Pure verhaalt over
een talentvolle, Normandische ingenieur,
Jean-Baptiste Baratte die in opdracht van de koning naar Parijs komt om een eeuwenoude begraafplaats, Cimetière des Saints-Innocents, te verdelgen. Op het kerkhof en in de
omgeving hiervan hangt een verschrikkelijke geur, die zelfs in het eten en in
de adem van de plaatselijke dorpsbevolking te ruiken valt.De zelfzekere Jean- Baptiste, die overigens een
kind van zijn tijd is, een kind van de verlichting, en zijn steentje hoopt bij
te dragen aan de geschiedenis door het vervullen van deze opdracht, krijgt al
vlug twijfels. Hij begint zich af te vragen of de vernietiging van het kerkhof
ook niet zijn eigen ondergang zal betekenen Wat mij aansprak in het boek is de uitzonderlijke sfeer die Andrew Miller weet op te roepen. Tijdens het lezen waan je je als het ware daadwerkelijk in het Parijs van eind achttiende eeuw. Miller weet de beschrijving van de begraafplaats, het omliggende dorp, de smalle straatjes en pleintjes die toegang bieden tot rokerige cafés, het pension waar Baratte veblijft ... erg zorgvuldig en treffend weer te geven zonder dat men een overvloed aan details te verwerken krijgt en nog belangrijker in dit opzicht, zonder dat hij de ruimte voor verbeelding verloren laat gaan.
Bovendien hanteert Miller een schrijfstijl die leest als een trein. De leesbaarheid doet echter geen teniet aan de kwaltiteit van Miller's proza. De ene mooie zin volgt de andere op. Sommige zinnen doen zelfs enorm poëtisch aan bv. "Stil als geesten gaan ze hun eigen tent binnen. Omhuld door regenwolken schuift de nacht zachtjes over hen heen. De begraafplaats komt tot rust." (p 144) Dergelijke dichterlijke verwoordingen zijn in Miller's werk legio, een gegeven dat - in mijn ogen - een meerwaarde is en hem enigszins onderscheid als schrijver van talrijke andere individuen die zich vandaag de dag graag profileren als succesvol schrijver.
Als onderhoudende, historische roman valt, naar mijn mening op Pure bijzonder weinig aan te merken. Een aanrader, zeker en vast.