Als ontwikkeling staat voor steeds meer techniek, steeds meer energie- dus steeds meer van wat we al doen- dan bevinden we ons zonder twijfel op een doodlopende weg.
94-jarige Franse filosoof en schrijver van het cultpamflet Indignez-vous! Stéphane Hessel
Bank failures are caused by depositors who don't deposit enough money to cover losses due to mismanagement."
Amerikaans ex-Republikeins politicus en reactionair Dan Quayle
Er waart een spook door Europa zei de bizarre filosoof Karl Marx ooit. Die zinsnede werd een veel geciteerde en leuk klinkende quote. En een handig middel om dramatische pamfletten mee te beginnen Want er waart nog steeds een spook door Europa. Zo ook door de VS en de rest van de wereld. Met name het spook van het primaat van de economie, de dogmatische overheersing van het verhaal van de economische groei en de noodzaak aan economisch nut van iedere menselijke handeling. Na het primaat van de almachtige God in de Middeleeuwen en de absoluut geloof in de redelijke mens in de Moderne Tijd kampen we nu met een even onterecht primaat van de economie.
Illustratief in deze is de ondertussen beruchte uitspraak Its the economy, stupid! die geopperd werd tijdens de campagne van een populaire Amerikaanse president van de Democraten met stijlvol grijs haar. Hoewel er ondertussen meer dan genoeg wetenschappelijke en filosofischestudies zijn verschenen die vanuit diverse oogpunten ontwikkeling, sociologie en psychologie, politiek, moraal hebben aangetoond dat het verhaal van de economische groei zeker niet het volledige plaatje toont. Dit is ovrigens een wijsheid die al langer aanwezig is dan we op het eerste zicht denken. Ik verwijs hier enkel naar het tweede boekje van Stéphane Hessel in de Indignez-vous-trilogie (deels om de schrijver eer te bewijzen; niet voor niets werd de beweging van de indignados naar zijn pamflet genoemd).
Geleidelijk aan ging men begrijpen en de belangrijkste stap naar dat inzicht was de Parijse conferentie over de minst ontwikkelde landen (1981) dat toename van welzijn, en dan niet noodzakelijk groei in termen van het bruto binnenlands product (BBP), alleen mogelijk is als de bevolking meer dan voor haar materiële, zorg heeft voor haar immateriële ontwikkeling, dat wil zeggen: voor onderwijs, gezondheidszorg, voor bescherming van de eigen cultuur en identiteit. Zoals opgemerkt en beschreven door de ten onrechte vrijwel vergeten Pakistaanse econoom Muhbub ul Haq die, daartoe de Index van Humane Ontwikkeling (IHO) introduceerde.
Inderdaad, de mens is veel meer dan een man machine, een homo economicus en de ontwikkeling van een staat is niet hetzelfde als de economische groei van haar economie. En menselijke ontwikkeling is al zeker niet de optelsom of het gemiddelde van de groeicijfers van alle staten. Hoewel zo goed als iedereen ondertussen weet of intuïtief aanvoelt dat het verhaal van de economische groei problematisch is, blijft het onze wereldpolitiek en de politiek van de natiestaten overheersen.
Ik kan alleen maar aanmoedigen dat een kersverse premier het gaspedaal wil induwen en spreekt over een morele plicht om de nodige maatregelen te nemen om de toekomst van onze kinderen en kleinkinderen veilig te stellen. Maar ik vind dit toch allemaal heel wrang als er enkel een dergelijk theater wordt opgevoerd als het gaat over pensioenen, arbeidsmarkt en andere inderdaad economiegerelateerde themas. Doch, wat dan met het door onze kersverse regering afgesproken afbouwen van alle inspanningen om mondjesmaat over te schakelen op een groenere en minder op verspilling van hulpbronnen gerichte economie? Met als enige verantwoording dat Europa waarvan we weten dat het jammer genoeg vooral een neo-liberale moloch blijft het vraagt om zwaar te besparen.
Ik vind het uiterst zuur dat men spreekt over moraal en de toekomstige generaties een week nadat wederom een klimaatconferentie mislukt is. In België en Europa hebben we het telkens over het beschermen van onze welvaart(staat). Je kan die uitspraak op verschillende manieren interpreteren. Het kan bijvoorbeeld gaan om het behouden en uitbouwen van een streven naar een rechtvaardige verdeling (sociale zekerheid, herverdeling) en een zinvol burgerschap (taxatie, onderwijs, democratisch kiessysteem) gekaderd in een veranderende wereld. Maar dan kan het ook gaan om verkrampt nationalisme en het sluiten van grenzen, streven naar een status quo en het fixeren op economisch groei zonder oog voor de onrechtvaardigheden waarop onze welvaart gebouwd is.En ik vrees dat het vooral om deze tweede optie gaat.
Het grootste probleem van onze westerse wereld is volgens mij de afrekening met iedere vorm van echt vooruitgangsgeloof als zijnde naïef, kinderlijk en linkse dweperij. Liever sluiten we ons op in onze eigen wereld en sluiten we onze ogen want informatie is er steeds meer om zo te evolueren naar wat Friedrich Nietzsche de laatste mens noemde: een mens die tevreden is als hij genoeg verdient om zijn woning, dog-food, sinterklaascadeaus voor de kinderen en auto te betalen en zich des avonds in de zetel neerprakt voor TV of een andere lichtbak met liefst zoveel mogelijk gezoet en gezout voedsel.
Erger nog, niet alleen is het vooruitgangsgeloof in een ernstige crisis verwikkeld de prachtige serie De weg naar het Avondland van Jan Leyers was wat mij betreft een goede ondersteuning van deze stelling ook de opwaartse beweging van menselijke ontwikkeling zelf dreigt stil te vallen. En het ging al zo traag. Weinig vrolijk word ik van de verwachting dat een terugval van de vooruitgang in de zin van ontwikkeling weinig goed zal doen aan het herstel van het geloof in de menselijke vooruitgang.
In Knack MO* van december 2011 lezen we dat de mondiale ongelijkheid de voorbije decennia sterk is afgenomen en dat de mate van menselijke ontwikkeling in dezelfde periode sterk is toegenomen. Deze vooruitgang kan echter afgeremd of zelfs omgekeerd worden als er niet dringend en ingrijpend gereageerd wordt op de klimaatverandering die in de armste landen al een voelbare impact heeft. Bij een realistisch scenario van een verdere toename van ecologische rampen zoals overdreven gebruik van fossiele brandstoffen, dalende watertafels, smeltende gletsjers, voortschrijdende ontbossing en verschraling van de bodem, dramatische achteruitgang van de biodiversiteit, vaker voorkomen van extreme weersfenomenen, pieken van olie- en gaswinning, toename van civiele onrust, zou de menselijke ontwikkeling in het grootste deel van de wereld nauwelijks nog vooruitgang maken tegen 2050. Alleen de rijkste landen zouden dan nog vooruitgaan. Deze boodschap komt uit het Rapport over Menselijke Ontwikkeling 2011 van het Verenigde Naties Ontwikkelings Programma (UNDP).
En dan vragen mensen zich af hoe het komt dat we beland zijn in een paradoxale wereld waar tegelijkertijd techniek en wetenschap er blijven op vooruit gaan; we onze welvaart ten alle prijs willen behouden en altruïsme volledig gecommercialiseerd lijkt; we ons steeds meer bewust worden van onrechtvaardigheden; de meest macabere en onthullende informatie beschikbaar wordt voor ieder met toegang tot het wereldwijde web; bankiers en politici van hun voetstuk vallen en vervangen worden door andere economen en zogenaamde technocraten; mensen geobjectiveerd worden aan de hand van hun job en relatiestatus; vriendschap handelswaar geworden lijkt etc. Kortom een heel complexe, veeleisende, zwaar om dragen wereld waar economie alle andere domeinen van het leven gaan overheersen is, een wereld van markt en strijd, een wereld waarin het moeilijker is om het gevoel te hebben het goede te doen indien men er niet voor kiest zichzelf te begraven in werk en hobbys.
"It's a lot
quieter on the way down than the journey up. No one wants you around when you've
got nothing left. I wanted out so badly but I couldn't just walk away with
nothing"
Writers block ten gevolge van herhaaldelijke pesterijen van de schepper.
"Today we are raised with the notion that to be secure is to be financially autonomous. Amassing wealth is viewed as the primary rite of passage to a secure, autonomous existence."
Econoom Jeremy Rifkin
Roland Duchatelet, naar verluid een Mei Achtenzestiger, heeft voetbalclub Standard de Liège opgekocht voor 41 miljoen euro. Dit is het beste wat het Belgisch voetbal kon overkomen! Want zoals iedere serieuze mens weet is voetbal een groteske uitvergroting van de menselijke maatschappij. Maatschappij, en dus bij uitstek de voetbalwereld, worden geregeerd door geld, money, argent. Een voetbalclub is een fabriek als een ander. Geld maakt geld en deze kapitalistische wet geldt des te meer voor de voetbalwereld. Er is maar één tegenkracht tegen deze wet: domheid. Sommige voetbalclubs slagen er ondanks massale financiering toch niet in om hun plaats onder de sterren te verwerven. Voorbeelden zijn Manchester City - waar zowat de hele Arabische wereld zijn oliegeld parkeert en de wegens corruptie uit zijn land verdreven ex-premier van Thailand zijn oude dag slijt - RSC Anderlecht en Lierse SK. Bij Royal Sporting Club Anderlecht staat momenteel Herman Van Holsbeeck aan het roer. Deze ideale schoonzoon slaagde er eerder in FC Brussels en Lierse SK op de klippen te laten lopen en is nu zeer goed op weg hetzelfde te realiseren bij de meest succesvolle club van het land. Lierse SK tenslotte wist na de passage van Herman Vanholsbeeck, Zhe Yun Yé, Zéyun Jé, Tsjoe En Lai en andere excentriekelingen uit de onderwereld weliswaar terug op te klimmen naar de hoogste afdeling van ons nationaal voetbal, maar dit was alleen maar mogelijk door de mysterieuze komst van de Egyptische messias Wadi Maged Sami Degla die het geld als manna uit de hemel deed vallen. Het bestuur van Lierse SK doet er naar goede Lierse traditie nog steeds alle moeite om zo weinig mogelijk resultaten te boeken met zoveel mogelijk geld. Het publiek van Lierse SK bestaat dezer dagen bijgevolg dan ook alleen maar uit sadomasochisten.
Maar, we wijken af. Roland Duchatelet als grote baas van Standard is dus het beste wat het Belgisch voetbal kan overkomen. Immers, Duchatelet heeft poen te over. Als zelfverklaard kenner van de voetbalwereld heb ik een gouden raad voor Roland. Verkoop deze zomer nog de drie beste spelers van Standard (Bolat, Witsel, Defour) voor een totaal van minstens veertig miljoen euro en koop voor een klein deel van dit bedrag een twintigtal Brazilianen van achttien jaar. Gegarandeerd dat er over drie, vier jaar minstens vijf van hen nieuwe Romarios en Ronaldos blijken te zijn die voor een veelvoud van het aankoopbedrag gesleten kunnen worden aan Duitse en Engelse middenmoters. Zo verwerft u wederom een gigantisch budget om niet alleen de beste spelers uit de Belgische competitie te kopen, maar ook- om Club Brugge definitief uit te tellen heel Zweden en Noorwegen op te kopen en weer een nieuwe lading Braziliaanse hangjongeren aan te kopen. Ditmaal geen twintig, maar zestig, waarvan het overgrote merendeel bij de ondertussen opgekochte satellietclubs in binnen- en buitenland gestald kunnen worden. Mensenhandel zegt gij? Neen, dwaas, filantropie! Niet alleen krijgen deze jeugdige Brazilianen een unieke kans om te ontsnappen aan ondervoeding, ongewenst ouderschap en een gewelddadige dood in een vuurgevecht met de politie van Rio de Janeiro, ook leren wij deze uitverkorenen de fijne gewoontes van onze Westerse maatschappij: Maes Pils, friet stoofvlees, I-pads en modebewustheid. Na een culturele en morele beschaving in de westerse wereld zullen onze Braziliaanse vrienden als miljonairs terugkeren naar hun land om daar hun kapitaal te investeren in de plaatselijke economie en de opgedane beschaving te gaan verspreiden.
Ik geef het op een blaadje, als Roland Duchatelet mijn raad opvolgt en betere bestuurders zoekt dan RSC Anderlecht en Lierse SK en zijn geld wat laat rollen, ligt het Belgisch voetbal binnen de kortste keren aan zijn voeten. Duchatelet zal de Belgische voetbalbond en de profliga in zijn achterzak hebben en als een Romeinse keizer verdelen en heersen. En kijk, wie had het ooit nog durven hopen, Belgische clubs zullen terug meespelen in de UEFA Champions League! Het Bruto Nationaal Geluk van België zal plots tot ongekende hoogten stijgen.
En dan, dan komt misschien ooit eens een moment dat Roland Duchatelet beseft dat er belangrijker problemen in deze wereld zijn dan de lamentabele toestand van het Belgische voetbal en beslist om zijn kapitaal en tijd voor andere doeleinden te gebruiken. Misschien kan Duchatelet dan eindelijk eens bewijzen dat hij echt een serious man is en zijn geld eens nuttig gaan besteden. De tijd dat we mei 1968ers nodig hebben is voorbij. We hebben mei 2068ers nodig, willen we in 2068 nog voetbal kunnen zien op onze plasma-TVs. Al moeten we niet te veel hoop koesteren op een dergelijke aha-erlebnis : Roland heeft reeds zes kinderen geproduceerd.
Neen, het gaat hier niet om Willy Wartaal, P. Fabergé, Vieze Fur en Bas Bron die Louis Tobback, oudgediende van onze tot op heden grootste linkse partij in Vlaanderen, op de korrel nemen in één van hun nummers. Al is de vers deze donkere jongen komt zo hard dat je au zegt wel toepasselijk op de hele hetze die de gebruinde börger van Leuven onlangs ontketende met een opinie in De Morgen.[1]Vele jongeren reageerden verontwaardigd en er werd een debat tussen enerzijds Tobback en anderzijds een zaal vol zelfverklaarde geëngageerde of twijfelende jongeren georganiseerd, waarbij vooral de autoritaire stijl van Tobback een echt dialectisch proces ondermijnde. Jammer.
Persoonlijk kan ik mij zeker vinden in het discours van Tobback. Zo geeft hij bijvoorbeeld ook toe dat de generatie die de jongeren van nu ook wel de jeugd van tegenwoordig heeft opgevoed in feite de schuldige is voor een vermeend gebrek aan (politiek) engagement. Mijn grootste bedenking is echter dat Tobback teveel de nadruk legt op het bestaande partijpolitieke landschap. Nationale politiek is niet meer sexy. De jongeren van nu zijn opgegroeid met globalisering; het nationale is minder relevant en door het feit dat wereldwijd politieke structuren nog niet aangepast zijn aan de economische en mentale vernieuwingen wordt de kloof tussen politiek en (nieuwe) burger versterkt en ontstaan wereldwijd de grootste problemen. In een land als België met zijn eigen absurde, frustrerende politieke beslommeringen is onzekerheid nog meer troef.
Maar inderdaad, ook ik stoor mij vaak aan het genoemde gebrek aan engagement, als we er dan toch een naam op moeten plakken. Onlangs postte een kameraad een filmpje van een half uur op Facebook waarin Jeremy Rifkin op ontluisterende wijze de vinger op de wonde legde en zelfs zijn eigen visie op de aanpak van de problemen poneerde.[2] Tot op heden kreeg deze uiterst interessante video geen enkele reactie. Nihil interest? Nihillisme? Niet flitsend genoeg? Te confronterend? Vlaamse jongeren zijn ook meer geïnteresseerd in Lady Gaga en Rihanna dan in Batman en Watchmen; Wim De Vilder sluit het journaal af met heuglijk nieuws: de geboorte van weeral een vermenselijkt dier in gevangenschap, en wederom ging het om een olifant; alsof Kai Mook nog niet genoeg was - Octopus Paul, dat was er tenminste nog zo ver over dat het grappig was; kookzenders worden opgericht; Kim Clijsters voedert haar kind jodium in de yoghurt en ondertussen hyperventileren we over EHEC (Abraham Ehec! Tuizentfloot?); Titus Livius, dat was een serieuze mens, die stelde dat het Romeinse rijk begon te tanen zodra koks belangrijker werden dan politici. Daar zit verdorie een groot deel waarheid in. Soit, om een mening te vormen over onze problemen, en zijt verdammt maar zeker dat er problemen zijn zo gij wilt zal ik u wel een lijstje opstellen, met grappige smileys om het geheel toch nog luchtig te houden, om een mening te vormen moet men zich natuurlijk eerst wel willen en durven informeren.
En daar komen we terug bij onze oude socialist. Is onderwijs niet jarenlang het werkterrein van volksverheffende socialisten geweest? Waarom kost het ons zoveel moeite om ons onderwijs te hervormen om enerzijds onze economie te wapenen voor de toekomst en anderzijds kritische burgers met een open geest te vormen? De kleine De Gucht moest onlangs al hemel en aarde bewegen om hopelijk ooit eens te beginnen met het geleidelijk aan vervangen van de gortdroge nutteloze godsdienstlessen tot meer filosofisch getinte lessen. Aan de superieure positie van de monotheïstische godsdiensten mag niet getart worden, blijkt iedere dag.
Nu: enkele interessante fragmenten uit het beruchte debat tussen jongeren en Louis dat naar aanleiding van de opinie in De Morgen werd georganiseerd:
-"Dat men niet meer gelooft in vooruitgang is ten onrechte. Ons probleem in het Westen is een probleem van omgekeerde herverdeling. De rijken worden steeds rijker gemaakt en de armen steeds armer. Een Belgische, Vlaamse partij kan dat niet tegenhouden. Die machteloosheid wordt gevoeld in de politiek. Eclecticisme is bovendien de decadentie van iedere kunstvorm." Applaus uit de zaal. Samyn: "Moeten jongeren zich dan bekennen tot een ideologie?" Tobback: "Zonder basis, noem het dan geen ideologie, ga je geen oplossingen bedenken. De Franse revolutie is verzand in het Bonapartisme. Een ideologie geeft dus ook niet altijd een goede oplossing."
-Vraag vanachter uit de zaal: "De politiek is geëvolueerd. Niemand is groen of blauw of rood. Ze willen zich niet binden aan een partij. Jongeren kopen daarom geen partijkaart meer. Dat beperkt je keuze enorm en die vrijheid willen we niet opgeven. Als je er dan toch instapt, hebben ze het gevoel niks te kunnen bereiken door de impasse." Tobback knikt. "Als ik kort moet antwoorden: je hebt gelijk. Je hebt zodanig gelijk, dat we niet meer geloven in vooruitgang. Wij geloofden daar wel in. Wij leefden in de overtuiging dat het morgen beter zou gaan."
Het conflict tussen de jongeren en Louis Tobback is volgens mij terug te voeren tot éénzelfde gevoel van machteloosheid, van worsteling met een veranderde en veranderende wereld. Dat Louis Tobback soms wat teveel blijft denken in nationale of Europese kaders kunnen we hem eigenlijk niet kwalijk nemen; de mens heeft heel zijn leven in die context gewerkt. Of nee, ik vergis mij. Koos Tobback er al niet snel voor om de nationale politiek vaarwel te zeggen om op tijd en stond vanuit zijn burcht in Leuven kritiek te leveren op nationale politici? Leuven mag dan misschien wel beter bestuurd worden dan vele andere gemeenten en de kritiek van Tobback op de nationale ontwikkelingen mag dan wel vaak zeer correct zijn, ze blijft echter ook voor een deel minder legitiem en op zijn minst wrang door eigen vlucht van Louis uit de nationale politiek.
Voor de kritiek van Tobback op de jongeren geldt eenzelfde dubbel gevoel. 90% van het discours van Tobback is naar mijn mening correct. Jammer genoeg wordt de legitimiteit van Tobback hier ook weer ondergraven. Tobback lijkt te focussen op de toestand in België, wat op zich al een zeer beperkt werkveld is. Het is ook de generatie van Tobback die de institutionele problemen waarmee België nu te kampen heeft, heeft gecreëerd. Eerst de CVP met zijn grote staatsmannen waarmee Tobback en Willy Claes zich blijkbaar graag laten associëren, later met de paarse regeringen waarvan de Spa dus deel uitmaakte.
Men moet niet verbaasd zijn dat jongeren liever voor Groen! kiezen dan voor de SPa medunkt. Groen! heeft een duidelijker visie op de globalisering en slaagt er voorlopig in haar standpunten aangaande sociale kwesties beter over te brengen dan Spa doordat ze veel minder geassocieerd wordt met verouderd syndicalisme, het verleden en verkeerde boegbeelden. De openbare afkeer van de boegbeelden van de Spa van Groen!, Pvda en recent ook Erik de Bruyn doet het imago van de Spa bij de links-georiënteerde kiezer absoluut geen goed. En net zoals in andere Europese landen heeft links jammer genoeg een zeer gebrekkig antwoord op rechts populisme.
Louis Tobback is terecht gefrustreerd. En zolang hij er geen partijkaarten van de Spa bijsleurt, ben ik grotendeels akkoord met zijn opinie die zeker geen afrekening met de jeugd is. Wel had hij wat meer mogen benadrukken dat engagement en burgerplicht een probleem was van zijn generatie én een probleem van onze generatie. Dat Tobback in de eerste plaats naar jongeren kijkt om met oplossingen te komen is logisch, maar ontslaat ouderen niet van hun plichten. Verwarde jongeren reageren verbaasd en boos omdat ze zich al snel geviseerd voelen. De wel zeer autoritaire debatstijl van Tobback brengt bovendien zeer weinig zoden aan de dijk zodat jammer genoeg onmin lijkt te overheersen en er vooral verder aangemodderd dreigt te worden. De hele hetze toont vooral nog eens aan dat optimism a moral duty is. Nu veel meer dan vroeger. Over het algemene probleem van politiek engagement en de gevolgen daarvan volgende keer meer, met een originele historische inkijk. Bis nächsten.
Omdat het iedereen vrij staat zijn gedacht te vormen over de aaneenschakeling van historische feiten en de samenhang ervan; omdat zoveel zaken relevant kunnen zijn in deze tijden van formatie (what's in a name?); omdat de moeite doen eens van perspectief te veranderen nieuwe inzichten kan opleveren en vooral omdat ik genoten heb van de gastcolumn van Marc Vanfraechem in Knack van 20-04-2011, deze leuk gekozen citaten uit de verzenbundel Van Willem III tot Willem III, het derde deel van de Rijmkroniek des Vaderlands van Jean-Pierre Rawie en Driek Van Wissen (Nederlanders dus).
... in Brussel liep het schorem na het horen van een opera (waarin opstandig zaad gezaaid en luidkeels oproer werd gekraaid) zomaar de straat op. En het tuig ging met gesakker en gejuich zich aan misplaatst geweld te buiten: gestenigd sneuvelden de ruiten...
Over de interventie van de Franse Roi Louis-Philippe:
Hij wilde tussenbeide komen en koos als Fransman arrogant de Belgische verkeerde kant. Zo raakten wij, de prins ten spijt, de helft van onze natie kwijt en stortte buitenlandse druk de Belgen in het ongeluk, want tot op heden zitten die nog met de Duitse dynastie von Sachsen-Coburg opgescheept waarmee geen enkele Belg echt dweept, er eventjes van uitgegaan dat echte Belgen echt bestaan...
...
Toch werd het Zuiden zonder reden wreed van het noorden qfgesneden, maar niet het snijden deed zo'n pijn als wel het afgesneden zijn
Weet je ook dat je vurige wensen slechts dan in vervulling kunnen gaan, wanneer het je lukt, liefde en begrip voor mens, dier, plant en sterren te verwerven, wanneer iedere vreugde jouw vreugde en iedere smart jouw smart zal zijn? Open je ogen, je hart en je handen en vermijd het gif dat je voorvaderen gretig uit de geschiedenis gezogen hebben. Dan zal de aarde je vaderland zijn en al je scheppen en werken zal zegen schenken.
Albert Einstein
Geruchten kwamen mij ter ore over frontale aanvallen op de filosofie. Filosofie zou zinloos zijn, filosofen zouden krankzinnigen zijn die onbegrijpelijke boeken schrijven waar niemand iets aan heeft. Het bestuderen wat filosofen vroeger en nu gezegd hebben zou uitermate zinloos zijn en er zou geen enkele maatschappelijke relevantie zijn voor de filosofie. Wetenschap zou zinvol zijn; filosofie zinledig.
Ik voel mij verplicht om op dergelijke onzin te reageren. Het is inderdaad zo dat vele filosofen op het einde van hun leven effectief krankzinnig geworden zijn, nadat zij een blik hadden geworpen op wat dan de waarheid of de werkelijkheid genoemd wordt. Dit is eigenlijk niet onlogisch. Wie zou er niet anders tegenover het leven staan, wanneer hij bij iedere ervaring onmiddellijk de link legt met de chemische processen, fysica, statistiek, moleculen en evolutionaire principes die de ervaring verklaren. Vergelijk het eventueel met het existentiële moment van cylon Roy Batty op het einde van de film Blade Runner. Het menselijk brein is waarschijnlijk niet sterk genoeg om alle kennis die we nu aan het verwerven zijn te verwerken.
Om aan te tonen dat filosofie wel degelijk zinvol is en zeer belangrijk ga ik alvast van start met de ontmaskering van de wetenschap als absoluut zinvol en goed alternatief. Ik citeer onze goede vriend Etienne Vermeersch: Een door wetenschap gestuurde technologie verschaft in veel gevallen de efficiënte middelen om bepaalde doelen te bereiken, maar dat betekent niet dat een voortdurende uitbreiding van het middelenarsenaal zelf een legitiem, een goed doel zou zijn. Wetenschap is al lang niet meer een activiteit van een vrijblijvend intellect: evolutie en gebruik ervan worden mede bepaald via de nood aan fondsen door politieke, militaire en industriële belangen en die vallen niet altijd samen met het welzijn van de totale mensheid. [ ] Vooruitgang van wetenschap en techniek bieden geen intrinsieke garantie voor redelijkheid en menselijkheid. Dat leidt tevens tot de eis iedere stap op zijn eigen waarde te toetsen en criteria voor het sturen van de ontwikkeling uit te denken. The devils doctrine, what can be done, must be done, heeft afgedaan.[1] Vermeersch pleit er terecgt voor af te stappen van het naieve idee dat nieuwe vondsten alleen nadelig kunnen uitvallen als ze door boosaardige mensen worden misbruikt. De wereld is geen zwart-wit Disney film. Verder kunnen we onder andere pleiten voor een sterkere globale monitoring van de wetenschap als tegengewicht aan de kapitalistische en eventueel irrationele (nationalistische en religieuze) structuren die de wetenschap kunnen corrumperen of levensbedreigend maken.
Er is dus een tegengewicht nodig voor de ontwikkeling wetenschap ingebed in het kapitalisme. Dit tegengewicht moet geboden worden door enerzijds de politiek die op lange termijn moet denken en verantwoordelijk is voor het beleid en anderzijds een maatschappij van kritische denkers met de filosoof in de voorhoede. Filosofie is niet louter de zoektocht naar de waarheid en godzijdank niet langer het proberen bewijzen van het bestaan God, wat volgens de filosofische methode trouwens fundamenteel fout is want een middel-doel omkering![2]
De filosoof dient de onderlinge relaties tussen wetenschap, maatschappij en politiek kritisch te beschouwen. Zo nodig, dient ethiek toegepast te worden. In deze morele opdracht van de maatschappij en in de eerste plaats de filosoof schuilt bijgevolg ook het nut van de filosofie, voor diegenen die willen spreken over nuttigheid.
Immers, als het verleden maar één iets bewijst, is het dat de wetenschap, de politiek, de heersende tijdsgeest aan de leiband moet gehouden worden. De filosofische methode van permanente kritische benadering, out-of-the-box thinking vertrekkende vanuit de fundamentele onzekerheid, dient een rol te vervullen van een goede vader, een kritische observator die discussies opentrekt en de algemeen aanvaarde Zeitgeist in vraag durft te stellen. De filosoof stelt zich altijd vragen als: zijn we goed bezig? Wat kan beter? Wat is goed? Wat zijn de alternatieven? Hoe verhouden we ons nu tegenover het verleden? Tegenover de toekomst? Ook filosofen die zich schijnbaar volledig hebben losgekoppeld van de maatschappij en in schijnbaar onbegrijpelijke taal op zoek zijn naar de waarheid dragen aan dit permanente nuttige proces bij, ook al sijpelen de resultaten soms pas vele jaren later door. Er is een constante wisselwerking tussen de filosofie en de Zeitgeist. Want stellen dat de filosofie zich onafhankelijk ontwikkelt van de maatschappij is natuurlijk ook volledig fout. Een zeer ruime blik op degeschiedenis van de filosofie bevestigt dit duidelijk.
Het feit dat de filosofie door velen als zinloos en elitair beschouwd wordt is vermoedelijk enerzijds te wijten aan het gedrag van de filosofen zelf, die vaak weigeren om hun denken te populariseren. Anderzijds is er ons onderwijssysteem dat veel te weinig de filosofische methode aanleert en er dus niet voldoende in slaagt om kritische burgers te creëren. In hoeverre overheden deze taak bewust verwaarlozen is natuurlijk voer voor speculatie en dit moet eveneens kritisch bekeken worden door die burgers die dankzij de filosofische methode kritisch staan tegenover het politieke bestel (de cirkel is rond!).
Ons onderwijs is vooral gericht op het memoriseren van kennis gericht op de nationale economie; we stoppen de geesten van onze kinderen liever vol dan open geesten te vormen. Volgens Frank Vandenbroucke draagt ons onderwijssysteem hierdoor zelfs bij tot de creatie van een ongelijke maatschappij, waardoor ons sociaal stelsel nog meer moet gaan corrigeren.[3] Liberaal Guy Verhofstadt wilde het onderwijs zelfs gebruiken om via geschiedenisonderwijs het geheugen van de burgers te kneden naar een bepaalde ideologie en waardensysteem. Hij legde de link tussen kennis en ethiek en tussen historisch besef en waarden zoals tolerantie en democratie naar aanleiding van een anti-semitische aanslag in de jaren negentig. Met dergelijke redeneringen komen we al weer snel terecht bij het vullen van geesten in plaats van het openstellen van geesten. De filosoof moet er dus weer over waken dat de politieke elites die het onderwijs organiseren één bepaald verleden niet als hét verleden gaan aanleren en er één bepaald waardenpatroon aan gaan verbinden. Want dit maakt het verleden en het onderwijs wel erg politiek bruikbaar. The past is not what it was. Het onderwijs moet dus de historische methode en de filosofische methode aanleren in plaats van absolute waarden te propageren. Ook omdat het onderwijs volgens pedagogen louter de taak heeft de kritische reflectie over maatschappij en waarden te voeden.[4]
En misschien is het wel het gebrek aan kritische vorming in het onderwijs in het westen - zullen we maar zwijgen over kritische vorming in het onderwijs in religieuze staten, China en landen waar nationalisme hoog in het vaandel gedragen wordt? wel een reden voor het veel te traag doorsijpelen van de onmiddelijke noodzaak aan een fundamentele reorganisatie van maatschappij, economie en politiek. En dan heb ik het over de dubbelkoppige draak van de globale ongelijkheid en het ecologische probleem van vervuiling, uitputting van grondstoffen en vernietiging van het leefmilieu. De relevantie en het nut van de filosofie wordt in bijzondere mate aangetoond door het probleem van het overleven van de mensheid. Het is de taak van de filosoof, zich beroepend op ethiek, om hand in hand met de wetenschap via de burgers overheden overal ter wereld op hun verantwoordelijkheid te wijzen wat betreft onze toekomst.
Wie de noodzaak van een globaal-ethische paradigmaverandering niet aanvaard, ik noem dit wel eens het invoeren van een neo-communisme, zich hiertegen verzet en dit rechtvaardigt door middel van macchiavellisme of nihillisme en toch kinderen op de wereld zet, is een slecht mens.[5] Het is in de eerste plaats aan moraalfilosofen om dit duidelijk te maken. Het nut van de filosoof heeft men altijd gevonden in het moreel redden van de mensheid, tegenwoordig vindt men het ook in het fysiek redden van de mensheid.
De moraalfilosofie moet ons dwingen de liefde van de ouder voor zijn kind toe te passen op de gehele mensheid. Wie de achterkleinkinderen van zijn achterkleinkinderen een leven ontzegt, geeft toe zich enkel voort te planten vanuit hedonistisch motief.
Zijn ze niet lief, die kleine ukken?
[1] Zie: VERMEERSCH E., De ogen van de panda. Een kwarteeuw later, Houtekiet, 2010.
[2] De filosofie mag zich nooit laten knechten door (bij)geloof. Filosofie wordt dan niet alleen zinloos, maar eventueel ook gevaarlijk. Niet vertrekkend vanuit een open geest en de filosofische onzekerheid, maar vanuit godsdienstige dogmas is immers de omgekeerde wereld. Men kan natuurlijk stellen dat een geest NOOIT volledig open is, maar vertrekken vanuit een dogma zoals het aanvaarden van een almachtige, alwetende en algoede God ligt alvast volledig dwars tegenover de poging tot open geest omdat het van in het begin alle denkkaders sterk begrenst.
[3] Kritische bemerking hierbij is wel dat de partij van Vandenbroucke zelf al vele jaren een grote verantwoordelijkheid hierin draagt, onder meer door verschillende onderwijs-ministerposten te bekleden.
[4] Zie: REYNEBEAU, M., Het nut van het verleden, Lannoo, 2006.
[5] Geldt onwetendheid als alibi in ethische kwesties?
It makes me sick what is happening the last days! We have learned nothing from the past, nothing at all!
Neo-liberaal en mislukt Belgisch premier Guy Verhofstadt
Who remembers the Armenians?
Nationaal-socialist en mislukt Oostenrijks kunstschilder Adolf Hitler
In een betere wereld worden megalomane en wreedaardige gekken als Moe-ammar al-Khaddafi door de internationale gemeenschap snel en efficiënt tot de orde geroepen. Dit gebeurt vanuit ethisch oogpunt én vanuit praktisch oogpunt. Khaddafi tot de orde roepen is een duidelijk signaal aan alle andere dictators die zonder scrupules hun eigen bevolking uitmoorden (Jemen, Saudi-Arabië, Bahrein zijn nu actueel). Die internationale gemeenschap hoeft niet noodzakelijk gebaseerd te zijn op een permanente globale structuur (wat de VN zou kunnen zijn, indien ze veel meer macht en bevoegdheden had), maar kan evengoed handelen vanuit een ad hoc verbond van vrije staten. In een betere wereld spreken we natuurlijk niet alleen over vrije, maar ook over gelijke staten, maar dit terzijde. De internationale gemeenschap is ondertussen al rijkelijk laat met het instellen van de zogenaamde no-fly zone boven de bewoonde Libische kust, maar we moeten voorlopig tevreden zijn indien men nu ook echt doet wat men belooft en de militaire consequenties erbij neemt. Echter, hoe trager en hoe minder eenduidig men handelt, hoe groter de kans dat de uiteindelijke acties verschillen van hetgeen ik hier schets en de oorspronkelijke bedoelingen. Dit zou dan vooral ten koste gaan van a) de staten die wel actief deelnemen b) de Libische bevolking c) de internationale gemeenschap d) de toekomst van de mensheid. Want hoe men het ook draait of keert, uiteindelijk zullen we toch tot veel betere, grotere en sterkere regionale en globale samenwerking moeten komen en ons moeten losmaken van de overheersend machiavellistisch geïnspireerde overheden die op lange termijn mensen overal ter wereld alleen maar angst aanjagen, xenofobie indoctrineren, het kapitalisme uiterst inefficiënt reguleren en niets maar dan ook niets veranderen aan globale ontwrichte structuren. Het cynisch laten primeren van de eigen welvaart en staat zonder oog voor alternatieven overal ter wereld, zorgt er alleen maar meer voor dat dictators hun gang kunnen blijven gaan, global warming niet aangepakt kan worden en wij onze planeet stilaan beletten om zichzelf nog te herstellen van onze bebouwing, vergiftiging, modificering en bewerking.
Een peiling op de vrt-redactie nieuwssite toont dat driekwart van de deelnemende burgers voorstander is van het inzetten van Belgische middelen en mankracht in de militaire actie jegens Khaddafi. Persoonlijk ben ik de mening toegedaan dat de tegenstanders van een no-fly zone, omwille van de hierboven geschetste opvattingen, ofwel een verkeerd beeld hebben van de wereld, ofwel al te cynisch zijn en het constructieve pessimisme ver voorbij zijn, ofwel een omelet willen maken zonder eieren te breken. Ik verduidelijk eerst de stelling van de omelet. Sommigen willen op alle momenten in de menselijke geschiedenis geweld en de intentie van eventueel geweld volledig bannen. Dit lijkt medunkt sterk op de hippie-gedachte dat de wereld een betere plaats wordt door muziek te luisteren en high te worden. Het zijn enkel militaire interventies in Libië zoals men die voor ogen heeft en humanitaire missies die onze defensiebudgetten rechtvaardigen op deze moment in de geschiedenis. In een beschaafde wereld is defensie gericht op de wereld en niet op de eigen natiestaat. Laat die term landsverdediging toch vallen, we leven niet meer in de Middeleeuwen (hoewel we nog wel koningshuizen en een pauselijke staat hebben ). Ik hoorde ook de mening van de voorzitter van vzw vrede en de befaamde Amerikaanse denker Noam Chomsky. Beiden zijn tegenstander van een interventie in Libië. Beiden gaan ervan uit dat de interventie vooral ingegeven is door economische motieven. U kent het wel: olie, gas, geostrategische motieven, Vzw Vrede maakte hierbij graag de vergelijking met Irak en Afghanistan. Als voorzitter van een dergelijke organisatie zou men beter moeten weten. Irak was volgens het internationaal recht een volstrekt illegale oorlog en het initiatief van twee politieke leiders G. Bush Jr en Tony Blair - die bijna even gek en megalomaan (al dan niet in grote mate onder invloed van religie en neo-liberalisme) waren als onze vriend Moe-ammar. De schade die de Irak-oorlog de mensheid heeft toegebracht is niet te overzien. Obama probeert nog altijd puin te ruimen. Over Afghanistan daarentegen valt nog eeuwen te discussiëren. Feit is dat deze (bevrijdings)oorlog wel gestart is met instemming van de internationale gemeeschap, maar dat we daar nog steeds in een enorm wespennest zitten omwille zeer diverse redenen waarvan een al te militaire aanpak en een totaal gebrek aan kennis onder de Bush-administratie een belangrijke is. Niets doen, waar cynische macchiavellisten én sommige vredesactivisten voorstander van blijken te zijn lijdt volgens mij tot niets, alleen maar tot een achteruitgang in de geschiedenis van de mensheid. Het westen dient een signaal te geven aan de wereld dat het de sociale en democratische eisen van de mensen in het Midden-Oosten omarmt. De vooral in het Herentalse zeer invloedrijke alternatieve denkers van Funeral Dress stellen: We zijn één familie, we moeten aan één zeel trekken! We moeten zelfs durven erkennen dat de islam op deze moment een positieve invloed kan hebben in deze bevrijdingsbewegingen, al moet op lange termijn een wereld zonder de huidige vormen van bijgeloof-religies evenwel het streefdoel blijven.
We moeten ons bovendien afvragen of het wel ethisch is om de Libische opstandelingen op deze moment in de steek te laten na de vele signalen van de voorbije weken (dagvaarding Internationaal Strafhof, verklaringen VN, EU en belangrijke politieke leiders). Het antwoord is volmondig nee. Wat hebben we uiteindelijk meer nodig dan de expliciete vraag om een no-fly zone vanwege de Arabische Liga? Het is niet meer dan normaal dat de internationale gemeenschap uiteindelijk dan toch beslist heeft om deze no-fly zone in te stellen. Na alle signalen van de voorbije weken zou het werkelijk schandalig en effenaf schandalig geweest zijn om de Libiërs nu te laten stikken. Want eerst mensen op basis van grote idealen en internationaal recht warm maken voor een rechtvaardige revolutie om ze dan vervolgens te laten koken in eigen sap, zou de internationale gemeenschap mee verantwoordelijk gemaakt hebben voor het bloedbad dat Khaddafi nu al aan het aanrichten is in en rond Tripoli.
Tegenstanders van een no-fly zone smeren onze westerse praatbarak blijkbaar liever met het bloed van de moedigste Libiërs. Niet optreden impliceert een politicide zonder weerga in Libië, en voor die politicide is het westen dan voor een groot deel verantwoordelijk.
Waarschijnlijk is het ook een feit dat de relatieve traagheid van de internationale gemeenschap inzake de Libische opstand al vele mensenlevens gekost heeft, maar zoals eerder al gesteld mist de internationale gemeenschap op dit punt in de geschiedenis nog macht en efficiëntie omdat het nut van globale samenwerking nog altijd niet algemeen doorgedrongen is. De dreigende nucleaire Apocalyps in Japan nochtans de derde grootste economie ter wereld drukt ons nochtans wederom met de neus op de feiten. Zonder globale aanpak van de belangrijkste problemen en uitdagingen krijgt niemand er greep op. Nationale overheden zijn nu eenmaal zo verweven met de economische wereld en geïndoctrineerd door de wedloop van economische groei en internationale concurrentie dat ze er bijvoorbeeld niet in slagen om iets dat bij fout beheer de potentie heeft om de hele aardbol te vernietigen, zoals kernenergie, verantwoordelijk te beheren.
Of we eerst een nucleaire Holocaust of een andere Apocalyps zullen moeten meemaken voor de mensheid de nood aan globale samenwerking zal inzien is mijns inziens een van de fundamentele vragen van de hedendaagse filosofie.
Een mensheid die niet kan liefhebben, verdient het niet te overleven.
Schrijver Michel Houellebecq
Quid NVA?
Politicus en zakenman Jean-Luc Dehaene
Alle respect voor de betogers van vorige week zondag in Brussel die vanuit een oprechte bezorgdheid om het gedrag van onze politieke klasse een signaal wensten te geven. Zelf werd ik echter (te) weinig warm van het initiatief. Ik kan ernaast zitten, maar naar mijn mening ging het bij de meerderheid van de betogers vooral over een frustratie tegenover bepaalde politieke partijen en/of figuren die een hoofdrol spelen in de huidige onderhandelingen. Een misplaatste krenking van de nationale Belgische trots; zie ook de slogan shame. Ik vond het ook een betoging die zeer makkelijk gekaapt kon worden door bepaalde strekkingen (zie foto genomen tijdens de betoging!) en een actie die te veel de blik richt op de eigen kleine Belgische wereld, zonder te beseffen dat er in de wereld belangrijker zaken aan de gang en aan de orde zijn. Dramatiseren hoeft niet. We worden nog steeds voor een groot aantal bevoegdheden bestuurd door een Vlaamse en Waalse regering en dankzij de Duitse economie doen we het economisch blijkbaar zeer goed (in termen van economische groei natuurlijk ) En laten we ons vooral niet gek maken door de zogenaamde speculatie op België; laten we niet vergeten dat het hier om een absurd kapitalistisch, crimineel systeem gaat waarvan bewezen is dat ratingbureaus wel eens totale quatsch verkondigen, met alle gevolgen van dien. Merk ook op dat er in buitenlandse media, zelfs Europese amper aandacht is voor de Belgische politieke impasse.
Ik vond het tenslotte vooral een betoging tegen de gevolgen van een probleem zonder oog voor de echte oorzaken en voorgeschiedenis van de huidige toestand. Ik sta eigenlijk redelijk cynisch tegenover de Belgische politieke impasse. Volgens mij is deze historisch te verklaren. Daarom een korte tocht door de Belgische geschiedenis met behulp van enkele historici.
Vanaf 1830 wilde de Belgische elite Frans opleggen als eenheidstaal, in die tijd een logische keuze daar enkel een kleine Franstalige heersende klasse deelnam aan het politieke leven via het systeem van het cijnskiesrecht. Historicus Harry Van Velthoven: De Belgische grondwet had het weliswaar over taalvrijheid, maar in de praktijk werd het Frans de enige officiële taal.
Enkel door de democratisering van het stemrecht kwamen de vooral op de gelijkberechtiging van de Nederlandse taal gerichte Vlaamse Beweging echt van de grond. Vervolgens kwam men op de proppen met het territorialiteitsbeginsel. Van Velthoven: Sprak men rond 1900 over het territorialiteitsbeginsel in Wallonië, dan vonden ze dat normaal en noemden ze dat regionalisme. Het territorialiteitsbeginsel in Vlaanderen noemden ze separatisme. Taalrechten voor minderheden in Wallonië waren dwangmaatregelen, in Vlaanderen betrof het de rechten van de mens. Dat heeft te maken met de koppeling die de Walen maakten tussen het Frans en de moderniteit. Ze geloofden oprecht dat het Frans de mens bevrijdde, terwijl het Vlaams hen achterlijk hield. De Franstalige elite in Vlaanderen was dus niets anders dan een vooruitgeschoven post van de Franse beschaving. De Vlaamse minderheid in Wallonië daarentegen, arme boeren van het platteland, was een soort vijfde katholieke colonne die de socialistische meerderheid in Wallonië in gevaar zou brengen.
Historicus Yvan Vanden Berge wijst op het belang van de Koningskwestie. De Koningskwestie confronteerde de Walen met het numerieke overwicht van Vlaanderen, en dat zijn ze nooit meer vergeten. Voor de volksraadpleging die over het lot van Leopold III moest oordelen, hadden de Vlamingen in het parlement nooit echt gebruik kunnen maken van hun meerderheid. Maar nu hadden de christendemocraten bij de verkiezingen van 1950 de absolute meerderheid behaald, en de Vlamingen wogen in die, toen nog unitaire, partij het zwaarst door. De Walen vreesden dan ook dat de Vlamingen hun numerieke overwicht zouden gaan gebruiken om alle wetten die ze maar wilden door het parlement te sluizen. Kort voor de troonsafstand van Leopold III (ten voordele van zijn zoon Boudewijn) vond er zelfs een bijeenkomst plaats waar een Waalse regering werd aangesteld. Was de Koningskwestie in hun nadeel beslecht en bleef Leopold dus op de troon, dan wilden de Walen zich afsplitsen en een republiek stichten. De consul-generaal van Frankrijk, die op die vergadering aanwezig was, beloofde hen zelfs twee legerdivisies voor het geval de onafhankelijkheid van Wallonië verdedigd zou moeten worden. Maar uiteindelijk wonnen ze het pleit alsnog, zag Leopold III af van de troon en vonden ze het dus niet meer nodig om zich af te scheuren.
Na de Koningskwestie begon de langzame evolutie waarvan we nu allemaal de gevolgen zien pas echt. De taalstrijd duurde voort en bediende zich steeds van economische, sociale en culturele motieven. Liberalen, katholieken en uiteindelijk zelfs socialisten kozen ervoor om hun unitaire partij op te splitsen in een Vlaamse en een Waalse partij en zich uitsluitend nog te richten op hun deel van de taalgrens. Federalisme werd steeds verder uitgediept tot een volgens sommigen onwerkbaar en inefficiënt kluwen, volgens anderen een slim en evenwichtig mechanisme, dat zo men wil om de zoveel jaar licht bijgestuurd en geactualiseerd dient te worden.
Dus: kan men iets anders verwachten dan het huidige politieke klimaat van wantrouwen als men al vele decennia campagne voert voor slechts één deel van het land? Men moet al heel blind zijn om te geloven dat het discours van de grote politieke partijen van ons land gericht is op het algemeen welzijn van het hele land. Ik blijf erbij dat de huidige politieke situatie een historisch onvermijdelijke evolutie is na de keuze van de unitaire partijen om zich op te splitsen en zich voor hun stemmenwerving te richten op één deel van het land. Zonder ten minste de invoering van een overkoepelende federale kieskring via een systeem van Zweitstimme naar Duits model, blijf ik cynisch staan tegenover de Belgische politieke situatie. Jammer genoeg is er bij de politieke top aan beide taalgrenzen na de vorige verkiezingen wederom geen wil meer te bespeuren tot wijziging van kiesstelsel. Ik verklaar mij akkoord met politoloog Dave Sinardet die voor de verkiezingen al zei dat partijen die voorstander zijn van een soort van federale kieskring en dergelijke een grote streep voor hadden in zijn verkiezingskeuze.
Even terloops: er bestaan nog unitaire partijen in België al is het even slikken bij het lezen van het volgend merkwaardig lijstje: tamelijk bekende partijen zoals Comité voor een andere politiek (CAP), Kommunistische Partij van België (KPB), Linkse Socialistische Partij (LSP), de Personenpartij van Modrikamen, nog enkele belgicistische partijen en natuurlijk de Partij van de Arbeid (PVDA) naast de Arabisch Europese Liga (AEL), de Moslim Democratische Partij (MDP) en Christenunie België (CUB).[1]
Mijn cynisme jegens de Belgische situatie wordt dezer dagen volledig gecompenseerd door mijn enthousiasme voor de gebeurtenissen in de Arabische wereld. Het lijkt wel of men in Tunesië en Egypte zeer belangrijke stappen aan het zetten is in De Grote Mars Vooruit, om het met de woorden van schrijver Milan Kundera te zeggen. Ook in Jordanië en zelfs Jemen werd er actie gevoerd voor een betere samenleving. Na het mislukken van de Iraanse opstand tegen Ahmadinejad en het vredesproces tussen Palestijnen en Israeliërs, krijgen we nu eindelijk zeer positieve signalen uit het Midden-Oosten, de sleutelregio bij uitstek voor een betere wereld. Revoluties in Tunesië en Egypte en politieke en mentale veranderingen in andere Arabische landen kunnen op lange termijn een enorme invloed ten goede - hebben op de wereldpolitiek. Het is natuurlijk heel gemakkelijk om cynisch te reageren op deze Arabische revoluties, maar volgens mij is dit totaal ongepast. Cynisme past wanneer het gedoseerd gebruikt wordt en een uiting van verontwaardiging en teleurstelling is, cynisme is ongepast als het de enige manier geworden is om zich uit te drukken en het een dekmantel is om de eigen luiheid, bekrompenheid of egoïsme te verbergen. In dit geval Westerse bekrompenheid en neo-koloniaal egoïsme.
[1] Ik moet toegeven dat deze info van Wikipedia afkomstig is.
"Democratie is hoofdzakelijk despotisme, het installeert een uitvoerende macht die tegenovergesteld is van het algemene denkbeeld: dat iedereen tegen de mening van een ander mag beslissen. De wil van iedereen is daarom niet de wil van iedereen: welke dus tegenstrijdig is tegenover vrijheid." Filosoof Immanuel Kant
Niet alleen trekken de nieuwe politieke elites in Europa zich terug binnen de eigen landsgrenzen en maken zij hun kiezers wijs dat dit de enige manier is om de welvaart uit te bouwen of te behouden, steeds meer zetten zij eveneens onze democratie onder druk. Begin jaren negentig dacht men nog dat de westerse liberale democratie volmaakt was en verspreid moest worden. Nu komt deze democratie zelf in de problemen. Zo stelde ik in mijn vorige schrijfsel. Het is waarschijnlijk een eeuwige bekommernis: de kloof tussen de politiek en de burger. Wat kan hier allemaal in meespelen? Analfabetisme, armoede en gebrek aan (stem)rechten zouden vooral problemen van het verleden moeten zijn in onze westerse democratieën. De desinteresse van een bepaald segment van de bevolking hoeven we bovendien niet in rekening te brengen. Sommige mensen willen gewoon niet mee besturen en willen enkel kritiek leveren op de bestuurders, liefst door middel van de alom gekende clichés. Maar hoe deze groep zoveel mogelijk verkleinen, politiek sensibiliseren en mobiliseren? En hoe de schijnbaar nieuwe kwalen van onze westerse democratieën te verhelpen? Hoe kunnen mensen die meer dan drie uur per dag voor hun tv zitten en enkel nog gaan werken om hun huis, auto en kerstcadeaus te betalen overtuigd worden dat er meer is in dit leven? Hoe kunnen we onze politieke elite tot de orde roepen om hun verplichte verantwoording tegenover hun kiezers af te leggen? En wat moet er gebeuren opdat onze politieke elites eindelijk eens wat meer het vuur aan de schenen zouden leggen van kapitalistische en onderdrukkende structuren? Hoe de verwevenheid tussen economie en politiek ontmaskeren?
Knack MO* hoofdredacteur Gie Goris heeft het treffend over een nieuw zelfbeeld van de Europese machtselite en een verschuiving van soft power naar hard power en heeft het over een angstige midden- en bovenklasse die in toenemende mate bereid blijken belastinggeld te gebruiken om zich te herbewapenen. Ook al gaat dat ten koste van de solidariteit met de verarmde helft van de wereldbevolking. Dit terwijl er helemaal geen debat over soft of hard power nodig is. Een verhaal over Europese militarisering moet er geen zijn van een raketschild tegen Iran en angst, maar één van overleg binnen en buiten Europa, eenmaking, vereenvoudiging en efficiëntie. We kunnen ons bovendien afvragen wat de democratische legitimiteit is van dergelijke koerswijzigingen als we kijken hoe klein de band is tussen de Europese kiezer en de Europese beleidsvorming. Volgens Goris is het ook hier opvallend hoe onze vertegenwoordigers en topmanagers over democratie spreken en het hierbij vooral gaat over de noodzaak om tegen de wil van de meerderheid in te gaan. Goris: Politieke moed heet dat in die kringen. De Europese Unie zit duidelijk met een democratisch deficit en is net zoals de nationale politiek gekenmerkt door een kloof tussen burger en overheid. Dit is niet alleen een ideologisch probleem, maar ook een praktisch probleem. Want door deze kloof is het voor verkrampte nationalisten heel gemakkelijk om aanhang te verwerven op basis van een anti-Europees discours. Door deze kloof wordt het voor economische elites makkelijker om het politieke beleid op hun wensen af te stemmen.
Zullen we er Francis Fukuyama er nog eens bijhalen? Waarom niet, nu deze het licht heeft gezien: Er is een proces van politiek verval aan de gang, omdat instellingen de neiging hebben vast te roesten terwijl de omgeving verandert. Instituties zijn niet beweeglijk, en veel samenlevingen hebben er geen idee van hoe ze zich uit die houdgreep kunnen wringen. Ik proef de laatste tijd, nu de vrije markt gefaald heeft, een herwaardering van het belang van politiek. Het begon met te dagen dat wij in het Westen eigenlijk niet de flauwste notie hebben van hoe onze politieke instellingen werken. We spreken steeds maar over dingen als de rechtstaat als cruciaal fundament van de hedendaagse economie enzovoort, en we nemen het als vanzelfsprekend aan. Maar we hebben nauwelijks een idee waarin die rechtsstaat eigenlijk wortelt. We hebben het naieve idee dat onze politieke instituties op een of andere manier spontaan uit de grond springen, zonder veel inspanning van onze kant. Ik denk dat democratie meer dan een idee is, je moet presteren. Minder intuïtief, meer wetenschappelijk onderbouwd en naar mijn mening enorm interessant is de theorie van Emmanuel Todd uit zijn schitterende werk Wereldmacht Amerika. Essay over het verval van het Amerikaanse systeem waarin de auteur in 2002 enorm veel rake observaties maakte en de pijnpunten van het Amerikaanse, westerse en mondiale systeem zeer secuur blootlegde. Todd bekritiseerde Fukuyama ook reeds omwille van zijn grote vergissing een einde van de geschiedenis af te leiden uit de algemene verbreiding van de liberale democratie. Een dergelijke conclusie gaat ervan uit dat deze politieke vorm stabiel, zoniet volmaakt is en dat de geschiedenis stopt zodra ze een feit is. En dat is net waar het hier over gaat en wat Fukuyama onlangs zelf inzag. Een werkende liberale democratie is geen voldongen feit. Voor Todd zijn alfabetisering en onderwijs de belangrijkste variabelen in al zijn theorieën. Voor zijn mening over de postmoderne westerse liberale democratische systemen maakt hij een essentieel onderscheid tussen basisonderwijs en hoger onderwijs. Todd sluit met zijn stellingen aan bij Michael Lind die in zijn The Next American Nation een beschrijving gaf van een nieuwe postdemocratische leidende klasse, een overclass, Zowel bij Todd als Lind gaat het om een economisch-politieke elite, een oligarchie waarbij we meteen de link kunnen leggen met de particratische parlementaire democratieën. Hierbij zijn we ook verplicht te verwijzen naar The rise of Meritocracy van Michael Young. Young beschreef in 1958 al (!) profetisch een gelijkaardige ontwikkeling voor Groot-Brittannië.
Waarover gaat het dan juist? Todd: Door voortgezet en vooral hoger onderwijs dringt in de mentale en ideologische structuur van een ontwikkelde samenleving het besef van ongelijkheid door. De hoger opgeleiden gaan na een tijd van aarzeling en schijninzicht ten slotte denken dat ze werkelijk superieur zijn. In de ontwikkelde landen staat een nieuwe invloedrijke klasse op die eenvoudig gezegd in aantal goed is voor 20 procent van de maatschappelijke structuur en monetair voor 50 procent. Deze nieuwe klasse zal het steeds moeilijker vallen de lasten van het algemeen kiesrecht te verdragen. Alfabetisering maakt democratie mogelijk; het hoger onderwijs maakt een oligarchische tendens mogelijk. Zoals in de wereld van Aristoteles kan de oligarchie de democratie opvolgen. Volgens Todd vinden we deze tendens zowel in Amerika als in andere westerse landen terug, ongeacht het kiesstelsel (tweepartijen vs meerpartijen, proportioneel vs first past the post, ) Populisme wordt een reactie op het elitair denken van de overclass, de oligarchie. Het electorale proces heeft geen praktisch belang meer en het aantal niet-stemmers stijgt. Todd: Het algemene kiesrecht blijft bestaan, maar de elites van rechts en links zijn het erover eens dat elke heroriëntatie van de economische politiek die tot een vermindering van de ongelijkheden zou leiden wordt afgewezen. Een steeds dwazere wereld, waarin het electorale spel na een mediatieke titanenstrijd moet uitmonden in een status quo. Zeg nu zelf, zeer herkenbaar toch? Gematigdheid wordt gecultiveerd als politieke deugd, radicalisme en streven naar de rationele utopie worden door links en rechts gebrandmerkt en verketterd als extremisme. Todd situeert deze postdemocratische evolutie in de westerse, ontwikkelde wereld en stelt dat het mondiale voortschrijden van de democratie, onder impuls van geboortebeperking en alfabetisering, de verzwakking van democratie op de plaats van herkomst maskeert. Het Westen is overgestapt van Tocqueville en co naar Aristoteles. Om over na te denken, zoals ook Fukuyama dit deed
Ik hoop dat mijn idool, Vladimir Poetin levenslang president blijft. Hij heeft vrede in Tsjetsjenië gebracht. Wij waren in de handen van bandieten en die zuiplap van een Jeltsin bombardeerde ons. Zo lang Poetin mij steunt, kan ik alles aan Allahu Akbar!
President van Tsjetsjenië Ramzan Kadyrov.
Europa kan zich geen vooroordelen veroorloven die haat kweken. De wereld kan zich een dergelijk Europa niet veroorloven.
Secretaris-generaal VN Ban Ki-moon
Onlangs gaf Francis Fukuyama nog maar eens toe dat hij zich vergist had.[1] In 1992 was Fukuyama prompt één van de meest geciteerde en invloedrijke denkers in verband met internationale politiek geworden met zijn werk Het einde van de geschiedenis en de laatste mens, waaraan hij overigens al begonnen was voor de val van de muur. Fukuyama wierp de stelling op dat met het wegvallen van de socialistische/communistische ideologie de geschiedenis voltooid was met een Hegeliaans eindpunt van wereldwijde verspreiding van de liberale democratie. Kritische lezers hadden al snel door dat Fukuyama vooral zag wat hij wilde zien en dat hij overdreven economisch (en Amerikaans) dacht. Fukuyama vormde zich recent zelfs om van conservatief en neo-liberaal tot fan van Obama en criticus van het kapitalisme. Zeer drastisch allemaal. Opeens is Fukuyama tot essentiële inzichten gekomen. Het model van permanente economische groei, zoveel is duidelijk, was een drogbeeld gebaseerd op de spaartegoeden van buitenlanders en de bereidheid van derden om dollars te kopen en dus in wezen de Amerikaanse consumenten massas geld te lenen. De VS zijn feitelijk eigendom van China, Rusland en de Golfstaten. De ideologie van de vrije markt werd een religie. Dat creëerde een valse schijn van welvaart, en ik denkt dat iedereen onderhand wel erkent dat dit systeem met zijn inherente instabiliteit geen toekomst meer heeft. We zijn gedwongen tot een grotere soberheid. En het zal nog lang duren eer we de crisis te boven zijn. Mooie woorden, maar te optimistisch. Iedereen ervan overtuigd dat het systeem van permanente economische groei geen toekomst meer heeft mijn gat. Meer soberheid? Alleen door bedrijven en staten tegenover klanten en kiezers om kapitalistische maatregelen door te drukken onder het mom van de crisis, een crisis die volgens de banken dan weer voorbij is wanneer het gaat over het verpatsen van beleggingen.
Nu, op één punt was de voorspelling van Fukuyama wel juist. Een links, laat staan communistisch, alternatief spreekt niet meer aan sinds Mauerfall en de val van de Sovjet-Unie. Ook daar waar vroeger zon sterke linkse tradities leefden (Groot-Brittannië, Italië). En als men dan nog dweept met het communisme, dan is het niet omwille van haar egalitaire idealen, maar omwille van misplaatste nostalgie en de wens tot een autoritaire, gecentraliseerde leiding (Rusland, Oost-Europa, Centraal-Azië). Socialistische partijen zijn overal in Europa centrumpartijen geworden en zijn overal gedecimeerd, behalve in Wallonië. Nieuwe linkse partijen die ontstaan door het gebrek aan waarachtigheid bij traditionele socialistische partijen worden gemarginaliseerd, in de eerste plaats door de socialisten (Die Linke en sommige groene partijen). Er leven nog wel linkse ideeën bij de jeugd, maar mobilisatie lukt niet. De jeugd is niet alleen intelligenter en kritischer geworden, maar schijnbaar ook onverschilliger, nihilistischer en defaitistisch jegens nationale en internationale politieke elites. Bovendien gaat een golf van bekrompenheid, rechtse navelstaarderij met vaak xenofobe trekjes door Europa. Onder het mom van de financiële en economische crisis worden idealen vergeten en worden noodzakelijke besparingen gecombineerd met antisociale, naar neo-liberalisme riekende maatregelen. Nederland van Wilders en Rutte is een mooi voorbeeld. Fascistische partijen rukken op in vele Europese landen en men geeft de multiculturele samenleving al te gemakkelijk op. Mensen plooien onder impuls van regeringen terug op gefabriceerde identiteiten. En Europa bewijst eens te meer dat ze nog steeds vooral een economische unie is. Hoe komt dit toch allemaal?
Het model van permanente economische groei waarnaar Fukuyama verwees bepaalt nog steeds het beleid en zorgt voor een indoctrinatie van het kiespubliek. Er is amper nog geloof in een alternatief. Er is een absoluut gebrek aan idealisme en utopisch denken als tegengif tegen de onverschilligheid en de bangmakerij. Vaak wordt er gesproken over de opkomst van het populisme en legt men de schuld hiervoor bij de kiezers. Dit discours vind ik op zich zelf zeer populistisch. Populisme heeft altijd, doorheen de gehele menselijke geschiedenis, onlosmakelijk verbonden geweest met politiek. Het is geen fenomeen van de laatste decennia. Wat wel een fenomeen van de laatste decennia is, is misschien wel het wegvallen van een geloof in een betere wereld en de bereidheid om de eigen natiestaat hiernaar te organiseren. De laatste decennia kenden daarentegen wél een opkomst van politieke managers die louter binnen nationale grenzen opereren. Doorgaans centrum-rechtse gladde jongens met soms xenofobe trekken die er alles aan doen (marketing!) om de kiezer te doen geloven dat zij zowel dicht bij de mensen staan als de wil en kunde hebben om de staat goed te beheren. Niet voor niets gaat het hier in de meest extreme gevallen om waardeloze schertsfiguren afkomstig uit het economische leven.
Niet alleen trekken de nieuwe politieke elites in Europa zich terug binnen de eigen landsgrenzen en maken zij hun kiezers wijs dat dit de enige manier is om de welvaart uit te bouwen of te behouden, steeds meer zetten zij eveneens onze democratie onder druk. Begin jaren negentig dacht men nog dat de westerse liberale democratie volmaakt was en verspreid moest worden. Nu komt deze democratie zelf in de problemen. Wat hiervan de mogelijke oorzaken zijn, is iets voor het volgende schrijfsel, maar de gevolgen zijn in ieder geval problematisch op mondiaal niveau.
[1] DULMERS, R., Francis Fukuyama. Oké, ik geef het toe: ik heb me bedacht, Knack, 22-09-2010, 10-14.