|
we schrijven het jaar 1947 de oorlog is net twee jaar over en langzaam, tergend langzaam keert het normale leven weer terug. Binnen korte tijd is het Christus Hemelvaart en dan is er thuis groot feest. Mam heeft flink gehamsterd, daarin is ze heel creatief. In ons huis gonst het dan ook van de drukte, het fornuis wordt opgestookt zodat de bakoven op temperatuur komt. In de keuken staat een grote teil gevuld met meel, melk, suiker en gist. Het bijzondere in dit geval is dat het wit meel is, een zeldzaamheid in deze tijd en heel moeilijk aan te komen. Maar zoals gezegd op haar creatief eigene manier heeft mam dat weten te vergaren.
Gebakken wordt er vlaai en cake. De potten met fruit voor de vlaaibedekking stonden op tafel en op de gootsteen. Een grote teil met in blokjes gesneden aardappelen, gemengd met stukjes augurkjes, gekookt rundvlees en weet ik welke ingrediƫnten zoals azijn, peper, zout en zelf gemaakte mayonaise staat te trekken om later op grote schalen te worden gedaan nadat ze mooi versierd zijn en dienen om de gasten te voorzien van avondeten. Alles is bestemd voor het grote feest dat te wachten staat. Donderdag Hemelvaartdag dus doe ik de eerste communie en zaterdag gaat mijn oudste zus trouwen. In die tijd vierde men de feesten nog zoals ze vielen en de hele familie, de hele straat en nog iets meer was uitgenodigd. Niet lang heb ik hoeven na te denken over de duur en omvang van het feest, het is me mijn hele leven als iets groots bij gebleven. Het heeft een hele week geduurd. De wijn die gedronken werd kwam hoofdzakelijk uit de eigen bottelarij van pap en was gemaakt van vlierbessen. Bowl was ook zelf gemaakt een hele Keulse pot vol aan die dingen had pap een handje en dat zou dan ook rijkelijk vloeien gelijk de houten ton bier die pap had besteld bij de brouwerij onder in de straat waar ook de limonade vandaan kwam.
|