Ik ben Ruud, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Etoiliste.
Ik ben een man en woon in Sousse (Tunesie) en mijn beroep is afgekeurd.
Ik ben geboren op 23/08/1959 en ben nu dus 65 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Muziek, Voetbal ESS .
De Etherpiraat
Voor de muziek, boek en strip liefhebber in Vlaanderen en Nederland
25-11-2012
Easy Listening
Easy listening (ook wel middle-of-the-roadmuziek genoemd) is een vorm van popmuziek en amusementsmuziek die in het midden van de twintigste eeuw opkwam. Rond 1980 was het de meest beluisterde stijl op de Nederlandse radio, met populaire radioprogramma's als Arbeidsvitaminen en Muziek terwijl u werkt als voorlopers. De muziek werd daarna echter minder gedraaid, niet zozeer omdat de populariteit afnam, maar omdat de luisteraars "te oud" werden en dus niet meer interessant waren voor de adverteerders.
De muziekstijl kenmerkt zich door eenvoudige, pakkende melodielijnen, rustige harmonieën en rustig dansbare ritmes. De muziek is meestal instrumentaal. Zangers zoals Andy Williams, Engelbert Humperdinck en Roger Whittaker hebben een stemgeluid dat goed past bij easy listening, en zij hebben dan ook veel muziek in deze stijl uitgebracht. Muziek van artiesten als Bing Crosby en Tom Jones werd echter als "te wild" bestempeld om in de categorie easy listening te kunnen vallen.
Nadat deze muziekvorm uit de mode was geraakt, werd er steeds vaker negatief over gesproken. Het zou "muzak" zijn, earcandy, slechts bedoeld als achtergrondmuziek.
Zouk is een muziekgenre uit de Franse Antillen. Het woord zouk betekent feest in het Kweyol (Frans Creools).
Zouk in het Caribisch gebied
Het muziekgenre Zouk is ontstaan op de Franstalige Caribische eilanden Guadeloupe en Martinique en is in eerste instantie groot gemaakt door de band Kassav'. Van oorsprong is Zouk een typisch Caribisch muziekgenre, gezongen in het Kweyol (Creools Frans). Het ritme van de Zouk vindt zijn roots in muziekstijlen zoals de Cadence, Kompa en Soca. Ook in Brazilië is Zouk populair geworden, maar dan onder de naam Kizomba, wellicht onder invloed van Portugeestalige Afrikaanse landen.
Bekende andere namen in de zoukwereld zijn: Zoukmachine, Edith Lefel, Stéphane Nichols.
Geschiedenis van Kassav
De groep genaamd Kassav geeft gestalte aan de Zoukmuziek aan het begin van de jaren 70. De geschiedenis van de groep begint in 1979 als Pierre-Edouard Décimus, zelf muzikant in een band die dansmuziek maakt (Les Vickings de la Guadeloupe), eind jaren ´60 met een andere Antilliaanse muzikant beslist de muziek, die ze altijd hebben gespeeld, te vernieuwen en moderniseren. Doordat hij altijd al gehecht was aan de populaire muziek van carnaval probeert hij dit in te passen in moderne muzikale technieken. De twee mannen betrekken ook Jacob Desvarieux en Georges Décimus bij de groep,de eerstgenoemde is een gevorderde gitarist en de laatstgenoemde (Broer van Edouard Décimus) een bassist, en zo ook andere optredende muzikanten. De groep komt stukje bij beetje tot stand. De zojuist geboren groep gaat de studio in in November en aan het begin van het jaar daarop verschijnt het eerste album van Kassav, genaamd Love and Ka Dance. Een nieuw muziekgenre is geboren: Zouk. De opkomst van nieuwe klanken, vooral op het niveau van de baspartij, de toetsen en koperen blaasinstrumenten, geeft deze muziek een modern en vooral feestelijk karakter, kortom een dansbare en levendige muziekstijl. Daar begint Kassav de geschiedenis van Zouk te schrijven.
Etymologie
Het Franse woordenboek le Petit Robert geeft de volgende definitie aan het woord Zouk: Een zeer ritmische muziek- en dansstijl afkomstig van de kleine Antillen (Guadeloupe en Martinique) die pas bekend is geworden in de jaren 80. Toch geeft de bekende Martinikaanse percussionist Henri Guédon aan dat tijdens de jaren 60 het woord Zouk refereerde aan populaire plekken waar gedanst werd. De columnist Michel Thimon zoekt het in dezelfde hoek. Volgens hem duidde Zouk oorspronkelijk op een soort geïmproviseerde balzaal waar men op zaterdagavond samenkwam om de lafouka te dansen (een hele sensuele dans) op het ritme van populaire bandjes. Anderen zien het woord Zouk als een samentrekking van het woord Mazouk, wat niets anders aanduidt dan de creoolse dans de Mazurka. De etymologische afkomst van het woord Zouk blijft tot de dag van vandaag omringd door mysterie. Een andere origine van het woord vinden we in het Congolese woord zoka, dit betekent: beweging van het lichaam.
Beschrijving van de dans
Zouk wordt gedanst als koppel, terwijl ze tegen elkaar aan gedrukt zijn pakt de man de vrouw vast in haar taille en de vrouw slaat haar armen om de nek van haar begeleider. Het is afkomstig van de dans de beguine of van het ritme van het carnaval van de Franse Antillen (Martinique en Guadeloupe) genaamd mas a sinjan (masker van Saint-Jean), met hierin funksynthesizers, rockgitaren en de soukouss, een koperen blaasinstrument . We zien ook invloeden van de muziekstijl kompa uit Haïti. Pas later is de langzamere stijl zouk love ontstaan.
Omdat in Brazilië lambadadansers de zoukmuziek gebruikten nadat de lambadamuziek min of meer uitstierf, is een nieuwere variant van de lambadadans ook 'zouk' gaan heten. Deze 'Braziliaanse zouk' lijkt niet op de originele Caribische variant, maar is een mix van moderne dans en lambada, waarbij het lange haar van de vrouwen een grote rol speelt. Vooral in de tragere zouknummers is de rol van moderne dans goed zichtbaar. In de afgelopen jaren is ook reggaeton en R&B een grote rol gaan spelen in de 'Braziliaanse' zoukdans.
Zouk love
Zouk love is een variant op Zoukmuziek maar het ritme heeft een rustiger zachter en sensueler karakter. Bij de meeste muziekstukken gaat het om een liefdeslied. De teksten van de liedjes gaan vaak over liefde en gevoelskwesties. Bij de stijl Zouk love wordt tegen elkaar aan gedanst op een sensuele manier.
Zouk in Afrika
Muziekgenres met een zelfde soort ritme en beat ontwikkelde zich ook in Afrikaanse landen - al dan niet geïnspireerd door de Zouk - die daar in de jaren 1980 werd geïntroduceerd door de band Kassav'. In Afrika is het per land verschillend welke naam er aan het muziekgenre wordt gegeven, maar veel landen gebruiken de term Kizomba.
Portugeestalige landen
In Angola, Guinee-Bissau, Mozambique, Sao Tomé en Principe en Kaapverdië kent men Zouk meestal als Kizomba en wordt het gezongen in het Portugees of Creools Portugees. In Kaapverdië noemt men het ook wel Zouk of Cabozouk.
Bekende artiesten uit Portugeestalig Afrika zijn onder meer: Philipe Monteiro, Suzanna Lubrano, Johnny Ramos, Irmãos Verdades, Don Kikas en Helder Rei do Kuduro.
Franstalige landen
In de Franstalige landen zijn verschillende stijlen ontstaan, vaak met een sneller ritme dan Zouk, waardoor men er niet op kan "Zouk dansen". Daarentegen hebben deze genres ook eigen dansstijlen ontwikkeld.
Soukous of N'dombolo in Congo-Brazzaville en Congo-Kinshasa
Makossa in Kameroen
Mapouka en/of Coupé Decalé in Ivoorkust
Bekende artiesten uit Franstalig Afrika zijn onder meer: Magic System, Awilo Longomba, Papa Wemba en Koffi Olomide.
Braziliaanse Zouk
Men zou kunnen stellen dat de Zouk de "nieuwe Lambada" is. Omdat het ritme van de zouk perfect geschikt is om Lambada op te dansen, is in Brazilië de Lambada de basis van de dans die bij Zouk hoort. Omdat veel zoukmuziek Franstalig is, noemen Brazilianen Zouk soms de "Franse Lambada".
De oorspronkelijke Lambada is een vrij snelle dans, die vooral in de jaren 1980 populair was. De muziek is echter nauwelijks nog in trek. De dans is rustiger en zwieriger, en wordt daardoor als sensueel en romantisch ervaren.
Opvallend bij Zouk is net als bij de Lambada het vele "haarzwaaien": het haar wordt door een knik of draai met het hoofd naar voren -, naar achteren -, of opzij gegooid. Dit kan zwaar zijn voor de nek als je als danser niet weet wat je doet. Ook bij het vele achteroverbuigen van de dames kan de rug het zwaar te verduren krijgen, als de bewegingen zonder de juiste techniek worden uitgevoerd. Deze bewegingen schrikken sommige mensen af, omdat ze bang zijn voor blessures. Toch kan Zouk ook prima zonder deze bewegingen worden gedanst.
Er zijn ruwweg drie dansen die sterk op elkaar lijken. De langzame en sensuele Zouk, die gestapt wordt op 1-34 in een vierkwartsmaat (lang-kort-kort) en veel diepe bewegingen telt, de oorspronkelijke Lambada waarbij wordt gestapt op 123 en de nadruk ligt op de bewegingen boven de gordel, en daarom geschikt is voor veel snellere uptempomuziek. En een tussenvorm, de Lambazouk, die de 123 als basis neemt, maar veel van de diepe bewegingen van de Zouk heeft overgenomen.
Piratenmuziek is een bepaalde vorm van het levenslied. Het is de "onbekende" levenslied muziek die (nog) niet is doorgebroken bij het grote publiek en die daarom voornamelijk op de illegale piratenzenders die zich in het levenslied specialiseren wordt gedraaid. Dit kan echter misleidend zijn: piratenmuziek is altijd een levenslied, maar een levenslied is niet perse piratenmuziek. Duitse schlagers kunnen ook onder piratenmuziek worden geschaard.
De muziek die doorbreekt bij het grote publiek kan men geen piratenmuziek meer noemen. Zo mag het repertoire van Jannes, Frans Bauer, Jan Smit en Nick & Simon niet meer tot de piratenmuziek gerekend worden. Hoewel piratenmuziek in principe gewoon hetzelfde is als een levenslied, zijn er wel enkele subtiele verschillen tussen de muziek van de zogenoemde "piratenartiesten". Piratenmuziek is veelal amateuristischer opgebouwd dan nummers van professionele levensliedartiesten, met eenvoudige ritmes en melodielijnen. Ook is vaak het enige instrument dat bij piratenmuziek gebruikt wordt een synthesizer (met soms alleen een gitaar of accordeon erbij).
Piratenmuziek is vooral populair in Overijssel, Gelderland, Friesland, Drenthe en in delen van Noord-Brabant. Vooral in Overijssel en Drenthe, en dan met name in Twente en het Vechtdal en Zuid-Oost Drenthe, zijn veel piratenzenders actief.
De luisteraars krijgen de kans om plaatjes aan te vragen. Deze worden vaak afgekondigd in instrumentale nummers, tussen de vocale hits in. Vaak gebruikt de aanwezige deejay een echo onder zijn stem. Populaire instrumentaaltjes zijn afkomstig van Mario Mathy, Jean Michel Jarre en Ricky King.
Een evenement als het Mega Piraten Festijn kan zich geen Piraten Festijn meer noemen, aangezien de optredende artiesten geen piratenmuziek zingen maar Nederlands-talige muziek. Ook is het festival volkomen legaal, wat het woord 'piraten' overbodig maakt.
Zydeco is een muziekvorm die ontstond in het begin van de twintigste eeuw onder de Creoolse bevolking van Zuidwest-Louisiana onder invloed van Franssprekende Cajuns. De muziek is hevig gesyncopeerd, meestal up-tempo, en ze wordt gedomineerd door de diatonische accordeon (en/of de melodeon) en een soort wasbord dat rub-board of frottoir genoemd wordt; verder gebruikt men ook drums, gitaar, koperblazers en basgitaar.
Het genre ontstond als een samensmelting van traditionele Cajun-muziek met Afrikaans-Amerikaanse tradities die ook de basis waren voor de R&B en de blues. Amede Ardoin maakte de eerste opnamen van wat later zydeco zou worden genoemd in 1928. De muziek raakte in het midden van de jaren vijftig breder bekend dankzij Clifton Chenier (bijnaam "The King of Zydeco") en Boozoo Chavis. De verrassingshit 'My Toot Toot' van Rockin' Sidney bracht een revival van de zydeco in het midden van de jaren tachtig, gesteund door het internationale succes van Buckwheat Zydeco. Jonge zydecomuzikanten zoals Chubby Carrier, CJ Chenier (zoon van Clifton Chenier, die in 1987 overleed) en Rosie LeDet kwamen op in de jaren negentig.
Men is het erover eens dat het woord 'zydeco' ontstond uit het Franse les haricots in de betekenis van 'de bonen' uit het lied Les Haricots sont pas salés. De titel betekent 'De bonen zijn niet gezouten', een verwijzing naar een zanger die zo arm is dat hij geen gezouten varkensvlees heeft om de bonen die hij eet op smaak te brengen.
Een levenslied is een lied waarin eenvoud en herkenbaarheid voorop staan. Het lied, dat vaak licht sentimenteel is, richt zich in eerste instantie op de doorsnee luisteraar die geen uitgesproken muzikale of kunstzinnige ontwikkeling heeft. Zij die die ontwikkeling wel hebben, kijken vaak op het levenslied neer. Vanwege de indruk van goedkoop effectbejag die het levenslied op hen maakt, gebruiken zij ook wel de badinerende benaming smartlap.
Het woord levenslied werd in 1908 bedacht door ofwel Jean-Louis Pisuisse, of Max Blokzijl. Tijdens een tournee door Nederlands-Indië zochten deze twee artiesten een Nederlands alternatief voor het Franse woord chanson waarmee ze tot dan toe hun repertoire aanduidden. Het werd levenslied: een lied waarin het echte leven vervat zit. Het woord werd al snel overgenomen door zangers van veel sentimenteler repertoire dan dat van Pisuisse en Blokzijl. Zangers van het 'betere lied' namen daarom afstand van het woord en levenslied kreeg de betekenis die het thans nog heeft.
Geschiedenis
J.H. Speenhoff, Willy Derby en Louis Davids waren voor de Tweede Wereldoorlog pioniers van het levenslied. Na de oorlog piekte de Vlaamse entertainer Bobbejaan Schoepen als eerste met een aantal levensliederen over de Europese grenzen heen, hoewel diens enorme repertoire overwegend andere genres omvat.
In Nederland werd het genre vanaf de jaren 50 tot de jaren 80 vooral gedomineerd door de producers Johnny Hoes en Pierre Kartner, die voor artiesten als de Zangeres Zonder Naam, die zelfs uitgeroepen werd tot "de koningin van het levenslied", Jantje Koopmans en Corry en de Rekels, Eddy Wally succesvolle platen produceren. Via Op Losse Groeven en Op Volle Toeren, televisieprogramma's die Chiel Montagne vanaf de jaren zeventig voor de TROS presenteerde, bleef een breed publiek op de hoogte van nieuwe hits en artiesten.
In de jaren 80 nam de belangstelling van de grote media voor het levenslied af. André Hazes en Koos Alberts scoorden weliswaar incidentele hits maar verder breken nauwelijks nieuwe artiesten tot het grote publiek door. Het waren voornamelijk de illegale piratenzenders en kleine, in het levenslied gespecialiseerde platenmaatschappijen die vanaf deze tijd de belangrijkste ondersteuners van het levenslied waren. Het opmerkelijke succes dat Frans Bauer vanaf de jaren negentig beleeft kwam via dit circuit tot stand. In dezelfde periode bleek ook uit de opkomst van smartlappenkoren en smartlappenfestivals dat het levenslied nog steeds op belangstelling van een groot publiek mag rekenen, zij het dat velen met de nodige ironie aan deze verschijnselen deelnemen.
Sinds de tweede helft van de jaren 90 was het genre in zowel Nederland als Vlaanderen, mede door het succes van artiesten als Frans Bauer, Corry Konings, Marianne Weber en Jan Smit, weer aan een revival bezig. Er is sindsdien weer een nieuwe generatie artiesten opgestaan, waaronder Jannes, Charlène, Thomas Berge, en de Vlaamse zangeres Laura Lynn, die met hun eigentijdse versie van het levenslied voor de hernieuwde populariteit van het genre hebben gezorgd.
De Rode Ridder is een Vlaamse stripreeks die zich merendeels afspeelt in de middeleeuwen. Deze reeks, waarvan het eerste deel in 1959 verscheen, is van de hand van striptekenaar Willy Vandersteen. Ze is gebaseerd op Johan de Rode Ridder, een karakter uit de gelijknamige jeugdboekenreeks van Leopold Vermeiren. De stripreeks wordt uitgegeven door Standaard Uitgeverij en is naast Suske en Wiske zonder meer één van de meest succesvolle en langstlopende reeksen uit de geschiedenis van Studio Vandersteen. Centraal in de reeks staat Johan, als universele held. Waar oorspronkelijk de verhalen zich afspeelden in een middeleeuwse ridder wereld evolueert de strip doorheen de reeks naar een breder tijd- en ruimtekader.
Geschiedenis
De reeks begon in 1959 toen vanuit Studio Vandersteen beslist werd een ridderreeks te tekenen. Er werd een overeenkomst gesloten met schrijver Leopold Vermeiren om zijn toenmalig populaire jeugdboekenfiguur te gebruiken als protagonist van de strips. Willy Vandersteen tekende en schreef zelf verhalen, maar liet heel wat over aan medewerkers als zijn zoon Bob, Karel Verschuere en Eduard de Rop. De reeks spitste zich toe op 'gewone' ridderveravonturen met af en toe een mystiek element. Vanaf album 19, Koning Arthur, werd de Arthurlegende erin verwerkt.
Vanaf album 37, De wilde jacht, werkte Karel Biddeloo de schetsen van Willy Vandersteen uit, maar vanaf album 44, Drie huurlingen, schreef en tekende Biddeloo de verhalen geheel zelfstandig. Biddeloo gebruikte heel wat meer fantasy en Sword and sorcery dan zijn voorgangers, zelfs sciencefiction schuwde hij niet.
De thuishaven van De Rode Ridder wordt uiteindelijk het Kasteel van Horst, vanaf album 131, De heren van Rode.
Sinds 1996 is er in Hasselt een stripmuur van de Rode Ridder.
Sinds het overlijden van Karel Biddeloo in juni 2004, wordt de reeks voortgezet met nummer 207, De grot van de beer, door het duo Martin Lodewijk die de scenario's schrijft en Claus Scholz die het tekenwerk verzorgt. Bij dit nieuwe duo werd de thematiek van de reeks weer naar ridderverhalen verlegd.
Net als alle andere reeksen van Vandersteen hebben de albums van De Rode Ridder een eigen kleur: blauw. Met de kleurendruk zal deze veranderen naar zilvergrijs.
Op 15, 16 en 17 augustus 2008 vond in de dorpskerk te Sint-Pauwels de grootste Rode Ridder retrospectieve tot nog toe plaats. Diezelfde data werden in het centrum van Sint-Pauwels de vijfjaarlijkse Dorpsfeesten gehouden met dit keer als thema De Rode Ridder en de Middeleeuwen. Het verhaal uit het album De vedelaar van Sint-Pauwels (2008) speelt zich in dit dorp af. Op 7 april 2009 besliste het schepencollege van Sint-Gillis-Waas om tegen de septemberkermis van dat jaar een bronzen standbeeld van de Rode Ridder in de Zandstraat te plaatsen.
Red Knight
In 1990 wordt naar het voorbeeld van de in Amerika populaire graphic novel een nieuwe reeks gestart onder de naam "Red Knight". Het eerste album, De vuurgeest, is een afgeleide van het gelijknamige, dertiende Rode Ridder-album. De tekeningen van Marvano en de tekst van Ronald Grossey moesten een meer volwassen publiek aanspreken, maar sloeg in het geheel niet aan. Biddeloo uitte in verschillende striptijdschriften ook kritiek op "Red Knight". Het eerste deel heeft nooit een vervolg gekregen.
Misschien vraagt u zich af wat het doel is van deze blog. Het doel van deze blog is om een leuke en gezellige groep op te starten van muziek en boeken liefhebbers die onderling discussiëren over muziek zoals artiesten, bands en diverse muziekstromingen maar ook over boeken, strips en schrijvers van boeken en strips. Daarnaast wil ik ook proberen een leuke en gezellige groep op te zetten van Vlamingen en Nederlanders die het leuk vinden om onderling bestanden uit te wisselen om zo de collecties uit te breiden.
Mijn idee is van hoe groter de groep wordt des te leuker en gezelliger het wordt maar mogelijk kunnen we via deze blog elkaar ook helpen aan ontbrekende titels bij het verzamelen van het materiaal.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:doel van blog
Welkom en introductie
Hartelijk welkom op de webblog van Etherpiraat een muziek, film, e-book en strip liefhebber welke actief is binnen Soulseek. Deze webblog is op de eerste plaats bedoeld voor mensen actief binnen soulseek en dient als informatie voor hun welke onderling bestanden uitwisselen binnen dit programma. Daarnaast dient mijn webblog als informatie voor muziek, film, e-book en strip liefhebbers in Vlaanderen en Nederland of ze nu wel of niet actief zijn binnen Soulseek.
Ik wijs er met klem op dat u op mijn webblog geen links zult aantreffen naar te downloaden materiaal en wel om de volgende redenen: allereerst is het binnen bloggen.be niet toegestaan en wil ik niet het risico lopen dat mijn webblog gesloten wordt i.v.m met de regels bij bloggen.be. Daarnaast heb ik ook zo iets van als men zo graag materiaal wil downloaden kom dan maar naar Soulseek en deel daar uw eigen materiaal ook maar dan hebben we er beiden voordeel bij.
Helaas zie ik dat binnen Soulseek steeds meer gelukzoekers zoals ik ze maar noem komen figuren die zelf niks willen delen aan materiaal maar ondertussen wel even alles bij anderen zitten te downloaden wat er maar te downloaden valt. Ik heb in het verleden al diverse keren personen daarop aangesproken van zal je zelf ook niet is iets gaan delen aan materiaal want ik ben niet van de verdeelbank en ook geen sinterklaas. Ik kreeg de meest stomme argumenten als reden waarom men geen materiaal deelde binnen Soulseek zoals ik heb maar een kleine harddisk heel grappig verzonnen maar die heb ik al te vaak gehoord en kan daar het volgende over zeggen als je harddisk wel groot genoeg is om het materiaal op te slaan wat je zit te downloaden binnen soulseek is het een kleine moeite om dat ook weer met anderen te delen en daarbij een 2Tb harddisk koop je heden ten dagen al onder de 100 dus dat verhaal behoef je ook niet meer mee aan te komen zetten. Maar het kan nog gekker hoor wat dacht je van het argument van ik share zelf niet omdat ik geen problemen wil krijgen met instanties i.v.m het onderling uitwisselen van bestanden heel leuk en grappig maar een ander mag dan volgens jouw argument wel het risico lopen zodat jij fijn je materiaal kunt downloaden bij ze. Daarom gaan steeds meer mensen die materiaal delen binnen Soulseek over tot de volgende regel zo ook ik zelf; downloaden prima maar dan zelf wel minimaal 1000 complete files beschikbaar stellen als download of anders ga je in de ban en kan je zelf ook niks downloaden. Daarom wil je materiaal downloaden deel dan ook maar zelf je eigen materiaal met de mensen binnen Soulseek dat lijkt mij het eerlijkste en als je zelf niet wilt delen prima maar ga dan niet naar Soulseek want zeer grote kans dat je dan gebanned wordt.