Inhoud blog
  • karper vissen
  • vissen op baars
  • voornvissen
  • karpervissen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    vissen
    vissen
    20-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.karpervissen
            Waarmee?




    Dit geld natuurlijk voor alle onderdelen;
    JE MAAKT HET ZO DUUR ALS JEZELF WILT. Ook tweedehands is een optie!!!!
    Minimale benodigdheden om op een karper te kunnen vissen zijn:



    motivatie,


    Waarom motivatie? Nou... het kan lang duren voordat je een karper aan de haak hebt
    en vele dagen kunnen erbij zijn waar je niets vangt.
    Veel vissers zijn met veel plezier begonnen en hebben van alles gekocht,
    maar een jaar later al weer alles verkocht. Leuk voor jou als je nog alles moet hebben,
    maar minder als je een jaar later zelf ook weer alles weg doet.
    Karpervissen = uren kloppen. Dagen en nachten. Sommigen zelfs weken. Zo'n dikke big komt niet van niets.


    1,2 of 3 stevige werphengels.


    Je hebt kleine karpers en grote karpers. Het record van Nederland is 76 (?) pond.
    Nou vang je die 70 pond niet in de vijver op de hoek,
    maar het geeft wel een indicatie over het soort vis dat je vangt en de trekkracht die zo'n dier kan produceren.
    Hier moet de hengel in ieder geval tegen bestand zijn.
    Een goede en geschikte karperstok is al te koop vanaf ongeveer € 20,=,
    maar er zijn ook karperstokken voor € 900,=.
    Met die goedkope stok vang je echt niet slechter,
    maar die dure stok zal waarschijnlijk handgemaakt zijn en misschien iets mooier zijn afgewerkt
    en waarschijnlijk beter geschikt om op grotere afstanden te vissen.
    Voor de vijver op de hoek is een karperstok van 3,30 mtr (11 feet) of 3,60 mtr (12 feet) en 1,5 of 2 lbs voldoende.
    Met dit soort hengels gooi je met gemak een werplood van 30 tot 60 gram Schuivende systemen)
    of 80 tot 130 gram (vastlood systemen oftewel zelfhaak systemen) naar een behoorlijke afstand.
    Je hebt dan een flexibele hengel en de kans op losschieters (bij de oever) en doorgetrokken karperlippen is,
    wat betreft je hengels, klein.
    Zo'n hengel is, mits goed gebruikt, heel goed geschikt om ook dikke karpers aan land te krijgen.
    Alles een kwestie van goede lijn en een goed afgestelde molenslip en de handigheid van de visser.


    1,2 of 3 stevige werpmolens.

    Hier is de lijnkapaciteit en de slipafstelling belangrijk.
    Zoek naar een molen waar voldoende lijn op kan worden gewikkeld.
    Meestal staat aan de zijkant van de spoel hoeveel lijn erop kan en van welke dikte.
    Vis je vaak aan de vijver en is deze vijver niet groter dan 150 meter lang
    dan is een molen met de gewenste draaddikte en een kapaciteit van 150 mtr voldoende.
    Je raakt niet zonder lijn als je karper er flink vandoor gaat.
    Molens hebben een slip waarmee de trekkracht die nodig is om lijn van je spoel te trekken
    heel mooi mee kan worden afgesteld.
    Meestal van heel strak (geen lijn komt vrij van je spoel hoe hard je ook aan de lijn trekt) tot en met heel slap (met duim en wijsvinger kan je al lijn afrollen).
    Na het ingooien stel je de slip zodanig af dat bij een aanbeet je hengel niet van de steunen getrokken kan worden.
    Dus heel slap. Tijdens de drill kun je dan de slip afstellen op trekkracht van de vis.
    De slipsterkte zodanig afstellen dus dat je hem nog voldoende sturen kan,
    maar ook zo slap dat hij zich moe kan zwemmen en geen beschadigingen oploopt.
    Een gespecialiseerde molen, die voor het karpervissen wordt gebruikt, is de baitrunner.
    Op een baitrunner zitten twee slips welke via een schakelaar omgeschakeld kunnen worden.
    Beide slips zijn onafhankelijk van elkaar ingesteld worden.
    De baitrun-slip moet zo zijn ingesteld dat niet je hengel wordt meegetrokken van je hengelsteunen bij een aanbeet,
    maar niet zo slap dat je wakers uit hun eigen kunnen zakken (door de slip vallen).
    Bij een aanbeet hoef je dan slechts de hengel op te pakken en een slag aan de molenarm draaien.
    De baitrun klapt dan dicht en de normale lijnslip doet dan zijn werk.
    Door de plotselinge strakkere slipafstelling is aanslaan meestal niet meer nodig,
    maar is wel nog een aanrader om het wel te doen. Geef daarvoor een korte ruk aan de strakke lijn,
    om de haak goed in de vissebek te zetten en begin de drill. Wil je sneller werken,
    dan sla je aan met de molen op de baitrun, houdt daarbij wel de molenspoel vast,
    want anders sla je alles in de war en in de knoop. Meteen daarna sla je de hendel van de baitrun dicht en de dril begint.

    Landingsnet,

    Grote vissen, grote netten, grote prijzen. Vraag naar een karpernet en hoe groter, hoe liever.



    Onthaakmat,


    Het zijn zware vissen, en wij verzorgen hem goed.
    Dus bij het onthaken ligt hij niet op het trottoir of weet ik waar,
    maar op een onthaakmat.

    Een onthaaktang (o.a.),

    Er zijn speciale tangen voor te koop. In de meeste gevallen kan je de haak met de vingers eruit trekken,
    maar soms niet,....en dan heb je een probleem.
    Een gewone spitsbektang is vaak voldoende,
    en die liggen vaak bij de bouwmarkt, in de manden bij de kassa, voor een prikje.


    Een tas of zak om alles in te transporteren.

    Te verkrijgen in allerlei soorten en maten en kwaliteiten. Koop je een nieuwe tas,
    dan is het verstandig om een regenwater dichte tas te kopen
    en zo ruim mogelijk met zoveel mogelijk afsluitbare vakjes buitenom.
    Meestal groeit je assortiment aan spullen en daarbij de vraag naar transportopslag.
    In dat geval is een iets te ruime tas in het begin al meestal na een half jaar te klein.
    Uitbreidingen voor in de tas zijn ook mogelijk in de vorm van;
    molentasjes, spoelentasjes, onderlijnenmapjes, aastasjes, enz, enz.....

    Sterke nylonlijn (vanaf 0,20 mm),

    Gebruik je 'dunne' lijn (0,20 mm of 0,22 mm) dan is het best heel goed mogelijk om hier een dikke karper mee te landen, maar dan moet je slip zodanig zacht zijn afgesteld dat de lijn niet teveel gestresst wordt. Dat betekend dat je meer ruimte nodig hebt om met de karper te spelen (drillen) en op drukbezochte vijvers resulteerd dit meestal in een dril die vaak door de lijnen van de andere vissers heen gaat met alle ellende die erbij hoort. Goede raad....op drukbezochte vijvers (ook op vijvers met veel obstakels zoals planten e.d.) moet je de karper kunnen sturen en dat betekend dat je vaak de karper een beetje harder moet kunnen omtrekken. Dus de slip iets strakker om de kop van het dier de andere kant op te kunnen trekken, zodat hij niet in andermans lijnen (of tussen de planten) zwemt. In dat geval is een zachte (veel rek) nijlondraad van tegen de 0,30 mm een aanrader. Zit je vaker alleen aan de vijver te vissen dan kun je natuurlijk gemakkelijker met dunnere lijn expirimenteren. Voordeel, er past meer lijn op de spoel....nadeel, je hebt het meestal ook nodig. Dikkere lijn geeft ook meer zekerheid bij het ingooien, vooral op grotere afstand en/of bij gebruik van zwaarder lood.


    Werplood.


    In allerlei soorten en maten te krijgen. De vraag is;.....(1) welk systeem gebruik je?, en......(2) hoever ga je gooien?, en.....(3) hoeveel gewicht kan je safe met je hengel inwerpen?
    (1) Bij gebruik van een glijdend systeem is het gewicht van het lood alleen belangrijk om het aas op de gewenste plek te kunnen gooien. Hier gebruiken de meesten tamelijk licht lood (20 gr tot 50 gr). Het lood is namelijk bij de aanbeet niet belangrijk. Bij gebruik van zelfhakende (vastlood-sysytemen) is het gewicht van het lood wel belangrijk. Bij vastlood-systemen houdt het lood de onderlijn strak vast of, via een stoppertje op de hoofdlijn, met slechts weinig speling. De bedoeling van deze systemen is dat na een aanbeet, bij het wegzwemmen, de haak zichzelf, door het gewicht van het lood, inhaakt en een run forceerd. Hier kiezen we lood dat meer dan 60 gram weegt om het juiste effect te scoren.
    (2) Gooi je verder weg, dan is zwaarder lood soms de uitkomst om die paar meter meer te kunnen halen. Echter.......
    (3) Ben voorzichtig met de stok en je lijn. Je kunt niet onbeperkt het gewicht van het lood verhogen zonder prijs. Uiteindelijk bereik je het maximum haalbare dat je lijn kan verdragen (knapt bij ingooien) of je hengel begeeft het na een flinke werppoging. Zelf gebruik ik bij een 2,5 lbs hengel niet meer dan 100 gram lood. Dit gewicht kan ik zo hard als ik kan ingooien zonder bang te zijn dat mijn hengel breekt. Voor zulk loodgewicht en grote afstanden is het wel een aanrader om lijn te pakken dat dikker is dan 0,35 mm, om niet je hele montage eraf te gooien.

     

    Karperonderlijntjes.

    Meer soorten dan je denkt. Kies voor het begin gewoon standaard onderlijnen en leer zo snel mogelijk hoe je ze zelf kunt maken (veel goedkoper en meer fun). Expirimenteer dan met allerlei soorten onderlijnen en onthoudt de onderlijnen waar je meeste vertrouwen in hebt gekregen. Gebruik deze.


    2 of 4 hengelsteuntjes.


    Er is qua stevigheid geen verschil in stokjes in de grond en een rodpod. Met een gummiehamer kun je zulke stokken goed vastzetten in de grond en je hengels liggen daar stabiel op. Echter bij het vissen aan de kant waar de ondergrond hard is (tegels of zo) kun je zulke stokjes vergeten. In dat geval kies je voor een hengelstandaard (rodpod). Hierop twee buzzerbars (waar je hengels daadwerkelijk op liggen) voor minimaal twee hengels.

    1,2 of 3 wakers.

    De meestgebruikte vorm van een beetindicator is een dobber. Als we met een pendobber op karper gaan vissen dan noemen we dat penvissen. Oorspronkelijk is de pen een omgebouwde pauweveer met een, in signaalkleur, gekleurde top. De hengels zijn lichter dan de hengels voor afstandvissen en de afstand waarop gevist wordt is korter dan bij afstandvissen. Bij het op afstand vissen op karper is een dobber alleen maar in de weg en je ziet hem waarschijnlijk toch bijna niet door de afstand. Geen dobber dus, maar wat dan wel? De simpelste vorm.....een stuk zilverpapier aan de lijn hangen tussen het eerste en het tweede oog vanaf da molen. De lijn omlaag trekken opdat er speling is en bij een aanbeet zie je dan het stuk zilverpapier omhoog schieten, omdat de lijn strak gaat staan. Heel goedkoop alternatief voor zilverpapier zijn rood/wit gekleurde plastic balletjes die via een druk op een knop aan de lijn kan worden gehangen. De meer geavanceerde systemen gebruiken elektronische beetverklikkers (geluid) die al dan niet een trek aan de lijn met een andere toon weergeven dan een terugzwemmer (naar je toe). Samen met een swinger of linedancer of monkeyklimber (enz, enz) heb je dan een audio-visuele beetindicatie. Bij lange sessies is dit een zeer luxueuze vismanier. Je hoeft niet de gehele tijd op je beetindicator te letten en toch een aanbeet niet missen.


    Voer,


    Hier bedoel ik het spul dat je gebruikt om de karper aan je plek te krijgen. De meeste visvijvers hebben een goede visstand en zijn te klein om een echte voercampagne te starten. Erger nog, er wordt al zoveel ingegooid, zodat intussen de hele vijver een grote voerplek is geworden. Het wordt hier ook niet met dank afgenomen als er iemand de boel ligt te verzuren met emmersvol spul. Aan de grote rivieren of aanliggende plassen is dat een andere zaak. Hier kan een voercampagne voor het broodnodige resultaat leiden. Elke tweede dag minimaal de plaatsen waar je wilt vissen met voer bestrooien kan een plaats maken waar regelmatig karpers komen kijken of er wat te halen valt. Bij sterke stroming en bij vaarwater voer je meer dan bij stil;staand water. Geschikt spul is alles wat je aan de haak wilt proberen, maar ook meelproducten (maccaroni, karperdeeg ed), aardappels, en ander klein voer zoals tarwe, rogge, mais, hennep, pindas (alles wel mits even goed gekookt) en kant en klare pellets (geperste en,of gekookte korrels of brokken) of hondenbrokken (mits zinkend).

     

    Aas,

    Zoveel mensen zoveel soorten. Het meest gebruikt zijn de zogenaamde boilies. Hardgekookte deegballetjes (vandaar de naam ... boil = koken) in allerlei kleuren en smaken en maten. Niets tegen boilies. Ze zijn gemakkelijk in gebruik. Zelfmaken geeft meer voldoening (en is goedkoper), maar ook meer troep. Niet te versmaden zijn ook de andere soorten aas zoals; lunchmeat (SMAC), kaas, tijgernoten, mais, kikkererwten, bepaalde boonsoorten, aardappel, fricandel enz, enz...
    Zoek zelf uit wat voor voer op welke vijver in welk jaargetijde het beste gaat. Vis als het even gaat anders als de rest. Zeker als niemand wat vangt. De zachtere aassoorten zijn moeilijk op afstand te presenteren, want je gooit ze er gewoon vanaf, maar dan gaan we dichterbij zitten of/en gebruiken we een penhengel.

    20-04-2010 om 15:48 geschreven door 12-11-95  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (19 Stemmen)


    Archief per week
  • 09/08-15/08 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 19/04-25/04 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs