FREDDY DE WINNE
Inhoud blog
  • Herinneringen ....
  • De fameuze wonde
  • Achtervolgd door het noodlot!
  • MILO is er!!!
  • Winter te Dikkelvenne 2012

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     



    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    godelieve
    www.bloggen.be/godelie

    Nieuwsgierig? Fijn zo!
    09-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onderwijs van de jaren 1950 tot heden ...

    Ik maakte onderwijs mee in verschillende facetten. Eens beleefde ik het als kleuter, als leerling, als student, als onderwijzer, als directie en cateringmanager. Misschien weet ik wel iets af wat binnen onderwijs gebeurde.
    Periode 1952-1970:
    In 1953 stapte ik als kleuter de kleuterschool binnen. Een koele omgeving, een weinig uitdagende speelplaats, kille onaangeklede klaslokalen en banken, waaraan we gekluisterd zaten. Inderdaad, we dienden ons vooral stil te houden en niet te praten, te doen wat ons werd gevraagd, te luisteren naar hetgeen werd gezegd en ons voor de rest te vermaken met speelgoed, poppen en beertjes die weinig voorstelden.
    In het lager onderwijs werd doorgegaan op hetzelfde elan. De meester of juf stond centraal voor de klas. Hun wil was wet. De vakken waren uitsluitend gebasseerd op kennis opdoen, van buiten leren. In sommige gevallen ging de leerkracht roepen om gezag af te dwingen. Bij het minste wat er gebeurde werden we letterlijk en figuurlijk op de vingers getikt. Zij wapenden zich immers met regels en stokmeters. Eerlijk gezegd, het was weinig boeiend en de ontspanningsmomenten op de speelplaats, die er toch al een beetje aantrekkelijker uitzag, waren momenten waar we ons echt konden uitleven. Alhoewel, de grenzen bleven beperkt!
    Het middelbaar, een cyclus in mijn geval van 3 schooljaren, bracht niet veel verandering. Elke regent(es) bleef zich beperken tot de leerstof, had weinig oor voor tussenkomst of repliek en wilde voor zijn of haar vak het beste. Kennis werd er ingehamerd, kunnen kwam alleen aan bod in de praktijkvakken die we noodgedwongen dienden te volgen. Van ASO, TSO en BSO was geen sprake.
    Toen ik in september 1966 naar de Normaalschool van Gent trok kwam er een grote verandering. Niet zozeer dat de docenten gingen afstappen van alles zelf te zeggen, maar vooral de vrijheid die we er genoten tussen de lessen door. Bij afwezigheid van leerkrachten mochten we zelfs, mits een stempel, de school verlaten. Herhergbezoeken door de meesten waren er bij de vleet tijdens deze momenten, met alle gevolgen van dien, dat sommige studenten zich in deze wereld stortten en het studeren van minder of geen belang meer was.
    Periode 1970 tot heden:
    Mijn eerste stappen binnen het onderwijs deed ik als studiemeester-opvoeder externaat. Ik kwam er terecht in een school waar een groot aantal leerlingen ouder waren dan mezelf. Maar dit lukte aardig. Ik kon goed omspringen met deze leeftijdsklasse. Ik nam me voor een vriend van hen te zijn en op deze manier slaagde ik er in bij de vele toezichten op de speelplaats en in de tuin, de teugels in handen te houden. We begrepen mekaar opperbest. Ik ondervond onmiddellijk dat communiceren een belangrijke factor was in het onderwijs.
    Van 1971 tot 1992 stond ik als onderwijzer voor de klas. Een periode waarbij heel veel veranderde. In den beginne deed ik wat ik van mijn studies als onderwijzer had geleerd. Maar dat bleek al vlug te weinig. Ik ging op zoek naar andere dingen, maar toch bleef ik in deze beginperiode als centrale figuur in de klas waarrond alles draaide. Ik volgde mijn handleiding en leerboek en daar hield het op. Na een aantal jaren stelde ik me wel zelf in vraag. Beleefden de kinderen wel iets aan dergelijke aanpak? Samen met collega's ging ik overleggen, eperimenteren, creatief zijn en buiten de klas treden. Met de leerlingen naar de realiteit, de omgeving verkennen. Een stap in de goede richting, maar ver van het ideale. Eigenlijk bleek alles niet boeiend genoeg, ook ikzelf geraakte uitgeblust.
    Ik besloot om nascholing te volgen, ik wilde me herbronnen. En ja, dit was de start van een nieuwe aanpak in de klas. Niet langer kennis opdoen was belangrijk, ook het kunnen ging de kop opsteken. Ik bleef niet langer de spil van de klas. Ik ging stilaan de rol lossen en de kinderen werden de centrale figuren met mezelf als begeleider, doch blijvend sturend als het moest. Ik gaf de kinderen vrijheid, vooral naar het mondige toe, naar experimenteren. Maar toch wilde ik discipline, een goede opvoeding leek me belangrijk! Het werd voor kinderen een leuke tijd, maar ook ikzelf genoot ervan. In 1992 kwam echter het einde van mijn loopbaan als onderwijzer. Een nieuwe uitdaging lonkte.
    Op 1 september stapte ik in het ambt van directie van een basisschool. Een grote uitdaging. Ik kwam terecht in een omgeving waar veel pedagogisch werk was. Ik vond het leuk dat ik eigenlijk mijn ding, waar ik als onderwijzer de laatste jaren mee bezig was, kon verder zetten en uitbouwen. Ik drukte mijn stempel binnen het schoolgebeuren en zocht verder naar vernieuwing. Opmerkelijke stap was dat ik de leerkrachten ging motiveren om in hoeken te gaan werken en meer het individuele kind te benaderen. Lesgeven was niet langer iets voor een klas maar voor het individu. De leerkracht diende oog te hebben voor het kennen en vooral kunnen van elk kind. Men ging werken in niveau's en de leerkracht diende niet alleen speciale aandacht voor de zwakke leerlingen maar ook voor deze die aan de top stonden. Ervaringsgericht onderwijs drong zich op. Met de kinderen naar buiten, ervaren door het zelf te doen. Met de trein op stap maar de organisatie dienden ze voor zich te nemen. Het werd een leuke tijd voor alle betrokken partijen, ook voor mij als directie. Ik zag de school groeien en bloeien, iedereen was enthousiast, zeker en vast de ouders!
    Op 24 april 2003 stopte ik als directie en werd ik door Scholengroep 24 De Pinte aangezocht om cateringmanager te worden binnen de Scholengroep. Naast het vele administratieve werk, zocht ik binnen het opstellen van de menu's naar gezonde voeding. Mijn ondervinding uit het verleden binnen het onderwijs had me geleerd dat een groot aantal kinderen bepaalde dingen niet lustten. Ook zag ik de slechte eetgewoontes. Ook hier zou ik bezig blijven met opvoeding. Opgelet, het samenstellen van menu's was niet simpel, daar het ging om maaltijden voor kleuters tot en met studenten. Ik werkte er hard aan en stilaan kreeg ik greep op het gebeuren.

    Na 36 jaar onderwijs hield ik het voor bekeken. Ik had veel mooie dingen beleefd en wilde in schoonheid eindigen.
    ,

    09-07-2012, 00:00 geschreven door Freddy De Winne  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verenigingsleven, vrijwilligerswerk, buurt - en wijkwerking
    Ik schreef het reeds eerder : streven naar een gemeente waar het leuk is te leven!
    Van een gemeente een gemeenschap maken, dat is voor mij de echte uitdaging. Het belang van het bevorderen van het sociale weefsel is niet te onderschatten: een buurt of een wijk die aan elkaar hangt zet immers dingen in beweging, krijgt bewoners die elkaar aanspreken bij problemen, in plaats van meteen juridische stappen te ondernemen en zorgt voor de nodige sociale controle en vergroot het veiligheidsgevoel.Het spreekt vanzelf dat het ook de integratie van nieuwkomers vlotter laat verlopen in wijken waar de buren met elkaar omgaan. Buurt - en wijkwerking zijn een perfect middel om de sociale cohesie te versterken.
    Een sterk sociaal weefsel en leefbaarheid van buurten gaan hand ion hand. Alle vormen van overlast zoals nachtlawaai, sluikstorten en hangjongeren, vergroten de ontevredenheid en zorgen voor frustratie. Werken aan de leefbaarheid van buurten is niet enkel de verantwoordelijkiheid van de gemeente, maar in de eerste plaats van de inwoners zelf. Het spreekt vanzelf dat de politie kan worden ingeschakeld als het probleem de spuigaten uitloopt.Ook het verenigingsleven speelt een belangrijke rol in het versterken van het sociale weefsel. Het individu ontleent er in belangrijke mate zijn identiteit aan. Dit individu wordt burger door zich in te zetten voor de gemeenschap. Ongeveer de helft van Vlamingen is actief lid van een vereniging. Heel veel mensen zijn betrokken bij één of andere vorm van vrijwilligerswerk. De participatie van verenigingen neemt toe, behalve voor verenigingen die werven op basis van onvrijwillige persoonskenmerken (vrouwenverenigingen) en leeftijd (verenigingen voor gepensioneerden). Het zijn vooral specifieke verenigingen die werven op basis van zelfgekozen kenmerken als interesse (bv. hobbyclub) en sport (sportverenigingen) die in de lift zitten.
    Verenigingen "socialiseren" hun leden. Langdurig lidmaatschap heeft een positieve invloed op tolerantie, vertrouwen en politieke interesse.De N-VA wil dit verenigingsleven alle kansen geven om zich zo maximaal mogelijk  te ontwikkelen. Financiële en logistieke ondersteuning kunnen daar belangrijke elementen in zijn, net als het reduceren van de administratieve lasten. De administratieve draagkracht van verenigingen verschilt vaak heel sterk. Denken we maar aan de adhocverenigingen. Ook deze mogen niet uit de boot vallen.
    Ook op vrijwilligerswerk moet men zich ten volle inzetten. Voor vele organisaties en verenigingen zijn vrijwilligers onmisbaar in hun werking. De mogelijkheden om als vrijwilliger aan de slag te gaan, zijn in een gemeente bijzonder talrijk: van socio - culturele verenigingen over buurtwerking tot helpen bij de inburgering van de migranten, ...
    Samengevat eventjes op een rijtje zetten:
    DE gemeente stimuleert wijk-buurt en straatfeesten. De wijkwerking gebeurt tot op "straatniveau".
    HET verenigingslevenwordt ondersteund met infrastructuur, logistieke steun, informatiedoorstroming via gemeentelijke kanalen, een gepaste subsidiëring, gratis advies inzake administratieve verplichtingen, ....
    GEMEENTEN en OCMW'S gaan actief op zoek naar vrijwilligers.
    DE openbare ruimte is er voor iedereen. Speelpleintjes, parken en dergelijke mogen geen bron van ergernis zijn. De openbare ruimte is toegankelijk voor jong en oud, meisjes en jongens.
    WIJKOVERLAST, vandalisme en straatterreur worden actief bestreden. Verschillende instrumenten kunnen worden ingezet: opvoedingsondersteuning, welzijnswerk, straatverbod, ... Politie pakt amokmakers die de boel verzieken kordaat aan. Het systeem van gemeentelijke administratieve sancties (GAS) maakt sneller en efficiënter optreden tegen overlast en kleine criminaliteit mogelijk.
    Mogen we pleiten voor een herwaardering van de wekelijkse markt in de gemeente bv. via de organisatie van een "boerenmarkt" of "markt voor streekproducten"

    10-07-2012, 00:00 geschreven door Freddy De Winne  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jeugd moet kansen krijgen
    Ik vind het belangrijk dat kinderen en jongeren in onze maatschappij ook volop de kans krijgen om kind en jongere te zijn. Zij moeten de tijd en ruimte krijgen om op te groeien en mogen daarbij gerust fouten maken. Opgroeien tot volwaardige burgers gaat immers met vallen en opstaan. Dit neemt niet weg dat ook jongeren gaandeweg op hun fouten moeten aangesproken worden en hun verantwoordelijkheid moeten nemen.
    Ik zie een sterke jeugdraad als spil voor de inspraakmogelijkheden die jongeren in het lokale beleid kunnen hebben. Ook politieke jongerenverenigingen moeten zoveel mogelijk opgenomen worden in de jeugdraad. Aandacht voor diversiteit binnen jeugdverenigingen is voor mij zeer belangrijk. Vaak is dit de beste opstap naar integratie.
    Voor kinderen is het tevens belangrijk dat zij naar school, naar de sportclub, naar de jeugdbeweging kunnen gaan in hun eigen buurt. Dat is niet enkel veiliger en minder belastend voor het verkeer, maar versterkt op zijn beurt ook het sociale weefsel en de ontmoetingen tussen ouders. Een gerichte wijkwerking in bepaalde buurten, bijvoorbeeld met kansarme jongeren, verhoogt niet enkel de leefbaarheid in de buurt, maar ook hun competenties en hun netwerk en daardoor hun verdere kansen in het leven.
    Actiepunten kort geresumeerd:
    Kinderen en jongeren hebben kansen nodig om te leven. Daarom wordt geïnvesteerd in ruimte: jeugdhuizen, speelpleinen, sportterreinen, groene ruimtes, .... Indien eigen huisvesting financieel niet haalbaar is, kan een multifunctioneel gebruik van bestaande gebouwen oplossing bieden.
    De gemeente richt tijdens de zomervakantie enkele straten in als speelstraat, dit in overleg met en op vraag van de buurt zelf.
    De gemeente heeft blijvend oog voor de veiligheid in het algemeen en de brandveiligheid in het bijzonder van de jeugdlokalen. De gemeente houdt hierover informatie - en sensibiliseringsacties.
    De gemeente zet blijvend in op speelpleinwerking en tracht daarin ook jeugdbewegingen te betrekken.
    De gemeente heeft blijvend oog voor inbraakveiligheid van lokalen van plaatselijke verenigingen.
    Kinderen en jongeren worden aangespoord om in te staan voor het onderhoud van hun lokalen.
    Ik zie jeugdverenigingen een zinvolle en toekomstgerichte aanvulling in de opvoeding van jongeren tot verantwoordelijke burgers. Zij verdienen dan ook een uitgebreide ondersteuning. Die kan zich situeren op financieel of op logistiek vlak.
    Het lokaal bestuur neemt de nodige initiatieven opdat ook jongeren van allochtone afkomst meer te weten komen over de verschillende jeugdverenigingen en daardoor makkelijker toetreden. Dat kan integratiebevorderend werken.
    Ik zou het beamen dat politieke jongerenverenigingen toegang krijgen tot jeugdraden. Waar dit nog niet kan, past de gemeente het reglement van de jeugdraad aan.
    Jongeren worden gestimuleerd om initiatieven te nemen, te experimenteren en allerlei activiteiten te organiseren, waarbij de formaliteiten tot een strikt minimum worden beperkt. Daaruit kunnen ze lessen trekken en ervaring opdoen.
    De gemeente organiseert jaarlijks een "Roefeldag" waarop kinderen bij de lokale middenstand kunnen leren over de beroepen.

    Een aantal medewerkers heeft alvast reeds hun duit in het zakje gedaan. Maar er dient verder gebouwd. Ook ditmaal samen, ouders, jongeren, jeugddienst en gemeentemandatarissen.

    11-07-2012, 00:00 geschreven door Freddy De Winne  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 28/05-03/06 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs