Bomen plant je bij voorkeur in de herfst, maar het kan ook in de rest van het jaar (zolang het niet vriest of niet te heet is). Verkies inheemse of hier reeds lang aangepaste soorten: appelboom, beuk, hazelaar, kersenboom, kriekenboom, lijsterbes, linde, notenboom, perenboom, pruimenboom, berk, esdoorn, haagbeuk, ... Robuuste oude fruitboomrassen zijn gemakkelijker te telen.
Fruitbomen snoeien Bomen planten (zie ook mijn ander bericht) Stelen van zonnebloemen: gebruik ze de volgende lente als erwten- of bonenstaken, of werp kurkdroge stukjes in de houtkachel Maak vogelhuisjes nu schoon. Gebruik kokend water met wat soda erin. Rond deze tijd gaan mezen en mussen al woningen inspecteren. Witlof: snijd het loof tot 5cm boven de grond en dek af met terracotta potten, waarin stroo zit, om de plant voor bevriezing te behoeden. Of graaf telkens wat planten op, laat ze buiten afsterven onder eigen loof. Hak het loof op 5cm boven de wortel eraf. Plant ze in aarde en dan een laag stro. Zet ze in een schuur of koude kas waar ze zullen uitschieten.
Noten en bessen verzamelen Oogst de winterkool, selderij, late bonen en andere groenten die volgroeid zijn Trek wortels, mierikswortels en bieten uit de grond en sla ze op Controleer de opgeslagen groenten en gooi aangetast spul weg Maak de staken schoon en berg ze op Bedek spinazie en peterselie met stolpen Forceer het witlof en de rabarber Snijd het loof van de asperges af en bedek ze met aarde Plantbedden bedekken met composteerbaar materiaal Verzamel compostmateriaal Hark bladeren van het gazon Strooi wit zand over gladde paden Verwijder het afval van de geoogste groenten Maak zeep van gedroogde varens Kleding verstellen Bottelen en jam maken