Het Byzantijnse vuur, Grieks vuur of vloeibaar vuur was een wapen van het Byzantijnse Rijk dat rond 673 na Chr. uitgevonden werd. Het wapen was een apparaat dat een stroom brandende vloeistof produceerde en over enige afstand kon spuiten. Het wapen bleek zowel op het land als ter zee effectief, maar werd voornamelijk uitgebuit door de Byzantijnse marine. Vijandige schepen waagden zich vaak niet in de buurt van de Byzantijnse vloot omdat binnen het schootsbereik van het Byzantijnse vuur de Byzantijnen zo hevig in het voordeel waren. Het Byzantijnse vuur was de sleutel tot veel militaire overwinningen van het Byzantijnse Rijk en was ook de reden dat het Rijk zo lang bleef bestaan. Het vuur werd voor het eerst toegepast om weerstand te bieden aan de belegering van Constantinopel door de Arabieren. Het was tevens een belangrijk wapen tijdens de latere kruistochten. Het werd in rap tempo een van de meest gevreesde wapens. Grieks vuur was de voorloper van moderne wapens zoals de vlammenwerper en napalm.
|