Ik ben Ruud, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Etoiliste.
Ik ben een man en woon in Sousse (Tunesie) en mijn beroep is afgekeurd.
Ik ben geboren op 23/08/1959 en ben nu dus 65 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, Voetbal ESS .
De Etherpiraat
Voor de muziek, boek en strip liefhebber in Vlaanderen en Nederland
24-11-2012
Welkom en introductie
Hartelijk welkom op de webblog van Etherpiraat een muziek, film, e-book en strip liefhebber welke actief is binnen Soulseek. Deze webblog is op de eerste plaats bedoeld voor mensen actief binnen soulseek en dient als informatie voor hun welke onderling bestanden uitwisselen binnen dit programma. Daarnaast dient mijn webblog als informatie voor muziek, film, e-book en strip liefhebbers in Vlaanderen en Nederland of ze nu wel of niet actief zijn binnen Soulseek.
Ik wijs er met klem op dat u op mijn webblog geen links zult aantreffen naar te downloaden materiaal en wel om de volgende redenen: allereerst is het binnen bloggen.be niet toegestaan en wil ik niet het risico lopen dat mijn webblog gesloten wordt i.v.m met de regels bij bloggen.be. Daarnaast heb ik ook zo iets van als men zo graag materiaal wil downloaden kom dan maar naar Soulseek en deel daar uw eigen materiaal ook maar dan hebben we er beiden voordeel bij.
Helaas zie ik dat binnen Soulseek steeds meer gelukzoekers zoals ik ze maar noem komen figuren die zelf niks willen delen aan materiaal maar ondertussen wel even alles bij anderen zitten te downloaden wat er maar te downloaden valt. Ik heb in het verleden al diverse keren personen daarop aangesproken van zal je zelf ook niet is iets gaan delen aan materiaal want ik ben niet van de verdeelbank en ook geen sinterklaas. Ik kreeg de meest stomme argumenten als reden waarom men geen materiaal deelde binnen Soulseek zoals ik heb maar een kleine harddisk heel grappig verzonnen maar die heb ik al te vaak gehoord en kan daar het volgende over zeggen als je harddisk wel groot genoeg is om het materiaal op te slaan wat je zit te downloaden binnen soulseek is het een kleine moeite om dat ook weer met anderen te delen en daarbij een 2Tb harddisk koop je heden ten dagen al onder de 100 dus dat verhaal behoef je ook niet meer mee aan te komen zetten. Maar het kan nog gekker hoor wat dacht je van het argument van ik share zelf niet omdat ik geen problemen wil krijgen met instanties i.v.m het onderling uitwisselen van bestanden heel leuk en grappig maar een ander mag dan volgens jouw argument wel het risico lopen zodat jij fijn je materiaal kunt downloaden bij ze. Daarom gaan steeds meer mensen die materiaal delen binnen Soulseek over tot de volgende regel zo ook ik zelf; downloaden prima maar dan zelf wel minimaal 1000 complete files beschikbaar stellen als download of anders ga je in de ban en kan je zelf ook niks downloaden. Daarom wil je materiaal downloaden deel dan ook maar zelf je eigen materiaal met de mensen binnen Soulseek dat lijkt mij het eerlijkste en als je zelf niet wilt delen prima maar ga dan niet naar Soulseek want zeer grote kans dat je dan gebanned wordt.
Billie Turf is een stripfiguur. Zijn bijnaam is "het dikste studentje ter wereld". In de jaren zestig en zeventig verschenen de avonturen van Billie Turf in de Sjors en later nog eens in Eppo en Eppo Wordt Vervolgd. De strip was een vertaling van de Engelse strip Billy Bunter. Deze strip was gebaseerd op boeken van Frank Richards (pseudoniem van Charles Hamilton). In de Nederlandse vertaling van die boeken heette het personage Billy Blunder.
Billie is dol op taartjes, maar maakt zijn huiswerk zelden. Zijn antwoorden op proefwerkvragen luiden dan ook meestal: weet niet, of: onbekend. Andere figuren uit de strip zijn meester Kwel en Bessie Turf, het al even dikke zusje van Billie die ook een eigen stripserie had. Kwel heeft de gewoonte om na het lezen van Billie's proefwerkantwoorden Billie met een Spaans rietje op zijn omvangrijke achterwerk te slaan. Lijfstraffen waren destijds in het Engelse onderwijs nog toegestaan. De strips die in Nederland werden gepubliceerd waren veelal van de hand van de tekenaar Reg Parlett.
Grime is een subgenre van hiphop en UK garage. Deze muziekstroming is tussen 2002 en 2004 populair geworden, mede door het doorbreken bij het grote publiek van Dizzee Rascal ("Boy in da Corner", 2004).
Grime kan beschouwd worden als de Britse variant van het Amerikaanse gangsta rap en wordt omschreven als donkere en agressieve muziek, dit vooral door de snelle en agressieve toon waarop wordt gerapt. Onderwerpen zoals de straat, criminaliteit en het toekomstloze leven in de oost-Londense achterstandswijken (zoals Bow en Hackney, waar veel Grime-artiesten vandaan komen) voeren de boventoon in nummers (vandaar de benaming Grime, Engels voor "grimmig"). Typerend voor de raps is het zware Cockney-accent, die mede door het gebruik van straattaal moeilijk te verstaan is.
Het ritme van Grime varieert tussen 66 (132) en 160 beats per minuut, en verschilt voornamelijk van (Amerikaanse) hiphop door het gebruik van breakbeats. Het meest opvallende verschil met de algemene hiphop is echter het gebruik van elektronische geluiden en de invloeden van house en drum 'n' bass. Waar reguliere hiphop zich meestal beperkt tot enkele snare's, hi-hats, crashes en kicks, wordt Grime opgebouwd uit digitale, langere en meer gevarieerde drumpartijen.
Het subgenre 8bar is een letterlijke verwijzing naar deze langere partijen (respectievelijk 8 bars lang). Het genre Sublow is eveneens een subgenre ontstaan uit de UK garage en kan algemeen onderscheiden worden van Grime, aangezien beide zeer gelijkend zijn, door rauwe baslijnen van onder de 40 Hz, hetgeen extreem laag is (vaak door technische problemen niet eens hoorbaar). Op albums/mixtapes wordt echter geen strikt onderscheid gemaakt tussen de verschillende subgenres en worden zij willekeurig door elkaar gebruikt.
Anders dan door R&B beïnvloede UK garage, dat ook het grote publiek via de radio bereikt, is Grime vooral te horen op piraten- en onlinezenders.
Wiley Kat, een rapper uit oost-Londen, was de grondlegger van eskimo garage, ook wel eski-beat genoemd. Eski wordt net als Grime gezien als een donker subgenre van UK garage.
Oorsprong
Hoewel Dizzee en Wiley worden genoemd als grondleggers van het genre, zijn eerdere UK garage-nummers duidelijk al als voorlopers van Grime te herkennen: nummers zoals "Dilemma" en "Oh No" van So Solid Crew, "Oi" van More Fire Crew en "Boo" van Miss Dynamite.
De eerste nummers die als Grime werden erkend waren "Eskimo" door Wiley en "Pulse X" door Musical Mobb. "Eskimo" was daarbij meteen het begin voor het subgenre eski. Veel minder bekende artiesten, zoals Flirta D en Bruza, proberen om binnen het genre nieuwe geluiden tot stand te brengen.
Grime in Nederland
De grime-scene in Nederland komt steeds meer op door artiest zoals Zwart Licht, Skinto en NoizBoiz. NoizBoiz noemen zich dan ook wel de pioniers van de Nederlandse grime. De opkomst van de Nederlandse grime kwamen met name tot stand dankzij het debuutalbum van de mannen van Zwart Licht. Vandaag de dag geven de hiphop-sites zoals 101 Barz en State Magazine veel aandacht aan de underground van de grime-scene. De laatste tijd zijn er dan ook vaak grime-beatmakers bij de beatmaker van de week van 101 Barz en ook zijn er veel studiosessies met grime-artiesten bij 101 Barz.
Gospel of gospelmuziek is een muziekgenre in de christelijke muziek. Het Engelse woord 'gospel' betekent evangelie.
De gospelmuziek werd geboren in de katoenvelden van de zuidelijke staten van de Verenigde Staten van Amerika. Het is zwarte religieuze muziek die sterk beïnvloed werd door zowel de ritmische muziek die de slaven meebrachten uit Afrika als ook door de bevindelijke manier van geloven van de blanken. Het leven na de dood, vaak aangeduid als het oversteken van de rivier de Jordaan, is een zeer vaak terugkerend thema.
Belangrijke vertolkers van de oervorm van de (zwarte) gospel waren/zijn Mahalia Jackson, die algemeen als 'de koningin van de gospelmuziek' wordt beschouwd, de Staples Singers en The Five Blind Boys of Alabama.
Ook Elvis Presley zong veel gospels. Voornamelijk met vrienden, maar ook tijdens optredens. Ook Sam Cooke, Jackie Wilson en John Legend zijn beïnvloed door gospel-muziek.
Uit de gospelmuziek kwam in de jaren vijftig en zestig de soul voort, met invloeden uit de rhythm & blues. Het religieuze karakter was hierbij weggevallen.
De term gospelmuziek wordt soms ook gebruikt als algemene aanduiding voor christelijke muziek. Feitelijk is dit onjuist, aangezien gospel verwijst naar één bepaald muziekgenre en christelijke muziek in alle muziekgenres wordt gemaakt.
Goa is een muziekstijl die eind jaren tachtig en begin jaren negentig is ontstaan in de Indiase staat Goa. Psychedelic Trance is een andere en later meer omvattende naam voor Goa.
Goa is een vooral elektronische muziekstijl met zware beats waarvan het ritme wel eens fel kan variëren. Op deze beats plaatst men dan allerlei psychedelische geluidseffecten.
De staat Goa is een locatie waar in de jaren zestig en zeventig relatief veel hippies naartoe gingen. In de jaren tachtig werd Goa weer populair door de oudere, nu rijkere hippies die de oude hippieroutes uit de jaren zestig wilden herbeleven, en de 'gewone' toerist volgde. Goa wordt dan ook wel eens moderne 'hippiemuziek' genoemd.
Door dit fenomeen werd deze muziekstijl al snel verspreid over de wereld, maar het undergroundlabel bleef behouden. Vooral de link naar drugs en de opmerkelijke danslocaties en -gewoontes zorgden hiervoor. Deze dansfeesten hadden vaak een lengte van twaalf uur of langer. Vaak worden deze feesten gehouden in verlaten forten, op het strand of op zogenaamde geheime locaties. Door middel van flyers en meetingpoints (plaats van waar men naar de danslocatie vertrekt) kan men tot op deze locatie geraken.
De locaties zijn vaak versierd door middel van blacklights, videoprojectoren en doeken en versieringen die reageren op het blacklight. Deze dragen bij aan de aparte sfeer die op deze party's heerst. Het valt dan ook op dat er hier zeer weinig gebruik wordt gemaakt van moderne lichtapparatuur, wel gebruikt maar eerder uitzondering dan regel. Dit om de kostprijs zo laag mogelijk te houden en ook wordt dit gezien als verwijzing naar de hippietijd. Ook de kledingstijl gaat terug naar de hippies, vooral met kleuren die reageren op het blacklight.
De muziek leidt samen met de gebruikelijke psychedelica bij tot de esoterische sfeer die heel vaak heerst op Goa feestjes. Enkele van de veel voorkomende drugs zijn MDMA, paddo's en lsd.
De BPM van Goa staat gemiddeld op 140. In het algemeen duren Goa-nummers zo'n acht tot twaalf minuten. De nummers proberen geleidelijk aan de energie op te bouwen. Dit door middel van veranderingen in de percussiepatronen, en steeds meer gecompliceerde en gelaagde synthesizergeluiden, om zo een hypnotisch en intens gevoel op te bouwen.
Glamrock of glitterrock, onderdeel van de popmuziek, is een muziekstijl die populair was in de jaren 70.
Geschiedenis
Na de idealistische jaren 60 begonnen (vooral Britse) popgroepen steeds extravagantere optredens te verzorgen waarbij de "aankleding" van de bandleden net zo belangrijk werd als de muziek die ze brachten. Hoewel men in Engeland Marc Bolan ziet als eerste glamrocker, was vrijwel zeker Alice Cooper de aanstichter van deze stroming. Behalve door het dragen van een meisjesnaam viel Alice Cooper eind jaren zestig op door de bijbehorende outfits en make-up tijdens zijn theatrale acts. Op de hoes van de eerste LP uit 1969, "Pretties For You", staat Alice afgebeeld in een glitterjurkje. Op de hoezen van de twee opvolgers: "Easy Action"(1970) en "Love it to death"(1971) is de groep eveneens afgebeeld in glitter en "drag". Begin 1971 had Alice Cooper een wereldhit met het nummer "I'm Eighteen". Een optreden in Engeland werd naar verluidt bezocht door David Bowie en Elton John, die ongetwijfeld beïnvloed zijn door wat ze zagen.
De Engelse glamrock werd eerst omarmd door artiesten met een achtergrond in de folk-muziek of in de kunst, zoals David Bowie en Brian Eno van Roxy Music. De stroming had daardoor aanvankelijk iets elitairs. Met de komst van Gary Glitter, Slade, the Sweet en Mud werd dat snel bijgesteld. De Amerikaanse glamrock kenmerkte zich vooral door keiharde rockmuziek. Exponenten waren naast Alice Cooper, Lou Reed, Iggy Pop en The New York Dolls. De acts kregen langzamerhand een meer duistere, gotische uitstraling. De Amerikaanse glamrock wordt daarom ook wel protopunk genoemd. In de Engelse glamrock werd veel gewerkt met campelementen uit de homoscene. Belangrijke kenmerken waren felgekleurde en strakke glitterkleding, plateauzolen, dikke lagen schmink en een lichtshow. Ook begon toen de trend om videoclips op te nemen.
Behalve de grote groep echte glamrock-acts in vooral Groot-Brittannië gebruikten veel andere bands en artiesten elementen uit dit genre - hetzij uit de muziek, hetzij uit de aankleding - zonder dat ze zelf tot het genre gerekend moeten worden. De meest succesvolle voorbeelden daarvan zijn Queen en ABBA, die ook na het veranderen van hun imago nog zeer populair bleven. Zelfs The Rolling Stones gebruikten in de nadagen van de glamrock make up.
De Engelse glamrock was een belangrijke stimulator voor de tegenreactie die kwam van de punkbeweging (eind jaren 70) die niets moest hebben van de "commerciële, onechte en decadente" glitterpop. Vooral de Sex Pistols, hoewel tenslotte zelf ook niet vies van commercie, vertolkten hun afkeer van het genre. Dat de sentimenten ten opzichte van de Amerikaanse glamrockers anders lagen blijkt uit de verklaring van John Lydon (Johnnie Rotten) volgens wie "Killer" van Alice Cooper het beste rock album uit de geschiedenis was. Veel elementen werden overgenomen door latere artiesten als Michael Jackson en Madonna en werden ook in de disco en soul gebruikt.
In de jaren 80 bleek glamrock van invloed op Amerikaanse hardrockers als Mötley Crüe, Bon Jovi, Joan Jett & the Blackhearts, Quiet Riot en import-Brit Billy Idol. Britse bands als Def Leppard en Scandinavische groepen als Europe, Hanoi Rocks en, recentelijk, Vains of Jenna, Hardcore Superstar, Dirty Penny en Lordi volgden die trend verder. Ook de Britse band The Darkness was populair in de periode van 2000 tot 2006. Tegenwoordig is een aantal glambands weer op tournee en worden er nieuwe albums opgenomen, twee voorbeelden hiervan zijn White Lion en Europe.
John Cameron Mitchells glamrockmusical, Hedwig and the Angry Inch (1998), over de periode van de glamrock, werd verfilmd in 2001 en werd meteen een cultfilm.
Glamrock moet onderscheiden worden van teenyboppermuziek, dat veel lichter van toon is en veel minder voorzien van dubbelzinnigheden. Glamrock is verwant aan Hair Metal.
Garagerock of garage is een ongepolijste vorm van rockmuziek, soms neigend naar protopunk, punk of indierock, maar oorspronkelijk naar surfrock en rockabilly. De huidige garagerockscene is over de hele wereld verspreid. Garage is de zogenaamde tegenhanger van de housemuziek; waar house elektronisch (dat wil zeggen met synthesizers en computers) gemaakt is, wordt garage met "klassieke" (lees: gitaar, drum en bas) instrumenten ten gehore gebracht. Voorbeelden van garagerockbands zijn Mando Diao, The Hives, The Strokes, The Libertines, The Datsuns en Yeah Yeah Yeahs.
Ontstaan
Garagerock ontstond in de jaren zestig met jonge Amerikaanse rock-'n-rollbands die hun Britse helden zoals The Beatles en The Kinks probeerden te imiteren. Dit werd mogelijk doordat muziekinstrumenten steeds goedkoper werden in de Verenigde Staten. Door een gebrek aan instrumentenbeheersing en muzikale kennis beperkte men zich voornamelijk tot drie-akkoordenschema's om een zo rauw mogelijke vorm van rock-'n-roll te creëren, die als maximaal puur (van emotie) werd ervaren.
In de zeventiger en tachtiger jaren werden veel garagerock-singles van de jaren zestig opnieuw uitgebracht op verzamel-lp's. Bekende verzamelalbumseries zijn Pebbles, Boulders, Born Bad en Back from the Grave. Veel van deze lp's en singles zijn een kostbaar en gewild antiquarisch verzamelobject geworden.
Invloeden
Garagerock is altijd een underground-stroming geweest, maar net als tijdens de punkbeweging van 1977 kwam er ongeveer sinds 2000 een herwaardering voor deze muziek, doordat bands als The White Stripes, The Strokes, The Hives, Black Rebel Motorcycleclub en The Dirtbombs met hun op garagerock geënte muziek een groot publiek weten of wisten te bereiken. De muziekstroming heeft zich wel ontwikkeld. De garagerock van nu wordt bijvoorbeeld in een veel hoger tempo gespeeld. Dit komt door punkinvloeden. Punk is een genre waar garagerock van nu aan verwant is. Qua sfeer is er niet heel erg veel veranderd sinds de jaren zestig. Garagerock wordt nog steeds voornamelijk gespeeld door jonge mensen en de muziek is nog altijd zo primair mogelijk. Garagerock moet klinken alsof het in een garage gespeeld is: rammelend, rauw, ranzig en emotioneel.
Een voorbeeld van garagerock is de muziek van de band Oblivians.
Een radiostation dat veel garagerock draait is WOXY uit Cincinnati, Ohio.
Eurobeat is een muziekstijl die al sinds de vroege jaren 90 populair is in Japan. De muziekstijl ontstond als een rustige combinatie van jaren 80 Italo-disco, Italo-dance en Pop-muziek van de jaren 80. Het eigenaardige van deze muziek is, dat het wordt gemaakt en geproduceerd in Italië. Vervolgens gaat alles op het vliegtuig of door de internetverbinding naar Japan, alwaar het wordt uitgebracht. De bekendste uitgever van Eurobeat muziek is Avex Trax. Deze uitgever beheert onder andere de Super Eurobeat serie van verzamelalbums, waarbij er zo tussen de 10 en 12 per jaar worden uitgebracht. Van de Super Eurobeat serie zijn inmiddels 184 albums beschikbaar, en nog steeds komen er nieuwe uit.
Populaire cd series
Super Eurobeat
Eurobeat Flash
Euromach
Maharaja Night
That's Eurobeat
Eurobeat Disney
Love Para
Super Euro Christmas
Aerobeat Eurobeat
Super Eurobeat presents ... (verschillende sub-series en artiestenalbums)
Electronic Body Music (EBM) is een elektronisch muziekgenre gekenmerkt door een machinale beat en een duistere sfeer.
Kenmerken
Electronic Body Music (EBM) is een elektronisch muziekgenre dat ontstaan is in de vroege jaren 80 van de 20e eeuw. Muzikaal kenmerkt Electronic Body Music zich door een harde machinale beat, met de karakteristieke metalige snare op de tweede en vierde tel. De baslijnen zijn snel en stacatto. De sfeer is donker en grimmig, en teksten en muziek hebben tegenwoordig een agressieve masculiene uitstraling. Het genre heeft voornamelijk aanhang onder industrial, gothic- en cybergothic liefhebbers. De populariteit is de laatste jaren wereldwijd aan het groeien.
Geschiedenis
Het begin
Algemeen wordt de Duitse formatie Deutsch Amerikanische Freundschaft (DAF) als eerste echte EBM-band beschouwd. In een interview destijds noemden de bandleden hun muziek "Elektronische Körpermusik". Hun single "Kebabträume" geldt als de eerste EBM-plaat. Een jaar later (1982) zouden ze een grote hit scoren met "Der Mussolini" wat binnen het EBM- en new wave-genre nog steeds geldt als een grote klassieker.
Eerste generatie
In België werd begin jaren 80 de formatie Front 242 opgericht. In eerste instantie maakten ze vrij koud klinkende synthpop, maar al snel verzwaarden de beats en sequences, en legden ze de blauwdruk van de EBM zoals in de definitie vast. Al vrij snel kregen ze navolgers, waarvan The Neon Judgement, Skinny Puppy, Front Line Assembly, Nitzer Ebb, A Split-Second, Cat Rapes Dog en Leæther Strip de bekendsten werden. Front 242 bleef echter wel de belangrijkste band in het genre, en verkocht wereldwijd zelfs een half miljoen exemplaren van hun vierde album "Front by front", wat de band tot een van de succesvolste Belgische formaties ooit maakte. Gedurende de jaren 80 beheerste EBM de dansvloeren in de jongerencentra en de clubs. Dit zou pas veranderen in het begin van de jaren 90 met de opkomst van techno en house. In eerste instantie leek het genre opgenomen te worden in de nieuwe dansstijlen, maar werd al gauw minder relevant voor de nieuwe dansmuziek, door de teutoonse ritmes, die verstoken waren van de funk en groove die techno en house wel bezaten. Ook de agressiviteit en masculiene militaristische uitstraling van de EBM pasten niet in de hedonistische en vriendelijke House-cultuur.
De underground van de jaren 90
Hoewel minder relevant, verdween het genre niet. Duitsland heeft altijd positief gestaan tegenover EBM, dus het genre kon zich hier handhaven. De latere bands van de eerste golf bleven hier actief. De EBM uit deze tijd was vooral geconcentreerd op het label Zoth Ommog hetwelk onder andere de bands Leæther Strip, X Marks the Pedwalk, Armageddon Dildos en Mentallo and the Fixer onder contract had staan. Deze bands, en dan vooral Leæther Strip legden de basis voor wat in de 21ste eeuw Darkelectro zou heten. Ook de zeer populaire act Wumpscut van de Duitser Rudy Ratzinger begon in deze tijd. Deze tijd kenmerkte zich ook door de opkomst van meer dramatische EBM-acts, met sterke gothic-invloeden. Calva y Nada, yelworC, en Das Ich zijn wel de bekendsten hiervan. Ook de projecten van Chris Pohl kunnen hieronder geschaard worden, hoewel die later verschoven naar meer metal-georiënteerd (Terminal Choice), of juist meer gothic (Blutengel).
Tweede generatie
De effectieve manier om sterke ritmes te maken zoals binnen de techno was aan de EBM-makers niet voorbijgegaan. Langzamerhand werden deze technieken binnen de EBM geïntegreerd. De bands Covenant, VNV Nation en Suicide Commando braken al snel door met hun krachtige EBM gedurende de tweede helft van de jaren 90. Hun voorbeeld gaf weer aanleiding tot een grote golf aan nieuwe acts, zoals dat ook gebeurde in de eerste generatie. Het genre verbreedde zich ook, door meer te crossoveren met trance en synthpop, wat leidde tot het ontstaan van Futurepop. Ook keken veel bands goed naar het verleden, en ontdekten de rauwe en agressieve EBM van de Zoth ommog-stal, en dan vooral Leather Strip. De stijl van harde agressieve EBM met vervormde zang en pompende basslijnen staat nu bekend als Darkelectro. Ook wordt er actief gecrossoverd tussen de EBM en de Techno. Dit genre staat bekend als Techno Body Music (Techno Body Music). Een aantal bands keren ook actief terug naar de oude sound van de jaren 80. Deze bands worden aangeduid als old skool EBM, naar analogie van de old skool hiphop binnen de rapmuziek
EBM in de 21ste eeuw
Het genre kent een stijgende populariteit. Vooral door de zeer effectieve beat is het genre goed geschikt als muziek voor feesten en clubs waar de sfeer gerust wat duisterder mag zijn. Ook de opkomst van Electro en Electroclash maakten het genre salonfähiger. Binnen Duitsland is het genre een van de leidende soorten dansmuziek met grote clubs en feesten. Ook buiten Duitsland kennen veel landen actieve scenes. Opvallend is ook de populariteit in Zuid- en Midden-Amerikaanse landen.
EBM in Nederland
Hoewel het genre in de Nederlandse muziekpers wordt doodgezwegen, is er een actieve scène, en kent Nederland zelfs enkele internationaal gerespecteerde EBM-acts. Al in de jaren 80 waren er de bands Swains en The Force Dimension die zelfs enkele albums uitbrachten op het Belgische EBM-label KK records. Ook moet de Haagse band Image transmission genoemd worden, die gedurende de jaren 90 enkele albums uitbracht in Duitsland, en daar behoorlijk populair waren. Sinds kort is deze band weer actief geworden. Momenteel wordt Nederland op EBM-gebied vertegenwoordigd door het Rotterdamse Angels & Agony, het Haagse Grendel en het Amsterdams Contrast. De beide eerstgenoemde bands zijn zeer populair in de internationale EBM-scène.
In Nederland zijn ook enkele feesten waarop EBM te horen is. De belangrijksten hiervan zijn:
Electro is een muziekstijl die valt onder de meer algemene noemer elektronische muziek.
Het is oorspronkelijk een stijl die ontstaan is aan het eind van de jaren 1960. Groepen als het Duitse Can waren de pioniers van het genre, toen nog Krautrock genaamd. Maar de bekende droge elektronische sound van electro ligt bij de Duitse groep Kraftwerk en ook het Japanse Yellow Magic Orchestra in het begin en midden van de jaren 1970.
De naam Electro is waarschijnlijk afkomstig uit Japan als variant en nieuw gedefinieerd hokje voor de Duitse benaming voor elektronische muziek, elektrischen Klangmusik, dit was eigenlijk de brede benaming voor het genre.
Het bekendste subgenre Electro Funk wordt vaak ook gewoon bij Electro gerekend. Electro Funk zou een afkorting zijn van "electronic funk". Het subgenre is mengeling van Duitse/Japanse electro muziek met Amerikaanse funk. Begin 1980er jaren was deze sound enorm populair. De electro funk uit die tijd ging hand in hand met de breakdance-rage. Bekende artiesten uit die tijd zijn Afrika Bambaataa ("Planet Rock", 1982), Egyptian Lover, Newcleus, Man Parrish en Cybotron, een project met onder andere technopionier Juan Atkins. De meer energieke Electro of Electro Funk met invloeden van de Disco/New Wave met Hiphop wordt vaak geduid als Electro Boogie.
Het electro-geluid wordt getypeerd door de prominente aanwezigheid van oude drumcomputers zoals de Roland TR-808 en Roland TR-909. Een ander typerend element is het robotachtige stemgeluid dat wordt vervormd door een vocoder.
Substijlen van electro zijn electro hop, Miami Bass, freestyle, techno bass, ghettotech en breakdance-muziek (Electro Boogie). Het genre heeft ook een enorme invloed gehad op techno en breakbeat.
Electro trekt in de jaren na de eeuwwisseling weer veel aandacht met artiesten als Anthony Rother en DMX Krew en dj's als Dave Clarke. De populaire nieuwe scène electroclash mengt electro met new wave en synthpop. Onder meer Fischerspooner, Miss Kittin, Felix Da Housecat, Vitalic en het Belgische Vive la Fête zijn bekende electroclash-artiesten.
Momenteel wordt de term electro ook veel gebruikt voor elektronische bands binnen de new wave/gothic scene (variërend van de toegankelijke futurepop van VNV Nation, over de meer duistere EBM tot de hellectro van Hocico).
De meest bekende Nederlandse electro-artiest is I-F (Inter-Ference), een pseudoniem voor de Haagse dj/producer Ferenc van der Sluijs. Zijn electro-klassieker "Space Invaders Are Smoking Grass" (1997) wordt gerekend tot één van de eerste electroclash-nummers, hoewel het gewoon electro is.
Easy listening (ook wel middle-of-the-roadmuziek genoemd) is een vorm van popmuziek en amusementsmuziek die in het midden van de twintigste eeuw opkwam. Rond 1980 was het de meest beluisterde stijl op de Nederlandse radio, met populaire radioprogramma's als Arbeidsvitaminen en Muziek terwijl u werkt als voorlopers. De muziek werd daarna echter minder gedraaid, niet zozeer omdat de populariteit afnam, maar omdat de luisteraars "te oud" werden en dus niet meer interessant waren voor de adverteerders.
De muziekstijl kenmerkt zich door eenvoudige, pakkende melodielijnen, rustige harmonieën en rustig dansbare ritmes. De muziek is meestal instrumentaal. Zangers zoals Andy Williams, Engelbert Humperdinck en Roger Whittaker hebben een stemgeluid dat goed past bij easy listening, en zij hebben dan ook veel muziek in deze stijl uitgebracht. Muziek van artiesten als Bing Crosby en Tom Jones werd echter als "te wild" bestempeld om in de categorie easy listening te kunnen vallen.
Nadat deze muziekvorm uit de mode was geraakt, werd er steeds vaker negatief over gesproken. Het zou "muzak" zijn, earcandy, slechts bedoeld als achtergrondmuziek.
Zouk is een muziekgenre uit de Franse Antillen. Het woord zouk betekent feest in het Kweyol (Frans Creools).
Zouk in het Caribisch gebied
Het muziekgenre Zouk is ontstaan op de Franstalige Caribische eilanden Guadeloupe en Martinique en is in eerste instantie groot gemaakt door de band Kassav'. Van oorsprong is Zouk een typisch Caribisch muziekgenre, gezongen in het Kweyol (Creools Frans). Het ritme van de Zouk vindt zijn roots in muziekstijlen zoals de Cadence, Kompa en Soca. Ook in Brazilië is Zouk populair geworden, maar dan onder de naam Kizomba, wellicht onder invloed van Portugeestalige Afrikaanse landen.
Bekende andere namen in de zoukwereld zijn: Zoukmachine, Edith Lefel, Stéphane Nichols.
Geschiedenis van Kassav
De groep genaamd Kassav geeft gestalte aan de Zoukmuziek aan het begin van de jaren 70. De geschiedenis van de groep begint in 1979 als Pierre-Edouard Décimus, zelf muzikant in een band die dansmuziek maakt (Les Vickings de la Guadeloupe), eind jaren ´60 met een andere Antilliaanse muzikant beslist de muziek, die ze altijd hebben gespeeld, te vernieuwen en moderniseren. Doordat hij altijd al gehecht was aan de populaire muziek van carnaval probeert hij dit in te passen in moderne muzikale technieken. De twee mannen betrekken ook Jacob Desvarieux en Georges Décimus bij de groep,de eerstgenoemde is een gevorderde gitarist en de laatstgenoemde (Broer van Edouard Décimus) een bassist, en zo ook andere optredende muzikanten. De groep komt stukje bij beetje tot stand. De zojuist geboren groep gaat de studio in in November en aan het begin van het jaar daarop verschijnt het eerste album van Kassav, genaamd Love and Ka Dance. Een nieuw muziekgenre is geboren: Zouk. De opkomst van nieuwe klanken, vooral op het niveau van de baspartij, de toetsen en koperen blaasinstrumenten, geeft deze muziek een modern en vooral feestelijk karakter, kortom een dansbare en levendige muziekstijl. Daar begint Kassav de geschiedenis van Zouk te schrijven.
Etymologie
Het Franse woordenboek le Petit Robert geeft de volgende definitie aan het woord Zouk: Een zeer ritmische muziek- en dansstijl afkomstig van de kleine Antillen (Guadeloupe en Martinique) die pas bekend is geworden in de jaren 80. Toch geeft de bekende Martinikaanse percussionist Henri Guédon aan dat tijdens de jaren 60 het woord Zouk refereerde aan populaire plekken waar gedanst werd. De columnist Michel Thimon zoekt het in dezelfde hoek. Volgens hem duidde Zouk oorspronkelijk op een soort geïmproviseerde balzaal waar men op zaterdagavond samenkwam om de lafouka te dansen (een hele sensuele dans) op het ritme van populaire bandjes. Anderen zien het woord Zouk als een samentrekking van het woord Mazouk, wat niets anders aanduidt dan de creoolse dans de Mazurka. De etymologische afkomst van het woord Zouk blijft tot de dag van vandaag omringd door mysterie. Een andere origine van het woord vinden we in het Congolese woord zoka, dit betekent: beweging van het lichaam.
Beschrijving van de dans
Zouk wordt gedanst als koppel, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt zijn pakt de man de vrouw vast in haar taille en de vrouw slaat haar armen om de nek van haar begeleider. Het is afkomstig van de dans de beguine of van het ritme van het carnaval van de Franse Antillen (Martinique en Guadeloupe) genaamd mas a sinjan (masker van Saint-Jean), met hierin funksynthesizers, rockgitaren en de soukouss, een koperen blaasinstrument . We zien ook invloeden van de muziekstijl kompa uit Haïti. Pas later is de langzamere stijl zouk love ontstaan.
Omdat in Brazilië lambadadansers de zoukmuziek gebruikten nadat de lambadamuziek min of meer uitstierf, is een nieuwere variant van de lambadadans ook 'zouk' gaan heten. Deze 'Braziliaanse zouk' lijkt niet op de originele Caribische variant, maar is een mix van moderne dans en lambada, waarbij het lange haar van de vrouwen een grote rol speelt. Vooral in de tragere zouknummers is de rol van moderne dans goed zichtbaar. In de afgelopen jaren is ook reggaeton en R&B een grote rol gaan spelen in de 'Braziliaanse' zoukdans.
Zouk love
Zouk love is een variant op Zoukmuziek maar het ritme heeft een rustiger zachter en sensueler karakter. Bij de meeste muziekstukken gaat het om een liefdeslied. De teksten van de liedjes gaan vaak over liefde en gevoelskwesties. Bij de stijl Zouk love wordt tegen elkaar aan gedanst op een sensuele manier.
Zouk in Afrika
Muziekgenres met een zelfde soort ritme en beat ontwikkelde zich ook in Afrikaanse landen - al dan niet geïnspireerd door de Zouk - die daar in de jaren 1980 werd geïntroduceerd door de band Kassav'. In Afrika is het per land verschillend welke naam er aan het muziekgenre wordt gegeven, maar veel landen gebruiken de term Kizomba.
Portugeestalige landen
In Angola, Guinee-Bissau, Mozambique, Sao Tomé en Principe en Kaapverdië kent men Zouk meestal als Kizomba en wordt het gezongen in het Portugees of Creools Portugees. In Kaapverdië noemt men het ook wel Zouk of Cabozouk.
Bekende artiesten uit Portugeestalig Afrika zijn onder meer: Philipe Monteiro, Suzanna Lubrano, Johnny Ramos, Irmãos Verdades, Don Kikas en Helder Rei do Kuduro.
Franstalige landen
In de Franstalige landen zijn verschillende stijlen ontstaan, vaak met een sneller ritme dan Zouk, waardoor men er niet op kan "Zouk dansen". Daarentegen hebben deze genres ook eigen dansstijlen ontwikkeld.
Soukous of N'dombolo in Congo-Brazzaville en Congo-Kinshasa
Makossa in Kameroen
Mapouka en/of Coupé Decalé in Ivoorkust
Bekende artiesten uit Franstalig Afrika zijn onder meer: Magic System, Awilo Longomba, Papa Wemba en Koffi Olomide.
Braziliaanse Zouk
Men zou kunnen stellen dat de Zouk de "nieuwe Lambada" is. Omdat het ritme van de zouk perfect geschikt is om Lambada op te dansen, is in Brazilië de Lambada de basis van de dans die bij Zouk hoort. Omdat veel zoukmuziek Franstalig is, noemen Brazilianen Zouk soms de "Franse Lambada".
De oorspronkelijke Lambada is een vrij snelle dans, die vooral in de jaren 1980 populair was. De muziek is echter nauwelijks nog in trek. De dans is rustiger en zwieriger, en wordt daardoor als sensueel en romantisch ervaren.
Opvallend bij Zouk is net als bij de Lambada het vele "haarzwaaien": het haar wordt door een knik of draai met het hoofd naar voren -, naar achteren -, of opzij gegooid. Dit kan zwaar zijn voor de nek als je als danser niet weet wat je doet. Ook bij het vele achteroverbuigen van de dames kan de rug het zwaar te verduren krijgen, als de bewegingen zonder de juiste techniek worden uitgevoerd. Deze bewegingen schrikken sommige mensen af, omdat ze bang zijn voor blessures. Toch kan Zouk ook prima zonder deze bewegingen worden gedanst.
Er zijn ruwweg drie dansen die sterk op elkaar lijken. De langzame en sensuele Zouk, die gestapt wordt op 1-34 in een vierkwartsmaat (lang-kort-kort) en veel diepe bewegingen telt, de oorspronkelijke Lambada waarbij wordt gestapt op 123 en de nadruk ligt op de bewegingen boven de gordel, en daarom geschikt is voor veel snellere uptempomuziek. En een tussenvorm, de Lambazouk, die de 123 als basis neemt, maar veel van de diepe bewegingen van de Zouk heeft overgenomen.
Piratenmuziek is een bepaalde vorm van het levenslied. Het is de "onbekende" levenslied muziek die (nog) niet is doorgebroken bij het grote publiek en die daarom voornamelijk op de illegale piratenzenders die zich in het levenslied specialiseren wordt gedraaid. Dit kan echter misleidend zijn: piratenmuziek is altijd een levenslied, maar een levenslied is niet perse piratenmuziek. Duitse schlagers kunnen ook onder piratenmuziek worden geschaard.
De muziek die doorbreekt bij het grote publiek kan men geen piratenmuziek meer noemen. Zo mag het repertoire van Jannes, Frans Bauer, Jan Smit en Nick & Simon niet meer tot de piratenmuziek gerekend worden. Hoewel piratenmuziek in principe gewoon hetzelfde is als een levenslied, zijn er wel enkele subtiele verschillen tussen de muziek van de zogenoemde "piratenartiesten". Piratenmuziek is veelal amateuristischer opgebouwd dan nummers van professionele levensliedartiesten, met eenvoudige ritmes en melodielijnen. Ook is vaak het enige instrument dat bij piratenmuziek gebruikt wordt een synthesizer (met soms alleen een gitaar of accordeon erbij).
Piratenmuziek is vooral populair in Overijssel, Gelderland, Friesland, Drenthe en in delen van Noord-Brabant. Vooral in Overijssel en Drenthe, en dan met name in Twente en het Vechtdal en Zuid-Oost Drenthe, zijn veel piratenzenders actief.
De luisteraars krijgen de kans om plaatjes aan te vragen. Deze worden vaak afgekondigd in instrumentale nummers, tussen de vocale hits in. Vaak gebruikt de aanwezige deejay een echo onder zijn stem. Populaire instrumentaaltjes zijn afkomstig van Mario Mathy, Jean Michel Jarre en Ricky King.
Een evenement als het Mega Piraten Festijn kan zich geen Piraten Festijn meer noemen, aangezien de optredende artiesten geen piratenmuziek zingen maar Nederlands-talige muziek. Ook is het festival volkomen legaal, wat het woord 'piraten' overbodig maakt.
Zydeco is een muziekvorm die ontstond in het begin van de twintigste eeuw onder de Creoolse bevolking van Zuidwest-Louisiana onder invloed van Franssprekende Cajuns. De muziek is hevig gesyncopeerd, meestal up-tempo, en ze wordt gedomineerd door de diatonische accordeon (en/of de melodeon) en een soort wasbord dat rub-board of frottoir genoemd wordt; verder gebruikt men ook drums, gitaar, koperblazers en basgitaar.
Het genre ontstond als een samensmelting van traditionele Cajun-muziek met Afrikaans-Amerikaanse tradities die ook de basis waren voor de R&B en de blues. Amede Ardoin maakte de eerste opnamen van wat later zydeco zou worden genoemd in 1928. De muziek raakte in het midden van de jaren vijftig breder bekend dankzij Clifton Chenier (bijnaam "The King of Zydeco") en Boozoo Chavis. De verrassingshit 'My Toot Toot' van Rockin' Sidney bracht een revival van de zydeco in het midden van de jaren tachtig, gesteund door het internationale succes van Buckwheat Zydeco. Jonge zydecomuzikanten zoals Chubby Carrier, CJ Chenier (zoon van Clifton Chenier, die in 1987 overleed) en Rosie LeDet kwamen op in de jaren negentig.
Men is het erover eens dat het woord 'zydeco' ontstond uit het Franse les haricots in de betekenis van 'de bonen' uit het lied Les Haricots sont pas salés. De titel betekent 'De bonen zijn niet gezouten', een verwijzing naar een zanger die zo arm is dat hij geen gezouten varkensvlees heeft om de bonen die hij eet op smaak te brengen.
Een levenslied is een lied waarin eenvoud en herkenbaarheid voorop staan. Het lied, dat vaak licht sentimenteel is, richt zich in eerste instantie op de doorsnee luisteraar die geen uitgesproken muzikale of kunstzinnige ontwikkeling heeft. Zij die die ontwikkeling wel hebben, kijken vaak op het levenslied neer. Vanwege de indruk van goedkoop effectbejag die het levenslied op hen maakt, gebruiken zij ook wel de badinerende benaming smartlap.
Het woord levenslied werd in 1908 bedacht door ofwel Jean-Louis Pisuisse, of Max Blokzijl. Tijdens een tournee door Nederlands-Indië zochten deze twee artiesten een Nederlands alternatief voor het Franse woord chanson waarmee ze tot dan toe hun repertoire aanduidden. Het werd levenslied: een lied waarin het echte leven vervat zit. Het woord werd al snel overgenomen door zangers van veel sentimenteler repertoire dan dat van Pisuisse en Blokzijl. Zangers van het 'betere lied' namen daarom afstand van het woord en levenslied kreeg de betekenis die het thans nog heeft.
Geschiedenis
J.H. Speenhoff, Willy Derby en Louis Davids waren voor de Tweede Wereldoorlog pioniers van het levenslied. Na de oorlog piekte de Vlaamse entertainer Bobbejaan Schoepen als eerste met een aantal levensliederen over de Europese grenzen heen, hoewel diens enorme repertoire overwegend andere genres omvat.
In Nederland werd het genre vanaf de jaren 50 tot de jaren 80 vooral gedomineerd door de producers Johnny Hoes en Pierre Kartner, die voor artiesten als de Zangeres Zonder Naam, die zelfs uitgeroepen werd tot "de koningin van het levenslied", Jantje Koopmans en Corry en de Rekels, Eddy Wally succesvolle platen produceren. Via Op Losse Groeven en Op Volle Toeren, televisieprogramma's die Chiel Montagne vanaf de jaren zeventig voor de TROS presenteerde, bleef een breed publiek op de hoogte van nieuwe hits en artiesten.
In de jaren 80 nam de belangstelling van de grote media voor het levenslied af. André Hazes en Koos Alberts scoorden weliswaar incidentele hits maar verder breken nauwelijks nieuwe artiesten tot het grote publiek door. Het waren voornamelijk de illegale piratenzenders en kleine, in het levenslied gespecialiseerde platenmaatschappijen die vanaf deze tijd de belangrijkste ondersteuners van het levenslied waren. Het opmerkelijke succes dat Frans Bauer vanaf de jaren negentig beleeft kwam via dit circuit tot stand. In dezelfde periode bleek ook uit de opkomst van smartlappenkoren en smartlappenfestivals dat het levenslied nog steeds op belangstelling van een groot publiek mag rekenen, zij het dat velen met de nodige ironie aan deze verschijnselen deelnemen.
Sinds de tweede helft van de jaren 90 was het genre in zowel Nederland als Vlaanderen, mede door het succes van artiesten als Frans Bauer, Corry Konings, Marianne Weber en Jan Smit, weer aan een revival bezig. Er is sindsdien weer een nieuwe generatie artiesten opgestaan, waaronder Jannes, Charlène, Thomas Berge, en de Vlaamse zangeres Laura Lynn, die met hun eigentijdse versie van het levenslied voor de hernieuwde populariteit van het genre hebben gezorgd.
De Rode Ridder is een Vlaamse stripreeks die zich merendeels afspeelt in de middeleeuwen. Deze reeks, waarvan het eerste deel in 1959 verscheen, is van de hand van striptekenaar Willy Vandersteen. Ze is gebaseerd op Johan de Rode Ridder, een karakter uit de gelijknamige jeugdboekenreeks van Leopold Vermeiren. De stripreeks wordt uitgegeven door Standaard Uitgeverij en is naast Suske en Wiske zonder meer één van de meest succesvolle en langstlopende reeksen uit de geschiedenis van Studio Vandersteen. Centraal in de reeks staat Johan, als universele held. Waar oorspronkelijk de verhalen zich afspeelden in een middeleeuwse ridder wereld evolueert de strip doorheen de reeks naar een breder tijd- en ruimtekader.
Geschiedenis
De reeks begon in 1959 toen vanuit Studio Vandersteen beslist werd een ridderreeks te tekenen. Er werd een overeenkomst gesloten met schrijver Leopold Vermeiren om zijn toenmalig populaire jeugdboekenfiguur te gebruiken als protagonist van de strips. Willy Vandersteen tekende en schreef zelf verhalen, maar liet heel wat over aan medewerkers als zijn zoon Bob, Karel Verschuere en Eduard de Rop. De reeks spitste zich toe op 'gewone' ridderveravonturen met af en toe een mystiek element. Vanaf album 19, Koning Arthur, werd de Arthurlegende erin verwerkt.
Vanaf album 37, De wilde jacht, werkte Karel Biddeloo de schetsen van Willy Vandersteen uit, maar vanaf album 44, Drie huurlingen, schreef en tekende Biddeloo de verhalen geheel zelfstandig. Biddeloo gebruikte heel wat meer fantasy en Sword and sorcery dan zijn voorgangers, zelfs sciencefiction schuwde hij niet.
De thuishaven van De Rode Ridder wordt uiteindelijk het Kasteel van Horst, vanaf album 131, De heren van Rode.
Sinds 1996 is er in Hasselt een stripmuur van de Rode Ridder.
Sinds het overlijden van Karel Biddeloo in juni 2004, wordt de reeks voortgezet met nummer 207, De grot van de beer, door het duo Martin Lodewijk die de scenario's schrijft en Claus Scholz die het tekenwerk verzorgt. Bij dit nieuwe duo werd de thematiek van de reeks weer naar ridderverhalen verlegd.
Net als alle andere reeksen van Vandersteen hebben de albums van De Rode Ridder een eigen kleur: blauw. Met de kleurendruk zal deze veranderen naar zilvergrijs.
Op 15, 16 en 17 augustus 2008 vond in de dorpskerk te Sint-Pauwels de grootste Rode Ridder retrospectieve tot nog toe plaats. Diezelfde data werden in het centrum van Sint-Pauwels de vijfjaarlijkse Dorpsfeesten gehouden met dit keer als thema De Rode Ridder en de Middeleeuwen. Het verhaal uit het album De vedelaar van Sint-Pauwels (2008) speelt zich in dit dorp af. Op 7 april 2009 besliste het schepencollege van Sint-Gillis-Waas om tegen de septemberkermis van dat jaar een bronzen standbeeld van de Rode Ridder in de Zandstraat te plaatsen.
Red Knight
In 1990 wordt naar het voorbeeld van de in Amerika populaire graphic novel een nieuwe reeks gestart onder de naam "Red Knight". Het eerste album, De vuurgeest, is een afgeleide van het gelijknamige, dertiende Rode Ridder-album. De tekeningen van Marvano en de tekst van Ronald Grossey moesten een meer volwassen publiek aanspreken, maar sloeg in het geheel niet aan. Biddeloo uitte in verschillende striptijdschriften ook kritiek op "Red Knight". Het eerste deel heeft nooit een vervolg gekregen.
Misschien vraagt u zich af wat het doel is van deze blog. Het doel van deze blog is om een leuke en gezellige groep op te starten van muziek en boeken liefhebbers die onderling discussiëren over muziek zoals artiesten, bands en diverse muziekstromingen maar ook over boeken, strips en schrijvers van boeken en strips. Daarnaast wil ik ook proberen een leuke en gezellige groep op te zetten van Vlamingen en Nederlanders die het leuk vinden om onderling bestanden uit te wisselen om zo de collecties uit te breiden.
Mijn idee is van hoe groter de groep wordt des te leuker en gezelliger het wordt maar mogelijk kunnen we via deze blog elkaar ook helpen aan ontbrekende titels bij het verzamelen van het materiaal.