Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Laatste commentaren
Jacq Heijenrath
de familie Mijn belevenissen...
12-08-2009
Wij schrijven 1947
we schrijven het jaar 1947 de oorlog is net twee jaar over en langzaam, tergend langzaam keert het normale leven weer terug. Binnen korte tijd is het Christus Hemelvaart en dan is er thuis groot feest. Mam heeft flink gehamsterd, daarin is ze heel creatief. In ons huis gonst het dan ook van de drukte, het fornuis wordt opgestookt zodat de bakoven op temperatuur komt. In de keuken staat een grote teil gevuld met meel, melk, suiker en gist. Het bijzondere in dit geval is dat het wit meel is, een zeldzaamheid in deze tijd en heel moeilijk aan te komen. Maar zoals gezegd op haar creatief eigene manier heeft mam dat weten te vergaren.
Gebakken wordt er vlaai en cake. De potten met fruit voor de vlaaibedekking stonden op tafel en op de gootsteen. Een grote teil met in blokjes gesneden aardappelen, gemengd met stukjes augurkjes, gekookt rundvlees en weet ik welke ingrediënten zoals azijn, peper, zout en zelf gemaakte mayonaise staat te trekken om later op grote schalen te worden gedaan nadat ze mooi versierd zijn en dienen om de gasten te voorzien van avondeten. Alles is bestemd voor het grote feest dat te wachten staat. Donderdag Hemelvaartdag dus doe ik de eerste communie en zaterdag gaat mijn oudste zus trouwen. In die tijd vierde men de feesten nog zoals ze vielen en de hele familie, de hele straat en nog iets meer was uitgenodigd. Niet lang heb ik hoeven na te denken over de duur en omvang van het feest, het is me mijn hele leven als iets groots bij gebleven. Het heeft een hele week geduurd. De wijn die gedronken werd kwam hoofdzakelijk uit de eigen bottelarij van pap en was gemaakt van vlierbessen. Bowl was ook zelf gemaakt een hele Keulse pot volaan die dingen had pap een handje en dat zou dan ook rijkelijk vloeien gelijk de houten ton bier die pap had besteld bij de brouwerij onder in de straat waar ook de limonade vandaan kwam.
Van die drie aapjes kan ik je het volgende vertellen, ik heb er eens 300 gulden mee verdiend. Hoe?
Let op hier komt het: ik trof mijn baas in het dierenpark en die drie aapjes zaten op een stok. Zegt mijn baas: als je het eerste aapje aan het lachen krijgt, het tweede aapje aan het huilen en het derde aapje aan het weglopen krijgt krijg je van mij 300 gulden.
Ik oke, tot bij het eerste aapje wat in het oor gefluisterd en dat dier begint me toch te lachen bij het tweede het zelfde en die begint me te huilen en het derde aapje zette het op een lopen na mijn gefluister.
Oke, zegt mijn baas, je hebt gewonnen maar je moet me wel vertellen hoe je dat met die apen hebt gedaan.
Nou, zeg ik, de eerste heb ik verteld waar ik werkte en toen lachte die zich een hoedje. De tweede heb ik verteld wat ik verdiende en toen begon die te janken Toen ik de derde vroeg of ze ook bij jou wilde komen werken, was die de kloete op.
Op `n gegeven moment in mijn leven kreeg ik het idee dat het helemaal niet slecht zou zijn te overwegen om iets te doen wat mij korter bij de natuur zou brengen.
Het te overwegen en het te doen zijn meer als twee dingen want daar komt heel wat tussen in. Gewoon terug gaan wonen in de natuur kan helemaal niet want daar is geen plek meer voor, al zou ik het liefst als een Indiaan of een oude Kelt of zo iets willen leven. Ik heb eens een paar dagen in een klooster geleefd om te zien hoe dat leven is maar dat is niets voor mij. Zoals ik hoor leven deze mensen in celebraat en of dat nu iets voor mij is....
Nou ja, het kloosterleven viel na deze oefening af. Ik ben getrouwd en gewend aan een leven met mijn partner. Toch ben ikook wel eens graag alleen, wie eigenlijk niet. Kijk alleen zijn als je weet dat er iemand op je wacht is natuurlijk makkelijk.
`Daar ik op een flat woon en geen tuin heb, die ik van huis uit gewend ben geweest, want thuis bij mijn ouders hadden we een tuin en eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik er toen niets aan vond. Gek h`e. Wil je weten hoe dat kwam ? Laat je fantasie eens werken als ik je vertel dat die tuin voor ons kinderen net een gevangenis was. Ik weet niet of mijn ouders zo bezorgd waren in ieder geval heb ik , en dat nu nog niet, begrepen waarom we niet net als andere kinderen buiten op straat mochten spelen, maar altijd in die tuin. Mijn ouders vonden dat die groot genoeg was en dat we daar plaats genoeg hadden.
Wel, op een gegeven moment hebben we, We dat is mijn echtgenote en ik, besloten iets buiten te kopen om zo dichter bij de natuur te zijn. Na veel zoeken werd het een stevige grote stacaravan op een camping.
Nadat het ding gekocht was en verbouwd naar onze wensen konden we dan ook eindelijk van de rust in de vrije natuur genieten. Zo dachten wij. Maar zie, we zitten lekker buiten te genieten van de zonnestralenof het een of ander brommend en echt gierend snerpend geluid bereikt ons trommelvlies een beetje geschrokken proberen we het geluid te lokaliseren en al spoedig ont- dekken we dat iets verderop iemand het gras aan het maaien is. Vol verbazing en met ietwat teleurstelling moeten we constateren dat ook voor ons "buiten" gras groeit en dat ook dat reeds eenrespectabele hoogte heeft bereikt. We moeten dus overgaan tot aanschaf van een grasmaaier. Prima zo'n ding maar de zijkanten moesten ook dus er moest ook een kantenmaaier bij dan nog een heggenschaar een spa een riek en nog meer van die attributen die nodig zijn om iets te onderhouden waar bomen en struiken groeien. Je zou er bijna om willen lachen maar zelfs een boormachine of decoupeerzaag ontbreken niet meer. Al spoedig ontdekten we dat onze huid er helemaal niet op ingesteld is om zo maar in de zon, of de regen,te gaan zitten dus moest er een partytent komen en zo gaat het maar verder . Intussen hebben we meer stoelen dan we ooit bezoek zullen krijgen . Op de camping hebben we de luxe van thuis radio, tv, video, broodtoaster stofzuiger koelkasten enz.
Voor dat je aan zo iets begint kun je eigenlijk beter zo'n ding eens voor een seizoen huren. Maar ja, wie vertel je dat. In ieder geval heb ikontdekt dat dit geen vervanging is om in de natuur te leven....
Hjacq.
En intussen hebben we weer alles van de hand gedaan
In het verleden hadden we reeds de autolozezondag. De voor verkeer afgesloten zondag ende koopzondag. En nu dan de koelozezondag.In dit land kun je het zo gek niet bedenken of het was er reeds of het komt wel nog mischien hebt u wel nog iets op stapel bedenk maar iets. Er zijn wel gekken te vinden die het uit willen voeren.
Kijk, bij die autoloze zondag daar konden mensen zich iets bij voorstellen of het effect heeft gehad? Wel nee, man. De dag er na op de maandag dus haalde men de schade wel in. het gaf alleen wat fustraties her en der.Nog niet zo lang geleden dachten enkele fanaten dat het goed zou zijn gedeeltes van de stad af te sluiten voor het verkeer het gaat door tot in het belachelijke. Op meerdere plaatsen werden enkele straten voor het verkeer afgesloten. De straten waar het om ging waren veelal geen straten met doorgaand verkeer en overtreders konden niet rechtens vervolgd worden.
De koopzondag, kijk dat is wat anders. Voor het personeel in de winkels ligt het mischien anders en is het niet leuk, toch , ondanks er geklaagt en geprotesteerd wordt tegen (en voor) de winkelsluitingstijden hebben winkeliers voor de koopzondagen geen gebrek aan personeel. De klant? Die vindt het prima, doorgaans is de zondag een verveeldag. Vroeger zat dat anders toen was dat een rustdag.Ja, dankt je de duivel, toen moesten mensen ook zes dagen werken en de zevende dag, zo staat het ook in de bijbel, moest er gerust worden. Ik kan me de tijd nog goed herinneren dat er op de zondagmorgen zelfs geen harmonie uit mocht trekken om een aubade aan de bewoners van het dorp te brengen.
Maar nu hebben we weer een nieuw fenomeen aan onze zo kleurrijke fantasiehemel toe gevoegd, de koeloze zondag, je zou er je tong over kunnen breken, als je een buitenlander bent.
Stel je als gezond mens nu eens voor wat de reden is om een koeloze zondag in het geweer te roepen. Wel hier in het land leven meer dieren als mensen ik meen eens te hebben gehoord dat we alleen al anderhalf maal zo veel kippen als mensen hier in het land hebben. Bij de varkens was dat driekwart van het aantal menselijke bewoners en koeien hebben we er ook veel te veel. Een geluk dat de grote Manitou toen hij alles op de aarde plaatste ook de ziekte heeft gemaakt (of zouden we die zelf hebben uitgevonden) anders waren er nu alleen maar nog koeien varkens en kippen in Nederland. Maar alla. Wat kan het deren, niet waar. Het houden van koeien in Zuid Amerika op de Pampa`s is veel goedkoper en efficienter als hier op het land. Overigens past het niet in een geindustrialiseerd land als Nederland. Ontwikkelingslanden, ja die eigenen zich daar voor en die mensen moet je de kans geven om in de stront te lopen.
Vroeger scheten we gewoon in de tuin in een houten huisje dat geplaatst was op een groot gat en die stront werd er bij tijd en wijlen uit gehaald om tussen de prei en de kool te verdelen toen heete dat mest en rook het naar stront, echte stront. Nu hebben we ook nog stront maar die ruikt niet meer naar stront maar naar vis. Vroeger vraten dieren gras, aardappelschillen en ander keukenafval. Nu krijgen ze korrels. Korrels die gemaakt zijn van zeevruchten. De koeloze zondag is in het leven geroepen om te protesteren tegen het nieuwe wetsontwerp van Min. Brinkman. De mest die dieren produceren als ze op het land piesen en poepen is bij deze niet te controleren wel als deze dieren hun behoefte in de stal doen. Wat maakt het uit dat koeien kuddedieren zijn die gewoon op het land in een sappige wei het gras dienen te consumeren. Dadelijk kunnen ze ons beter meteen die korrels voeren en die meneer van de Kollumer kaas wat heeft die dadelijk onze kinderen nog te vertellen het kan niet anders zijn dan dat ook zijn kaas dadelijk naar vis smaakt.Ja mischien zijn we dan weer aan het begin van de keten dat de stelling: " alle leven komt uit het water" toch nog waar is en niet geschapen zo als in de bijbel staat..... Let op want nu komt de kloe de koeien moeten uit de wei en op stal en wat doet de millieubrigade met natuurbehoud ze laten wilde koeien los in de parken Hoge veluwe in de parken bij Hilversum ook in Zuid Limburg is men er niet verstoken van gebleven. Wij denken dat wij iets anders zijn maar bedenk wel ook wij zijn dieren. Al hebben we ons zelf op de hoogste trede geplaatst, van de homosapiens.......
`t is donker en stil. Normaal raast het verkeer boven op de brug. Vandaag is het vreemd stil. Het enige dat je hoort is het kabbelen van het water tegen de kademuren en af en toe ritselt er iets tussen de platen karton die her en der liggen. De muizen leven hier hun eigen leven en proberen enkele schamele kruimels mee te pikken. Net als de anderen zoekt iemand zijn plekje om te slapen van weer een dag rond zwerven. De meeste hier hebben hun jointje of spuitje al gehad en liggen in een roes te wachten op de nieuwe dag, die zeker komen zal. Ook voor de zwervers onder de brug. Moment, even loopt hij terug, in gedachten gekeerd was hij voorbij de plek van Jutze gelopen en had niet gekeken of die er al was. Jutze is een klein mager ding en sinds enige tijd onder de brug. Het is wel zeker dat Jutze geen meisje van hier is. Ze spreekt nooit en sommigen menen dat ze wel stom is. De naam heeft ze zomaar gekregen van een van de zwervers met een zachte G. vaak liep ze zomaar door de regen en dan leek het of ze dat leuk vond. Ja, door de gutsende regen liep ze, zonder jas en met een glimlach op haar smal vrolijk en toch iets droevig gelaat. De plek van Jutze was echter leeg en langzaam liep hij naar zijn eigen kartonnen doos. In de fles in zijn pukkel zat nog wat drank van een paar dagen geleden hij heeft dat voorzichtig opbewaard wetend dat koude dagen op komst zijn. Dit beetje voorraad noemde hij; zijn ijzeren voorraad. Een beetje kwaad en ongeduldig trapt hij eens tegen het karton zodat het half tegen de muur komt te liggen en nog eens kijkt hij naar de plek van Jutze, dan gaat hij zitten. Op de plek naast hem lag een Fransoos die zichzelf Serve noemde, zoals gewoonlijk lag hij weer te snurken waarbij hij soms happende geluiden maakte die heel irritant konden zijn. Iets verder lag de man die iedereen de schoolmeester noemde. Hij was geleerd en net als ieder ander stil en zwijgzaam, vooral als het hem zelf betrof. Uit het verleden van iemand wist men in de regel niets. Aan de manier van praten en handelen, als deze man in de stad was merkte je dat hij niet van gewone komaf was. Onbeschoft zijn tegen mensen en vloeken was hem vreemd. Hij verkocht postkaarten en nam geen fooien aan. Als iemand niet kocht bedankte hij vriendelijk en liep verder naar de volgende voorbijganger daarbij wenste hij ieder een prettige dag toe.
Kunt U niet slapen?. Vraagt de schoolmeester aan onze man. Nee is het antwoord.
Zorgen?Vraagt de anders zo zwijgzame schoolmeester. Onze man haalt de schouders op en kijkt weer naar de plek van Jutze, nog steeds leeg.
Wil je praten, vraagt de schoolmeester, bij mij is nog een plekje vrij. Het komt niet gauw voor dat iemand je zo iets aanbiedt. Voorzichtig en dat niet gewend haalt onze man de schouders op hij pakt een gedeelte van de doos en loopt daarmee in de richting van de schoolmeester de fles nog steeds in de hand, een vreemde zwerver die zò iets zegt. Een beetje nonchalant, omdat hij zich eigenlijk geen houding weet te geven, gooit hij de doos tegen de muur leunend glijdt hij langzaam in zithouding. Weer gaat de blik naar de plek van Jutze.
Ze is laat vanavond, hè.
Alsof het hem niet interesseert haalt hij met gemaakte nonchalant zijn schouders op.
Och ja, zegt de schoolmeester, zo hebben we allemaal onze zorgen. Met zijn hoofd knikkend naar de fles in de hand van onze man. Verwonderd kijkt deze naar beneden, naar de plek waar het hoofd van de schoolmeester heen knikte. Oh dat is mijn ijzeren reserve, altijd bewaar ik iets voor momenten als ik meen dat het nodig is.
Dus vanavond is het nodig, suggereert, de schoolmeester ietwat bedeesd. Het klonk bijna als een verontschuldiging.
Als u het denkt, antwoord onze man en maakt aanstalten de fles, met inhoud, weer op te bergen in de rugzak.
Laten we een slok nemen zegt de schoolmeester plotseling. Nog nooit had iemand gezien dat de schoolmeester ook maar een druppel alcohol had gedronken. Twijfelend over het voorstel en nog even bedenkelijk naar de fles kijkend tovert de schoolmeester twee plastic bekertjes uit zijn bagage. Dus ook dat met stijl, denkt onze man, niet zoals de andere zwervers, gewoon aan de fles drinken, maar uit bekers drinken. Onze man bekijkt de inhoud van de fles om te bepalen wat de helft is om te verdelen in de bekers. De schoolmeester echter pakt de fles van hem over en doet een slok in de bekers.
Op uw gezondheid.
Fronsend kijkt de man naar de schoolmeester, het is lang geleden dat iemand dit tot hem zei. Op uw gezondheid, zegt de schoolmeester nogmaals. Gezondheid, antwoord onze man en neemt een teugje uit de beker, samen met de schoolmeester. Terwijl het drankje zich een weg naar het binnenste zoekt, gaat de blik van de man weer naar de plek waar eigenlijk Jutze zou moeten zijn.
Ze speelt door je hoofd, hè. Vraagt de schoolmeester en vervolgd: zet ze uit je hoofd jongen het brengt alleen maar ongeluk en verdriet, tenminste als je wil blijven zwerven.
Door de manier waarop de schoolmeester dit zegt waagt onze man zich aan de opmerking; u schijnt nogal veel pech in het leven te hebben gehad. Langzaam draait het hoofd van de schoolmeester zijn kant op, nog nooit heeft onze man deze man zo in het gezicht kunnen kijken. De ogen van de schoolmeester stralen zoveel uit dat onze man denkt in de diepte van de zee te kunnen kijken en de uitdrukking op het gezicht is grenzeloos. Nadenkend en als uit de diepte van een grot zegt zijn stem: och het leven heeft zo voor iedereen zijn besognes, nietwaar. Iedereen heeft zijn eigen zorgen, de een grote en de ander kleine. De vraag is alleen: wat is klein en wat is groot. Wat voor de een groot is stelt voor de ander misschien niets voor en omgekeerd ook. Beiden vervallen in zwijgen en denken na over het laatste.
Plotseling verbreekt de schoolmeester de stilte, het is lang geleden dat ik met iemand een gesprek heb gevoerd onder een brug. Jij lijkt me een geschikte kerel en ik ben ervan overtuigd dat je jouw leven verspild om te leven als een zwerver. Je hebt anders verdient en het is aan jou je zwervers bestaan op te geven. Ik zie aan je dat je een goede opleiding hebt gehad en niet uit de goot komt. Je hoort hier niet, dat wou ik even aan je kwijt. In de stilte die hier op volgt, nipt hij even aan zijn bekertje.
Onze man trekt zijn knieën op en antwoord voorzichtig, meer tot zichzelf als tot de schoolmeester: maar u ook niet.
Ik ben oud jongen ik heb mijn leven geleden, ze noemen mij de schoolmeester. Ja, dat ben ik ooit geweest. Heel lang geleden. Ik heb in de jaren dat ik zwerf heel Europa bereisd. Ik ben nog steeds op zoek naar een beetje geluk en heb het nog steeds niet gevonden wat ik dacht te kunnen vinden.
Mag ik dan vragen wat u zoekt.
Geluk mijn jongen, en om het iets duidelijker te omschrijven; levensgeluk!
In mijn lange leven vond ik nooit een mens die het waard was naar uit te zien, nooit! Toen ik jou zag lopen naar de plek van Jutze, werd ik weer herinnerd aan mijn zoektocht. Jij hebt iets gevonden om naar uit te zien, waar je naar wilt uitzien,waar je je zorgen om wil maken, waar je ongerust over wil zijn en die het waard is voor te zorgen. Laat vanavond de laatste avond onder deze brug zijn en als Jutze dadelijk komt ga dan naar haar toe. Vertrek samen en maak een nieuwe start, nu kan het nog. Begin samen een nieuw leven.
Peinzend denkt onze man na over wat de schoolmeester zei en speurt naar de plek waar Jutze moet komen.
Vertel mij eens, langzaam draait hij zijn hoofd in de richting van de schoolmeester, doch die is weg. De plek is leeg. Het enige wat overgebleven is, is de plastic beker en plotseling is daar Jutze.
Hendrik ik wens je een fijne Kerst en ga je mee samen naar de kerk de nachtmis begint zo.
Net begonnen, we zitten in de duistere tijd van het jaar. Het is december kadootjestijd, de tijd voor Kerstmis. De overlevering wil dat in die tijdJezus, de Heiland is geboren. De Roomse kerk heeft dit feit vastgelegd op vijfentwintig december in het jaar een. Berekeningen die gebaseerd zijn op geschiedenis en wat men kan en kon achterhalen geven echter een andere tijd aan. Namelijk er staat geschreven dat de geboorte plaats vond in het vroege voorjaar en wel in het jaar drie. Dit alles is berekend aan de hand van de Romeinse geschiedenis. Heel jammer is hierbij dat de Romeinen de neiging hadden alleen gewag te maken van hun heldendaden en deze dan ook nog optekenden met een heisa die bij de tijd paste. Dit is er dan ook oorzaak van dat de geschiedschrijving uit die tijd met een korreltje zout is te nemen.
Hoe het ook zei. We zitten in het hartje van de winter. Gek eigenlijk want officieel is het nog altijd herfst. De geologische winter begint pas op eenentwintig december. In ieder geval naar buiten kijkend is het wit en ligt er een flink pak sneeuw.
Zand en strooiauto`s rijden af en aan en het is een gedoe van jewelste. De radio en televisie meld verkeersopstoppingen en er zijn heel wat ongelukken gebeurd. Materiele schade is er veel en of je het nu erg vind of niet zolang er geen slachtoffers bij vallen kan dit alles ook nog een positieve uitslag hebben daar het goed is voor de economie, die pas geleden zo wie zo al een flinke domper heeft gekregen.
Zoals gezegd; buiten is het wit, alles is gekleed in een wit kleed. Je zou bijna geloven dat de wereld maagdelijk is al heeft de natuur dit als een tijdeigen beginsel zo gedaan. Het leggen van dit sneeuwkleed is het gevolg van bevroren waterdeeltjes in de lucht maar heeft ook de functie letterlijk te dienen als een deken. Onder de sneeuw wordt warmte vast gehouden die voorkomt datuitbottende planten bevriezen en vroegtijdig dood zouden gaan.
Langzaam maar zeker gaan we nu naar de zonnewende zoals de Oude Germanen het afscheid van de winter benoemden. Rond de kerst beginnen de dagen weer te lengen. Je kunt dat het makkelijkste zien aan de mensen. Eerst waren we nog iets somber, de invloed van het weer is hier debet aan, de avonden zijn lang want het wordt al vroeg donker en de nachten duren eeuwig omdat het morgens langer duurt voor de zon verschijnt. Gek eigenlijk dat wij tegenwoordig voor alles en nog wat naar de kalender of de televisie kijken. En zo slim en sluw we met zijn allen menen te zijn toch heel vaal klakkeloos geloven wat de media ons voorhoud. Neem nu de reclame, beweerd wordt dat je was alleen wit wordt door gebruik van een bepaald waspoeder. Prompt koopt (bijna) iedereen dat waspoeder en met voorliefde laten we dan ook demonstratief aan iedereen zien dat wij ook dat bepaalt zo geprezen product gebruiken want we willen er immers ook bij horen. Iemand die zuinig is, op het milieu let en maar weinig afval produceert komt al gauw als arm, of als men beleefd wil zijn, niet rijk , over. Dit alles terwijl de berg afval steeds groter en groter wordt en wij met zijn allen willen dat er niet zo veel afval wordt geproduceerd kopen we toch uitsluitend goed verdichtte en verpakte goederen. Kijk eens aan, je weet maar nooit wie er zijn bacteriën in de supermarkt door hoesten of aanraken over heeft uitgesproeid. Glazen wassen we goed af, in een teiltje of in de afwasmachine, hoe dat maakt niet uit, als ze maar bacteriën vrij zijn. Hoe we daar door de natuur vergiften maakt niets uit. Je gaat immers niet met de mond aan het glas van een ander terwijl zoenen ontstaan is uit de behoefte voedsel door te geven. Nee, als we in Spanje met vakantie zijn zuipen we wel allemaal aan dezelfde fles. Lang leve de pret, dat moet toch kunnen. De gedachte er achter is niet slecht; immers alcohol dood bacteriën maar maakt ook de zinnen los.
Het hele leven is als een carnavalsfeest, gekleurd, bont vrolijk, grijs, bedompt en leuk met af en toe een spatje verdriet als er een van onze geliefdenhet leven verruilt voor de eeuwige jachtvelden. Een kan ik u zeggen het sneeuwt nu en het sneeuwt volgend jaar. Vandaag is het grijs en dat zal nog zeker een maand aanhouden, maar straks na de feestdagen dan worden de dagen weer langer, de zon verwarmt weer de aarde en de mensen veranderen op slag. Kruipend uit de kraag van de warme jas veranderd de mens weer in dat wat hij het liefst is; de primaat die er op uit schijnt te zijn z`n omgeving te vernietigen