Met dit schrijven wil ik u het volgende meedelen en dat is:
er werd mij een moraleschadevergoeding uitbetaald van nog geen 200 Euro geschat door jullie expert en wat blijkt nu na al die maanden zijn de werken nu nog niet gedaan ze zijn nog niet halverwege de marbleur moet nog beginnen de schilder moet nog beginnen de timmermans zijn nog niet klaar en de schoonmaakploeg moet ook nog komen.
Ik kan enkel dit zeggen ik kan niet akkoord gaan met die kleine 200 Euro dit moet herzien worden.
Mensen ik vraag u vriendelijk van deze situatie te herzien want zo kan het zeker niet en als het nodig is weet ik een iets zeker dan onderneem ik stappen want we zijn het kotsbeu van al dat slameur en koppijn door een anosel manneke van 18 jaar die stomdronken eventjes tegen de gevel rijd hopend op jullie begrip en een vlug antwoord van Julien twege groet ik jullie hoogachtend.
Mijn Heer daar ik nu ziet in de briefwisselling of dadt mijn dochter X niet geloofdt maar U en zet al gouw een dochter teggen.
Mijn Heer nu moet gij op deze vraag mij schriftelijk antwoordt geven.
t 1 steen heefdt Y het recht om zijn hondt mij t doe aan vallen ja of nee op den hoopen baar weg zijn hondt de hondde school gevolcht want ik hebdt den 11.04.95 persoonlijk gehoordt valdt hem aan Mijn Heer indien gij geen gevolch geef aan deze brief die schrijf onminddellijk naar Brussel naar de Mienniester van gerecht want Y heefdt geen recht om zijn hondt mij t doen aanvaal op den hoopen baaren weg want ik was 13 m van den hoop ridt ver. U zijdt nu streng verwittich. Uw krijg 6 dagen den tijdt om daar gevoolg op t geven.
Ondergetekende verklaard gezien te hebben dat mevrouw bij het oversteken van de rijbaan, om op een ander fietspad te komen van de boord van het fietsbad is afgegleden met een val als gevolg.
Ik ondergetekende verklaar :
Ik reed met mijn fiets in de Stationsstraat rechts van de baan. Daar ik een draadje in mijn voorwiel wouw weg nemen geraakte ik uit evenwicht en viel.
Mijn stuur van mijn fiest raakte aldaar een geparkeerde wagen die daardoor licht beschadigt wert.
Na een vermoeiende dag had mevrouw nog vlug een douche genomen en zoals gewoonlijk droogt zij haar haren met een haardroger maar omwille van de vermoeidheid was zij reeds in bed gekropen met de haardroger om haar haren verder te drogen. Vermoedelijk is zij in slaap gesukkeld (met de haardroger nog in werking). Rond 02.00 uur werd zij wakker van de rook en stelde zij vast dat de matras reeds aan het smeulen was. Zij heeft deze onmiddellijk door het raam naar buiten gegooid en heeft getracht om deze te blussen, wat niet direct is gelukt. Er is schade aan de matras, matrasbeschermer, een donsdeken, twee hoofdkussens, en haardroger.
