Sla Lactuca
familie: Asteraceae compositae : samengesteldbloemigen
Chichorium: chicorei, witloof, andijvie
Scorzonerza: schorsereneren
Sla à
penwortel 4°C = groei, bodemtemp: 7-8°C
= groeisnelheid: 1-2cm/dag
Blad, stengel à Sterke
ontwikkeling van bladschijf in verhouding tot het nerfsysteem. Bijzonder
(middennerf) internodiën zeer kort, grote bladeren.
Kropvorming: aantal bladeren gevormd op een vegetatief stengeltje,
waarvan volume beperkt is door middennerf bladeren die naar binnen buigen. Is
afhankelijk van licht,temperatuur en CO2
Belangrijkste factor bij kropvorming = Licht!
Te lage lichtintensiteit geeft smalle, lange bladeren, stengel wordt te
lang , vertraagde bladaanleg = Te losse krop. Vooral naar de winter toe
(daglengte neemt af). Ideale krop is dat bladbreedte ongeveer gelijk is aan
bladlengte. Eind februarie (~520J/cm²/dag) reeds optimale lengte/breedte
verhouding.
Te hoge lichtintensiteit geeft snelle bladaanleg, bladeren die elkaar
verdringen op beperkt stengelvolume (= losse krop).
Te hoge temperatuur: krop sluit niet, te los , geen kropvorming
Te lage temperatuur: verminderde
uitgroei middennerf, aantal bladeren lager
CO2 verhogen: meer bladeren , bredere bladeren
Er zijn 3
groeiperiodes:
1)
Aanloopperiode:
Is de periode waarbij de bladvorm van de 1ste
10-15 bladeren van smal ovaal naar breed rond overgaat
bladvorm van weinig belang, buitenste bladeren
zo goed mogelijk laten uitgroeien, horizontale stand zo veel mogelijk vast
houden: meeste licht onderschepping.
2) Opbouwperiode:
Vorming kropvorming (afhankelijk van CO2
,temperatuur)
3) Afrijpingsperiode:
Sla moet op gewicht komen, belangrijk is dat
de vele blaadjes strekken.
Kasklimaat is verschillend op deze 3 groeiperiodes:
Temperatuur:
Ø aanloop(1) - & afrijpingsperiode (3): temperatuur mag hoog zijn om
groei in het gewas te houden en teeltduur te verkorten.
Ø Opbouwperiode(2): betrokken weer à nacht (5°C)
en dag (10°C) niet er boven.
Bepaalt uitzicht onderzijde:
o
Hoge temp: lange ribben à graterigheid, krop niet goed gesloten, men kan in de krop kijken.
o
Lage temp: bladschijf onderaan moet minstens 5
ribben bevatten.
Luchting:
Knijpen bij scherpe weersomstandigheden. Snel sochtends luchten om de
plant te activeren. Laat de zon zoveel mogelijk de serre opwarmen, minder
stookkosten. Op donkere dagen de temp slechts enkele graden omhoog halen.
Luchtvochigheid:
Bij iedere gietbeurt gaat de RV stijgen bij donkere dagen, er is weinig
transport in de plant omdat er weinig verdamping is. Wat kans op zwart-rot
aantastingen,glazigheid,nerfrand,nerfrot vergroot. Daarom water geven bij
droogzaam weer.
Watergift in de 3
verschillende perioden:
1)
Inwortelperiode
Pot en 1ste steek bodem mogen nooit
uitdrogen.
2)
Doorwortelperiode
Planten strekken, zorgen voor een zo sterk
mogelijk wortelgestel tegen zo scherpe weersomstandigheden. Periode is zon 10
à 20 dagen: watergift frequentie is lager. Zorg ervoor dat de wortels
geactiveerd zijn door ruime luchting en wortels naar water laten te zoeken.
3)
Afkweekperiode
Duurt zon 8-14 dagen; moeilijkste periode,
fout klimaat geeft kwaliteitsproblemen.
Sla verdampt steeds meer vanwege het grotere
bladoppervlakte (in de zomer 4à6L/m²)
Daarom beurtlengte en frequentie opvoeren.
Teleres die graag snelheid hebben luchten later; hogere temperatuur.
Ø Een grote waterbuffer geeft een verhoogde worteldruk à gevolg : glazigheid
Ø Een klein waterbuffer geeft bij verhoogde verdamping à rand.
Ø Door watergift in kleine beurten te geven, maak je minder snel fouten.
Herfst teelt(oogst november december):
Bang voor glazigheid. Korte beurten met extra voeding geven om snelheid
te behouden en snachts niet onder de 6°C gaan.
Wanneer planttemperatuur (etm) in verhouding met lichtintensiteit te hoog
is, verbruikt de plant meer suikers(verhoogde ademhaling). Welke moeilijk bij
aangevuld worden bij weinig licht. Gevolg hiervan is verminderde weerstand,
verhoogde kans op schimmelziektes.
Verluchten vanaf 16°C
De krop wordt in de koude kas tijdens de winter gevormd bij 10 tot 15°C
Als de krop wordt gevormd heeft de plant veel water nodig
Temperatuur/licht à Bij hoge
temperaturen wordt er bij sla geen krop gevormd. De bodemtemperatuur moet
minstens 8°C zijn.
Plantenbescherming:
Grauwe schimmel, rot en bladluizen. Bij vochtig en warm weer bestaat de
kans op valse meeldauw.
Fysiologische
afwijkingen:
Verdamping > wateropname
Slappe blaadjes
Febr-maart: plotse temp stijging met daling
RV, gebrekkige wateropname door hoge EC, lage pH, lage bodemtemp
Droog rand
Rand oudere bladeren een verhoogde bruine rand
of vlekjes.
Geringe verdamping, lage bodemtemperatuur, de
waslaag is dun die de bladeren moet beschermen tegen scherper weer.
Gewoon rand
Op de kropbladeren zelf, onvoldoende
vochtopname,Ca2+ opname daalt, minder goede membraankwaliteit
Maatregelen:
·
Goede doorworteling
·
Stevig gewas, beperkte stikstofgift
·
Verhoogde lucht temperatuur, rustig opstoken
Hard opstoken en veel CO2 verscherpt rand.
Verdamping < wateropname
Glazigheid
Intercellulaire ruimten gevuld met water kan
zowel buiten- als hart bladeren voorkomen. Verdwijnt gemakkelijk op
buitenbladeren maar niet op hart bladeren.
Nerfrand
Glazigheid op randen van de kropbladeren.
Stippelrand
Bruine stippen te zien aan randen van de jonge
bladeren in de volgroeide krop zou komen door kleine druppels melksap die
vooral sochtends aan de onderkant van het blad naar buiten treden als gevolg
van lage nachttemp gevolgd op een broeierige atmosfeer.
Nerfrot
Rode bruine puntjes aan de hoofdnerf
Maatregelen:
·
Actieve verdamping ( licht stoken, voldoende luchten)
·
Bladtemperatuur verhogen bij heldere nachten (tussen
5-8°C snachts)
Factoren die de vochtopname verhogen: Hoge vocht toestand van de bodem, Losse grond,
lage zoutconcentratie
Factoren die de verdamping verlagen; hoge RV, lage bladtemperatuur.
Bijlagen: Sla_algemeen.docx (24.1 KB)
02-11-2012, 21:16 geschreven door Dieter 
|