Als kleuter zag het er niet naar uit, dat hij een wonderkind zou worden. Tot zijn vierde jaar kon hij nog niet spreken en zijn familie was ervan overtuigd dat hij een achterblijver was. Maar in zijn zevende jaar, na het overlijden van zijn vader, begon hij vooruit te gaan.
In zijn geboortestad ging Volta ook naar de middelbare school waar taal en literatuur centraal stonden. Als scholier schreef hij gedichten in het Frans en Italiaans en oden in het Latijn. Volta raakte geïnteresseerd in elektriciteit, voerde experimenten uit en las alles wat hij daarover in handen kon krijgen.