Gerard Walschap maakt het de lezer van Celibaat niet bepaald gemakkelijk. De eerste bladzijden omvatten de familiegeschiedenis van de dHertenfeldts, waaruit een complex sociaal drama komt opborrelen. Opvallend (en modern) is het regelmatig achteloos verschuiven van het vertelperspectief. Hierdoor geraakt de lezer wel eens van zijn apropos. Hoofdfiguur is André dHertenfeldt, genaamd het Heerken. Weerbarstig van karakter, ongezond introvert, cynisch. En de gevangene van de ambities van zijn omgeving.
Walschap zorgt voor een knappe karaktertekening. Hij psychologiseert graag maar vermijdt een stortvloed aan beschrijvingen. Daarin lag in die jaren het moderne van zijn schrijverschap: hij was een echte verteller die de vaart in het verhaal hield met een no-nonsense taal die zich nergens uitputte in tekstwoorden.
Ook nieuw was de vrije manier waarop hij schreef over seksualiteit. Dat was zeventig jaar geleden een reden voor de kerk om de banvloek over dit boek uit te spreken. De clerus wordt in Celibaat ook niet meteen van zijn beste kant getoond, al is de kritiek eerder suggestief. Een onverholen antiklerikaal boek kun je Celibaat toch niet noemen. De pessimistische voorstelling treft trouwens alle personages, zodat men eerder van een zekere misantropie vanwege Walschap zou kunnen spreken. (Ware het niet dat het boek eindigt op een onverwacht positieve wending in het Heerken zijn karakter.)
Met het Heerken heeft de auteur een onvergetelijk romanpersonage geschapen. Celibaat is misschien geen meesterwerk, maar het zaad waaruit een groot verteller zal ontkiemen, is goed tussen de plooien van dit boek gevallen.
Genre: roman
Impressum: eerste druk, 1934; negende druk, 1972
Collatie: 124 blz.
|