De verbinding IV-V wordt tot stand gebracht door een tegengestelde beweging tussen de bas en de drie bovenstemmen. {Voor meer informatie over mogelijke bewegingen zie hoofdstuk II. 2) e)}
Dit betekent dat wanneer de bas stijgt de andere drie stemmen moeten dalen en wanneer de bas daalt de andere drie stemmen moeten stijgen.
Zoals bij de vorige verbindingen moeten de verbindingen voor de drie bovenste stemmen ook hier via de kortste weg gebeuren. Ook hier blijft de basstem de uitzondering.
Eencontrole om te zien of je alles goed gedaan hebt, is nakijken of je de grondtoon (= bastoon) verdubbeld hebt.
Met cadenz bedoelt men blijkbaar de sluiting van een muziekstuk.
Nu bestaan er mogelijkheden om de sopraan op de tonica te brengen aan het einde van een muziekstuk, zodat de hoofdmelodie ook een sluiting heeft. Indien nodig is het zelfs mogelijk om alle stemmen te laten dalen.
Blijkbaar moet het beter klinken indien de sopraan in grondakkoord I op de tonica eindigt. Anders zal men waarschijnlijk het gevoel hebben dat men halverwege de melodie stopt.
Een authentieke (te verwachten) cadens gaat als volgt via IV naar V naar I.
Maar men mag ook een plagale (minder voor de handliggende) cadenz doen en dan eindigt men via IV naar I
De laatste 2 akkoorden bepalen om welke cadenz het gaat.