Inhoud blog
  • De Grote Boze Heks
  • De verdwaalde kikker & de kangoeroe met het gebroken been.
  • Het grote bosavontuur
  • Proficiat!
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Het Sprookjesbos A

    De leerlingen van 5 STWa van Virgo Sapiens Londerzeel wagen zich aan het schrijven van sprookjes. Lees hier hoe het hen vergaat.
    13-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verdwaalde kikker & de kangoeroe met het gebroken been.

    Er was eens een verdwaalde kikker. Die opzoek was naar zijn mama. Op een dag was hij op pad in het Olderbunderbos. Toen hij opeens een kangoeroe met een gebroken been zag. De kikker verschoot en vroeg zich af hoe komt die hier terecht? Hij besloot zijn tocht verder te zetten maar algauw merkte hij dat de kangoeroe hem volgde. Hij werd nerveus en besloot een praatje te maken met de kangoeroe. De kikker vroeg: “ waarom volg jij mij, jij met maar 1 been?” De kangoeroe zuchtte en zei: “ Ik zoek iemand dierbaar.” De kikker antwoordde: “ oh, dat is toevallig, ik ook!Ik heb een vetstrak groen plan: laten we samen onze tocht verder zetten.” De kangoeroe stemde in en zei: “ samen staan we sterk!” Na een poosje slenteren ( de kangoeroe kon weer niet volgen) kreeg de kangoeroe een ingeving: hij moest een klein bruin pakje afleveren achter een struik. Na enkele minuten was hij nog steeds niet terug. De kikker besloot dan maar zijn toch alleen verder te zetten. Enkele bomen verder, kwam hij aan een gele rivier en plots stond de kangoeroe er weer. De kangoeroe keek verbaasd naar de oude man aan de rivier. De kikker ging naar de kangoeroe toe en vroeg: “ Hoe kom jij hier nu ineens weer? Ik heb wel een eeuwigheid op jou gewacht!” De kangoeroe antwoordde: “ Wat maakt het uit, laten we naar de oude man gaan.” De kikker zei tegen de man: “ Wij zouden graag de rivier oversteken.” Er mag maar één iemand oversteken, zei de oude man. “Oei” zei de kikker, “wat nu gedaan?” De kikker rent naar de kangoeroe en zegt : “daag!” Toen de kikker over de rivier was, zat de kangoeroe er maar bedroeft bij. Helaas zet de kikker zijn tocht alleen verder. De volgende dag zag de kikker voor zich een wondermooi kasteel. Hij liep er langzaam maar zelfzeker naar toe. Toen hij aankwam, verscheen er plotseling een levensecht paard. De kikker schrok bijna uit zijn vel. Het paard was echter woest op de kikker en zei: “Wat doe jij hier kleine kikker?”  Waar op de kikker antwoordde: Ik ben verdwaald en heb enorm veel dorst, kan jij mij helpen?” “Ja” zei het paard,” je hebt geluk, koning Groenward is weg. Kom gerust binnen, jij kleine kikker!” Eenmaal hij binnen was verschoot hij van de rijkdom in het kasteel. ‘Kom mee,’ zei het paard, ‘ik geef iets lekker sappig’. Het paard ging al huppelend naar de mooie grote keuken. Enkele minuten later kwam hij terug met een drankje. Het zag er vies en onsmakelijk uit. De kikker twijfelde of hij het drankje zou opdrinken. Maar hij had zo’n dorst dat hij geen keus had.


    Twee dagen later werd hij wakker naast Doornroosje. De kikker schrok, “Wat doe ik hier naast Doornroosje? En hoe kom ik hier?” Doornroosje werd wakker: “Waarom maak jij me wakker, kleine kikker?” “Doornroosje, je moet me helpen, ik ben op zoek naar mijn mama maar ik kan haar nergens vinden. Ik hoopte haar hier in het kasteel te kunnen vinden.” “Goed, kleine kikker zei Doornroosje. Ik zal je helpen je mama terug te vinden.”” Dank u, Doornroosje, zei de kikker. Maar we moeten oppassen voor het woeste paard, hij heeft mij daarstraks al gevangen genomen!” “Geen nood”, zei Doornroosje. “Het paard zal naar mij wel luisteren.”Doornroosje riep op het paard:” Ludwig, kom eens hier !” Het paard kwam meteen aangestormd en zei: “ U had geroepen Meesteres?” “Ja”, zei Doornroosje. “ help onze vriend de kikker met het zoeken naar zijn mama.” “ Jazeker meesteres”, zei het paard eerbiedig. Zo begon een lange zoektocht doorheen het kasteel maar het werd al stilaan donker.” Oh nee”, zei de kikker, “ We gaan mijn mama nooit meer terugvinden !”Maar toen kwam het paard op een idee waar zijn mama zou kunnen zijn.”Kom mee!” zei het paard, “snel, spring op mijn rug, dan zijn we sneller!” En dus sprong de kikker op de rug van het paard. Het paard vertrok in volle snelheid in de richting van het bos. Totdat ze bij een heel klein vijvertje kwamen waar het vol kikkers zat. Onze kleine kikker sprong snel van de rug van het paard en begon te roepen:”mama !”, “mama !” En toen hoorde onze kikker iets terugroepen: “ kikky !” “ kikky !” Meteen liep onze kleine kikker naar zijn mama toe en knuffelde haar zo veel het kon. “ Ik heb je gemist mama”, zei onze kleine kikker. “Ik jou ook “, zei mama kikker, “ik jou ook”.

    En terwijl ze dat zei, zag onze kikker daar een kangoeroe zitten die maar droevig keek en hij besloot er mee te gaan praten. “Excuseer, bent u uw baby kangoeroe kwijt?”, vroeg onze kikker. “ Ja, dat klopt”, zei de mama kangoeroe. “ Heb jij hem soms gezien?”. De kikker zei: “ jazeker, hij zit aan de andere kant van de gele rivier !” Toen de mama kangoeroe dat hoorde, spurtte ze direct in de richting van de gele rivier. “ Die zullen elkaar wel terugvinden”, zei de mama kikker. “ Ja”, zei onze kleine kikker, “ dat denk ik ook.”En toen besloten onze kleine kikker en mama kikker om bij de andere kikkers bij het vijvertje te blijven wonen. En ze leefden nog lang en gelukkig.

    Lore Boon
    Carolien De Backer
    Ruben Robberechts
    Steven Verbruggen
     

     

    13-11-2009 om 00:00 geschreven door 5 STWa  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    12-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het grote bosavontuur

    Enkele eeuwen geleden leefde er een klein jongentje, Tukje, in een dorpje heel ver hier vandaan. Hij had geen vrienden en ging niet naar school. Het enige dat hij liefhad was zijn kip. Elke dag stond hij op en ging hij kip wekken. Zijn ontbijt bestond uit twee eieren en wat graan voor Kip. Daarna maakte hij zich klaar voor een grote wandeling tot aan de rand van het bos.
    Wanneer Tukje op een dag wakker wordt, is Kip nergens te bespeuren. In paniek begint Tukje heel het huis te doorzoeken maar nergens is er een spoor van Kip te vinden. Tukje besluit dan maar om op zoektocht te gaan.

    Als Tukje aan de rand van het bos staat stopt en twijfelt hij even. Er woonde namelijk een oude en gemene heks aan de andere kant van het bos. Maar hij moest en zou Kip vinden. Wanneer hij tijdens zijn zoektocht een kabouter tegenkomt, wordt hij tegengehouden. De kabouter vertelt hem dat hij het hulpje van de heks is en dat niemand het bos mag betreden. Tukje legt uit waarom hij in het bos wilt maar de kabouter weigert hem door te laten. Tukje begint heel hard te huilen en smeekt de kabouter dat hij alles zal doen wat er van hem gevraagd wordt. De kabouter denkt heel diep na en heeft plotseling een ideale opdracht voor Tukje. Hij vertelt dat de heks drie speciale ingrediënten zoekt die ze maar niet kan vinden waardoor haar toverdrank niet beëindigd kan worden. Tukje vraagt waar precies hij die ingrediënten kan vinden. De kabouter antwoordt dat hij best gaat zoeken aan het water. Tukje is zo gedreven om de ingrediënten te vinden waardoor hij vergeet te vragen wat hij juist moet vinden maar intussen was de kabouter al lang verdwenen.
    Na een week stappen door het bos hoort hij ergens water stromen. Hij denkt terug aan wat de kabouter tegen hem had gezegd. De ingrediënten zouden bij het water te vinden zijn. Tukje besloot dan maar om eens een kijkje te gaan nemen bij het stromend riviertje. Ergens in de verte zag hij iets blinken vanonder een natte riviersteen. Het kostte hem veel moeite om de steen op heffen, maar uiteindelijk slaagde hij er in om de steen te verplaatsen. Voor hem zag hij nu drie grote, mooie en gekleurde diamanten. De ene was geel, de andere was rood en de derde diamant had een blauwe kleur. Ze waren prachtig. Tukje gokte dat dit de belangrijke ingrediënten waren die hij moest vinden voor de heks. Hij besloot ze dus maar mee te nemen.

    Wanneer hij weer aankwam op de plaats waar de kabouter hem had tegengehouden, toonde hij de drie diamanten. De kabouter sprong in het rond, hij had nooit gedacht dat de verborgen ingrediënten ooit gevonden zouden worden. Hij wees Tukje de kortste weg naar het huis van de heks. Toen Tukje voor de oude houten deur van het huis stond, klopte zijn hart heel snel. Uiteindelijk durfde hij drie keer op de deur te kloppen. De heks verscheen in de deuropening. Tukje vertelde dat de kabouter hem had gestuurd met de drie ingrediënten. De heks was Tukje heel dankbaar want nu kon ze eindelijk haar toverdrank afmaken. Tukje mocht vanaf nu het bos in en uit lopen wanneer hij maar wou.
    Na de grote zoektocht naar de ingrediënten besloot hij nog maar eens op zoek te gaan naar Kip, maar nog steeds zonder succes. Wanneer hij terug naar huis keerde zonder Kip had hij een leeg gevoel vanbinnen. Hij was eenzaam zonder Kip. De volgende ochtend klopte er iemand op zijn deur. Hij wist niet wie het zou kunnen zijn want hij had nog nooit iemand op bezoek gekregen. Wanneer hij de deur opende, zag hij een mooi en klein meisje staan.
    Enkele seconden later zag hij dat ze Kip onder haar arm droeg. Het meisje vertelde dat ze Kip in haar huisje iets verderop had gevonden. Tukje was dolgelukkig nu hij Kip weer bij zich had. Het meisje en Tukje werden goede vrienden en ze leefden nog lang en gelukkig, samen met Kip natuurlijk.

    Jolien Verbruggen en Melanie Coppin

    12-11-2009 om 19:38 geschreven door 5 STWa  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Het smurfen verhaal

     

    Er waren eens elf smurfjes in het mooie smurfenbos.

    Elk smurfje was heel gelukkig. Het was een mooie herfstdag in het smurfenbos. De vogeltjes trippelden over de blaadjes die net van de bomen waren gevallen. Alle vogeltjes floten een vrolijk liedje. In het midden van het grote smurfenbos stond een hele grote boom. Daaronder stonden allemaal paddenstoelen, en in die paddenstoelen woonden allemaal smurfen. Elk huisje zag er anders uit. Ze hadden allemaal leuke kleurtjes. Je had een blauwe paddenstoel, een groene een gele en nog vele andere mooie kleurtjes. Maar één paddenstoel zag er helemaal anders uit. De paddenstoel was groter dan de andere. Hij was rood met witte stippen op. In deze paddenstoel woonde de smurfenprinses. Ze was heel mooi en lief, elke smurf was verliefd op haar. Ze had mooie blonde haren en blinkende blauwe oogjes. Elke dag had ze een heel mooi jurkje aan. De smurfjes durfden dan wel eens stiekem te piepen onder haar jurkje. Ze was heel blij met alle aandacht die ze kreeg van de smurfjes. Maar één smurfje zag ze nooit staan. Bleekscheetsmurf, hij zag er helemaal anders uit. Hij was niet blauw zoals de andere smurfjes, maar hij was helemaal wit. Het smurfje was altijd alleen en had geen vriendjes. Hij werd vaak gepest. ‘s Nachts schilderde de Schildersmurf een rode stip op de neus van Bleekscheetsmurf. Soms deed Koksmurf wat bloem in Bleekscheetsmurf zijn haar. Al de smurfjes pestten hem. Al de smurfen besliste samen dat Bleekscheetsmurf allerlei opdrachten moest uitvoeren om bij de groep te horen.

    De allereerste opdracht was een ei pikken uit het nest van een heel enge vogel. De opdracht was geslaagd en voor de tweede opdacht moest hij extra hard zijn best doen. Bleekscheetsmurf moest een klavertjevier gaan zoeken in het grote bos. Na uren zoeken had hij er eindelijk eentje gevonden. De derde en laatste opdracht van allemaal was de moeilijkste opdracht ooit.

    Hij moest ervoor zorgen dat de smurfenprinses verliefd op hem werd. Weken lang deed hij super hard zijn best, hij plukte de allermooiste bloemen, hij zong een prachtig liedje voor haar. Ook maakte hij een ontbijt voor de prinses, maar zij zag hem nog altijd niet staan. Tot op een dag een hele grote en gevaarlijke spin de mooie prinses aanviel. Bleekscheetsmurf was zo dapper dat hij een stok nam en de spin begon te slagen.

    Alle andere smurfjes waren heel erg bang maar Bleekscheetsmurf liet zich niet kennen. Hij sloeg en sloeg de spin wel honderd keer. De spin had zoveel pijn dat hij de prinses los liet en vluchtte terug het bos in.

    De prinses was zo blij dat hij haar redde van de dood en gaf hem een dikke zoen. De volgende dag trouwde ze en kregen ze vele mooie blauwe babysmurfjes met witte stippen.

    Zo zie je maar dat ook lelijke, witte smurfjes heel gelukkig kunnen worden!


    Silke Boon, Julie Ellange, Lynn Wauters en Sara Vanderminnen

    12-11-2009 om 14:51 geschreven door 5 STWa  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)


    Archief per week
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 24/08-30/08 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs