Een Belg en een Nederlander lopen voetballend door het bos. Plotseling schiet de Nederlander de bal achter een grote struik. Na lang gekibbel over wie er de bal gaat halen is de Belg zo aardig om de bal te gaan halen. Hij kruipt door de struik heen en ziet naast de bal een halfdode man liggen. De man kreunt: "breng me een paard... breng me een paard!". De Belg wordt bang, hij pakt de bal en kruipt door de struik en komt weer bij de Nederlander. Hij vertelt wat hij heeft meegemaakt aan de Nederlander. De Nederlander gelooft hem niet en gaat met de Belg naar de plaats waar de halfdode man ligt. Eenmaal daar zegt de halfdode man: "Ik zei een paard, geen ezel"
Een Belg, Amerikaan en een Hollander werken op een wolkenkrabber, en gaan aan de rand zitten lunchen. De Amerikaan zegt: Bah, alweer hamburger. Als dat morgen weer zo is, spring ik naar beneden. De Belg zegt: Bah, alweer kaas. Als dat morgen weer zo is, spring ik met je mee. De Nederlander zegt: Bah, alweer jam, en belooft hetzelfde. De volgende dag doet de Amerikaan zijn broodtrommel open en ja hoor: hamburgers en springt. De Belg doet zijn broodtrommel open en ja hoor: kaas en springt ook. En met de Hollander gaat het ook zo. Na een week komen de drie weduwen samen. Zegt de Amerikaanse: Als hij eens wat anders had gewild had hij dat moeten zeggen. De Belgische: Na 20 jaar getrouwd te zijn wist ik niet dat hij niet van kaas hield. Zegt de Hollandse: Ik snap er helemaal niets van. Hij maakte elke ochtend zelf zijn brood klaar.