En toch wil hij u loven, die mens, een deel van uw schepping. Gij zet hem aan om er vreugde in te vinden u te loven, want Gij hebt ons gemaakt naar u, en rusteloos blijft ons hart totdat het zijn rust vindt in u.
In de eerste brief van Johannes lezen we: "De mens zonder liefde kent God niet, want God is liefde" (1 Joh. 4,8). Het is de liefde die geheel het leven van Augustinus bewogen heeft: mijn gewicht is de liefde. De liefde weegt het zwaartst. Ze is de grootste en voornaamste van al! (1 Kor. 13,13). De liefde beweegt zelf en anderen. Augustinus heeft het voortdurend over de liefde van God naar ons toe en onze wederliefde naar Hem toe en onze medemensen. De liefde naar God en de liefde naar de naaste gaan hand in hand. Deze twee bewegingen vormen het dubbelgelaat van de liefde. God is de bron van alle liefde. God is liefde en liefde is God. Waar mensen mekaar oprecht beminnen komt Gods liefde aan het licht. De liefde staat hier voor de welwillendheid naar de ander toen. De ander die mijn 'tegenover' is tot leven laten komen. Het goede in hem/haar naar boven te roepen. Strelen en stralen doen een mens blinken van geluk.
Jean-François LYOTARD ('vader' van het postmoderne denken) heeft een prachtig boekje geschreven over de Belijdenissen: Augustinus' belijdenis (Kok Angora 1999). "De mens is zichzelf een vraagstuk", stelt hij. Ik denk dat dit zo is: we moeten onszelf oplossen...