Port-au-Prince, 16 jan. De schommels van het speeltuintje staan nog fier op hun pootjes, maar het nieuwe, witgepleisterde gebouw ernaast is ingestort, alsof het door zijn knieën is gezakt.
Zo zijn er veel huizen, scholen, winkeltjes en kantoren. Doorgezakt. Maar ook huizen waar alleen de bovenverdieping is afgebrokkeld. En er zijn krotten waarvan de golfplaten nog net zo hangen te roesten als altijd. De willekeur lijkt te hebben toegeslagen, toen Port-au-Prince dinsdag werd getroffen door een aardbeving die volgens de laatste schatting ruim 50.000 mensen het levens heeft gekost.
Opgestapelde voorraden
Het Nederlandse Urban Search and Rescueteam (USAR) is gisterochtend na een reis van dertig uur aangekomen in Port-au-Prince. De verkeerstoren is ingestort en Amerikaanse militairen hebben de luchtverkeersleiding overgenomen en trouwens het hele vliegveld, spil van de hulpverlening. Op en rond de enige landingsbaan verdringen zich vliegtuigen met hulpgoederen, reddingswerkers en militairen. Maar eenmaal uitgeladen stapelen de voorraden zich op: er zijn te weinig vrachtautos voor vervoer.
Het zware materieel van het Nederlandse team moet nog aankomen uit Curaçao, waar het na een onvrijwillige tussenstop achterbleef, maar commandant Anton Slofstra wil het daglicht zo goed mogelijk benutten. Daarom gaan de drie teams er met licht gereedschap hamer, beitel, koevoet en slijptol op uit.

Team Bravo krijgt van de Verenigde Naties een school toegewezen waar recentelijk nog levenstekens te horen waren. Met een VN-truck, bestuurd en beveiligd door Indiase blauwhelmen en een Indiase escorte in een pick-up, gaan ze erop uit. Maar nog voor ze het vliegveld hebben verlaten wijzigt de opdracht. Twee Nederlandse gezinnen die in hotel Villa Therme verbleven zijn vermist. Die gaan voor.
No-go area
De straten ruiken naar ontbinding en naar de vuurtjes waarin de mensen hun waardeloos geworden bezittingen verbranden. Tussen het puin verkopen vrouwen alweer kool en citrusvruchten, onder kleurige parasols. Het is druk bij een grafkistenwerkplaats in de openlucht. Twee jongens duwen een handkar met een lijk onder een laken. In de middenbermen bivakkeren gezinnen in onderkomens van stokken en beddenlakens. Remembre Haiti, is over oude graffiti gespoten.
Op een T-splitsing stuit het team op twee blokkades van stenen en boomstronken bemand door tieners. Sommige autos mogen door, maar de VN-truck krijgt van omstanders en een Jordaanse blauwhelm het advies om te keren. Er wordt geschoten, het is een no-go area. Een groep jongens komt hulp vragen. Verderop liggen vier slachtoffers onder het puin, zeggen ze. Maar die zijn al dood, dus het team besluit ze niet te helpen.
Een andere weg naar Villa Therme wordt niet gevonden, ook niet nadat hulp is ingeroepen van de Haitiaanse politie. Terwijl Bravo-commandant Ton Muilwijk met de politie in gesprek is, komen opnieuw mensen om hulp vragen. Ze willen mondkapjes, een jongen zwaait met een pan, ze willen voedsel en water. En ze vragen om de redding van twee nog levende kinderen. Zal dit hem dan worden?, zegt een reddingwerker hoopvol. Het blijkt een truc; later geven de Haitianen toe dat er geen beknelde kinderen waren, maar dat ze aandacht wilden voor een man met een hoofdwond. Niet het werk van het USAR-team.
Een nieuwe poging om het hotel te vinden. Ik was liever naar de school gegaan, zegt een reddingswerker. Er was geen enkele indicatie dat de Nederlanders nog leven. Maar ik snap ook wel dat ze prioriteit krijgen.
Rook en stenen
Teruggekomen bij de wegversperring is de sfeer grimmiger geworden. Bij de ene versperring wordt de truck weggewuifd. Bij de andere hangt een grote rookwolk boven de weg. In het veld ernaast worden lijken verbrand, en daar willen de nabestaanden geen pottenkijkers bij. Een vrachtwagen met Haïtianen die toch wil passeren wordt met stenen bekogeld.
Later horen we dat de Jordaanse blauwhelmen bij de andere zijweg vorige maand vier man zijn verloren. Ze laten de vrachtwagen door, sluiten de barrière weer af en trekken dan de wagen op zijn kant om hem te plunderen, legt Muilwijk uit. De vier werden doodgeschoten. We zijn per ongeluk in een no-go area terechtgekomen. Zo stond het niet op de kaart. Laat het een les voor ons zijn.
Als het donker wordt keert team Bravo terug naar het vliegveld om hun kamp voor waarschijnlijk de komende tien dagen op te zetten. Op de terugweg horen ze via de radio dat team Alfa een persoon heeft kunnen redden en tot in de nacht aan het bevrijden van een tweede persoon werkt. Met extra VN-bescherming, want de situatie in die wijk is volgens de Alfa-commandant ook levensgevaarlijk.




help ons

























