Er bestaan verschillende manieren om iets op te zoeken via internet. Iedereen gebruikt Google, maar ik heb tijdens deze opdracht ook geleerd om de KHLim-catalogus en een databank te gebruiken. Anders zou ik deze niet gebruiken. De bibliografie van Word gebruik ik eigenlijk ook niet, want ik schrijf deze meestal zelf aan de hand van een model. In de klas had ik ook problemen met de bibliografie, waar ik niks aan kon doen, maar dan is het handiger als je het zelf kan schrijven. Ik heb ook leren scannen in de mediatheek. Eerst wist ik niet, dat we dat konden in school. Het is heel handig want je kan het gescand document gewoon naar je e-mailadres versturen en je kan kiezen als je het document in PDF wil of in TIFF, wat hetzelfde is als JPG.
Deze les was ik eerst begonnen met de tweede opdracht:
opzoeken. Ik had al een paar dingen opgezocht, maar daarna heb ik te horen
gekregen dat er een paar dingen veranderd waren bij de eerste opdracht. Dit
moet ik nu aanpassen. Dadelijk ga ik dus een nieuwe versie uploaden van mijn
bedrijfspresentatie.
Hier volgt nog wat extra informatie over mijn eerste opdracht.
Voor mijn CV had ik vorige keer het sjabloon 'Aangrenzing' gebruikt en voor het
briefhoofd het sjabloon 'Technologie in het bedrijf'.
Nu wat meer over de verschillen tussen Open Office en Microsoft Office. Microsoft
Office is veel bekender. Zelf had ik nog nooit eerder gehoord van Open Office.
Microsoft Office is niet gratis, maar Open Office wel. Open Office is niet zo
uitgebreid tegenover Microsoft Office. Met Open Office kan je alleen
presentaties maken.
LinkedIn vind ik een fijn sociaal netwerk, maar het is meer bedoeld om werk te
vinden. Dat kan later wel heel handig zijn. Nu heb ik al wat meer op mijn
profiel staan, maar nog niet alles. Op dit moment denk ik dat er nog niks
nuttig is voor mij omdat ik geen werk moet zoeken.