Ik had besloten toch weer naar Party Animals te gaan. Ik had immers drie nieuwe puzzelstukjes die ik moest kunnen leggen ik de Moeilijkste Legpuzzel Van Mijn Leven. Ten eerste: Milena had een verhouding gehad met de man van Frances. Terwijl Frances me enkele dagen ervoor gezegd had dat zij zelf ook ooit een verhouding had gehad. Ten tweede: Milena was bij Johnny de avond dat ik dacht dat ze bij Greg was, 12 september. Wat bewijst dat Greg en Milena geen relatie konden gehad hebben want ze hadden er geen tijd voor. Ze konden nooit samen geweest zijn want volgens mijn schema's was er geen enkel moment buiten die bepaalde 12 september dat ze tegelijk niets te doen hadden. Ten derde: Het krabbeltje van Milena aan Greg was eigenlijk niet voor Greg maar voor Johnny. Maar hoe kwam dat dan op Greg zijn bureau terecht, waar Fergus het gevonden had? Daar aangekomen belde ik aan, niemand deed open. Ik had nog een sleutel van vroeger - ik had immers telefonisch laten weten dat ik niet meer zou komen en had Frances daarna niet meer gezien - en opende de deur. Ik zag dat er licht brandde, dus riep ik naar beneden dat ik er was. Ik wist dat Beth enkele dagen weg was, dus verwachtte ik dat Frances zou antwoorden, maar het bleef stil. Akelig stil. Ik deed mijn jas en sjaal uit en begon dus weer rond te neuzen. In de lades van Frances, in boeken, en uiteindelijk zette ik Milena's computer aan. Ik typte Milena's wachtwoord in en werd weer opgezogen door haar hectische privéleven. Ik klikte de mails van David aan. Plots voelde ik zo'n enorme schuldwolk op me afkomen omdat ik had gedacht dat Greg me had bedrogen met Milena, dat die mails van David eigenlijk van Greg waren. Onder tafel voelde ik iets hards, iets zwaars. Ik keek, mijn ogen tolden, ik hield me vast aan het tafelblad om niet omver te vallen. Twee grote, nietsziende ogen keken me aan. Ik kon niet meer nadenken, enkel nog kokhalzende bewegingen maken. Langzaam werd het weer helder in mijn hoofd. Ik wou eerst zeker zijn dat Frances echt dood was. Ik sleurde haar lichaam van onder de tafel en hield mijn oor op haar mond, niets. Ik voelde aan haar pols, niets. Tevergeefs en op automatische piloot drukte ik toch nog een paar keer op haar borst, hoewel ik wist dat het zinloos was. Ze was nog warm, en de blauwe plekken om haar lichaam en haar blauw aangelopen lippen overtuigden me ervan dat ze geen natuurlijke dood gestorven was. Onmiddelijk kwam de gedachte bij me op dat de moordenaar misschien nog in het huis was. Ik luisterde maar hoorde enkel de verwarming zoemen. Ik nam mijn jas en sjaal en liep zo stil ik kon naar buiten. Ik wou me zo snel mogelijk uit de voeten maken. Om de hoek zag ik een telefooncel. Ik belde het alarmnummer en vertelde wat er gebeurd was en waar. Maar ik zei er wel mijn eigen naam niet bij. Ik ging rechtstreeks naar huis. Mijn hoofd stond op ontploffen. Steeds opnieuw klonk het: Frances is dood. Frances is dood. Frances is dood.
Ik moest weten wat er gebeurd was! Niets kon me meer schelen, of ik dood zou gaan, wat er met mijn leven zou gebeuren. Maar er was één ding dat ik zeker wist en dat was dat ik niet verder kon gaan, dood of levend, zolang ik niet wist welk verband er was tussen Milena Livinstone en Greg, waarom ze toen samen waren, of Greg me bedroog. Dus ik besloot op onderzoek te gaan. Ik bezocht het huis van de weduwenaar van Milena, Hugo Livingstone, maar die was niet thuis. Zijn zoon daarentegen wel. Hij liet me verstaan dat hij niet veel sympathie koesterde voor zijn stiefmoeder, Milena. Aangezien ik daar niet veel teweten was gekomen, bereidde ik me voor om Milena's werkomgeving eens te bekijken. Aangezien ik eerder al opzoekingen had gedaan, wist ik ongeveer wat me te wachten stond. Milena werkte in een bedrijf dat feesten organiseerde: Party Animals. Ik trok een mantelpakje aan en liep naar de metro, onze auto was immers helemaal vernield door het ongeluk van Greg. Toen ik daar aankwam, twijfelde ik. Was ik hier wel sterk genoeg voor? Zou ik mezelf niet gewoon voor schut zetten? Uiteindelijk besloot ik toch aan te bellen. Een vriendelijk gezicht kwam van achter de deur tevoorschijn. Ik stelde me voor als Gwen Abbot. Ik vroeg of ik Milena kon spreken. Ik wist natuurlijk wel dat zij gestorven was, samen met mijn man, in één auto, maar dat zei ik niet. Frances legde me het hele verhaal uit. Maar zij wist net zoveel als ik. Eenmaal binnen zag ik wat een troep Milena had achtergelaten en waarom er een bedrukte uitdrukking op Frances haar gezicht af te lezen was toen ze de deur opende. Ik zag mijn kans om me te verdiepen in Milena's leven en te weten te komen vanwaar zij Greg kende om zo zijn onschuld te bewijzen tegenover de hele wereld die geloofde dat hij me bedroog met die Milena. Dus ik bood mij aan om een beetje te helpen ordenen in de stapels papieren die daar allemaal door elkaar lagen. Frances was doodgelukkig. Ze zag me als de reddende engel rechtstreeks vanuit de hemel neergedaald om haar te helpen. Maar eigenlijk bedroog ik haar, en dat voelde niet goed. Ik noteerde alles wat ik vond in mijn noteblock. Haar afspraken, met wie, waar, wanneer. Alles. Zo kon ik thuis een schema maken met alles wat Milena de voorbije weken gedaan heeft. Net zoals ik bij Greg gedaan had. Als ik die twee dan vergelijk, kan ik misschien zien dat ze nooit bij elkaar kunnen geweest zijn. Omdat ze er doodgewoon geen tijd voor hadden, allebei niet. Eenmaal thuis begon in direct aan Milena's schema. Wanneer deze ook af was, kon in eindelijk besluiten dat Milena en Greg in de voorbije 4 weken elkaar maximum 1 keer konden gezien hebben, en dat maar één uur lang. Volgens mij is dat niet genoeg om een geheime relatie te hebben. Plots bedacht ik wat Greg zou gezegd hebben moest hij me hier bezig gezien hebben. Hij zou gezegd hebben dat ik obsessief was. Ik was dat ook. Héél obsessief.
Maar er was niets aan te doen, ik moest het gewoon weten!
Mijn naam is Eleanor, maar iedereen noemt me Ellie. Ik woonde tot voor kort samen met mijn man, Greg Manning, in een klein maar mooi huisje. Kinderen hadden we nog niet, niet dat we dat niet wilden. We hadden vele vrienden waarop we konden rekenen. Gwen Abbot, mijn beste vriendin, is er altijd voor mij. Zij loopt altijd goedgelachs rond, is altijd wel met iets bezig. Zij is het zonnetje in huis. Marry en Fergus verwachten binnenkort een kindje. Zij staan ook altijd klaar om te helpen.
Een gewone dag, Greg was op kantoor en zou vroeger naar huis komen zodat we samen konden zijn. Maar er was weer iets tussengekomen. Ik stond thuis, alleen, in de keuken, naar mijn risotto te kijken die juist gaar was. Er belde iemand aan de deur. Greg kon het niet zijn, die heeft altijd zijn sleutel bij. Iemand van de vrienden ook niet want zij wisten dat we niet gestoord wouden worden, het was immers onze avond. Het waren twee politieagenten. Wat had ik verkeerd gedaan? Ik snapte er niets van. Beiden hadden ze een bedrukte uitdrukking op hun gezicht. Ze stelden zich voor, één van hen heette agent Darby. Zij sprak me direct aan: 'Bent u Mevrouw Eleanor Manning?' 'Ja,' antwoordde ik, nog steeds niet snappend wat er gebeurde. 'Misschien wilt u even gaan zitten. Dan kunnen we u uitleggen wat er gebeurd is en waarom we hier zijn.' Ik zette me volgerig neer op de bank. Het draaide allemaal een beetje in mijn hoofd. 'Wij komen u meedelen dat uw man, Gregorie Manning, omgekomen is in een auto-ongeluk.' 'Nee! Dat kan niet! Greg komt zo thuis, ik heb risotto klaargemaakt,' stotterde ik. 'Greg heeft beloofd dat hij thuis zou komen.' Toen werd het stil, zowel in de woonkamer als in mijn hoofd. Plots zei agent Darby: 'Uw man zat niet alleen in de auto. Er was een vrouw bij hem. Haar naam is Milena Livingstone. Kent u haar?' Mijn keel was te droog om iets te zeggen dus knikte ik maar van nee. 'Kunnen we misschien wat water voor u halen?' vroeg de andere agent, ik was al vergeten dat hij er ook was. Ik dronk het glas met kleine slokjes leeg. 'Kunnen we misschien nog iets doen voor u, Mevrouw Manning?' 'Neen.' 'Zal het lukken? Moeten we misschien iemand opbellen die hier bij u kan zijn?' 'Neen.'
Ik liet hen de deur uit en keerde toen terug naar de woonkamer. De risotto was al helemaal verbrand, de hele keuken stonk ernaar. Ik zette de pot in het water en zette me op de bank in de woonkamer. Hier zat ik dan, alleen.
Toen ik weer eens een dag terugkwam van bij Party Animals, ging de telefoon, ik wou niet opnemen. Ze moesten maar een boodschap inspreken. Dat gebeurde niet, er werd alleen teruggebeld. En weer, en weer. Het leek wel op een spelletje, wie er eerst zou opgeven. En weer was ik het die opgaf. Het was Fergus: 'Ik wist wel dat je thuis was.' Hij nodigde me uit om te komen eten. Jemma had kip klaargemaakt, de open haard stond aan, ik moest alleen tot daar geraken en mijn voeten onder tafel schuiven. Eerst wou ik niet. Ik was te moe, maar omdat Fergus zodanig aandrong, gaf ik toch uiteindelijk toe, trok mijn jas aan en liep naar buiten. Eenmaal daar, klaagde ik dat de mensen niet meer met me spraken. Over doodgewone dingen. Zelf Jemma en Fergus spraken niet tegen me over het kleine wezentje in Jemma's buik. Fergus pikte direct op de zaak in en zei: 'In dat geval, willen we je iets vragen' 'Ja.' 'Wil jij peettante zijn?' 'Peettante?' 'Ja.' 'Natuurlijk wil ik peettante zijn! Dolgraag zelfs!' Ik huilde, ik hield mijn glas op om me te laten bijschenken. 'Daar drinken we op, op de kleine Dinges.' 'Op de kleine Dinges.' echoden ze me na. Een paar dagen, misschien was het zelfs weken, later was ik mijn leven weer op orde aan het brengen. Ik had al vaker gezegd dat te doen, maar nu was het er eindelijk ook van gekomen. Ik moest vooruit. Mijn leven opruimen was nu wel iets te groot gezien, dus begon ik maar met het opruimen met de letterlijke rommel om me heen. Elke ochtend startte ik om 6u. Buiten was het nog donker. Allerlei spullen van Greg en van mij, die ik niet meer nodig had, gooide ik in de plastic zak. Spullen waar ik waarde aan hechtte en waarvan ik besefte dat ze eigenlijk toch niets betekenden, verdwenen ook in die zwarte zak. Ook de klusjes die zich gedurende de periode van mijn zoektocht in Milena's leven hebben opgestapeld deed ik. Ik liet een monteur komen, zelf verving ik mijn gebroken raam, mijn keukenkastdeurtje, ik verfde de keuken en mijn eigen slaapkamer, ik kocht nieuwe matjes... Ik wou een mooi, glad, nieuw begin maken. Ik sprak opnieuw af met Daniel en Gwen. Ook ben ik op een koopavond een pakje gaan halen voor mijn toekomstig petekindje. Ik keek niet naar het nieuws, las geen krant, zodat ik niets hoefde te horen over het voorval van Frances. Op een zekere donderdagochtend, juist voordat ik in de schuur wou gaan werken om mijn gedachten weer even helemaal vrij te maken, ging de telefoon over. Ik negeerde hem, maar omdat er juist daarna ook op mijn gsm gebeld werd, keek ik toch naar het schermpje: Fergus. 'Hallo? Fergus?' Ik hoorde veel gebrabbel en snel gepraat en kon er nog net uit opmaken dat ik peettante was geworden. Een week later, op de babyborrel kreeg ik dat schattige nieuwe wezentje in mijn armen. Het leek net alsof zij het kleine lichtje is mijn donkere leven was. Zij is het nieuwe leven tussen al die doden.