Vertrouwens is iets geks. Wel of niet vertrouwen, de hoeveelheid vertrouwen die we investeren, wie vertrouwen,... En wat zijn de criteria waaraan moet worden voldaan om vertrouwen te winnen, te verdienen? Als er al criteria voor bestaan, dan zijn deze mij niet helemaal duidelijk. Meer onbewust dan bewust vertrouwen we al dan niet mensen, en, meer bewust dan, weten we wanneer we ons bedrogen mogen voelen. Zouden daar dan ook criteria voor bestaan, voor wanneer en in welke mate je je beetgenomen mag voelen? Elke keer wanneer ik denk "verdorie, ik wist dat ik die of die om die en die reden niet had mogen vertrouwen" probeer ik na te gaan wat er gebeurt is, welke signalen zijn verzonden geweest, of ik signalen goed geleden heb en of ik daar "correct" op heb gereageerd... Wanneer heb je het recht je "bedrogen" te voelen? Als je bijvoorbeeld, iemand hebt leren kennen waar je mee kunt praten tot een stuk in de nacht, die je interessant vindt en die jou interessant vindt, in die mate dat je hem na verloop van tijd als (bijna-) vriend beschouwd, mag je je dan bedrogen voelen als je hem niet ziet op onafgesproken, toch vanzelfsprekende ontmoetingsmomenten? Of is dat dan weer een reactie die te hevig gebaseerd is op vrouwelijke, al dan niet emotionele, impulsen (hormonen, visie, emoties, verwachtingen na gebruik van verstand, dat soort dingen) op een situatie die eigenlijk helemaal niets zeggen wil en compleet onbelangrijk is...?
Je kent ze wel, films waarin filmmakers proberen te tonen hoe het er in de "jaren stillekes" uitzag. Met knappe outfits, prachtige droomlandschappen en mooie mensen. Ik ben alvast fan. Toch, na de film die we gisteren hebben gezien (The Duchess), zat ik met een dubbel gevoel over dit soort films. Steeds opnieuw zijn deze verhalen zeer triestige liefdesverhalen met daarbij nog eens een zware klemtoon op de onderdanigheid van vrouwen en vooral op de naïviteit die ze niet weten te verbergen. Tegelijkertijd zegt een stemmetje in mijn hoofd dan; "Awoeh!Boeh!" en "Hoera!Jippiejajee!". Opmerkelijk is dat deze beide thema's volledig niet meer aanwezig zijn in ons dagelijkse leven; noch de hartverscheurende liefdesscenes, noch die naïviteit en onderwerping aan de man. Liefde op het eerste gezicht dat blijvend is, voor eeuwig en altijd, met heel het hart, zonder twijfels, kom je nu nog zelden tegen. Naïviteit in haar puurste vorm, doen wat er gezegd wordt, geloven dat anderen het beste met je voor hebben, geloven dat het niet lukt in je eentje (niet in deze maatschappij) is verdwenen. Nu gelooft niemand meer, iedereen staat enorm sceptisch tegenover alles en iedereen. Al bij de opvoeding wordt ons geleerd niemand te vertrouwen, zeker geen mannen met zoetigheden (met uitzondering op Sinterklaas dan, die geeft aan iedereen die braaf is geweest, bijna onvoorwaardelijk). Je mag ook nooit té vriendelijk zijn, dat geeft anderen een verkeerde indruk. Wees ook altijd beleefd, maar val zeker geen mensen lastig! Wie bepaald nu eigenlijk wat we willen doen en zeggen? Zijn wij zelf dat nog steeds of zijn we enkel nog volledig onderdanig aan maatschappelijk aanvaardde handelingen en gedachten? We mogen wel denken wat we willen, maar twijfelen of onze oordelen wel correct zijn. We mogen en kunnen maar twijfelen en zijn onzeker, dus wachten we af en gebeurt er al helemaal niets meer. Kiezen is nog nooit zo moeilijk geweest, toch nu belangrijker dan ooit tevoren; Wie wordt nu premier...?