Iedereen kent
wel de een of andere mythe waarin een appel van een hoofd geschoten wordt, het
gebeurde niet enkel bij Willem Tell maar bij tal van oudere en andere
verhalen. Daarin wordt altijd verteld hoe de schutter zich voelt, hoe bang hij
is om te falen. Hoe moeilijk hij zich concentreren kan, hoe moeilijk het
precieze richten is, hoe de zweetdruppeltjes langzaamaan van zijn voorhoofd in
zijn ogen druppelen, het overwinningsgevoel of de eeuwige schaamte, de eeuwige
wanhoop.Wat gebeurt als hij faalt?
Wordt ook hij beschoten met een pijl? Wordt hij vrijgelaten om verder te leven
met zijn mislukking? Helaas kan ik je op geen van deze vragen het correcte
antwoord geven, al kan ik je wel het verhaal vertellen van een hertog en één
van zijn pachters.
Asjeblieft,
asjeblieft, asjeblieft, richten de smeekbedes van de arme man zich tot het
hemelse. De prachtige rode appel die fier op zijn hoofd staat te wankelen voelt
even zwaar aan als de druk die op zijn beste vriend zijn schouders drukt. Hij
hoopt op leven, misschien een klein kwetsuur. Zijn pink mag er anders best wel
af, zijn oor misschien ook nog. Laat het alstublieft niet mijn oog zijn,
smeekt hij vol wanhoop, hij heeft zijn ogen nodig om zijn kinderen te zien opgroeien.
Niet dat hij nu al kinderen heeft, een vrouw ook niet. Na dit avontuur wilt hij
beslist een vrouw zoeken om kinderen mee te verwekken, hij heeft immers
nageslacht nodig. Hij, de hertog van Ede, kan het leven niet verlaten zonder
nageslacht. Wie zorgt er immers anders voor dat de arbeiders en boeren op zijn
domein niet te veel geld nemen, krijgen? Ze worden lui als ze geld hebben, ze
vinden het leuk om te werken. Als ze het niet leuk zouden vinden, zouden ze hun
kinderen niet inschakelen om mee te helpen. Ze willen hun kinderen dezelfde
geneugten leren kennen; al lijkt het hem niets om te werken. Geef hem een
prachtig ros en wapenkledij, dan is hij al blij. Je hebt niet veel nodig om
gelukkig te zijn, denkt hij.
De man met de
pijl en boog voelt de druk zwaarder en zwaarder worden, hij kan toch moeilijk
zijn hertog beschieten? Hij kent de man trouwens amper, hij ontmoette hem een
keer of vijf. Hij knijpt zijn ogen dicht, met ogen open ziet hij toch niets.
Zweet druppelt langzaam druppel per druppel in zijn ogen, vertroebelt zijn
zicht. Hij haalt de pees aan en laat de pijl los.
Toeschouwers
zien de pijl wegvliegen, een sierlijke boog maken. Ze kunnen de spanning niet
meer aan, sluiten hun ogen.
De hertog
begeeft het bijna onder de spanning, bid vertwijfeld. Belooft de God geld te
schenken, veel geld.
De pijl boort
zich met een bons in de appel; de God hield zijn belofte, liet de pijl de appel
doorboren. Helaas doorboorde de pijl ook de keel van de hertog. Hoe een
vallende appel het lot van iemand kan beslechten. Hoe een God zijn belofte
houdt, hoe een man gelukkig kan zijn met weinig.