadje met enkele winkeltjes en vooral heel veel wegenwerken, wat het vooral heel moeilijk maakte om in het kleine stadje de straten over te steken van winkel naar winkel. Geen leuke ervaring dus. Ik heb dan mijn tijd maar gespendeerd aan een deftige eigengemaakte maaltijd. Patatjes! Gekookt. Varkensvleesje gebakken. Ajuin gebakken. Platte groene boontjes gebakken (ik ben even de naam kwijt :) ) en sojascheuten! En daarbij, een goeie plens mayonaise. Heerlijk. En mijn kamergenoten maar naar mijn eten lonken :) Terwijl ze hun mislukte micro-op te warmen eten opaten. Want er was helemaal geen micro in het hostel.
En naar Australia Zoo natuurlijk. Samen met mijn nieuwe vriendin Solène, ga ik de Australia Zoo checken. Die lijkt eerlijk gezegd een beetje op Paradisio. Zelfde concept: alle dieren per continent gegroepeerd, alleen is Paradisio beter uitgewerkt volgens mij. De zoo werd gesticht door Steve Erwin. Iedereen in Australië en blijkbaar ook heel veel europeanen kennen deze man van zijn gevechten met krokodillen. Ik niet. Maar jij misschien wel dus. Wereldberoemd is die man. Wel hij is inderdaad nog altijd wereldberoemd ook al is hij niet meer. Hij werd door een Stingray door het hart gestoken en is nu dus dood. Maar rijk, was ie ook. Hij kocht zelfs een dorpje op om zijn zoo uit te breiden. De huizen worden nu bewoond door medewerkers die er dieren grootbrengen en trainen. Ik ben blij dat ik Australia Zoo gezien heb, omdat het Australia Zoo is, wereldberoemd en als ik het niet had gezien had ik nu ook niet geweten dat ik Paradiso eigenlijk nog altijd leuker vind, toch. Brisbane dan: mijn hostel is al geboekt en Solène wil eigenlijk op zoek naar een goedkAustralia Zoo en Brisbane
En naar Australia Zoo natuurlijk. Samen met mijn nieuwe vriendin Solène, ga ik de Australia Zoo checken. Die lijkt eerlijk gezegd een beetje op Paradisio. Zelfde concept: alle dieren per continent gegroepeerd, alleen is Paradisio beter uitgewerkt volgens mij. De zoo werd gesticht door Steve Erwin. Iedereen in Australië en blijkbaar ook heel veel europeanen kennen deze man van zijn gevechten met krokodillen. Ik niet. Maar jij misschien wel dus. Wereldberoemd is die man. Wel hij is inderdaad nog altijd wereldberoemd ook al is hij niet meer. Hij werd door een Stingray door het hart gestoken en is nu dus dood. Maar rijk, was ie ook. Hij kocht zelfs een dorpje op om zijn zoo uit te breiden. De huizen worden nu bewoond door medewerkers die er dieren grootbrengen en trainenoper hostel. s'Avonds laat gedropt aan het station, gepakt en gezakt, heb ik eigenlijk geen enkel idee waar mijn hostel zich bevindt. Geluk! Een jonge man die ook op de bus zat, heeft ook reeds geboekt in mijn hostel. Ik volg hem. Ook al heeft ook hij geen idee waar het hostel zich bevindt, ik vertrouw hem nog altijd meer dan mezelf. Solène heeft ook geen idee waar haar hostel zich bevindt en besluit dan maar om ons te volgen. Solène vindt een kaart en wijst ons de weg, we gaan op pad. We lopen de hele straat af om er achter te komen dat we de verkeerde richting uitlopen. We volgen nu echt wel de jongeman. Na 40 minuten stappen, komen we eindelijk aan in het hostel. Ik beland in de kamer met... Solène. Ohjee. We hebben een geweldige tijd in Brisbane: Solène oefent haar French-Shopping, ik krijg een kadotje van haar. We zoeken de lagoon op, die is helaas onder constructie, maar de buurt is en blijft heel aangenaam. Een echte vakantiesfeer. Zo midden in het werkjaar in de winter. Ik probeer mij voor te stellen wat dit in de zomer moet zijn: Geweldig. We wandelen naar de Botanic Garden en zien een prachtige skyline van Brisbane. We chillen een beetje in het gras in de zon. Eten de door Solène gefrenchshopte chips. Gaan een avondje op stap. Zoeken een rooftop op om het uitzicht te bewonderen. Ik hou wel van Brisbane. Ik verlaat Solène na 2 dagen want ik trek verder naar Sufers Paradise, en zij wacht in Brisbane op haar vriendje.
Op de Greyhoundbus naar Rainbow Beach (de uitvalsbasis voor Fraser Island) zit wie? De franse. In mijn kamer in mijn hostel in Rainbow Beach slaapt wie? De franse. Fraser: gedurende een week of 2 voor mijn vertrek naar Fraser Island ging het verhaal rond van de Duitser die op Fraser Island aangevallen werd door een Dingo. Vreselijk aangevallen. Met gebroken botten enzo. Met nog aan hem knabbelende Dingo's toen zijn kampgenoten hem vonden. Hier en daar werd het verhaal natuurlijk een beetje gewijzigd. Maar deze dingen kwamen telkens terug en leken dus wel waar. Voor we effectief naar Fraser Island vertrekken zijn we verplicht een veiligheidssessie te volgen. Enkele belangrijke aandachtspunten ivm de Dingo's: nooit alleen op het eiland rondlopen, zelfs niet in het kamp: als we s'nachts moeten plassen moeten we iemand wakker maken en die persoon moet dan meegaan, nooit voedsel op zak hebben, geen kledij of dingen die naar mens ruiken overdag in de tent laten. Als we in contact komen met een Dingo moeten we: langzaam achteruit stappen. Als dat niet helpt, moeten we ons agressief verdedigen. We krijgen natuurlijk ook het verhaal van de domme Duitser nog eens te horen. Het ware verhaal van De Duitser die s'nachts bezopen alleen op stap ging, ongeveer een kilometer van het kamp weg met een zak nacho's op zak. In een boom gekropen om er uit te vallen en wat botten te breken. De boodschap was duidelijk. Doe al deze dingen niet en dan ben je ok. Ik had voldoende vertrouwen in mezelf dat ik al deze dingen zou kunnen vermijden en voelde me veilig genoeg om te gaan. De volgende dag vertrokken we: met de 4x4 naar de ferry, met de 4x4 op de ferry, met de 4x4 op het strand van Fraser Island rondcruisen, soms een stukje door de zee. De uitzichten waren fantastisch. Fraser Island is bekend voor zijn zand. Heel veel zand. Soms had ik het gevoel in een woestijn te zijn. En dan kwam er plots een prachtig meer tevoorschijn. Ongelooflijk mooi. Ongelooflijk koud water ook. Brr. Aangezien het zo warm was, was het wel ok om even in het superkoude water te duiken. s'Avonds sliep ik in de tent met wie? Frenchie. Ik heb het koud gehad op Castaway. Maar dat is niet te vergelijken met de koude van Fraser Island. Misschien vooral omdat er geen luchtmatrassen voorzien waren. Met 4 truien, 2 broeken, 2 paar kousen, een pet, een sjaal, een slaapzak en een extra deken was het amper vol te houden. De hygiëne op Fraser Island was op z'n minst gezegd minimaal. Afwassen met zeewater, zand in het eten, over het toilet zal ik niet schrijven. Ik ben wel een beetje opgelucht om Fraser, ondanks zijn pracht, na 3 dagen te verlaten.