Foto
Inhoud blog
  • Mensenkennis
  • Bevestiging
  • Kleuren
  • Geeft trouwen een zekerheid?
  • Citaat van Gustave le Bon - Frans socioloog en psycholoog
    Zoeken in blog

    Categorieën
  • Persoonlijke verwerking (6)
  • Zekerheid
    Kan je ooit van iets zeker zijn?
    "De hoop leeft langer naarmate de zekerheid langer ontweken wordt." - Koos J. Versteeg, Nederlands dichter
    24-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Citaat van Gustave le Bon - Frans socioloog en psycholoog

    "Een illusie verliezen betekent niet altijd een zekerheid verwerven."

     

    Persoonlijk heb ik hierbij mij bedenkingen.

    Wanneer je een illusie verliest heb je toch de zekerheid dat ze niet bestaat?

    Dus eigenlijk verwerf je wel zekerheid…

    24-04-2010 om 11:37 geschreven door Julie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    18-04-2010 om 16:27 geschreven door Julie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijke verwerking
    31-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Persoonlijke verwerking

    Kan je ooit van iets zeker zijn?

     

    Dit is een vraag waar vrijwel niemand het antwoord op weet, en ook nooit zal weten. Deze vraag houdt vaak vele mensen bezig. Het is een filosofische vraag waar dus ook enkel maar een filosofisch antwoord kan op gegeven worden.

     

    René Descartes was de Franse filosoof en mathematicus die met zijn boek ‘Discours de la méthode’ (1637, Verhandeling over de methode) probeerde te ontdekken of je ooit van iets zeker kan zijn. Descartes leefde in een tijd waar de zekerheid bijna niet bestond. In de 17e eeuw werden namelijk veel ontdekkingen gedaan over de fysische wereld met behulp van wetenschappelijke methoden. De verschillende godsdiensten duidden er ook op dat verschillende mensen in andere goden, of sommige zelfs helemaal niet geloofden.

     

    Volgens Descartes zijn er drie zekerheden:

    • De eerste zekerheid is die van de twijfel. Als je over iets niet zeker bent, ben je in twijfel. Als je de twijfel opnieuw in vraag stelt, wordt het feit bevestigd dat je twijfelt over iets. Dus je kan zeker zijn dat de twijfel bestaat.
    • Een tweede zekerheid is volgens Descartes het bestaan van een God. Met de eerste zekerheid, die van het denken, ontstaat de notie idee. Het denken “is”, omdat het een zuiver, logisch en distinct idee is. Elke idee die aan deze voorwaarden voldoet, moet volgens Descartes dus waar zijn. Om door het denken te komen tot zuivere ideeën over de buitenwereld, moet zekerheid worden geschapen over de juistheid en zuiverheid van denken en ideeën. Dat wat deze zuiverheid waarborgt, is volgens Descartes God. God is het volmaakte dat de Malin Génie (de stoorzender in ons denken) uitschakelt.
    • De derde zekerheid is die van het bestaan van een buitenwereld. Als God het zuiver volmaakte nastreeft, waarom zou hij zich dan bezighouden met het creëren van waanvoorstellingen? Er moet dus een derde substantie bestaan (de buitenwereld) die zintuiglijke voorstellingen in ons denken veroorzaakt.

     

    Volgens mij kan je wel van bepaalde dingen zeker zijn. Ik geloof zijn theorie over de zekerheid van de twijfel. Twijfel bestaat en zal altijd blijven bestaan, en kan bij alles en iedereen voorkomen. We kunnen dit overduidelijk merken bij situaties waar we zelf bij betrokken zijn, maar het wordt nog eens bewezen in Descartes’ theorie.

    In de zekerheid van het bestaan van een God geloof ik dan weer niet. Volgens Descartes moet er een God zijn die de stoorzender in ons denken uitschakelt en de zuiverheid waarborgt. Ik geloof hier niet in. Mensen kunnen ook perfect nadenken over dingen, en redeneren zonder dat ze in een God geloven. Als je zeker bent dat er een God bestaat zouden er ook niet zoveel verschillende religies zijn, en zouden alle mensen religieus zijn.

     

    Het motto van Montaigne was: “Que sais-je?”. Wat weet ik? Dit was typisch voor het scepticisme dat in die tijd heerste bij de meest filosofen. Door aan alles te beginnen twijfelen (bv. Of sneeuw wel in werkelijkheid wit is en dit niet enkel zo lijkt) ging alle kennis van de wereld onvermijdelijk overboord.

    Zelf denk ik dat Montaigne een beetje overdreef. Je kan inderdaad niet zeker zijn dat sneeuw wit is, misschien zien we het enkel wit door onze ogen. Maar we hebben sneeuw de eigenschap gegeven dat ze wit is. Dus of ze nu in werkelijkheid groen, zwart of een andere kleur is, dat maakt niet uit want dan zouden we het groen noemen, en we weten ook niet of groen in het echt wel de groene kleur die wij er ons bij voorstellen is. We geven er gewoon een naam aan.


    Scepticisme kan verdedigd worden door te denken aan de zoveel keren dat we misleid worden bv. wanneer het lijkt of de rails van een treinspoor op het einde samenkomen, terwijl we goed weten dat dit niet zo is. Maar wat dan met de keren dat we niet weten dat het enkel maar schijn is? Hoe kunnen we weten of het niet enkel een droom is?

    Descartes vroeg zich dit, en nog vele andere dingen, ook af. Toch benadrukte hij dat hij niet sceptisch wou zijn. Twijfelen om het twijfelen zelf deed hij niet. Hij was immers op zoek naar de waarheid, de dingen waar we zeker van kunnen zijn.

     

     

    Descartes was op zoek naar de zekerheid. Dit is niet gemakkelijk wanneer je zintuigen je op alle mogelijke manieren kunnen bedriegen en de mogelijkheid bestaat dat je droomt. Maar huiruit volgde zijn wereldberoemde slagzin: “cogito ergo sum”. Ik denk dus ik ben.

    Het enige waar hij absoluut zeker van kon zijn dat waar was, was dat hij nadacht. Ook al was alles waarover hij nadacht betwijfelbaar. Voor Descartes was dit zijn grote doorbraak. Als je zijn redenering volgt stelt het niet veel voor en is het totaal niet ingewikkeld. Maar je moet er maar opkomen. Vrijwel iedereen zal ermee akkoord gaan.

     

     

    Rationalisten zijn mensen (meestal Fransen) die de nadruk leggen op de gedachte en het nadenken, ze vertrouwen hun zintuigen niet. Ze zijn van mening dat je de waarheid enkel kan vinden langs intellectuele weg. Descartes behoort hier ook bij. Hier tegenover staan de empiristen (meestal Britten). Deze (o.a. John Locke en David Hume) proberen te ontdekken vanwaar we onze informatie halen en of ze wel waardevol is. Ze vertrouwen enkel de zintuigen en geloven dat we ons zoveel mogelijk moeten onthouden van het fantasievolle denken.

     

     

    Het is misschien cliché, maar zelf denk ik dat er ergens een gulden middenweg moet zijn. Je ken bijna niet redeneren zonder je zintuigen te gebruiken en omgekeerd, als je je zintuigen gebruikt kan je niet anders dan nadenken. Volgens mij moeten beiden ergens aan elkaar vasthangen. En sommige dingen moeten we ook gewoon als waarheid aanvaarden. Om nu terug te komen op de sneeuw: als we bepaalde dingen geen eigenschap geven omdat we er niet zeker van zijn of ze in werkelijkheid wel die eigenschap heeft, bestaat die eigenschap zelfs niet. We geven de dingen een naam zoals wij ze zien, en of ze nu anders zijn in het echt of niet, dat maakt niet uit want we zien het enkel in onze eigen werkelijkheid.

     

     

    Een andere bekende filosoof is empirist George Berkeley. De Engelse filosoof, die leefde van 1684 tot 1753, hoort met onder meer Locke, Hume, Rousseau, Voltaire en Kant tot het tijdperk van de Verlichting. Dat was een belangrijke episode in de Westerse filosofie, een periode van het zich onbevooroordeeld en vrij stellen van fundamentele metafysische vragen.
    Volgens Berkeley kunnen we alleen van de in het hier-en-nu waargenomen werkelijkheid zeggen dat deze werkelijk bestaat. In zijn meest bekende werk, "Van de Grondslagen der Menselijke Kennis", nodigt hij de lezer als het ware uit om zich heen te kijken en vast te stellen dat de eerste en enige absolute zekerheid die we hebben is dat we zien wat we zien.

     


    In tegenstelling tot Locke, die nog een onderscheid had gemaakt tussen primaire en secundaire eigenschappen van de dingen, missen bij Berkeley alle zintuiglijke waarneembare eigenschappen een grond en zijn ze slechts nog gewaarwordingen. In het werk dat aan zijn hoofdwerk vooraf gaat, betoogt hij dat we zintuigen niet te veel moeten vertrouwen. Zo besteedt hij veel tijd aan het betoog dat we met onze ogen afstanden niet direct zouden kunnen waarnemen, en de impliciete conclusie is dat onderscheiden dingen buiten ons niet hoeven bestaan. Daar werkt hij al toe naar de hoofdthese van zijn belangrijkste werk: de natuur zoals we die met de zintuigen kunnen waarnemen kan slechts opgevat worden als een stal tekens of symbolen die door de Schepper aan de mens ter ontcijfering wordt aangeboden.

     

    Een bekende vraag die Berkeley stelde is: als in een verlaten bos een boom omvalt, en niemand hoort het, heeft de boom dan wel geluid gemaakt? Hij vindt van niet, omdat alleen materiële dingen die ervaren worden ook echt bestaan (in gedachten). Spirituele dingen hebben daarentegen een eigen bestaan; de ziel van de mens bestaat zonder meer.

     

    Berkeley is een zeer radicale empirist. Zijn vraag over de boom en zijn theorie daar rond vind ik ook wat overdreven want het wil niet zeggen dat als er niemand de boom heeft horen vallen dat hij geen lawaai heeft gemaakt. Misschien was iedereen met iets anders bezig waardoor het niet opviel. Of misschien hoort iedereen niet zo goed meer. Alles kan. Je kan opnieuw niet zeker zijn dat de boom lawaai gemaakt heeft, maar je kan ook niet zeker zijn dat hij geen lawaai heeft gemaakt. De waarheid is ook in alle opzichten zeer relatief. Wij kunnen iets als waarheid aannemen, terwijl andere mensen dit dan weer helemaal niet doen. Kijk maar naar de verschillende godsdiensten. Sommige mensen geloven dat het de waarheid is dat er één enkele God is en anderen geloven dan weer in meerdere goden.

    Je zal nooit de zekerheid hebben of het er nu één of meerder waren.

    Waar we wel zeker van kunnen zijn, is dat we denken, ook al is wat we denken betwijfelbaar, dat we twijfelen en dat we zien wat we zien, ook al is wat we zien enkel maar schijn.

     

    Bronnen:

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Ren%C3%A9_Descartes

    http://nl.wikipedia.org/wiki/George_Berkeley

    http://www.filoscoop.com/2003/3/berkeley.htm

     

    31-03-2010 om 00:00 geschreven door Julie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Persoonlijke verwerking


    Archief per week
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 29/03-04/04 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs