Inhoud blog
  • Meermalig Merci, Marc!
  • HUE EN HOI AN
  • EEN INDRUK UIT NOORD EN ZUID VIETNAM
  • CAMBODIA VAN NU
  • CAMBODIA VAN TOEN
    Foto's
  • Foto's bekijken? Klik HIER en kies een bestemming.
  • Foto's op Heymansland (Tot Argentinie)
  • Diving World
    Zoeken in blog

    DAGBOEK VAN EEN WERELDREIS 2006-2007
    Frank & Natacha trekken de wereld rond
    20-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SYDNEY - MELBOURNE - SYDNEY
    Klik op de afbeelding om de link te volgen 's Anderendaags was het gezelschap weer compleet toen Frank ook in Sydney aankwam. Het leek ons een goed idee om ons langs de kust een weg naar Melbourne te banen. We moesten wel nog eerst langs de Blue Mountains: een prachtige bergachtige streek vlakbij Sydney maar omdat we later aankwamen dan voorzien en de camping al was gesloten moesten we ons noodgedwongen een slaapplaats zoeken langs de weg. 's Ochtendsvroeg ontdekten we dat 1100m hoogteverschil betekent dat het ook veel kouder is: ook het ijs tegen het plafond van onze camionette was een teken aan de wand. Na een uurtje waren we en de auto goed en wel ontdooid en klaar voor onze ontmoeting met de '3 sisters', een bekende en voor de aboriginals heilige rotsformatie in de regio.
    Dat de aboriginals toch een mysterieus volk zijn werd nog maar eens benadrukt toen 1 van hen bleek te weten dat Natacha een litteken heeft achter op haar been. Bovendien slaagde hij erin zich warm te houden -enkel gekleed in een lendendoek- terwijl wij allemaal een dikke fleece nodig hadden. 'You have to control your energy' antwoordde hij toen we vroegen hoe hij dat toch deed.
    Onze  volgende uitstap was in Lakes Entrance. Marc,Wanda en Natacha voelden er wel iets voor om Oz ook onder de grond te verkennen en reden naar deBuchan Caves terwijl Frank besloot om nog eens te gaan vissen. Deze keer waren het echte enkel krabben die beten. In de Buchan Caves was de spreekwoordelijke druppel druk aan het werk geweest. Resultaat: indrukwekkende stalagtieten en stalagmieten, sfeervol verlicht en zeer fotogeniek. Knap, maar de grotten van Han moeten hiervoor niet onderdoen.
    In de laatste rechte lijn naar Melbourne vonden we nog tijd voor een kleine cultuur uitstap naar het aboriginalcentrum Umbarra.
    Door het slechte weer zagen we een interessante uitstap langs de heilige plaatsen van deze stam aan onze neus voorbij gaan maar het plaatselijke museum met heel veel beeldmateriaal gaf ons ook een inzicht in het wel en wee en de levenswijze van de oorspronkelijke bewoners van deze streek.
    Daarna ging het in de gietende regen verder to in Geelong, net voorbij Melbourne. Hier vertrekt de Great Ocean Road. Dit zou samen met Marc en Wanda ons laatste wapenfeit worden. Aan het einde van deze weg die zich op een spectaculaire manier langs de kust kronkelt, liggen de 12 apostels. Geen 12 maar 7 enorme rotstorens gevormd door erosie. Onder het motto we willen niet maar moeten wel reden we weer naar Melbourne alwaar we voornamelijk lekker en veel gegeten hebben net als de afgelopen 3 weken trouwens. De fusie van de Marc en Wanda keuken met de Frank en  Natacha keuken had ons geen windeieren gelegd en magerder waren we er dus zeker niet op geworden.
    Als echte stadstoeristen hebben we ook nog een ritje gemaakt met de city circle tram langs de voornaamste bezienswaardigeheden van de Victoriaanse hoofdstad. Tranen, weemoed, hartverscheurende taferelen, smeekbedes, maar het mocht allemaal niet baten, Marc en Wanda moesten ons verlaten. We zijn dan maar snel troost gaan zoeken bij Elsa en Charlie, familie van Natacha die in een van de buitenwijken van Melbourne wonen. Een dosis Portuguese gastvrijheid dat konden we nu wel gebruiken. We werden zeer warm onthaald, culinair verwend en entertaind door de kleine Nathalie, de oudste dochter. We hadden graag langer willen blijven, maar na de dansles van Nathalie de volgende ochtend werd het voor ons tijd om in Sydney post te gaan vatten op King Cross Carmarket en een nieuwe koper te vinden voor ons witte, stalen ros.
    De Kings Cross Carmarket bevindt zich in de zowat meest deprimerende omgeveing van Sydney, een grijze betonnen parkeergarage/kerker waar de verkopers de dagen aftellen op de muren. Maar het moet wel gezegd worden dat het sfeertje van de bakcpackers onderling veel goed maakt. Je leert er veel mensen kennen en het hele gebeuren is gewoon een deel van het avontuur. Na 3 korte dagen kwamen onze reddende engels binnengewandeld in de vorm van een Frans koppel dat 3200AU$ boodt, net iets meer dan het absoluut minimum waar we niet onder wilden gaan. De zaak was dan ook- op een paar geldafhaal problemen na- direct beklinken.
    Onze laatste dagen in Sydney gebruikten we nog even om met oudbekenden af te spreken: Alice van de Kakadoo National Park tour en Clement van de duiktrip in Cairns. Een plezant weerzien om nog eens bij te babbelen... en om ziek te worden blijkbaar.
    Want 's anderendaags werden we wakker meteen griepje. De laatste koude in Australie was er waarschijnlijk teveel aan, maar ondertussen zijn we 4 dagen verder, zitten we in Bali en gaat het al heel wat beter.

    20-06-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    10-06-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TOT IN SYDNEY
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het eerste wat ons opviel toen Marc enWanda waren aangekomen was dat hun camionette 3 keer groter was dan de onze en voorzien van alle luxe: douche, toilet, keuken en living. Een living die we nog veel zouden gaan gebruiken.
    In Rainbow Beach pikten we nog snel een strandje mee voor we naar de zoo gingen van de tragisch overleden nationale Australische held Steve Irwin. Deze zoo is gegroeid uit een opvangcentrum voor krokodillen. Krokodillen die indien niet gered door Steve, gedood zouden worden door hun boze (menselijke) buren. Steve's filisofie is dat mensen zelfs gevaarlijke dieren gaan apprecieren indien ze er maar van nabij kennis mee kunnen maken en op die manier is de zoo uitgebreid en bevolkt met andere dieren van koala's tot olifanten en tijgers. Ook meestal gered uit benarde omstandigheden (circussen, mishandelingen, autoongevallen,...)
    Over benarde omstandigheden gesproken, 24 op 24 samen in een camionette leven is ook niet altijd gemakkelijk vandaar dat we besloten om even wat stoom af te laten en een weekje apart rond te reizen. Frank had afgesproken met Alex die door een sterfgeval in Becky's familie ook  op zichzelf was aangewezen en samen hebben ze een paar dagen al vissend doorgebracht in Byron Bay.
    Natacha reed samen met Marc en Wanda richting Sydney, waar we opnieuw hadden afgesproken een week later. We maakten verschillende stops waar van de walvis uitstap en het bezoek aan het Dorigo regenwoud het meeste bijbleven. In Coffs Harbour scheepten we in om op zoek te gaan naar de walvissen. Na meer dan 40 min.vruchteloos te hebben rondgedobberd begonnen we te vrezen dat de walvissen hun kat hadden gestuurd, maar gelukkig hadden ze gewoon wat vertraging opgelopen. Het weerzien met onze kolossale vrienden uit Argentinie was pakkend. Ze hadden deze keer ook hun hele familie meegebracht want verscheidene groepen leken ons te begeleiden.
    Na deze close encounter zijn we terug de bossen ingetrokken: een wandeling door het regenwoud van het Dorigo Nationaal Park, misschien wel de mooiste wandeling tot hiertoe, in ieder geval zeker de meest afwisselende. Het pad leidde ons eerst naar een indrukwekkend uitkijkpunt over de omgeving, daarna via bruggetjes tussen dichtbegroeide, langblarige bomen en struiken naar de achterkant van een waterval. Het laatste stuk hebben we op een drafje moeten afleggen want het was hard beginnen regenen.
    Het weer was ondertussen omgeslagen en de regen bleef zo fel naar beneden stromen dat de rivieren en de meren het water niet meer konden slikken en gingen overstromen. We zagen hoe auto's toch probeerden over te steken en tot aan hun koplamp in het snel wassende water verdwenen. Maar in tijden van miserie -want we geraakten gewoonweg niet tot bij onze camping door al dat water- kom je in aanraking met het goede in de mensen: zo heeft een vriendelijke Aussie wel 30 min. omgereden om ons veilig tot aan onze slaapplaats te begeleiden. Later vernamen we via het nieuws dat deze overstromingen een deel waren van een kleine nationale ramp.
    Gelukkig stond ons in Sydney een streepje luxe te wachten. Dankzij de door Marc verzamelde bonuspunten konden we ons een paar nachten in een superchique hotel veroorloven: eindelijk nog eens een bad, lekker voor TV hangen en niet meer door de kou naar het toilet toespurten in het midden van de nacht.
    We trokken de stad in om de sfeer op te snuiven, Lindt chocolade in Darling Harbour, het opera gebouw, de Harbour Bridge, Sydney Tower en uiteindelijk belandden we in China Town voor een welverdiend avondmaal.

    10-06-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    30-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SURFEN IN 1770 EN 4WD SAFARI OP FRASER
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Al denderend over de Bruce Highway zetten we onze tocht voort om pas opnieuw halt te houden in Town 1770, zo genoemd naar de landing hier van Captain Cook in dat jaar. Dit dorp staat bekend omwille van zijn goedkope surflessen en perfecte golven om te leren surfen en daarvan heeft Frank geprofiteerd. En met succes!! Surfen is ook echt plezant dus dat zal nog vaker gaan gebeuren.
    De mensen gaan hier ook heel joviaal met elkaar en toeristen om. Iedereen noemen ze 'darling' of 'honey'. Alle andere aansprekingsvormen zijn enkel goed voor in de boeken.
    We pikten nog een plaatselijk festival mee -samen met Alex en Becky die we hier terug tegen het lijf gelopen hadden- met live muziek en allerhande festiviteiten; dit plaatsje is echt een aanrader, ook al wonen er maar 1600 mensen, het is en ze zijn je bezoek meer dan waard.

    Met Alex en Becky zijn we dan afgezakt naar Hervey Bay, uitvalsbasis voor 4 wheel Drive safaris op Fraser Island: het grootste zandeiland ter wereld. We schoten best met elkaar op en besloten om samen een Jeep te huren om dit eiland te verkennen. 3 nachten en 4 dagen hebben Alex en Frank met de jeep in de zandwoestijn rondgesjeesd en met heel veel plezier. De landschappen en dieren op dit eiland zijn bijzonder; witte stranden, blauwe en groene meren,  kilometers kust zonder bebouwing, zee-arenden die wegvliegen met slangen in hun klauwen, een uitkijkpunt vanwaar je in de verte walvissen en dichterbij haaien en roggen ziet zwemmen... alweer een mooie trip.
    Terug op het vasteland ontvingen we plots een SMS van Marc en Wanda. Diezelfde avond zouden ze nog in Hervey Bay aankomen en ons de komende weken op reis vergezellen. Bekende gezichten: Woohoo!!!

    30-05-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    25-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AYRLIE BEACH EN OMGEVING
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Meer dan een straat vol hostels, restaurantjes en bars is Ayrlie beach eigenlijk niet, maar omdat het de beste uitvalsplaats is voor cruises langs de Whitsunday Islands ziet het hier het hele jaar door zwart van het rugzakvolk. En ze hebben er ook weer een prachtige lagune om in te zwemmen.
    We kozen ons een camping uit waar we ook onze cruise konden boeken. Deze keer zou het maar een daguitstap worden, want dit soort dingen weegt nogal op het budget. Geen zeilboot dus, maar een snel motorjacht. De boot bracht ons eerst naar Whitehaven Beach. Waarschijnlijk een van de meest gefotografeerde stranden langs de Oostkust van Australie. Het zand is absoluut gewassen met 'Dash': witter dan wit. Zo wit zelfs dat het niet eens opwarmt in temperaturen van 30 graden en meer. Dat komt oa.dus door Dash, maar vooral ook omdat het 100% silica-zand is en gewoonweg geen warmte absorbeert.
    Na wat geluierd te hebben in de zon was het weer tijd voor actie. De roep van het turquoise water begon stilaan onweerstaanbaar te worden. De baai waarin we voor anker gingen in de namiddag was zeer ondiep en de koralen en vissen kon je dan ook gemakkelijk bewonderen vanaf de oppervlakte met snorkel en zwemvliezen; het duiken lieten we dus even voor bekeken. (alweer een opluchting voor de portemonnee!)
    Onze waterdichte behuizing voor de camera kon nu ook voor het eerst zijn nut bewijzen onder water, al is het best een uitdaging om zonder gewichten proberen stil te hangen op 3-4 meter diepte. Maar het is ons toch gelukt om enkele leuke plaatjes te schieten: fantastische koraalformaties en scholen vissen, gigantische en kleurrijke schelpen... je kent deze opsommingen ondertussen al wel dus we besparen jullie de tekst en kijk gewoon naar de foto's zodra ze bij op de blog geplaatst zijn.
    Tegen de avond voeren we de haven weer binnen en was het tijd om op de camping aan het eten te beginnen.
    Sinds we met ons kampeercamionetteke (een Mazda E2000 van 1993 trouwens) op pad zijn, gebruiken we gewoonlijk de 'campkitchen'van de camping om te koken. Elke keer een verhuis van pottn en pannen en ingredienten, maar in de keuken ontmoet je de meeste mensen. Alex en Becky bvb, een Engels-Wales koppel dat een beetje dezelfde trip doet als wij, maar dan in de omgekeerde richting. Voor hen lag Azie dus al achter de rug en was Zuid Amerika de volgende bestemming. Ideaal dus om even samen te reizen en wat ervaringen uit te wisselen want ook zij deden de Oostkust in noord-Zuid richting.
    We zagen ook al snel waarom wij voor een busje hadden gekozen ipv een gewone wagen. Alex en Becky moesten elke avond hun tentje opstellen en ' s ochtends weer afbreken terwijl ons bed elke avond zonder extra werk al op ons lag te wachten. Ook de extra bagageruimte bleek een enorm voordeel. Tot dusver beviel het leven op 4 wielen ons perfect! Maar het zou kouder worden verder naar het Zuiden... Dat baarde ons nu en dan toch ook wel zorgen. Maar ach, hoe koud kan het eigenlijk worden in Oz. Lang dachten we er dus niet over na. De weergoden waren immers met ons.
    Verder naar het Zuiden in Cape Hillsborough Nationaal Park zijn we naar de Beach Boys onder de kangoeroes gaan kijken. Vaak zie je deze beestjes niet op het strand, maar hier zijn ze trouw elke ochtend op post. bij zonsopgang huppelen ze letterlijk voorbij om even de temperatuur van het water te voelen.
    We zouden vandaag trouwens 2 typische Australiers tegenkomen:'s avonds de zo goed als ongekende en schuwe platypus (Door ons in Belgie beter gekend onder de naam vogelbekdier) Dit beestje kan je echt een vreemde vogel noemen. Het heeft kenmerken van een vogel, van een vis en is eigenlijk een zoogdier. En het is ontzettend moeilijk om ze in het wild te zien. Maar in Broken River (dichtbij Mackay) heb je een goede kans als je maar vroeg genoeg uit je bed komt en geduld hebt.
    Een goede wandeling was ook al een tijdje geleden, dus na ons onderonsje met de Platypus zijn we nog snel even gestopt bij Finch Hatton Gorge. Een tocht van 2-3 uur door een prachtig bos bracht ons bij een idyllisch natuurlijk zwembad, het water continu ververst door de plaatselijke publiekstrekker: de watervallen.
    Ook de excentrieke bewoners geven deze streek een eigen en merkwaardig karakter. En dan hebben we het ook over de mensen, niet alleen de gigantische hagedissen/varanen die we er gezien hebben.

    25-05-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    15-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SS YONGALA: ONS EERSTE WRAK!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    We zijn nu meer dan een maand in Australie en maken ons klaar voor ons volgende duikavontuur: het Yongala wrak. Diepte: 28m. De Yongala is in 1911 gezonken in mysterieuze omstandigheden en is een van de beste (wrak) duikplaatsen in Australie.
    We moesten nog wel even wachten op goed weer. Er stond teveel wind waardoor de boot niet kon uitvaren. 2 dagen later kregen we toch goed nieuws en na de gewoonlijke papiermolen trok een tractor de boot naar het strand. Ayr, het dichtsbijgelegen plaatsje, heeft geen haven dus we zouden te water gelaten worden deze keer. Dat het weer nog niet ideaal was (nog steeds golven van 1-2 meter) mochten we aan den lijve ondervinden. Vooral Natacha werd er even letterlijk niet goed van, maar eens in het water verdwijnen zeeziektesymptomen direct.
    We hadden in Cairns ook nog een waterdichte behuizing gekocht voor onze camera, zodat we vanaf nu altijd onze eigen camera kunnen gebruiken bij het duiken. We moesten de behuizing eerst testen zonder camera om zeker te zijn dat er geen produktiefouten in zaten.
    Het wilde water, te weinig gewichten en gesukkel met de lege behuizing die overal bleef achterhaken, maakten het afdalen naar het wrak nogal hectisch. Toen we beneden aankwamen zat Frank al bijna door de helft van zijn zuurstofvoorraad, maar de eerste aanblik van het wrak was magisch. Het was prachtig overgroeid door koralen en aangezien er kilometers in de omtrek geen andere rotsen of koralen te bespeuren zijn, zaten alle vissen in en rond dit wrak samengepakt. Voor het eerst leek het alsof de vissen geen schrik hadden van ons bezoekers en ze zwommen soms recht op ons af in plaats van van ons weg.
    Buiten vissen waren er ook heel veel zeeslangen (vaak veel giftiger dan landslangen, maar lang niet zo aggressief); grote schildpadden en immense scholen vissen die een spelletje tikkertje leken willen te spelen. Ook soorten zeewier en koralen die we nog niet eerder hadden gezien maakten van deze duik een bijzondere ervaring.
    Na een 30 minuten moest Frank samen met een andere "buddy" al terug naar boven wegens zuurstofgebrek, maar Natacha kon met de rest nog verder duiken.
    De behuizing had de test doorstaan: geen lek te bespeuren. Tijdens onze tweede duik zouden we dus naar hartelust foto's kunnen nemen van al dat moois.
    Onze tweede duik verliep echter niet helemaal zoals het hoorde. Als bescherming tegen de kwallen hadden we ook bij de 1e duik al een beschermende muts/kap op ons hoofd. Die van Natacha bleek al wat ouder en er hingen hier en daar stukken los. Daardoor zat er regelmatig iets onder haar bril en dat veroorzaakte lekken. Toen het niet lukte om de kap en de bril in de 2 meter hoge golven op hun plaats te krijgen, zat er niets anders op dan terug aan boord te gaan en deze tweede duik te skippen. (de begeleidende dive masters waren namelijk al uit hetzicht verdwenen en zonder buddy duiken is echt levensgevaarlijk) Spijtig,... maar die dingen gebeuren. en we hadden een prachtige eerste duik gehad.
    Terug aan land werden we nog op een BBQ getrakteerd en daarna was het hoog tijd om verder te rijden naar onze volgende bestemming: Ayrlie Beach.

    15-05-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    09-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ONDERWEG VAN CAIRNS NAAR MAGNETIC ISLAND
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Met onze camionette volledig nagekeken en hersteld waren we eindelijk klaar om de tocht naar het zuiden aan te vangen. We zouden eerst nog even het binnenland intrekken om een blik te werpen op een aantal vreemd gevormde kolossale vijgenbomen: de Cathedral en Curtan Fig Trees. Onze eerste overnachtingsplaats was Lake Tinaroo; hier zouden we direct onze kampeervaardigheden en uitrusting op de proef kunnen stellen. Geen stromend water, geen electriciteit, geen BBQ's. De sossissen die we daar gekocht hadden zouden in de pan op ons eigen gasvuurtje moeten bakken, en daar ging het al ineens goed fout: gasvuur kapot, ... en rauwe sossissen daar hadden we niet veel zin in. Gelukkig konden we nog terugvallen op de smoskes met kip en de omgeving - een prachtig meer omringd door bossen en ver weg van de beschaafde wereld - was meer dan compensatie genoeg (al had Frank toch heel veel goesting in sossissen...). We zagen hier ook nog onze eerst 'wilde' kookaburra, een vogel die echt lacht en typisch Australisch.
    Over vogels gesproken... Natacha heeft iets met roofvogels. Toen we de volgende dag een show met roofvogels zagen aangekondigd in het bezoekerscentrum van Atherton wisten we dan ook ineens wat doen. Het werd trouwens een prive-show alleen voor ons twee. Des te beter. De zeer sympathieke en enthousiaste Steve liet ons eerst kennis maken met Jacky, een zeer slimme en milieubewuste zwart-wit gevlekte ekster. Toen Steve een paar proppen papier liet vallen, raapte Jacky ze prompt op en dropte ze netjes alledrie in de vuilbak. Daarna mocht Natacha landingsplaats spelen voor een uil, een niet al te grote vogel, maar met griezelige gitzwarte ogen. Het echt spectaculaire werk kwam pas op het einde aan de beurt: een valk en een kite (soort arend, maar net niet) sloten de show af. Alle vogels in de show zijn dieren die niet meer in het wild kunnen overleven: mishandeld door eigenaar, aangereden door auto's,...
    Steve vertelde ons dat geimporteerde planten ook nog een groot probleem vormen voor het milieu. Ze hebben hier weinig of geen natuurlijke vijanden en verdringen stilaan de inheemse plantensoorten (bvb grassen). Hierdoor hebben veel diersoorten meer en meer problemen met het vinden van het juiste voedsel. Bovendien vallen meer en meer habitats ten prooi aan landbouw en alsmaar groeiende steden. In de toekomst zouden deze twee problemen samen wel eens dramatische proporties kunnen aannemen.
     Verder naar het Zuiden hebben we nog een watervallenroute gevolgd, of toch een deel ervan, want op den duur heb je natuurlijk genoeg watervallen gezien.
    Jose Paronella was het daar echter niet mee eens. Jose-de stichter en bouwer van Paronella Park- was een Catalaan die zijn fortuin had verdiend met het kopen en verkopen van suikerrietboerderijen. Op 1 van zijn verkenningstochten verliefd geworden op de streek rond een waterval, besloot hij daar zijn droomkasteel te bouwen voor hem en zijn toekomstige. Dat ging niet van een leien dakje. Cyclonen, overstromingen en mannen die vrouwen inpikken maakten hem het leven en bouwen moeilijk. Uiteindelijk is hij getrouwd met de zus van zijn eerste verloofde en heeft hij ongeveer een halve eeuw gebouwd aan zijn droomkasteel. Het is dan ook de moeite om er te gaan kijken. Spijtig genoeg heeft een cycloon in de jaren 70 nog eens een groot deel van het terrein, het perk en de gebouwen verwoest. Jose moest het weten... Gelukkig zijn de nieuwe eigenaars even verliefd op Paronella Park en wordt er hard gewerkt aan de renovatie, al zal het nog wel ettelijke jaren duren eer het helemaal in oorspronkelijke staat is hersteld. We raden je aan om even de tijd te nemen om de foto's te bekijken op hun website (URL: http://www.paronellapark.com.au ) en bedenk dan even dat deze mens zo goed als in zijn eentje of enkel met hulp van vrouw en kinderen 95% van het werk voor zijn rekening heeft genomen. Het verhaal achter dit sprookjeskasteel spreekt zeker evenveel tot de verbeelding als de plaats zelf.
    De volgende dag legden we een grote afstand af, bijna tot in Townsville. Onderweg maakten we kennis met het 'drive & revive' principe, een initiatief waarbij gratis thee en koffie geschonken wordt aan de reizigers en volledig rechtgehouden door vrijwilligers. Een mooie geste om de automobilisten regelmatig te doen stoppen en even op adem te komen.
    Diezelfde avond bleven we op 1 van de vele gratis campeerplaatsen met BBQ slapen. We probeerde kangoeroe steak op de 'barbie' (1 van de typische Australische afkortingen) en bewonderden het mooie zicht op zee.
    In Townsville zelf brachten we een bezoek aan 1  van de grootste aquaria van Australie: Reef HQ. We leerden er meer over de beestjes die we in Cairns onder water hadden gezien; zo kwamen we erachter dat de vader van Nemo in de film eigenlijk van geslacht had moeten veranderen nadat zijn vrouwtje door een barracuda was opgegeten. We zagen lichtgevende vissen, een slak/garnaal soort die al 5 miljoen jaar in deze wateren leeft (de Nautilus) en sloten dit bezoek af met een IMAX vertoning van Deep Sea, een soort film/documentaire over het fragile evenwicht in de onderwater wereld.
    Townsville is ook de beste uitvalsplaats voor een bezoek aan Magnetic Island. Dit eiland is beslist een bezoekje waard omwille van de vele prachtige baaien en de talrijk aanwezige inheemse diersoorten. Op Magnetic Island zagen we voor het eerst een koala in het wild, en op de camping brachten Rainbow Lorikeets (veelkleurige papegaaien/parkieten) en possums ons respectievelijke elke ochtend en avond trouw een bezoek. Het meeste lawaai kwam deze keer eens niet van feestende studenten en backpackers maar van de massa's kaketoes die van het eiland hun thuis hebben gemaakt. Die beesten kunnen een bek opzetten... En de zwarte zwarte kaketoes zijn vast en zeker fans van The King, ofwel is Elvis met kuif en al in deze vogels gereincarneerd. Zeer treffende gelijkenis.

    09-05-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    03-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CAIRNS AND THE GREAT BARRIER REEF
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Once again we seem to have arrived in a country that due to its size is so diverse in both climates and geography that it is often hard to believe you are still in the same country.
    Where Darwin and the area of the Kakadu National Park was quite dry (OK, it was the DRY season ...), with open forests, tall grasses much like what you see in the movie Crocodile Dundee, Cairns and its surroundings are covered in lush rainforests and its coastline consists of miles and miles of white sandy tropical beaches with the corals of the great barrier reef looming in the distance. Both the rainforests and the reef are world heritage sites so you can imagine that the region thrives on tourism. But somehow the Aussies have found a way to keep their cities and tourist attractions attractive despite the tourists. Wherever you go in Darwin or in Cairns, it seems so quite and tranquil everywhere, even in the centre of town!? And everything is so nice and neat and well-maintained. All the lawns are mowed, the plant beds next to the highways and roads are meticulously maintained, the parks are oases of rest and tranquility ... You have to wonder how they do it. Maybe we should have our Antwerp mayor come over and learn a lesson or two. Admitted, Darwin and Cairns both have a population which is a lot smaller that that of major cities in the world, but I think a lesson could be learned here.
    Unemployment rates are also among the lowest in the world. Australia is one of only a handful of “western” countries that promotes immigration, be it under certain conditions. If you are a nurse for instance, you won’t have any trouble getting a permanent visa and there are plenty of professions of which they do not have enough down here.
    But we are deviating from the city at hand now, so let’s get back to the point, to Cairns and the Great Barrier Reef.
    Our first task in Cairns was to look for and find a campervan to either hire or buy. We went to all the major rental companies and soon decided that buying would be a lot cheaper. Actually, it would probably cost around the same, but we would be able to sell the van again in Sydney and get at least some of our money back that way. The first few days went by without any of the vans available on the notice boards attracting our attention.
    We also wanted to go on a trip to the great barrier reef so in the meantime we also looked for and found a dive shop that could take us out there for 3 days/2 nights and offer us 11 dives each and an Advanced Open Water certification for a price that was only double of our available budget ;-((( Australia really is an expensive place compared to where we have been so far ... But hey, how often in a lifetime do you go diving on the biggest coral reef in the world? And no matter what the cost, we just had to find Nemo ...
    The day before our boat was leaving we called Richard again, owner and seller of one of the first vans we had seen and which we liked most. We made an offer, he refused and made another one and in the end we made a deal. We would go diving, he would make sure the car had all the necessary credentials and safety checks done and upon our return we would buy the van for 3200 AUD. It included all the camping gear we could possibly need and we would be able to sleep in the back of the van thus saving money on hostels.
    The next morning, happy that we finally found our home on wheels for at least the next two months, we boarded the Scubapro together with around 25 other divers and snorkellers. The boat was awesome. Probably nothing spectacular if you are used to doing a lot of diving and live-board diving trips, but after our experience on the Galapagos Islands with the Cormorant boat, this was luxury galore! Good bunks, air conditioning all over, sundeck, free drinking water, big diving deck, plenty of space to do some reading in the dining area. Very nice indeed.
    The crew turned out to be great as well. Also quite different from what we had been faced with in Ecuador. They were funny, helpful, professional … But also strict when they had to be. Doing 11 dives in 3 days means 4 dives per day and that requires quite accurate timing. So to get 30 divers into and out of the water in time, there had to be some rules, which we all happily obeyed.
    Heading out to the reef turned out to be a quite bumpy ride. Paper bags were handed out and eagerly taken and used by the less fortunate. And still, we were lucky because the first days we were in Cairns, the weather had been really lousy. No sun, lots of clouds, wind ... and all that had changed only the day before we boarded. But rough seas seem to be normal here even when the weather is nice. In any case, when the boat arrived at our first dive site on the reef, we immediately felt that the reef would be protecting us from the worst. The mooring buoys were all located in protected bays so the big waves all broke before they could reach us. Everyone’s stomach started to settle down when the call for the first dive briefing came. This would become a familiar routine over the next days: Dive briefing, dive, eat, dive briefing, dive, eat, dive briefing, dive, eat, dive briefing, dive, desert, sleep.
    We decided to follow a guide for the first dive, mainly because we were still feeling a bit uncomfortable about diving solo and we did not really know very well how to navigate under water. Learning that would be part of our Advanced Open Water dive lessons (dives 3 to 7).
    But because too many people went along with the guide on the first dive we wanted to go alone or with only 2 other divers on our second dive. This is how we got to know Katia and Tommie from Finland and Sweden respectively. We decided to double up during the trip and dive together for extra security and to have four sets of eyes looking out for the hidden secrets and treasures of the reef.
    Dives 1 and 2 were regular fun dives which means you just go down, have a look around and come back up. Dives 3 to 7 were part of the Advanced Open Water program and included a deep dive (up to 30 meters, but we only went to 25 to save oxygen), a navigation dive during which you learn how to navigate, a peak performance buoyancy dive during which we found out that our instructors in Honduras had given us more than double the weights we required to have our buoyancy at optimal efficiency, an underwater photography dive and last but not least a night dive. This one was awesome. You go down in the dark and you have nothing but a small flashlight to explore the bottom of the ocean or the coral walls. A bit anxious at first, we soon learned that having such a narrow vision was actually more relaxing than diving during the day when you try to look at everything at once. But not knowing whether a shark is swimming only a couple of meters away is a thrilling experience nevertheless.
    We all (there were 8 Advance Open Water students) completed the course successfully and were ready for the last 4 fun dives. We would be heading out on our own this time and the big question always was: would we find our way back to the boat without having to surface to take a peak ... We did once, but failed all the other times. I guess we will have to work on our navigation skills some more during our next dives.
    The world of the great barrier reef is magnificent. Everyone has probably seen one documentary or another about this world wonder, but none of them do it justice. We have already written down so many Ooooh and Aaaaah stories from our other excursions into nature and we are not going to repeat ourselves here. Let us just say that we did find Nemo and almost all of his other friends down there. We took a couple of more than decent pictures and we will add them to our photo archive as soon as we can send them over to Belgium. The coral, the turtles, the sharks, the hundreds of different kinds of fish ... Yes it was expensive, but it was more than worth the money.
    The ride back to Cairns was a whole lot smoother than the ride out (which the captain explained by admitting he did not fall sleep behind the wheel this time :). We all agreed to go to the get together in a restaurant in town later that evening and then the Prodive shuttle bus dropped everyone of at their hotels and hostels.
    The little gathering that evening turned out to be rather amusing. Some of us got quite drunk and also forgot most of what happened that evening. However, reliable sources assure us that we did have fun, not only went out to eat but also to some sort of nightclub called Soho and than grabbed a cab back to the hostel where we slept like a log.
    The next couple of days were quite uneventful. We met with Richard again, we bought the campervan and spent our first night in it. We soon learned though that finding a parking spot requires more consideration and thought than just: “This looks nice ...” Toilets for instance are a very useful thing to have close by. Especially in a city it is difficult to find a tree that is out of sight ... Since that first night we have always gone to a camping to spend the night. It does cost a little bit of money, but not nearly as much as a room in a hostel and along the way to Sydney there are plenty of free camping sites with facilities such as showers, toilets and even BBQs.
    Our side of the paperwork for the van still had to be completed and we could not do that until the 30th of April so we decided to take the van and head north of Cairns to a town called Cape Tribulation. It is famous for its world heritage listed coastal rain forests. Along the way we stopped at an Aboriginal cultural center called Tjapukai where we saw a quite shocking historical documentary about how the European settlers (mis)treated the original inhabitants of this country and how the new generations of aborigine artists and elders is trying to turn the page and look ahead with hope for the future. We also saw some shows during which the actors explained how the aborigine population sees the world and how they try to explain it through dreamtime stories. Very much like the Bible and the Koran and any other religious document tries to explain the world. The difference being that the Aborigine version has never been written down but always passed on verbally and different tribes also have different stories and different sacred sites.
    We also attended a cultural dance show and we learned about “bush tucker” or typical food from the forest and we tried throwing a spear and a boomerang.
    Quite impressed by the sense of regained pride that these members of the aborigine community exhibited, we bought a CD with didgeridoo music for the road and continued our trip to Port Douglas.
    Here we wanted to go to a nature Park called “Rainforest Habitat”. This park is an initiative to protect birds and other rainforest fauna of the region by breeding them and taking care of wounded or donated animals. It was a magnificent park and we also had our first close encounter with the cutest Aussie around: the Koala.
    After Port Douglas the rainforest would become denser and the roads would keep on getting smaller so Cape Tribulation where the road just ends was our final destination. The road does not really end there though, but for our campervan it does ;-))
    At Cape Tribulation we went on a guided hike through the rainforest with a German botanist. Quite interesting, but no animals ... What we did see was one of the oldest flowering plants in the world. Of the 10 oldest plant species in the world 7 or 8 occur in the coastal rain forests of this region so it is not difficult to see why this place was world heritage listed in the 80s. The Idiot Fruit (so-called because only idiots would eat it since it is completely poisonous) is at least 150 million years old and probably the species from which most if not all flowers and flowering plants have developed over the millennia. This was our first vegetable dinosaur.
    On the way back we also paid a visit to Mareeba and Kuranda. In Mareeba we were fortunate enough to be able to attend a Bull riding championship. Reconsidering, it was not that lucky. The bull riders stay on their bulls for a meager 8 seconds (if they manage to that is) and the seats are waaaaaaaaaaaay back from where the action is. Not our kind of entertainment, but the Aussies seem to dig it. The arena was packed!
    Kuranda finally was worth a visit because of the Barron Falls. Unfortunately they were not quite as impressive as they would have been during the wet season when a torrent of water crashes down into the valley of the Barron River. Very similar to the Iguazu falls in Brasil and Argentina. Still, it was a nice walk and the valley is a beautiful sight even without all the water.
    And that brings us back to Cairns where we currently still are, but only for one more day though. The campervan is now fully registered in our name, some repairs which were absolutely essential have already been carried and in a couple of hours the last repairs will be completed. A new clutch, a new radiator and some other minor repairs should make our 4-wheeled monster purr like a kitty again. Our wallet is screaming in agony in the meantime but everything should balance out once we get to Sydney.
    So, tomorrow we take off on our adventurous road trip down the East Coast, to Melbourne and back to Sydney. Around the 30th of May we should be in Brisbane where friends and colleagues of ours (Marc and Wanda) will join us for 3 weeks of action- and adventure packed travelling.
    We will continue to try and keep everyone posted of our whereabouts in Australia and our states of (and out of) mind during the next two months. If at some point there are no more updates, fear not, we have not been eaten by one of the many dangerous animals that live in Australia, we are sometimes just a tiny bit lazy.

    And finally we would like to congratulate Saskia and Sigi for becoming Mom and Dad in the 3rd degree! Happy Happy Joy Joy!!!

     

    03-05-2007 om 11:22 geschreven door Frank & Natacha  


    05-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DARWIN EN KAKADU PARK
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Aangekomen in Darwin merkten we meteen dat we de tropische temperaturen nog altijd niet hoefden te missen. Heet en een hoge vochtigheidsgraad de hele dag en nacht. Gelukkig hadden ze in ons vriendelijk hostal airconditioning om op de kamer voor wat verkoeling te zorgen.

    Tijdens onze eerste wandeling naar het centrum van Darwin kwamen we al direct in aanraking met een lid van de meest succesvolle bevolking van Australie: vieze beesten. Op het voetpad lag een bidsprinkhaan ter grootte van een voet van een volwassen mens. Natacha heeft de hare er naast gezet zodat je de schaal ziet op foto. Bidsprinkhanen kunnen soms gemeen uit de hoek komen, maar gelukkig voor ons (minder voor het beestje) lag ie dood op het voetpad. Deslaniettemin, indrukwekkend.

    Darwin is een kleine stad met een enorm uitgewerkte infrastuctuur. Het lijkt wel of de verhouding infrastructuur/inwoner niet volledig juist is afgestemd. Enorm grote parkings, gebouwen, winkelcentra ... voor een handvol inwoners. Later hoorde we dat Darwin ook een militaire rol speelt en waarschijnlijk zal het op bepaalde tijdstippen van het jaar hier wel vollopen.

    We hadden nog niet veel kunnen lezen over Australie omdat we de Lonely Planet pas in LA hebben kunnen kopen; die was in Honduras niet te vinden in de kleine boekhandels die we bezocht hebben. We moesten dan ook vertrouwen op de uitleg van het hostel en de folders die je kon vinden, maar dat was geen probleem: een wand vol folders en uitleg over allerlei tours, hostals en activiteiten in Australie waren voor handen. De tweede dag na aankomst hadden we al een goeie deal gevonden voor een 3daagse 4 wheel drive tour naar en in het Kakadu park. We hadden eigenlijk de jetlag nog niet verwerkt maar besloten om toch maar te gaan. De volgende dag vertrokken we met volle moed en weinig slaap (een paar gasten in het hostal hadden een feestje gebouwd gedurende de nacht) met een groep van 9 richting Kakadu park. We kwamen terecht in een mix van allerlei culturen: een Frans koppel dat in Sydney woont, een Duitse die op haar eentje Australie aan het rondtrekken is, 2 mensen uit Melbourne, 1 vietnamese die al lang in Melbourne woont en een Thai: Manu & Alice, Christina, Dean, Kurt & Nina en ten slotte Jay. En natuurlijk mogen we Jacob, onze gids, niet vergeten.

    Na een drietal uren rijden hielden we voor het eerst halt bij de Adelaide River. Op het menu stonden tamme slangen en wilde krokodillen: ook al sluipen er heel wat gevaarlijke slangen rond in Australie, er zijn er ook brave die in Natacha's nek willen liggen. Na een korte koffiepauze mochten we dan kennis maken met de Killer van Oz: de zoutwater krokodil: monsters van 4 tot 6 meter lang die er meer dan eens per jaar in slagen om een volwassen mens mee het water in te sleuren en op te peuzelen. Je kan maar beter wegblijven van de oevers als je weet dat er krokodillen in het water zitten. Tijdens onze „Jumping Croc Cruise“ zagen we hoe deze monsters met een ongeziene kracht 3 meter uit het water omhoog springen om een stuk vlees dat ze van de boot boven het water laten bengelen vast te grijpen en op te peuzelen. Of dit volledig ecologisch verantwoord is, daar hebben we zo onze vragen bij ... maar een spectacel is het alleszins. Bovendien worden die dieren hier ook gekweekt voor hun huid en vlees.

    In de namiddag zijn we onze eerste waterval gaan bekijken: kristalhelder water in een tropische omgeving, heerlijk om het zweet en stof van een flinke wandeling af te spoelen. 's Avonds heerlijk gegeten (kangoeroe is trouwens best lekker!) en later konden we rond het kampvuur de didgeridoo uitproberen. Het is een enorm moeilijk te bespelen instrument waarbij je in moet ademen terwijl je uitblaast om het instrument van een continue luchtstroom te voorzien; het produceert mooie, warme, mysterieuze klanken. Bij Frank wilde het al wel lukken!  Iedereen kroop vroeg onder de lakens, 't was dan ook een vermoeiende dag geweest en de volgende zou al zeer vroeg beginnen.

    De tweede dag stond meer in het teken van cultuur. Eerst bezochten we het informatieve Bowali Visitor Centre, waar we meer te weten kwamen over het leven en de culturele en sociale wetten, tradities en rituelen. Zo mag bv niet elke vrouw zomaar met elke man trouwen. Er zijn zeer stricte afspraken. Je mag ook niet over de doden spreken. Tot een aantal jaren na de dood van een individu worden hun gezichten en namen op foto's afgeplakt. We vermoeden dat dit zo gedaan wordt omdat aborigines geloven dat de geest van een overledene zou kunnen terugkeren wanneer zijn of haar naam vaak wordt uitgesproken. We hebben ook enkele gevolgen van het koloniale verleden kunnen vaststellen: talen en tradities zijn verloren gegaan, gezinnen zijn uiteengerukt, de film "Rabbit proof fence" in het echt ... verschrikkelijk. Erg gelijkend op wat we in Zuid en Midden Amerika hoorden over hoe het met de Incas en de Mayas is gegaan. Er is toch ook positief nieuws: het park zelf is ondertussen opnieuw eigendom van de oorspronkelijke bevolking. Het wordt toeristisch uitgebaat, maar altijd in samenspraak met hen. Naast Kakadu ligt een ander groot domein, ook eigendom van de aboriginal bevolking (waar de naam me ontsnapt) en waar geen toeristen mogen komen. Hier houden ze hun oude tradities en levenswijze nog in eer. Gelukkig maar. In de steden kom je in aanraking met aboriginals die hun geloof en tradities verloren zijn, geen plaats vinden (of krijgen?) in de huidige maatschappij en zich in alcoholisme storten. Het is ook moeilijk om een tussenweg te vinden; zo vertelde onze gids dat telkens wanneer iemand sterft of trouwt de ceremonie een week of langer kan duren. Een aboriginal zal dan niet gaan werken om zijn sociale plicht na te komen en dit valt natuurlijk moeilijk te rijmen met de Westerse werkschema's. We willen ook niets veralgemenen, dit is in Darwin en in het Zuiden van Australie kan dit anders zijn.

    Diezelfde dag toonde Jacob ons ook de bekende rotstekeningen die aborigines al misschien 40.000 jaar lang hebben gemaakt: prehistorische schoolborden om verhalen en tradities door te geven of een of ander eerbetoon aan een heilige geest.

    In de namiddag zijn we ook naar torenhoge termietheuvels gaan kijken. Interessante beestjes en je merkt meteen dat ze niet alleen in Zuid Amerika maar ook hier zeer talrijk aanwezig zijn. Zo talrijk zelfs dat wetenschappers hebben berekend dat het totale gewicht van alle termieten ter wereld vele malen groter is dan het gewicht van alle mensen ter wereld samen ... Kan je nagaan hoeveel er wel niet moeten zijn.

    Met een prachtige en zeer kleurrijke zonsondergang kwam er een perfect einde aan deze dag.

    De laatste dag ging het er relaxed aan toe. Korte wandelingen naar een paar idyllische watervallen waar we wat konden zwemmen en van de rotsen springen, maar  de eerste keer moesten we wel even wachten tot meneer of mevrouw ”De Op 1  Na Dodelijkste Slang Van Australie” klaar was met zich te baden in ons zwembad. Jacob onze gids nam het op zich om het beestje van het terrein weg te begeleiden.

    Ook hier hadden we weer geluk met de groep; allemaal toffe mensen en zo leer je elkaar snel wat beter kennen.  Jay bracht ons op de hoogte van de gespannen situatie tussen China en Taiwan en Nina vertelde ons over de Vietnam oorlog: haar ouders hebben in die tijd noodgedwongen een gevaarlijke en bange overtocht naar Hong Kong moeten maken toen het land in rep en roer stond. Hele families zijn in die tijd uiteengerukt en zo is zij in Australie beland. Alice en Manu zien we zeker nog in Sydney en Dean, Nina & Kurt zullen ons meenemen naar een wedstrijd Australian football wanneer we in Melbourne zijn. "You haven't seen Australia if you didn't see a real football game" aldus Dean en Kurt ... Nu al zulke mooie vooruitzichten en we zijn nog maar pas aangekomen!

    05-04-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    02-04-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.L.A. IN 48 UUR
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Met onze 1ste duikavonturen achter de rug was de tijd om Honduras en
    het Amerikaanse continent te verlaten, aangebroken. Maar vliegen van
    Roatan, Honduras naar Darwin, Australie in 1 ruk vonden we wat veel
    van het goede. We zouden er 4 vluchten en dus ook 4 keer wachttijd
    of in totaal meer dan 48 uur onderweg voor over gehad moeten hebben
    en dat zagen we gewoon niet zitten. We besloten dan ook om halfweg
    (in uren, niet in afstand ...) even halt te houden in LA en daar 2
    nachtjes te slapen vooraleer Down Under-waarts te trekken.

    Wat kunnen we vertellen over LA? Allereerst dat American Airlines de
    bagage van Frank was kwijtgespeeld. De medewerkers konden ons ook
    niet vertellen waar de bagage dan wel was achtergebleven en raadden
    ons aan om op de luchthaven te wachten op de laatste vlucht vanuit
    Miami, want op elk van die vluchten kon de rugzak meekomen. Het
    was al 22.30 toen we in LA aankwamen en de laatste vlucht zou pas om
    00.30 aankomen, en met het tijdsverschil er ook nog eens bijgerekend
    begon de vermoeidheid toch stilaan zichtbare sporen na te laten.
    Met de laatste vlucht dan eindelijk binnen wisten we zeker dat de 
    rugzak nergens te bespeuren was en konden we nog maar eens in de rij
    gaan staan bij de dienst “Verloren bagage” (In heel Zuid en
    Centraal Amerika geen probleem ondervonden met verloren bagage en
    in LA hebben ze er zelfs een volledig aparte dienst voor!!??). En
    dat zo’n dienst nodig is bleek wel uit het aantal mensen in de
    wachtrij en de immense massa niet opgehaalde bagage op en naast de
    transportbanden. Er stonden zeker 1000 koffers, zakken, rugzakken en
    andere stukken te wachten op hun baasje.
    Maar niet getreurd, rond een uur of 01.30 konden we eindelijk met de
    shuttlebus naar ons hostal en we zouden de volgende dag moeten
    terugkomen om te zien of de rugzak er dan wel bij zat. Het hostal
    had een gratis luchthaven shuttlebus dus dat viel nogal mee. Om
    10.00 de volgende dag stonden we angstig af te wachten naast de
    lopende band. Heel veel fotos zaten in mijn rugzak, ongeveer alle
    electronische toestelletjes op het fototoestel na ook, ... een
    snelle berekening bracht ons algauw op zo’n dikke 2000 euro die
    verloren zouden zijn. En American Airlines’ policy op dat vlak was
    nu niet bepaald vrijgevig ... Maar het gevrees bleek al snel
    overbodig. De rugzak in kwestie kwam vrolijk op de band getuimeld en
    sprong blij op en neer toen hij zijn baasje zag (of was het
    omgekeerd??). Opgelucht trokken we weer naar het hostal.

    Van LA zelf hebben we echt heel weinig gezien en wat we gezien
    hebben ging ook heel snel. Diezelfde namiddag zijn we nog naar
    Venice Beach geweest waar de opnames voor Baywatch zijn gemaakt. Het
    lijkt inderdaad sterk op wat je in de films ziet, maar het is toch
    allemaal iets minder perfect. Er staat best veel wind; een koude
    wind ook dus echt aangenaam strandliggen is het er zeker niet. Het
    sfeertje is wel gezellig. Het loopt er vol zeer vreemde figuren die
    met allerlei variaties op straattoneel een centje willen
    bijverdienen, de ene al wat beter dan de andere. 1 groep jongeren
    hebben we een tijdje gadegeslaan want hun humor, zelfspot en
    acrobatie waren echt wel indrukwekkend.
    De volgende dag hebben we een georganiseerde stadstour meegedaan.
    Met een busje van de ene naar de andere bezienswaardigheid, zoals de
    japanners een beetje. Beverly Hills, Chinese Theatre, Hollywood
    Boulevard en de Walk of Fame, de Hollywood letters tegen de bergen
    ... allemaal passeerden ze de revue. In beverly Hills zie je de ene
    onbetaalbare winkel na de andere en Ferraris en andere ego-boosters
    rollen bij bosjes door de straten, maar eerlijk gezegd waren we meer
    gedegouteerd dan onder de indruk. 2 blokken buiten Beverly Hills kom
    je weer terug in de realiteit terecht: daklozen onder de bruggen,
    mensen met 2 of 3 banen, net genoeg om de rekeningen te betalen, in
    bepaalde wijken in LA worden maandelijks gemiddeld een 30-tal mensen
    vermoord, ... Er is geen plastische chirurg te vinden in Beverly
    Hills die hier een middeltje voor heeft en geen enkele face lift kan
    deze rimpels in het rijk van de film- en andere sterren
    gladstrijken.
    Misschien moet je meer tijd uittrekken om de stad echt te leren
    kennen. Misschien moet je met een local op pad om zo de stad te zien
    door de ogen van iemand die ze kent.
    Maar onze eerste indruk was dat het allemaal niet zo geweldig is als
    het lijkt.
    Onze volgende halte spreekt al een stuk meer tot onze verbeelding:
    Darwin, Australia.

    Op naar het tweede continent in onze reis.

    02-04-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    29-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BLOWING BUBBLES ON UTILA AND ROATAN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

      

    After 4,5 months of traveling we were about ready to hit the beaches. We heard the beaches on Roatan are the best but first we wanted to learn how to dive and Utila was supposed to be cheaper. In Copan Ruinas we met some other travelers who told us about the good experience they had with a dive shop called Captain Morgan’s and the fact that they were located on one of the cays instead of on Utila mainland also appealed to us. We had a little chat with the owner, found out that free lodging was included in the dive package and 240 USD wasn’t a bad price.

    So the next day we boarded the Mary Kaye, Captain Morgan’s dive boat and set sail to Pigeon Cay where the hotel was located. Pigeon Cay was a small but heavily crowded little island just off the Utila coast. Its population was a mixture of descendants of African slaves who were dumped there during the 18th century and British and American immigrants. Another remarkable fact were the islands’ 11 churches for a population of only 350 people.

    To our surprise the first 3 days on the cay turned out to be a bit boring. Because of all the rain we weren’t able to start our dive course so we just had to watch all the movies in the hotels’ video library. In the meantime we got the theory out of the way and had a chance to meet our dive instructor, Anke. She was a nice German lady who had been diving since 2000 and became a dive instructor in 2001. When we went in the water for the first time we felt really at ease with her. The first few sessions consisted mostly of exercises to practice some crucial dive skills such as: switching breathing regulators, refitting and emptying masks, getting out and in your dive equipment under water and an emergency ascent.

    When you first breathe through a regulator under water it feels a bit awkward and you feel an urge to keep breathing through your nose, but after 3 days we started to get the hang of it. We were more relaxed and started to notice our environment: beautiful coral reefs, sandy patches and an abundance of sea life: turtles, parrot fish, toad fish, crabs, moray eels, cleaner fish, etc.

    On the forth day of our course we graduated successfully and were rewarded with 2 free fun dives: no skills to exercise, just diving, floating and enjoying the scenery. From now on we can call ourselves us open water divers whish basically means we can go diving anywhere in the world to a maximum depth of 18m.

    After achieving our certificate we stayed another week on Utila in a rented apartment doing a lot of nothing. We cooked our own meals, got to know Utila a bit more and spent an afternoon on the closest thing we could find to a sandy beach. As Roatan is famous for its REAL sandy beaches, we ignored all financial concerns (Roatan is really expensive) and took the ferry anyway. After learning how to dive this was probably the second best decision we took the last couple of weeks. Roatan is beautiful: white sandy beaches, lined with palm trees, turquoise crystal clear waters…your basic Bounty or Bacardi Rum commercial.

    We rented a nice apartment in West End, close to the beach and enjoyed ourselves by going snorkeling, diving and even swimming with dolphins. During our last dive on Roatan we also saw a nurse shark up close. Our time on Roatan came close to being perfect. However nothing is perfect and we also had to deal with some minor inconveniences: due to power shortage there was no electricity for a 5 hour period every day and the island seemed to be experiencing a longer rainy season than other years, but these things did in no way diminish the fact that we had an absolutely marvelous time there. Roatan was a hard place to say good by to but knowing that we will be diving the Great Barrier reef in a few weeks helps a lot.

     

    29-03-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    08-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.COPÁN : HET OUDE ARTISTIEKE HART IN HONDURAS
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Eindelijk inHonduras! Hier hebben we lang naar uitgekeken want zon, zee en vooral tropische stranden zullen hier ons pad kruisen. Meer nog, we zullen er minstens 2 weken van gaan genieten zonder van de ene naar de andere plek te reizen, gewoon 2 weken rust onder de palmbomen op witte stranden.

    Maar eerst nog even de cultuur-historische kant op. Vlakbij de grens met Guatemala ligt Copán, de belangrijkste Maya-site van Honduras. Het dorpje Copán Ruinas zou ook gezellig zijn volgens onze Lonely Planet, dus dat leek ons de ideale plaats om de grens over te steken. De bus ging tot aan de grens zelf. Daar moesten we nog even wat formaliteiten vervullen en daarna konden we met een klein mini-busje mee naar Copán Ruinas zo’n 20 minuten verder. We hebben ons ingechecked in het Via Via café-hostal, deel van een Belgische keten van reiscafés/hostals en ook gerund door 2 Belgische koppels.

    De volgende dag hebben we een Tjuk-Tjuk (motorfiets taxi) genomen om naar de ruïnes te rijden. Het bleek maar een goeie kilometer of  2 van ons hostal te zijn, dus eigenlijk geen taxi nodig, maar ja…

    Bij de ingang besloten we even te wachten op een andere groep toeristen die ook een gids wilden zodat  we de kosten konden delen. De groep waar we uiteindelijk mee aansloten bleek een groep Jehova’s getuigen te zijn, maar gelukkig voor ons waren ze niet uit op nieuwe zieltjes.

    Onze gids was alweer een apart figuur: een 67 oude man die er prat op ging in het Guinness Book of World Records te staan als de gids die de meeste talen spreekt van alle Copán gidsen. Hij had ook meegewerkt aan  belangrijke onderzoeken, vaak als vertaler.

    De ruïnes van Copán zijn van een heel andere aard dan die in Tikal.Volgens onze gids was Tikal eerder het politieke centrum terwijl Copán meer het artistieke hart was van het Maya-rijk. Er waren veel beeldhouwwerken te zien, vaak van dieren, maar ook van Maya-koningen  en van 1 mysterieuze vrouw. (da’s zeer uitzonderlijk) Verder was er ook nog een indrukwekkende trap waarbij elke trede een hoofdstuk was uit de geschiedenis van Copán. De restauratie ervan was bijna voltooid toen wij er waren.

    De guillotine avant-la –lettre was een offersteen waarin een sleuf was uitgehouwen langswaar het bloed kon wegstromen en opgevangen worden. Dat de bouwwerken van deze oude culturen de tand des tijds zo gemakkelijk doorstaan werd nog maar eens benadrukt toen we langs het nog steeds functionerende drainage system liepen.

    Een zeer vergevorderde beschaving dus, maar toch ook met sommige vreemde kantjes –ze begroeven hun doden onder de huizen waar ze woonden- en meer menselijke kantjes – ze speelden ‘voetbal’ als een soort ritueel op speciaal daarvoor aangelegde terreinen en elke konig vond dat hij beter was dan de vorige en liet dat blijken door gewoon bovenop de monumenten van de vorige een nieuw  -en natuurlijk beter- monument te bouwen. 1 koning (de 16e) vond zichzelf zo geweldig dat er 16 jaguars moesten aan geloven enkel om in zijn altaar te leggen. 1 jaguar vangen in die tijd was al een serieuze uitdaging. Laat staan 16. Een bezoek aan de tunnels onder Copán hebben we gelaten  voor wat het was want veel te duur.

    De volgende dag hebben we nog een opvangcentrum voor vogels bezocht. Meestal ging het om vogels die uit gevangenschap waren gered en in het wild “vogels voor de kat” zouden zijn.

    De meeste vogels zaten in grote, ruime volieren, maar sommige waren helemaal vrij en vormden het interactieve gedeelte van het centrum. Je kon ze op je schouder zetten of op je arm. De toekans maakten het meeste indruk op ons, Zo kleurrijk en zo’n vreemde vorm ook met die immense bek. We hebben nog een paar foto’s van elkaar genomen met een aantal papegaaien in onze nek –sommige heel groot en zwaar- en daarna was het alweer tijd om verder te trekken.

    De plaatselijke luxebus bracht ons zonder veel problemen naar La Ceiba waar we de ferry zouden nemen naar Utila voor onze duikcursus en volgens ons allebei alweer dubbel en dik verdiende rust.

     

    08-03-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    01-03-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GUATEMALA - RIO DULCE / FINCA TATIN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Onze zwerftocht door Guatemala bracht ons vervolgens naar Rio Dulce, een klein dorp aan de oevers van het meer van Izabal en de rivier Rio Dulce. Een prachtig stukje natuur dicht tegen de Caraibische kust en ook een geliefkoosde ankerplaats voor 100den plezierjachten en zeilboeten van voornamelijk zeer rijke, belastingontduikende Amerikanen.

    De hoofstraat van dit dorp is een drukte van jewelste. Het krioelt er van de marktkramers en talloze kleine winkeltjes die moeten voorzien in de noden van de kapiteins en hun bemanning.

    Wer hadden nog graag diezelfde dag doorgevaren met een watertaxi naar Finca Tatin, een hotel/hostal aan de oevers van een zijarm vam de Rio Dulce, met mooie prive cabines in een jungle setting. Maar de bus was te laat en de laatste watertaxi was al uitgevaren. Een nachtje in het nabijgelegen en gelijkaardige Casa Perico was een mooi en aangenaam alternatief. Ook hier was het eten weer voortreffelijk en - niet onbelangrijk - in buffetvorm a volontee!

    Onze watertaxi naar Finca Tatin (eigenlijk naar het havenstadje Livingstone aan de Caraibische kust) bleek tegelijk ook een soort van tour te zijn. De schipper bracht ons langs een oud fort dat de regio tegen piraten moest beschermen, een waterlelietuin en een warmwaterbron. En uiteindelijk kwamen we aan in ... Livingstone?? De schipper was ons vergeten af te zetten bij Finca Tatin onderweg. Maar we mochten gratis mee terug gelukkig.

    Finca Tatin was alweer zo een idyllisch plek. We vallen in herhaling – sorry daarvoor – maar in Guatemalakomje blijkbaar niks anders tegen ...Na een luierdag zijn we met een kajak een mangrovewoud gan verkennen. Een bos in het water hadden we nog niet van dichtbij gezien. Onze tweede dag vulden we met een korte jungletocht samen met en Frans koppel en 2 lokale gidsen die zo een centje bijverdienen voor hun families en hun gemeenschap. Eerst brachten we een bezoek aan een scholencomplex midden in de jungle. Een prachtige plaats om school te lopen: Mooie grote hutten met strooien daken tussen palm- en fruitbomen, vlinders en tropische bloemen. Deze plaats wordt wel stevig gefinancierd door een plaatselijk ontwikkelingsfonds. Daarna doken we weer de bossen in om uiteindelijk uit te komen bij het dorp van onze gidsen. In tegenstelling tot de grote vuile steden was er hier geen papiertje of blikje te bespeuren op de grond. De mensen die hier wonen zijn arm, weinig geschoold en worden als indianen geminacht door vele zogenaamd beschaafde stadsbewoners, maar qua ecologisch verantwoord omgaan met hun omgeving hebben we nog veel te leren van deze “primitieven”.

    We kochten nog een klein souvenir en iets om te drinken in het dorp en daarna ging de tocht weer terug naaron hotel aan de rivier.

    Guatemala begint ons meer en meer te bevallen. Volgens de Lonely Planet een gevaarlijk land, maar volgens ons valt het allemaal nogal mee – buiten de grote steden weliswaar. Spijtig eigenlijk dat dit al onze laatste stop is in dit prachtige land. Morgen steken we de grens over naar Honduras. Het laatste land dat we zullen bezoeken op het Amerikaanse continent. Hier zullen e vornamelijk tijd doorbrengen op de paradijselijke stranden van de Bay Islands Utila en Roatan waar we allebei ook ons duikbrevet hopen te halen zodat we in Australie het Great Barrier reef van wel zeer dichtbij kunnen gaan bewonderen.

    Spannend!

    01-03-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    25-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TIKAL : DE POLITIEKE HOOFDSTAD VAN DE MAYA'S
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Na de ruines van de incas in Zuid Amerika wordt het hier in Centraal Amerika stilaan tijd voor een paar Maya ruines. De grootste Maya site is die van Tikal, dichtbij de stad Flores die voor veel toeristen dienst doet als uitvalsbasis naar Tikal. Zo ook voor ons. Een 8 uur op de bus – gelukkig zijn de landen in Centraal Amerika kleiner dan in Zuid Amerika en de afstanden die wij dienen te overbruggen dus ook – was voldoende om van Antigua naar Flores te reizen. Deze stad ligt volledig op een eiland in het meer van Peten Itza. Ook het hostal waar we verbleven is meer dan een vermelding waard. Los Amigos, gerund door twee zeer sympatieke Nederlanders is een klein paradijs, zowel op vlak van logement en setting als op culinair gebied. Je zou terugkomen enkel en alleen voor de sfeer in dit bacpackershotel. 2 Papegaaien en een par honden met twee superschattige puppys maakten het plaatje helemaal compleet.

    Om Tikal te bezoeken moesten we vroeg uit de veren. Om 03.30 zouden we al opgepikt worden door onze gids zodat we tegen zonsopgang klaar zouden zitten bovenop de hoogste tempel van Tikal om te genieten van dit spektakel. De bewolking en mist gooide echter roet in het eten, maar de geluiden van de jungle waren toch ook de moeite. Dat is ook een groot verchil met Macchu Picchu in Peru. De tempels staan hier in het midden van de jungle in plaats van op de top van een kale rots. Ook zonder zonsopgang was dit een een zeer spirituele ervaring.

    Na de zonsopgang heeft de gids ons rondgeleid langs de belangrijkste monumenten en vertelde ons over de opkomst en de ondergang van het Maya imperium. Ook hier waren de Spanjaarden weer mede verantwoordelijk, maar de voornaamste oorzaak van het zwakker worden van de Mayas was hun falen in de landbouw. Ze hadden geen technieken om het lamd dat ze verbouwden gedurende lange tijd goed te laten renderen, dus moesten ze continu nieuwe gronden ontbossen – wat ook nu nog gebeurt – en dat bracht niet genoeg voedsel op voor de steeds maar groeiende Maya bevolking. Tekenen van ondervoeding zijn ook teruggevonden in de stoffelijke resten die door archeologen zijn blootgelegd: slecht gebit, zwakke botten, ... En bovenop deze al hachelijke situatie kwam dan ook nog eens een periode van droogte die een aantal jaren bleef aanslepen. Voor de Mayas van Tikal was dit de vrij ironische laatste druppel. De Mayas zijn natuurlijk niet uitgestorven hierdoor, maar ze verloren hun greep op hun omgeving en het rijk viel uit elkaar wat de Spanjaarden vrij spel gaf.
    A
    ls om te benadrukken dat de Mayas nog een rol te spelen hebben in deze wereld kregen we op het einde van de tour nog een teken van hun goden in de vorm van een grote gier die met zijn vleugels gespreid plaats had genomen op de top van de belangrijkste en meest heilige tempel: de tempel van de Jaguar. Alle toeristen die op het centrale plein rondliepen werden er even stil van...

    25-02-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    22-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.IN EN ROND ANTIGUA: DE OUDE (HOOFD)STAD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     De hoofdstad van Guatemala – Guatemala City – is echt een deprimerende bedoening. We zijn dan ook zo senil mogelijk naar aangenamere oorden getrokken: Antigua. Dit was de oude hoofdstad van Guatemala in de 18de eeuw en de stad is nog zeer authentiek met oude koloniale gebouwen en straten gemaakt van kasseistenen. Neem de auto weg uit het straatbeeld en je zou zweren dat de films van Zorro hier zijn ingeblikt.

    Ook de omgeving is op zijn minst indrukwekkend te noemen: vulkanen omringen zowel de stad als het nabijgelegen Meer van Atitlan waar we eerst naartoe zijn geweest. Antigua verder verkennen zou later gebeuren.

    Het meer ligt op een uur of twee van Antigua en wordt omringd door kleine dorpjes op de oever. We hebben er zelf maar twee bezocht: Panajachel en San de Pedro de Atitlan.

    Panajachel is de grootste nederzetting aan het meer. Net voor je het dorp binnenrijdt kom je voorbij een Mirador of uitkijkplaats vanwaar je de hele omgeving kan bekijken. Het meer met de 3 vulkanen errond zou een mooi postkaartje zijn.

    De plaatselijke bevolking en de ingeweken gringos zijn een toonbeeld van rust en volledig vrij van stress. Het merendeel van de vrouwen gaat hier traditioneel gekleed en souvenirs en artesanias (allerlei handwerk) vormen de voornaamste koopwaar op de marktjes. Een beetje zoals Otavalo in Ecuador eigenlijk, maar met een sterkere hippie-invloed vanwege een hippie invasie in de jaren ’60-‘70. Toen er in de jaren ’80 onlusten uitbraken in het land is de meerderheid van deze ondertussen overjaarse hippies het land uitgevlucht. Eind jaren’90 keerde de rust weer terug en niet lang daarna ook een tweede generatie hippies. Deze keer is San Pedro het mikpunt van de invasie. Het zit er dan ook vol door gringos gerunde hostals, hotels, touroperators en restaurants. Maar het heeft ondanks dit alles veel meer sfeer dan Panajachel.

    Voor we echter naar San Pedro zijn gevaren hebben we nog een bezoek gebracht aan een vlakbij Panajachel gelegen natuurpark. Het was een beetje verloren moeite eigenlijk want een stukje grond met in semi-gevangenschap gehouden apen en een vlinderboerderij zonder vlinders vonden we achteraf gezien niet echt de naam Natuurpark waard. Het enige interessante was de arend die in de vlinderboerderij dienst deed als ratten- en spinnenvanger. Het beestje was zo tam dat we er op een meter vandaan konden staan poseren voor de foto. Aan de andere kant getuigt het van weinig diervriendelijkheid om een arend op te sluiten in een vlinderboerderij ter grootte van een volleybalveld.

    Na dit “natuurpark” zijn e in en watertai gesprongen en nar San Pedro gevaren. Heel veel reizigers die hier passeren blijven er uiteindelijk veel langer hangen dan ze oorspronkelijk van plan waren en we begrijpen dat maar al te goed. Zo was er en Nederlander die in ons hostal werkte die ons vertelde dat hij is Cancun, Mexico was vertrokken voor en wereldreis van 1 jaar, was afgezakt tot in Guatemala, dan onmiddellijk naar het meer was gekomen en dat was ondertussen al 4 jaar geleden.Verder was hij niet geraakt.

    De maya invloeden (in Zuid Amerika waren het de Incas, hier zijn het de Mayas die vroeger de scepter zwaiden) zijn ook nog duidelijk aanwezig. Onder andere in de taal. In Guatemala bestan nog 22 verschillende Maya talen. Rond het Atitlan meer spreken ze Tzutuhil. Ondertussen lijkt dit al wat met het Spaans vermengt te zijn want hier en daar verstaan we een woord.

    Na en dag of twee genieten van de sfeer hier besloten we weer terug af te zakken naar Antigua waar we een nog actieve vulkaan – De Pacaya - willen gaan beklimmen. We kozen ervoor om dit bij het vallen van de avond te doen zodat we niet alleen de gloed van de lava maar ook de zonsondergang konden meepikken. We hadden wel vragen bij de veiligheid van zo een trip want blijkbaar was er nog maar een dikke week geleden een kleine uitbarsting geweest die de wandelpaden over de gestolde lava met verse, lekker warme nieuwe lava had bedolven. Toen we de gids vroegen of het veilig was antwoordde die doodleuk dat Guatemalteken gewoon zot zijn .... En dat is niet ver van de waarheid want zo’n 40 centimeter onder de gestolde lava waar we over liepen zagen we de rode gloed van de lava die nog ettelijke 100den graden heet was. Verstand op nul, en gewoon doorgaan was de boodschap. En je voeten zetten waar je voorganger al had bewezen dat je er niet doorzakte. Met de hete adem van de vulkaan in onze nek en onder onze schoenen moesten we ons uiteindelijk ook nog een weg zien terug te banen naar beneden .... in het donker. Met enkel een kleine zaklamp waren de scherpe lavarotsen een behoorlijke hindernis, maar de gloed van de lavastromen in de schemering gecombineerd met de prachtige zonsondergang die zich aftekende tegen een decor van nog twee andere vulkanen maakten het echt de moeite waard.

    22-02-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    09-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DJ TIESTO: BOENKE BOENKE IN ECUADOR
    Om ten volle van een nachtje shaken te kunnen genieten (en het ook te overleven tot in de vroege uurtjes) waren we donderdagavond al terug naar Quito gereden. Het plan was van vrijdagochtend lekker lang uit te slapen, 's avonds een taxi te nemen naar de Cemexpo (de expo-hal vlakbij Mitad el Mundo waar Tiesto zou optreden) en dan zo lang onze benen en onze conditie het zouden uithouden te blijven doorshaken. Volgens de mensen van het Internetcafe waar we onze tickets hadden gekocht zou het feestje namelijk tot 06.00/07.00 uur duren.
    Rond 22.00 uur kwamen we bij de zaal aan. Nog wel even geschrokken van de chauffeur achter ons die blijkbaar tegen 120 kilometer per uur in slaap was gevallen en slechts door het net op tijd verbranden van een aanzienlijke hoeveelheid rubber tot stilstand is kunnen komen zonder ons een whiplash te bezorgen. Het scheelde echt niet veel of ons nachtje boenke boenke had een heel andere betekenis gekregen.
    Na twee keer fouilleren (er was een enorme politiemacht op de been gebracht) mochten we binnen. Spijtig genoeg niet meer terug buiten ... Tegenvaller want er waren buiten lekkere hotdogs en dergeljke te scoren.
    Binnen stond nog meer politie en allemaal in uniform.
    Het voorprogramma (de deuren van de zaal waren al sinds 19.00 open) was echt slecht. De eerste DJs konden langs geen kanten mixen en de tweede had gewoon de verkeerde muziek mee om in het voorprogramma van Tiesto te zitten. Daarbij kwam ook nog dat de politie te pas en te onpas besloot de al zeer beperkte biervoorraad (Heineken dan nog, kan je dat wel in eer en geweten bier noemen?) ontoegankelijk te maken. Het leek ons echt dat de politie door hun massale aanwezigheid en bemoeienis met de gang van zaken liet zien dat ze schrik hebben van dit soort evenementen. Ze zien een 2000 personen uit hun dak gaan op muziek die voor hen totaal onbekend is en ze hebben er gewoon geen idee van hoe ze daarmee moeten omgaan. Mensen die dronken zijn kunnen ze gewoon oppakken maar mensen die dronken zijn van muziek niet. Bang voor het onbekende denken we.
    In elk geval om 01.00 uur was het dan eindelijk aan Tiesto om de zaal echt op te zwepen. Een oorverdovend applaus om hem te verwelkomen en daarna was het 1 groot feest. Wat een verscil in kwaliteit met de sukkelaars uit het voorprogramma. Traffic, Lord of Trance en nog een paar andere van zijn hits brachten de sfeer er helemal in. Iedereen was zich reuze aan het amuseren en na twee uur kregen we weer een staaltje van verstandig politiewerk te zien. Tiesto moest stoppen terwijl ie nog steeds met zijn climax bezig was, de aangekondigde afterparty werd ineens mee afgelast en iedereen kon tegelijk de straat op. En de straat dat is de snelweg dus daar aan de Cemexpo ... Dat daar dus een enorme verkeerschaos van komt had zelfs Prins Philip kunnen bedenken.
    ook voor ons had het feestje nog heel wat langer mogen duren maar aangezien we geen keuze hadden hebben we ons maar een taxi gezocht en zijn terug naar het hostal gereden.
    Zeer tevreden over het optreden van Tiesto zelf en plannen makend om hem nog eens te gaan zien in Belgie of Nederland als de kans zich voordoet.


    09-02-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    08-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ER IS ER EEN JARIG ...!
    Solleke,

    Ne Gelukkige Verjaardag vanuit het mooie Mindo in Ecuador !!
    We drinken er ene (of meerdere) op uw gezondheid!

    Natacha & Frank

    08-02-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    06-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MINDO - EEN KLEIN PARADIJS OP AARDE
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Met een splinternieuw fototoestel in de hand en vastberaden deze beter te bewaken, vertrokken we naar Mindo met de laatste bus van de dag. Een busrit die normaal 2 u zou duren, bleek uiteindelijk 4,5 te duren. We ontdekten pas in de bus zelf dat er 2 soorten bussen zijn, een die er 2 u overdoet en een die er veel langer over doet... Het was al pikdonker toen we in Mindo aankwamen. We hadden geen hostal geboekt, maar gelukkig kwamen we Irman op de bus tegen. Zelf was hij gids en zijn broer had een goedkoop hostal aan de rand van het dorp waar hij ons naartoe wilde begeleiden. We besloten met hem mee te gaan en liepen een paar straten verder (Mindo is ook maar een paar straten groot) en kwamen zo bij hostal Rubby terecht, een gewoon gezinshuis dat ook als hostal dienst doet. Norma, de vrouw des huizes gaf ons een warm onthaal: eerst werd het gezin kort voorgesteld: Norma en haar man Marcello zijn de eigenaars van het hostal en trotse ouders van Rubby en kleine Isaac. Daarna legde ze ons in detail uit wat er allemaal te doen was in Mindo en maakte een lekkere forel voor ons klaar.
    Diezelfde avond maakten we kennis met twee andere gasten daar: Rene en Marloes, een Nederlands koppel, blij om terug Nederlands te kunnen spreken. Samen en met Marcello als gids zouden we twee dagen later vogels gaan kijken.
    Na een goede nachtrust vertrokken we de volgende morgen eerst naar een 'vlinderboerderij', waar de plaatselijk voorkomende vlinders bestudeerd en gekweekt worden. Onderweg merkten we al waarom Mindo het vogel en vlinder paradijs van Ecuador wordt genoemd:
    Overal getjilp van vogels (zien gaat iets moeilijker dan horen vanwege de dichtbegroeide bomen) en gefladder van prachtige vlinders.
    Op de "butterfly farm" zelf kregen we eerst een korte uitleg over de verschillende levensfases van vlinders. We zagen er zelfs een paar uit hun cocon kruipen (de geboorte van zo'n vlinder is best spectaculair!) Wat verder zagen we de vlinders zelf: grote en kleine exemplaren met alle kleuren van de regenboog. Door een beetje banaan- of mangopasta op je vinger te smeren is het kinderspel om die vlinders zachtjes op je hand te zetten waar ze lekker verder smullen. Een prachtige ervaring alweer.
    Later op de dag zijn we de Canopy tour gaan uittesten, (de echte Tarzan en Jane...): via 10 kabels en een stevig harnas en een katrol zwier je van de ene boom naar de andere. We hebben ook een aantal speciale figuren uitgeprobeerd: de superman/vrouw en de vlinder; bij deze laatste hang je ondersteboven. ' s Avonds hebben we nog wat nagepraat met Rene en Marloes en zijn we vroeg gaan slapen want de volgende dag zouden we om 5.00u moeten opstaan om aan onze zoektocht naar vogels te beginnen. Norma, die trouwens 8 maanden zwanger was van haar 3e, had het ontbijt reeds klaar toen we beneden kwamen. Met nog slaperige ogen gingen we op pad. Marcello was een goeie gids, wel een beetje teruggetrokken, maar hij kon de vogels makkelijk met zijn telescoop spotten. We zagen alweer veel voor ons nieuwe soorten, vooral kleine en zeer kleurrijke flycatchers en tanagers, waaronder een paar spectaculaire gele en blauwe. De leukste waren een kleine specht, de mooie grote en rode "gallo de la peña" en verscheidene toekans.
    De gids vertelde onderweg ook dat Mindo een enorm groen en milieubewust dorpje is: toen enkele jaren geleden de oliepijpleiding - die nu het land van Noord naar Zuid doorkruist- geplaatst werd, stootte de regering op fel protest vanwege de inwonders van Mindo. Het was het enige dorp in het hele land dat zich zo heftig verzet heeft. Ze kregen ook hulp van gelijkgezinde mensen over het hele land.
    Het leger heeft de opstand de kop moeten indrukken en verschillende mensen werden gearresteerd. De pijpleiding is er toch gekomen, maar het dorp mag trots zijn op het geleverde verzet.
    Elk jaar doet Mindo ook mee aan een wedstrijd waarbij het aantal vogels en vogelsoorten wordt geteld; zo wordt er ook bepaald hoe de vervuiling evolueert. Vorig jaar stond Mindo op nummer 2 en in 2004 zelfs op nummer 1 wat betreft het aantal en het aantal soorten vogels.
    Om ons te verfrissen na een lange en toch ook zweterige tocht besloten we om in de Nambillo waterval te gaan zwemmen. We kwamen er op onze terugweg toch voorbij. We namen afscheid van de gids en lieten ons kinderhart de vrije loop door ons van de uit cement gemaakte glijbaan in het ijskoude water te storten. Rene is ook nog van een 12 meter hoge rots de waterval zelf in gesprongen. Blijkbaar DE uitdaging daar.
    Na 10u stappen en een frisse duik genomen te hebben, kwamen we vermoeid maar voldaan aan in ons hostal. Norma maakte opnieuw wat lekkers klaar en vertelde ons over Rubby, haar oudste dochtertje dat mentaal gehandicapt is. De familie moet enorm hard werken om de buitensporig hoge kosten van haar therapie te betalen want de overheid komt hen hier niet in tegemoet zoals dat bij ons in Belgie wel het geval zou zijn. Haar zus, die in Londen woont, probeert hen zo goed als het kan te helpen, maar verder moeten ze het doen met de inkomsten van het hostal, het kinderdagverblijf dat ze overdag opent en het loon dat haar man verdient door te gidsen; dit zijn meestal zeer lange dagen voor Marcello, soms van 5.00u tot 19.00u 's avonds.
    We namen nog afscheid van Rene en Marloes die de volgende morgen de eerste bus zouden nemen en kropen in bed.
    Opdat Norma goedkoper met haar zus zou kunnen bellen, leerde Frank haar voor we vertrokken nog snel hoe ze Skype moest gebruiken. Internet was haar niet onbekend dus dat ging redelijk vlot. Daarna wilde Frank voor een laatste keer van de hangmat genieten met een boek in de hand, dus vertrok hij opnieuw naar het hostal terwijl ik naar een kolibrituin ging kijken wat verderop. Deze gratis kolibrituin bevond zich aan de achterkant van een hostal/huis.Ik werd er vriendelijk onthaald en de eigenaar vertelde dat er makkelijk 24 soorten kolibri's in zijn tuin komen snoepen van het suikerwater dat ze als lokmiddel gebruiken; op het moment van mijn bezoek waren er ongeveer 9 soorten. De kolibri's zoefden (ze maken letterlijk een soor zacht helikoptergeluid) om je oren: blauwe, groene, bruine, zwarte, ... Ik vond dit spektakel zo ongelooflijk dat ik Frank uit z'n hangmat ben gaan halen om samen de kolibri's te gaan bewonderen. De eigenaars moesten op een bepaald moment weg, maar de deur bleef gewoon los voor het geval we naar het toilet moesten (!). Wat een verschil met het angstige leven in Quito! We bleven deze toch wonderbaarlijke vogels aanstaren tot het tijd was om de bus te nemen richting Quito.
    Voor we op de bus stapten stopten we Norma nog een enveloppe toe met wat financiele steun. Ze kreeg tranen in de ogen en gaf ons nog een dikke knuffel. Nog een beetje onder de indruk van de emoties vertrokken we weer richting hoofdstad voor onze Tete a Tete met DJ Tiesto.
    Zoals Mindo mochten er meer plaatsjes zijn in Ecuador en de wereld ...

    06-02-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    03-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OTAVALO
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Met een beetje gemengde gevoelens terugkijkend op het Galapagosavontuur, maar blij met de 400 dollar die we nog hebben teruggekregen, maakten we ons klaar om de streek ten Noorden van Quito te verkennen. Otavalo was het eerst aan de beurt. Deze stad staat bekend om z'n grote zaterdagmarkt. Zowat de hele stad wordt dan omgetoverd tot 1 grote opluchthandelsplaats met een aparte markt voor dieren, voedsel en nog een derde voor allerlei souvenirs.
    We hadden een hostal uitgekozen dat oa. door een Belgische vrouw wordt uitgebaat maar het echtpaar des huizes bleek zelf met vakantie te zijn. Geen Belgisch onderonsje dus.
    Zaterdagochtend, we waren nog geen twee straten ver op de markt, kwamen we Nadine terug tegen; 1 van de Duitse medeavonturiersters tijdens onze Galapagostrip. Na wat bijkletsen en afspraken maken voor een gezamelijke tocht naar en rond de meren van Mojanda de volgende dag, gingen we verder de markt op. De verkopers en verkoopsters konden ons echter niet echt boeien en al gauw was onze interesse in de koopwaar - op een paar sappige stukken ananas en watermeloen na - verdwenen. Het is inderdaad een grote en zeer levendige markt, maar kleinere versies ervan kom je zowat in alle Zuid-Amerikaanse steden en dorpen tegen en na 3 maanden is het nieuwe er dan ook wat van af. Een beetje een tegenvaller dus die markt, maar er was beters op komst.
    Zondagochtend gingen we om 08.00 uur naar het hotel van Nadine want van daaruit vertrokken we met een busje voor onze tocht naar de meren. Het weer was prachtig: open hemel, zon, warm ... In plaats van rond de meren te gaan wandelen werd er dan ook besloten om een bergtop te beklimmen vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de omgeving. Het was al wel een tijdje geleden dat we nog eens een serieuze inspanning geleverd hadden en dat was er spoedig ook aan te merken. Van de rand van het meer waar we door onze chauffeur werden afgezet hadden we nog een 500 meter hoogteverschil te overwinnen. Zeer doenbaar leek ons, zeker in vergelijking met dag 2 van het incapad.
    Onze groep bestond uit 6 personen. Wij twee, Craig - een Amerikaan uit New York die filmmuziek componeert, Nadine, Sven uit Duitsland en Vanessa uit Ecuador zelf. Deze laatste twee waren we onderweg ter hulp gesneld. Hun vervoer had het namelijk halfweg laten afweten en wij hadden gelukig nog plaats over in onze schoolbus.
    Vol goede moed gingen we op pad, maar al na enkele honderden meters werd ons duidelijk dat het een zware tocht ging worden. Iedereen - behalve Sven die met een Italiaan een wedstrijdje 'om ter eerst boven' begon - had last van de hoogte. Om de 5 minuten moesten we even stoppen om letterlijk op adem te komen en de duizeligheid - gevolg van zuurstofgebrek - te laten wegtrekken.
    Maar eens boven zagen we dat het goed was ...: Een uitzicht van 360 graden en met een zichtbaarheid van ruim over de 100 kilometer was onze beloning. In de verte zagen we de drie hoogste bergtoppen van de omgeving, allemaal met een mooi laagje sneeuw op de top. Ook de vallei waarin Otavalo ligt was volledig zichtbaar.
    Na een snelle en sobere hap daalden we langs de andere en minder steile kant weer af naar het meer. We hadden nog ruim drie uur tijd te vullen voor onze chauffeur ons zou komen oppikken dus besloten we ondanks de vermoeidheid nog aan een tweede wandeling te beginnen naar het tweede meer in de regio. Zonder Sven en Vanessa die met een vervangwagen al terug naar Otavalo gingen. Maar ook wij hebben uiteindelijk het tweede meer niet gehaald. Vermoeidheid, luiheid en een aantrekkelijk paadje langs de rand van het 1ste meer waren excuus genoeg om er halverwege mee op te houden en terug te keren naar ons vertrekpunt. Nadine wou echter van geen ophouden weten en is nog wel doorgewandeld.
    Craig en Frank hebben het laatste uur nog wat met vuur gespeeld op het strand van het meer. Het was nogal koud geworden ondertusen en een klein kampvuur leek een goed idee. Het werd uiteindelijk voornamelijk kamprook, en zelfs dat was enkel te danken aan de in dank aangenomen gloeiende houtskool van een barbecue-end koppel naast ons.
    Tegen 16.00 uur was onze chauffeur terug en gingen we weer op weg naar Otavalo. Daar moesten we nog enkel onze rugzakken oppikken en dan zouden we ineens de bus terug naar Quito nemen samen met Nadine. Komende vrijdag (het was zondag nu) zouden we naar een optrden van DJ Tiesto gaan in Quito (ook toevallig dat die hier optreedt terwijl wij er zijn) en we wilden daarvoor nog een paar daagjes Mindo meepikken. Een rechtstreekse verbinding Otavalo-Mindo bleek er niet te zijn dus moesten we wel weer terug naar de hoofdstad.
    Conclusie: de streek rond Otavalo is zeker een bezoek en en wandeling of twee waard. De markt, tja, hangt af van welke interesses je hebt en van hoeveel van dergelijke markten je al gezien hebt.
    Volgende halte: Mindo. Terug de bossen in en op zoek naar vogels, vlinders en stilte!


    03-02-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  


    01-02-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.BLOG WEER HELEMAAL UP TO DATE
    Oef. Het was nogal wat schrijven de laatste dagen maar we zijn weer helemaal bijgewerkt nu.
    Morgen vertrekken we waarschijnlijk naar Otavalo, een beetje boven Quito.
    Maar voor de rest is het vandaag rust. Nu ja, eerst nog e-mails beantwooden.

    Tot later en veel plezier met de reisverhalen van Copacabana tot en met Galapagos.

    Frank & Natacha

    01-02-2007 om 22:34 geschreven door Frank & Natacha  


    31-01-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TERUG VAN WEGGEWEEST ...
    Allee,

    Galapagos zit er ook alweer op en wij zijn weer terug van de Blogpartij. Alles nog zeer goed met ons trouwens 
    Copacabana (Bolivie), Cuzco - Incapad (Peru) en onze ontmoeting met An en Ivo in Banos Ecuador staan er ook op nu.
    Galapagos volgt zo snel mogelijk. Hopelijk vandaag nog en dan zijn we weer helemaal bijgeschreven.

    Mails worden een dezer ook weer bijgewerkt.

    Tot binnenkort dus!

    Frank en Natacha

    31-01-2007 om 00:00 geschreven door Frank & Natacha  



    Archief
  • Meermalig Merci, Marc!
  • HUE EN HOI AN
  • EEN INDRUK UIT NOORD EN ZUID VIETNAM
  • CAMBODIA VAN NU
  • CAMBODIA VAN TOEN
  • BANGKOK
  • THAILAND: PHI PHI, SEAHORSES AND DELETING PHOTOS
  • THAILAND: DIVING IN PHUKET
  • BALI: BEZOEK!
  • BALI: ZON, ZEE, STRAND, SURF EN TEMPELS
  • SYDNEY - MELBOURNE - SYDNEY
  • TOT IN SYDNEY
  • SURFEN IN 1770 EN 4WD SAFARI OP FRASER
  • AYRLIE BEACH EN OMGEVING
  • SS YONGALA: ONS EERSTE WRAK!
  • ONDERWEG VAN CAIRNS NAAR MAGNETIC ISLAND
  • CAIRNS AND THE GREAT BARRIER REEF
  • DARWIN EN KAKADU PARK
  • L.A. IN 48 UUR
  • BLOWING BUBBLES ON UTILA AND ROATAN
  • COPÁN : HET OUDE ARTISTIEKE HART IN HONDURAS
  • GUATEMALA - RIO DULCE / FINCA TATIN
  • TIKAL : DE POLITIEKE HOOFDSTAD VAN DE MAYA'S
  • IN EN ROND ANTIGUA: DE OUDE (HOOFD)STAD
  • DJ TIESTO: BOENKE BOENKE IN ECUADOR
  • ER IS ER EEN JARIG ...!
  • MINDO - EEN KLEIN PARADIJS OP AARDE
  • OTAVALO
  • BLOG WEER HELEMAAL UP TO DATE
  • TERUG VAN WEGGEWEEST ...
  • GALAPAGOS ISLANDS: ABOUT VERY OLD TURTLES, VERY OLD IGUANAS AND AN OLD BOAT...
  • EVEN EEN KORTE PAUZE ...
  • ECUADOR: BEKENDE GEZICHTEN
  • CUZCO - INCAPAD - MACCHU PICCHU
  • BESTE WENSEN!!
  • COPACABANA - FOREL EN VEEL RUST
  • Salar de Uyuni- Moet er nog zout zijn?
  • Chalalan -Jane and Tarzan
  • La Paz - Stad in de wolken
  • Bariloche- So long Argentina and thanks for all the meat!
  • Mersie Wouter! De eerste foto´s staan online!
  • Hiken in het Andesgebergte op z´n best. Of toch niet helemaal?
  • Ushuaia - el fin del mundo
  • Puerto Madryn - Grote walvissen, kleine pinguins
  • Mar Del Plata - Zee, strand, maar geen zon
  • Rosario en het bombardement op de bus
  • Iguazu Falls
  • Bonito was zeer bonito!
  • Pantanal
  • Rio De Janeiro
  • Blog eindelijk online!
  • Buenos Aires - antiek, sfeer en veel tango
  • The Pantanal experience

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs