Elekticiteit Elektriciteit was de eerste workshop die ik deed. We kregen een box voor ons en daar zaten allemaal gaatjes in. Er zat een motor op, een batterij, een zoemer en 2 lampen. Daarnaast stond nog een bak met een paar draadjes. we moesten allemaal daraadjes verbinden van het ene gaatje naar het andere. Zo kregen we een geluid te horen of zagen we een lampje branden. Dan moesten we een paar draaden veranderen van plaats, daardoor lukte het soms niet meer.
Wiskunde Wiskunde ging over machten. De oefeningen waren te begrijpen, voor de breinbrekers op het einde moest je toch wel even nadenken.
We deden een lampje branden door allemaal kabels te verbinden. Zo krijgen we een brandend lampje of een geluid. Wat we deden was ook een lampje op halve kracht te laten branden. We deden dat door ook een geluid te laten gaan.
Een dromenvanger (< Engels dream catcher) is een traditioneel object, oorspronkelijk afkomstig van de Ojibweg (Anishinaabeg), een indianenvolk uit Noord-Amerika. Vanwege de spirituele of esoterische associaties is dit voorwerp eind 20e eeuw ook in gebruik geraakt onder aanhangers van New Age-gedachtengoed.
Een dromenvanger bestaat uit een ring (meestal van wilgenhout) met daarin een web. Vaak zitten er kraaltjes of steentjes in het web en hangen er veren onder de ring.
De Ojibweg geloven dat het zelf maken en ophangen van een dromenvanger boven het bed nare dromen weert. Eeuwenlang al maken ouders dromenvangers om boven het bedje of draagwieg van hun kinderen te hangen. Men gaat er vanuit dat de hemel doorweekt is met dromen, goede dromen, maar ook slechte dromen. Tijdens de nacht worden de slechte dromen gevangen in het web en volgens de overlevering glijden ze er dan in de morgen af en drogen ze op in de ochtendzon. Goede dromen kunnen ongehinderd hun doorgang in het centrum van de dromenvanger vinden en treden daarmee het leven binnen van de dromer.
De kleur van de dromenvanger vertegenwoordigt een van de 4 elementen:
Voor zover bekend hebben alle culturen in alle tijden muziek gekend, maar omdat deze kunst op verschillende plaatsen en in verschillende tijden steeds weer anders beoefend (en ervaren) werd en wordt, is er geen eensgezindheid omtrent de definitie van muziek: wanneer is iets muziek en wanneer niet? Het uiteindelijke antwoord op deze kernvraag verschilt bij de diverse muziektheoretici en filosofen. Dit verklaart wel de grote verscheidenheid aan muziekstijlen door de tijden heen, in diverse (sub)culturen.
Het is echter wel een onomstreden feit, dat het bij muziek altijd om het hoorbare (of het ontbreken daarvan) gaat, in tegenstelling tot het zichtbare in de beeldende kunsten. Muziek is een tijdskunst, met hoorbare (geluiden, klanken, tonen) of onhoorbare (stiltes, pauzes) elementen in opeenvolging of tegelijkertijd. Daarnaast worden geluiden alleen tot muziek gerekend als iemand de bedoeling heeft muziek te maken. Muziek kan dus niet 'per ongeluk' worden gemaakt. Daarmee is muziek nauw verwant aan poëzie, waarbij de beide elementen van zichtbaar en hoorbaar verenigd worden, hetgeen bij geschreven muziek eveneens het geval is. Een ander woord voor muziek (als creatie) is toonkunst.
Voor zover bekend hebben alle culturen in alle tijden muziek gekend, maar omdat deze kunst op verschillende plaatsen en in verschillende tijden steeds weer anders beoefend (en ervaren) werd en wordt, is er geen eensgezindheid omtrent de definitie van muziek: wanneer is iets muziek en wanneer niet? Het uiteindelijke antwoord op deze kernvraag verschilt bij de diverse muziektheoretici en filosofen. Dit verklaart wel de grote verscheidenheid aan muziekstijlen door de tijden heen, in diverse (sub)culturen.
Het is echter wel een onomstreden feit, dat het bij muziek altijd om het hoorbare (of het ontbreken daarvan) gaat, in tegenstelling tot het zichtbare in de beeldende kunsten. Muziek is een tijdskunst, met hoorbare (geluiden, klanken, tonen) of onhoorbare (stiltes, pauzes) elementen in opeenvolging of tegelijkertijd. Daarnaast worden geluiden alleen tot muziek gerekend als iemand de bedoeling heeft muziek te maken. Muziek kan dus niet 'per ongeluk' worden gemaakt. Daarmee is muziek nauw verwant aan poëzie, waarbij de beide elementen van zichtbaar en hoorbaar verenigd worden, hetgeen bij geschreven muziek eveneens het geval is. Een ander woord voor muziek (als creatie) is toonkunst.
Dromenvangers vervullen veel functies. Ze geleiden goede dromen, houden kwade dromen tegen, zijn leuk om je huis mee te versieren en kunnen je helpen bij creatieve genezing. Hieronder vind je een uitleg over hoe je jouw eigen dromenvanger kunt maken, met daarna op de pagina 'dromenvanger tips' een stuk over diverse manieren van gebruik en versiering. Leer hoe je jouw eigen persoonlijke dromenvanger kunt maken en hier op een creatieve manier gebruik van maakt. Dromenvangers zijn ook erg leuk om als geschenk te geven!
Benodigdheden: - draad (bijvoorbeeld katoen of wol) - een ronde basisvorm in het formaat waarin je de dromenvanger wilt krijgen
Voor de ronde basisvorm kun je naar een hobbywinkel gaan. Daar verkopen ze vaak wel ronde ringen (in hout of in metaal). Als je jouw dromenvanger helemaal puur natuur wilt maken, kun je ook op zoek gaan naar een buigzame tak en hier je basisvorm van maken. (de dromenvanger wordt dan alleen minder mooi rond)
Je begint met de basisvorm. Het is de bedoeling dat je de hele basisvorm omwikkelt met draad, zodat de originele basisvorm niet meer te zien is.
Als dat af is begin je met het eigenlijke weven van de dromenvanger. Afhankelijk van de grootte van je basisvorm, schat je in hoeveel draad je hiervoor nodig hebt. Als je het goed doet, kun je het hele weefproces af met 1 draad. Dit is vaak mooier, omdat je dan geen knopen in je dromenvanger krijgt. Je kunt echter ook, als je dat makkelijker of mooier vind, elke laag met een nieuwe draad beginnen.
In de volgende illustraties is het begin van het weefproces zo duidelijk mogelijk afgebeeld.
In stap 2 staat de eerste knoop afgebeeld. Als je op deze manier begint kun je voorkomen dat er knopen in je dromenvanger komen. Wanneer je elke laag met een nieuwe draad begint, is het niet nodig om de afgebeelde knoop als begin te maken. Vanaf de eerste knoop (of lus) ga je verder met het leggen van lussen (hoeveel lussen je per laag wilt hebben bepaal je zelf) Zorg dat je bij elke nieuwe lus die je maakt de draad strak trekt, zodat er geen grote gaten in je dromenvanger vallen. Je kunt ook knopen leggen in plaats van lussen maken, wat je zelf het mooist vind.
Op onderstaande illustratie zie je de eerste laag afgerond. De twee draadeinden onderaan draai je om elkaar heen en hiermee begin je aan de tweede laag. (wanneer je elke laag met een nieuwe draad begint knoop je daar de einden aan elkaar vast) De tweede laag gaat precies als de eerste laag, alleen leg je nu je lussen niet om de basisvorm, maar om de draden van de eerste laag.
Na de tweede laag begin je aan de derde laag, die weer op dezelfde manier gaat. Het aantal lagen verschilt per dromenvanger en is afhankelijk van de grootte van de basisvorm. Je werkt gewoon door tot het midden (of tot zover je het mooi vind).
Op de rechter illustratie zie je hoe het eindresultaat er ongeveer uit komt te zien. Veel succes en vooral veel plezier! Op de volgende pagina vind je tips en suggesties om van je dromenvanger iets leuks te maken!
Een professionele verzorgende (niet te verwarren met een verpleegkundige) werkt voornamelijk in bejaardentehuizen, kindercrèches en thuiszorgdiensten, maar ook in gehandicaptentehuizen of psychiatrische instellingen. De zorgverlener heeft vooral de taak zich bezig te houden met de dagelijkse verzorging van de zorgvrager(s) en niet met het verzorgen van wonden en geven van injecties en/of medicatie, hetgeen de taken zijn van een verpleegkundige en/of huisarts. En in de thuiszorg komen er ook meer huishoudelijke taken bij kijken. Bij bevallingen kent men de kraamhulp.
Verzorging is sinds de invoering van de basisvorming op alle middelbare scholen in Nederland ook een verplicht schoolvak, waarin bredere onderwerpen aan de orde komen dan de hier genoemde aspecten van verzorging.
LO door diego de roo Jonas Stroobandt, Tom Lauwaerts
Lichamelijke opvoeding is de naam voor bewegingsonderwijs op het Voortgezet onderwijs (Nl) of secundair onderwijs (Vl). In de volksmond kent men dit vak als turnen, gymnastiek of gewoon gym. Ook in het basisonderwijs staat het standaard op het programma.
Tot ongeveer 1980 werd gymnastiek meestal aan jongens en meisjes apart gegeven (behalve op kleuterscholen). Tegenwoordig is het meestal gemengd. Over het algemeen is men van mening dat voor het laatste aparte kleedkamers beschikbaar moeten zijn.
Op de meeste scholen wordt het vak Lichamelijke opvoeding gebruikt om fysieke inspanning aan te moedigen door middel van het uitoefenen van verschillende sporten. Het vergroot de conditie en gezondheid van de leerling en het verbetert team-opbouw, samenwerking, sportiviteit en eerlijk spel. Sporten die worden beoefend zijn o.a.: gymnastiek, voetbal, trefbal, softbal, basketbal, volleybal, atletiek, hockey en turnen. De kerndoelen binnen lichamelijke opvoeding zijn geschreven voor de volgende domeinen:
Hout van verschillende boomsoorten heeft verschillende eigenschappen. Dikwijls wordt er een grove indeling gemaakt van de houtsoort in loofhout (ook wel hardhout) en naaldhout (ook wel zachthout). Naaldhoutsoorten, bijvoorbeeld vurenhout en grenenhout, zijn vaak vrij zacht, terwijl sommige loofhoutsoorten bijvoorbeeld eikenhout veel zwaarder en harder zijn. Als een houtsoort hard is, hoeft zij niet moeilijk te bewerken te zijn: zo is mahoniehout een mooi rode houtsoort, behoorlijk hard maar zeer makkelijk te bewerken en uitstekend geschikt voor kostbare meubelen. Anderzijds is balsahout (een loofhoutsoort) zeer licht en zacht, wat het nuttig maakt voor toepassingen zoals voor modelbouw bij modelvliegtuigen.
Bovendien heeft hout van verschillende soorten:
verschillende kleur en tekening,
verschillende volumieke massa (in de praktijk wordt hout niet gemeten in soortelijk gewicht maar in volumieke massa)
verschillende splijteigenschappen en
verschillend gedrag bij wisselende vochtigheid,
verschillende sterkte,
verschillende gevoeligheid voor klimaateigenschappen en