Inhoud blog
  • De verzorging van klauwen en hoeven
  • aanschaffen van een paard
  • Wat ziet een paard?
  • ~~*Dressuuroefeningen*~~
  • lijst deel 2
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    dierenmagazine

    07-11-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verzorging van klauwen en hoeven

    De verzorging van klauwen en hoeven

    De wereld van de hoefdieren wordt verdeeld in even- en onevenhoevigen. De evenhoevigen hebben aan iedere poot twee tenen die ieder een sterk uitgegroeide nagel hebben, die ook wel de klauw wordt genoemd. Tot deze groep behoren de koeien, schapen, geiten en vele wilde herkauwers zoals herten, impala's en hartebeesten. De onevenhoevigen daarentegen hebben door de eeuwen heen aan iedere poot slechts één teen overgehouden waaraan de nagel, de hoef genoemd, sterk ontwikkeld is. Tot deze groep behoren de paarden, ezels en zebra's. De hoeven en de klauwen van de dieren die door de mensen worden gehouden (paarden, koeien, geiten, ezels en schapen) en van de dieren die in de dierentuin worden gehouden, moeten regelmatig gecontroleerd worden. Er kunnen in die klauw of hoef namelijk allerlei afwijkingen ontstaan doordat het hoorn niet goed groeit of niet voldoende slijt. Bij de drie genoemde groepen dieren gaat het daarbij steeds om andere facetten van de verzorging van klauwen of hoeven.

    Paarden en ezels

    De verzorging van de hoef door de eigenaar moet gericht zijn op het zo schoon mogelijk houden van de zogenaamde straal van de hoef. Deze kan namelijk bij een slechte verzorging gaan ontsteken. Daarnaast dient door de hoefsmid regelmatig het overtollige hoorn weggesneden te worden zodat het zogenaamde hoefmechanisme van de hoef niet belemmerd wordt. Door een goed hoefmechanisme treedt een goed schokbrekend effect op tijdens de bewegingen en wordt de bloedafvoer uit de hoornschoen bevorderd. Het is de taak van een hoefsmid om zoveel overtollig hoorn weg te snijden dat de hoef weer een goede vorm krijgt en het hoefmechanisme goed blijft werken. Gebeurt dat niet, dan kunnen allerlei aandoeningen ontstaan zoals draagrandscheuren, kroonrandscheuren, een gekneusde hoefzool of veranderingen van de stand van het been waardoor in het ergste geval kreupelheid kan ontstaan. Het hoorn van de hoef is soms erg hard en dan moet de smid erg hard slaan om het overtollige hoorn weg te nemen.

    Gehouden evenhoevigen (met name koeien)

    Bij deze dieren zijn er twee hoornschoenen onder iedere poot aanwezig. Het probleem daarbij is dat deze in een aantal gevallen niet even snel hoorn vormen of even snel afslijten. Het is vooral de buitenklauw van de achterpoten die in veel gevallen te snel groeit of te weinig slijt. Het gevolg daarvan is dat deze buitenklauw op een gegeven ogenblik het gehele gewicht moet dragen en de binnenklauw er maar een beetje bij hangt. Het gevolg is dat er kneuzingen in het levende weefsel onder de hoornschoen kunnen ontstaan waardoor die kunnen gaan ontsteken. Er kan dan een zoolzweer ontstaan waardoor de koe kreupel wordt. Om dit te voorkomen moet regelmatig (eens per 4 tot 6 weken) bij alle of een aantal koeien (hangt af van het ras en de wijze van huisvesting) het overtollige hoorn van de buitenklauw verwijderd worden.
    Is er al sprake van een zoolzweer dan kan er onder de binnenklauw (die meestal heel sterk is omdat die al enige tijd geen gewicht gedragen heeft) een klauwblokje geslagen, gelijmd of gebonden worden zodat de buitenklauw kan worden ontzien.

    07-11-2006 om 21:12 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (7 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.aanschaffen van een paard
    aanschaffen van een paard

    Het is de wens van veel paardenmensen, een eigen paard. Maar kunt u een paard de verzorging bieden, die nodig is. In het artikel ¨Het aanschaffen van huisdieren¨ heeft u al kunnen lezen en beoordelen wat nodig is om een huisdier verantwoord te houden. In dit artikel richt zich op de aanschaf en verzorging van paarden.

    Waarom wilt u een paard?

    Een paard is een dier dat niet in huis wordt gehouden. Een paard staat op een stal of in een weide bij u aan huis, in de buurt of bij een manege. Een paard of pony vereist veel verzorging en aandacht. Voordat u in alle haast een paard koopt, is het verstandig om u af te vragen waarom u een eigen paard wilt. Bent u een ervaren ruiter en heeft u voldoende tijd en geld om het paard te onderhouden? Of bent u iemand die af en toe eens een bosritje maakt, maar niet de behoefte heeft om veel tijd vrij te maken voor de verzorging? In dit laatste geval bent u beslist niet geschikt om zelf een paard aan te schaffen.

    Wat voor soort of ras?

    Het soort of ras paard u neemt, hangt af van uw wensen en mogelijkheden. Heeft u een weitje achter uw huis en vindt u het leuk om daar wat dieren in te laten lopen, dan is het verstandiger een klein paard te nemen, dat makkelijk is om te verzorgen. Opties zijn dan een Shetlander of een A-pony van een makkelijk te verzorgen ras. Koopt u een pony voor uw kinderen houdt er dan rekening mee, dat uw kinderen groot worden en een pony klein blijft.. Maar een te groot paard is voor kinderen ook niet geschrikt, omdat ze deze niet goed kunnen verzorgen. Bij een recreatiepaard is het beter geen sportpaard aan te schaffen maar een ¨huis-, tuin- en keukenpaard¨ naar keuze. Wilt u met uw paard sport beoefenen, dan is keuze voor een paard met aanleg voor springen of dressuur noodzakelijk. Kies altijd een paardenras of soort dat qua karakter, uiterlijk, verzorging en doel, bij u past.

    Huisvesting

    Paarden zijn kuddedieren die vluchten bij gevaar. In het wild is een paard bijna de gehele dag bezig met het zoeken van voedsel en eten. Om deze reden is het dan ook het beste om een paard het grootste deel van het jaar in een weide te laten lopen. Het paard heeft dan veel bewegingsvrijheid, waardoor u het minder intensief kunt berijden. Paarden die dagelijks worden bereden, hebben een kleinere wei nodig dan paarden die minder werk verrichten. Maar alleen een wei is niet genoeg. Een paard moet zich kunnen beschermen tegen slechte weersomstandigheden en heeft dus ook altijd een goed geïsoleerde stal nodig. Een aantal voorwaarden waaraan een goede wei voldoet:

    • De weide moet groot genoeg zijn, zodat het paard voldoende voedsel kan opnemen. Enkel gras is niet voldoende voor een paard of pony, dus is altijd bijvoederen nodig.

    • In de winter is extra bijvoederen noodzakelijk.

    • Er is beschutting van bomen of een afdak nodig voor bescherming tegen slechte weersomstandigheden.

    • Er moet altijd vers en schoon drinkwater aanwezig zijn.

    • De omheining is veilig, zodat het paard zich niet verwondt. Het paard mag ook niet ontsnappen, dus de omheining moet stevig en hoog genoeg zijn.

    • Er moeten naast verschillende soorten grassen ook klaver en andere planten groeien.

    Is het niet mogelijk een paard te weiden, dan voelt een paard zich in een box ook goed op zijn gemak. Tenminste als die box voldoende groot is en voldoet aan de behoeften van de viervoeter. Een box voor een paard is minstens 3 meter bij 3 meter, waardoor het paard gemakkelijk kan liggen en bewegen. Voor een pony mogen deze afmetingen kleiner. De wanden van een box moeten tussen de 1.30 en 1.50 meter hoog zijn. Het paard moet over deze wanden heen kunnen kijken om contact te kunnen hebben met andere paarden. Zorg ervoor dat er voldoende licht in de box is, aangezien paarden niet graag in het donker staan.

    Paarden zijn kuddedieren en staan niet graag alleen. Een paard of pony heeft graag minimaal één kameraadje om naast te staan. Een Shetlander is daarvoor zeer geschikt. Is het niet mogelijk om een tweede paard aan te schaffen, zou deze kameraad ook een ezel, geitjes of schapen kunnen zijn.

    Het voer

    Alleen gras is voor paarden niet voldoende, paarden moet men altijd bijvoeren. Een paard dat altijd in de wei staat, krijgt dus altijd hooi en een beetje krachtvoer bijgevoerd. Hooi zorgt voor een goede darmactiviteit en krachtvoer is noodzakelijk voor de energie die een paard nodig heeft voor beweging en gezondheid. Een paard dat bereden wordt,heeft naast het onderhoudsvoer meer krachtvoer nodig om voldoende te kunnen presteren. Wordt met het paard gesport en is sprake van intensief berijden, dan is een voerschema belangrijk. Er zijn heel veel verschillende soorten voer. Op de verpakking staat voor welk paard het voer geschikt is en hoeveel elke gewichtsklasse nodig heeft.

    Verzorging

    Een paard heeft dagelijks verzorging nodig. Iedere dag moet het paard gepoetst en gevoerd worden. Omdat er verschil is in de manier van verzorgen voor een paard dat op stal wordt gehouden en een paard dat in een wei staat geven we voor beiden een aparte opsomming.

    Paard op stal

    Een paard dat de hele dag op stal staat wordt minimaal 3 keer per dag gevoerd, 's ochtends, 's middags en 's avonds. Staat uw paard in een pensionstal dan wordt het door het stalpersoneel gevoerd. Voert u uw paard zelf houdt dan rekening met minimaal 3 keer per dag een rit naar uw paard. Het paard moet ook dagelijks gepoetst worden. Paarden die binnen staan, moeten de mogelijkheid hebben te bewegen en hun energie kwijt raken. Deze paarden moeten iedere dag bereden of gelongeerd worden. Is hiervoor geen tijd dan laat u het paard minimaal een uur los in een bak of wei. Iedere dag dient het mest uit de stal verwijderd te worden en het strooisel opgeschud. Hier geldt ook weer dat dit in veel gevallen door het stalpersoneel wordt gedaan.

    Paard in weide

    Paarden in de wei krijgen minimaal 2 keer per dag bijvoeding, meestal 's ochtends en 's avonds. Paarden die het gehele jaar in de wei staan, worden in de winter extra bijgevoerd om goed tegen de kou te kunnen. De hoeveelheid die moet wordt bijgevoerd is sterk afhankelijk van de kwaliteit van de wei en het gras. Weipaarden worden in het zomerseizoen ook dagelijks gepoetst. In de winter poetst u uw paard maar een paar keer per week met een harde borstel en u verwijdert alleen het ergste vuil en mestvlekken. Paarden die buiten lopen, hebben een dikke vacht met veel lucht en vet tussen de haren, dit is om de paarden te beschermen tegen regen en kou. Bij teveel poetsen poetst u het vet tussen haren uit en poetst u de haren plat, waardoor de paarden kan onderkoelen. Verder verwijdert u de mest uit de wei en controleert u of de afrastering niet kapot is of te scherp, zodat het paard niet kan ontsnappen of zich verwond. De meeste paarden die in de wei staan, zorgen zelf voor voldoende beweging, toch is het belangrijk dat u het paard een paard keer per week longeert of berijdt.

    Tijdsbesteding

    Als u geheel zelf voor het paard moet zorgen en geen hulp krijgt van stalpersoneel of verzorgers moet u rekenen op 3   4 uur per dag. Wilt u met uw paard wedstrijden rijden, betekent dat nog intensiever bezig zijn met uw paard, hetgeen waardoor u veel tijd vergt.

    Kosten

    De aanschafkosten voor een pony of paard zijn afhankelijk van uw wensen. Een raspony met papieren is duurder, dan een zonder papieren. Ook de prijzen verschillen sterk per ras. De gemiddelde prijs voor een huispony ligt gemiddeld tussen de euro 300 en 2000. Een wedstrijdpony kan wel meer dan 20 000 euro kosten. De prijzen voor paarden liggen gemiddeld tussen de euro 700 en 5000. Ook hier geldt dat wedstrijdpaarden veel duurder zijn. Naast de aanschafkosten komen dan nog de onderhoudskosten.

    Het paard stallen in een pensionstal inclusief voer kost gemiddeld tussen de euro 150 en 300 per maand. Dit is alleen voor stalling en voor het weiden komt daar gemiddeld nog zo'n 100 Euro bij komen. Een paard moet 4 keer per jaar een wormkuur krijgen, die ongeveer 10-20 Euro per stuk kost. De hoefsmid kost voor enkel kappen ongeveer 50 Euro. Verdere kosten zijn de dierenarts en het tuig en de noodzakelijke verzorgingsproducten voor uw paard.

    Vakantie

    Zorg ruim voordat u op vakantie gaat voor een goede verzorger, die de verzorging van uw paard op zich neemt. Want ook al gaat u op vakantie uw paard moet verzorgt en bereden worden. Introduceer deze verzorger enkele weken van voor uw vakantie gaat al met het paard, zodat deze het paard leert kennen en niet voor verrassingen staat als hij enkele weken alleen voor het paard moet zorgen. Misschien heeft u wel een vaste verzorger, die de verzorging alleen op zich kan nemen.

    Een tweede mogelijk is op vakantie gaan met uw paard. Binnen Europa zijn verschillende organisaties die paardenvakanties organiseren voor mensen met een eigen paard en voor mensen zonder eigen paard. Bedenk wel dat als u naar het buitenland gaat, dat er goed vervoer is geregeld. De reis moet voor het paard niet te zwaar zijn, zodat het zo min mogelijk stress oplevert. In sommige landen gelden ook andere regels dan in Nederland. Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van deze regels. Ook kan het zijn dat uw paard extra entingen nodig heeft.

    Tot slot

    Koop nooit een paard als u niet genoeg ervaring, tijd, ruimte en geld heeft om het paard goed te verzorgen. Ook als u jaren rijervaring op een manege heeft, is het onderhouden van een eigen paard iets om goed over na te denken. Laat u van tevoren goed inlichten over huisvesting en voer. Controleer voor u een paard koopt of het gezond is. Laat de dierenarts het onderzoeken, dat voorkomt een teleurstelling en een paard met niet meteen zichtbare gebreken.

     

    07-11-2006 om 21:11 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (17 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat ziet een paard?
    Wat ziet een paard?    
    Geschreven door Heike   

    Wat ziet een paard? Dat is een vraag die ik wel eens hoor. Dat is zo een-twee-drie niet uit te leggen. En zolang een paard niet praat zullen we het nooit precies weten. Maar er is wel onderzoek naar gedaan.

    Waarom het belangrijk is om te weten wat een paard ziet? Welnu een paard reageert ook op wat hij ziet. Dus is het voor ons fijn om te weten wat hij ziet zodat we ook weten waarop hij reageert,

     


     

    Eerst even uitleggen hoever hij kan zie. Een paard heeft ogen aan de zijkant van zijn hoofd staan. Dat zorgt ervoor dat hij bijna 360 graden om hem heen kan kijken. Daarom kan hij ook schrikken van iets wat zich achter hem bevind. Zelfs zonder zijn hoofd te bewegen. Wij zouden ons hoofd moeten draaien.

    Zijn 'achteruit' zicht is wel veel minder ontwikkeld. Dus hij ziet daar niet zo goed als de dingen die opzij of van voren van hem gebeuren. En daarom zal hij vlugger schrikken en vluchten.

    Jij kijkt me twee ogen tegelijk. Als je een oog dicht doet zie je bijna hetzelfde. Onze twee ogen naast elkaar zorgen ervoor dat we diepte kunnen zien. Een paard kijkt met een oog tegelijk. Hij ziet rechts en links dus iets anders. Er zijn veel mensen met paarden die je kunnen vertellen dat hun paard op de heenweg van iets schrok in de berm, en op de terugweg weer schrok van hetzelfde. Dat is makkelijk te verklaren. Zijn andere oog had het 'gevaar'namelijk nog niet gezien. Soms kijken paarden wel met twee ogen tegelijk naar iets. dat kun je zien omdat ze hun beide oren naar voren priemen. Ze zijn geintresseerd.

    http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/eyepic5.jpg

    Wat nu lichtgeel gekleurd is, bij de letter A dus. Dat ziet een paard met 1 oog. Met zijn rechteroog ziet hij het rechter gedeelte. En met zijn linkeroog het linkergedeelte.

    Het oranje gekleurde deel kan een paard zien met twee ogen tegelijk.

    http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/eyepic6.jpg

    Hier dus hetzelfde. Een paard kan met twee ogen tegelijk naar voren kijken. De dingen rechts en links van hem ziet hij apart. Wat er bovenop zijn rug gebeurt kan hij dus niet zien. Als jij op hem zit kan hij je dus niet zien. Jij kan zijn ogen immers ook niet zien.

    Daarom kan een paard ook schriken als jij besluit je jas uit te trekken als je op hem zit. Hij ziet niet wat er gebeurt en plotseling ziet hij iets 'omlaag' komen. Best eng hoor.

     

    Een paard ziet dus anders dan wij doen. Maar een paard ziet de dingen ook minder scherp. Dat is ook niet echt nodig. maar een paard kan wel kleine bewegingen zien op kilometers afstand. Als een paard nu wel iets beter wil bekijken dan kan hij kleine spiertjes in zijn oog aanspannen. Of hij brengt zijn hoofd omhoog en soms draait zijn hoofd iets opzij. Vaak gaat zijn hoofd omhoog en omlaag om maar een goed beeld van iets te krijgen. (Als je gaat springen zal je paard zijn hoofd ook even omhoog brengen en dan weer omlaag om te gaan springen)

    http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/eyepic7.jpg
    Als een paard aan de teugel loopt kan hij recht voor zich niets zien. De plek tussen zijn ogen en voor zijn ogen is dus een blinde vlek. Zijn zicht is naar de grond gericht. B op de foto toont wat hij wel kan zien.


    Bovenstaand plaatje illustreert waar de blinde vlek is van een paard. Alles wat gestreept is kan een paard dus niet zien. Daarvoor moet hij zijn hoofd draaien. Nu weet je waarom je een paard niet van achteren mag naderen. Hij ziet je gewoonweg niet.


    Een paard dat rustig aan het grazen is, gebruikt twee ogen om rustig alles in zich op te nemen. Hoort hij iets aparts, dan zal hij zijn hoofd omhoog brengen zodat hij met twee ogen tegelijk naar iets kan kijken.

    Een paard heeft de grootste ogen van alle zoogdieren. Deze grootte zorgt ervoor dat een paard alles 2x zo groot ziet als dat wij dat doen. En dat is makkelijk als er een roofdier op je loert. Omdat ee paard alles heel goed kan zien, schrikt hij veel sneller op winderige dagen. Zoveel dingen die bewegen..

    Paarden kunnen ook veel beter in het donker zien dan wij. Trouwens ze kunnen ook beter in het donker zien als katten. Ik bedoel dan dus wel als het echt donker is. Niet als het schemert. dan zien wij wel beter.

    Paarden zien wel kleuren. Geel, groen, blauw. Rood is wat lastiger. Als het licht minder wordt dan ziet een paard ook minder kleuren. De wereld van een paard is vornamelijk grijs. Links zie je in de kleurencirkel wat de mens kan zien. En rechts zie je de grijze wereld van het paard.

    http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/cirkel.jpg

    Om het nog duidelijker te maken hieronder wat foto's
    A en B is wat jij ziet. En C en D is wat een paard ziet.

    http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/Fig04A.jpg http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/Fig04C.jpg
    http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/Fig04B.jpg http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/Fig04D.jpg

    Paarden hebben een blinde vlek voor hun neus. Dus waar wij eigenlijk verwachten dat ze heel goed zullen zien, zien ze niets. En daarom kun je een paard beter iets aan de zijkant benaderen. Hij heeft ook een blinde vlek ongeveer twee meter achter zijn staart. Daarom kun je hem beter niet van achteren benaderen.

     

    The image “http://www.welshpony.nl/foto/paard_algemeen/ogen/blind.gif” cannot be displayed, because it contains errors.

     

    Omdat hij voor zijn neus een blinde vlek heeft, springt een paard altijd op zijn gevoel. Hij komt op de hindernis af en schat dan de hoogte in. paarden kunnen goed de diepte inschatten van iets. En dan ziet hij de hindernis niet meer en springt dus op zijn gevoel.

    07-11-2006 om 21:11 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (29 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.~~*Dressuuroefeningen*~~

    ~~*Dressuuroefeningen*~~

    deel 1 volgende maand deel 2

     

    Rijden van wendingen

    Tijdens het rijden van een wending is het paard gesteld; het kijkt in de richting waarheen het gaat en is gebogen volgens het verloop van de boog die het maakt. Een voorbeeld hiervan is het rijden van een volte. Om een correcte volte te kunnen rijden moet het paard gesteld zijn: het kijkt in de richting waarheen het gaat en het krijgt in de lengte een buiging die overeenkomt met de gebogen lijn van de volte waarop het zich voortbeweegt. De achterhand moet op de volte de hoefslag van de voorhand volgen. Ook de ruiter kijkt altijd in de richting waarheen hij gaat en door de binnenzijde van zijn lichaam langer te maken, brengt hij zijn gewicht over op de binnenzitbeenknobbel. Met de binnenkuit drijft hij om het tempo te onderhouden en te voorkomen dat het paard naar binnen valt. De achterhand mag niet naar buiten zwaaien. Daarom ligt de buitenkuit iets naar achteren, wardoor het paard op de volte gebogen blijft. De ruiter houdt de handen iets naar voren en naar binnen, maar de buitenhand mag nooit over de manenkam komen. Rijd nooit meer dan twee tot drie maal achtereen dezelfde volte; wissel deze oefening bijvoorbeeld af door recht voorwaarts te rijden en daarna dezelfde oefening op da andere hand te herhalen.

     

    Rechts voorwaarts gaan

    Van nature heeft ieder paard de neiging een beetje scheef te lopen, omdat het een hollere en een bollere zijde heeft. Om recht voorwaarts te gaan moeten ten eerste de teugels gelijk gespannen zijn. Bovendien moet de impuls (de voorwaartse drang) goed onderhouden worden. Meestal zal het paard aan zijn bolle zijde de ruiter meer gewicht in de teugels geven. Daarom moet de ruiter aan deze kant meer aandrijven, zodat het paard geleidelijk rechter gaat lopen. Iedere dressuurruiter heeft er baat bij veel oefeningen op de middellijnen van de rijbaan te doen. Zijn rijdier moet het dan zonder de steun van de rand van de rijbaan doen.

     

    Halthouden

    Bij een correcte hele ophouding staat het paard vierkant stil. Het gewicht rust op alle vier de benen. De ruiter wekt met zijn zit en benen in, waardoor het gewicht van zijn rijdier naar de achterhand wordt verplaatst. Het paard wordt hierbij tegen een steeds meer opvangende teugel gedreven, waarbij de handen soepel blijven. Het paard moet onmiddellijk reageren, maar mag nooit abrupt gestopt worden. In stilstand kauwt het paard zachtjes op het bit en is bereid onmiddellijk voor- of achterwaarts te gaan.

     

    Achterwaarts gaan

    Bij het achterwaarts gaan begint de ruiter voorwaarts te drijven. Op het moment dat de achtervoet van het paard loskomt om een pas voorruit te zetten, brengt de ruiter het door ophoudende teugelhulpen achterwaarts. Bij het achterwaarts gaan worden de benen in diagonale paren verplaatst; linksvoor en rechtsachter samen en rechtsvoor en linksachter samen. De voeten moeten goed zichtbaar worden opgetild en de achterbenen blijven op één lijn met de voorbenen.

     

    Wending om de achterhand

    De wending om de achterhand is een kwart cirkel op twee hoefslagen, waarbij de lengte van het paard bepaalt hoe groot de cirkel mag worden. Het buitenachterbeen stapt om het stappende binnenachterbeen heen tot de wending is voltooid.

     

    Keertwending om de achterhand.

    Bij de keertwending om de achterhand maakt het paard vanuit het halthouden een halve cirkel naar links of naar rechts om de achterhand, waarbij het binnenachterbeen als spil dient. Dit been dient dus nagenoeg steeds op dezelfde plaats te worden neergezet tot de keerwending is voltooid.

     

    Wending om de voorhand

    De wending om de voorhand is een kwart cirkel op twee hoefslagen, waarbij de lengte van het paard bepaalt hoe groot de cirkel mag worden. Het buitenvoorbeen stapt om het stappende binnenvoorbeen heen tot de wending is voltooid. De eenzijdige kuithulp zorgt ervoor dat de achterhand om de voorhand wendt.

     

    Keertwending om de voorhand

    Bij de keertwending om de voorhand beweegt het paard vanuit het halthouden een halve cirkel naar links of naar rechts om de voorhand, waarbij het binnenvoorbeen als spil dient en derhalve zo veel mogelijk op de plaats blijft. Vervolgens kruist het binnenachterbeen voor het buitenachterbeen langs, in zo vele passen als nodig zijn om een draai van 180° te maken. De keertwending om de voorhand kan ook goed van pas komen tijdens een buitenrit, bijvoorbeeld wanneer er een hek geopend moet worden.

     

    Figuren

    Naast de figuren, zoals van hand veranderen, halthouden, voltes en slangenvoltes, zijn er nog meer figuren, die niet meteen met de hogere dressuur te maken hebben.

    • De acht: deze figuur bestaat uit twee voltes van gelijke omvang. De voltes raken elkaar in het hart van de rijbaan (X). Zodra de ruiter na de eerste halve volte bij X komt, gaat hij over op de grote volte naar de andere zijde. Hij rijdt deze eenmaal rond en komt dan weer op de oorspronkelijke grote volte, die hij verder afmaakt.

    • Halve volte links, gevolgd door halve volte rechts: hierbij wordt halverwege de korte zijde van de rijbaan begonnen met een halve grote volte. In het midden van de rijbaan worden enkele passen recht voorwaarts gereden, waarna een halve grote volte op de andere hand wordt voltooid. Er wordt als het ware een S gemaakt.

    • Door een S van hand veranderen: bij deze oefening wordt begonnen met een halve volte ter grootte van een halve rijbaan, daarna volgen enkele passen voorwaarts, waarna een tweede halve volte volgt op de andere hand.

     

    Natuurlijk zijn er nog veel meer figuren te bedenken, die alle in stap, draf of galop kunnen worden uitgevoerd.

     

     

    07-11-2006 om 21:10 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (23 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lijst deel 2
     

    Vaste Lupine (Lupinus polyphyllus)
    De zaden van deze lupinesoort bevatten hetzelfde gif als andere lupinen, maar in grotere hoeveelheden. Het veroorzaakt ernstige spijsverterings stoornissen, gevolgd door het afsterven van de levercellen en later ook van de weefsels van de zenuwcentra. Ganzen zijn hier bijzonder gevoelig voor. 
     

    Venijnboom (Taxus baccata)
    De hele plant is uiterst giftig! Paarden zijn er bijzonder gevoelig voor: een paar blaadjes zijn voldoende om een paard een vreselijke dood te doen sterven. Merkwaardig genoeg zijn ze er juist dol op en taxus mag dus nooit in de buurt van paarden geplant of op een hoop gegooid worden. Het vlezige omhulsel van de zeer giftige pit is wel eetbaar. Het gif in deze boom is taxine, een stof die het zenuwstelsel verlamt en waarvan de verdovende werking vergelijkbaar is met die van morfine.

    Vingerhoedskruid (Digitalis)
    Dit kruid is zeer giftig, maar goed gedoseerd helpt digitaline tegen hart­zwakte.

    Voorjaarsadonis (Adonis annua/aestivalis)
    Ranonkelachtige. De hele plant is giftig en veroorzaakt hevige kolieken en diarree totdat dood door uitputting volgt.

    Wijnruit (Ruta graveolens)
    Dit kruid bevat verscheidene giftige stoffen waarvan de werking nog niet helemaal bekend is. In ieder geval kan het drinken van een sterk aftreksel van wijnruit speekselvloed, gastroenteritis, nierontsteking en een miskraam veroorzaken. Overigens, de geur werkt afstotend op katten.

    Wild Kruiskruid (Senecio vulgaris)
    Voor de mens is dit onkruid ongevaarlijk, maar dieren kunnen er ziek van worden. Het giftige bestanddeel veroorzaakt gebrek aan eetlust, steeds ergere verzwakking, verbleking van de slijmvliezen, geelzucht, verstopping en kolieken. Dieren die er veel van binnen krijgen, sterven binnen enkele dagen.

    Wilde kardinaalsmuts (Euonymus europaeus)
    De vruchten van de wilde kardinaalsmuts zijn zowel purgerend als braakwekkend.

    Wolfsmelk (Euphorbia)
    Het melksap veroorzaakt bij aanraking lelijke puisten. Bij inwendig gebruik werkt het als een drastisch laxeermiddel en leidt het tot ontsteking van het darmkanaal. Gevaarlijk voor paarden en varkens die er per ongeluk van eten.

    Zevenboom (Juniperus sabina)
    Deze plant is zeer giftig door de hoge concentratie galnote zuur. Dit veroorzaakt ontstekingen in het maagdarmkanaal. Dieren gaan hieraan snel dood

    Andere gifdragers in de natuur :
    Eikebladeren en eikels bevatten een snelwerkend gif (looi­zuur), beukenootjes veroorzaken een zeer onaangename vorm van dronkenschap.

    De kamerplant Dieffenbachia bevat zeer giftig sap: in de mond veroorzaakt het blaren op de tong en een dikke keel, die bijna doet stikken.

    De pitten van abrikozen en perziken bevatten cyanide, dat in kleine hoeveelheden, een enkel nootje, onschuldig is, maar in grote hoeveelheden zeer schadelijk is.

    Rauwe doperwten bevatten een zwaar gif, dat door het koken wordt vernietigd.

    De bladeren van de aardappel (geslacht der nachtschaden) zijn zeer giftig.

    Bijen kunnen zonder problemen de nectar verzamelen van de oleander, het vingerhoedskruid en van verschillende rododendrons; de honing ervan is voor de mens giftig!

    Tenslotte, planten kunnen ook om een andere reden dan hun giftigheid gevaarlijk zijn voor dieren. Wat te denken de yucca, die door de vezels uit de bladeren darmontsteking kan veroorzaken bij de kat die op de bladeren kauwt.

    Andere gifdragers in de natuur :
    Eikebladeren en eikels bevatten een snelwerkend gif (looi­zuur), beukenootjes veroorzaken een zeer onaangename vorm van dronkenschap.

    De kamerplant Dieffenbachia bevat zeer giftig sap: in de mond veroorzaakt het blaren op de tong en een dikke keel, die bijna doet stikken.

    De pitten van abrikozen en perziken bevatten cyanide, dat in kleine hoeveelheden, een enkel nootje, onschuldig is, maar in grote hoeveelheden zeer schadelijk is.

    Rauwe doperwten bevatten een zwaar gif, dat door het koken wordt vernietigd.

    De bladeren van de aardappel (geslacht der nachtschaden) zijn zeer giftig.

    Bijen kunnen zonder problemen de nectar verzamelen van de oleander, het vingerhoedskruid en van verschillende rododendrons; de honing ervan is voor de mens giftig!

    Tenslotte, planten kunnen ook om een andere reden dan hun giftigheid gevaarlijk zijn voor dieren. Wat te denken van de cactus met z'n vaak zeer scherpe stekels? En de yucca, die door de vezels uit de bladeren darmontsteking kan veroorzaken bij de kat die op de bladeren kauwt.

    Algemeen geldt dus: oppassen tenzij u weet dat de plant onschuldig is. In dat geval leeft de plant zelf meestal niet lang, want geen konijn versmaadt het malse groen van een chlorophytum (graslelie) of van een parapluplantje

    07-11-2006 om 21:09 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (12 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.giftigeplanten lijst deel 1

    giftigeplanten lijst deel 1

    Giftige planten zijn te verdelen in verschillende families. Hieronder zullen de belangrijkste hier voorkomen giftige planten behandeld worden, inclusief de gevolgen. Die kunnen trouwens ook voor andere dieren en zelfs voor de mens heel vervelend tot dodelijk zijn!

    Giftige families:

    - akonieten
    - ranonkel- of boterbloemachtigen (ranunculaceae)
    - nachtschaden (solanaceae)
    - lelieachtigen (liliaceae)
    - familie van de euphorbiaceae (Christusdoorn, kerstster)
    - bollen van tulpen, hyacinten
    - bollen van narcisachtigen, zoals sneeuwklokjes, narcissen, amaryllissen
    - maagdenpalmachtigen (oleander!)

    Akelei (Aquilegia vulgaris)
    Ranonkelachtige. Wrijven met een blaadje over de huid veroor­zaakt een branderig gevoel.

    Amaryllis (Amaryllis belladonna)
    Narcisachtige. Alle narcisachtigen zijn giftig. Ze beïnvloeden de spijsvertering en verlammen het zenuwstelsel. Dit geldt ook voor de narcis en het sneeuwklokje!

    Belladonna (Atropa belladonna)

    Nachtschaden. Heel giftig, vooral de glimmende, zoete vruchten. Het gif veroorzaakt ademhalings moeilijkheden, waarbij soms de dood volgt door verlamming van de ademhalingswegen.

    Bilzekruid (Hyoscyamuys niger)
    Familie der nachtschaden. Alle soorten bilzekruid zijn giftig. De verschijnselen zijn een opgezwollen buik en hevige krampen, waarop verlamming en tenslotte de dood volgen.

    Bitterzoet (Solanum dulcamara)
    Familie der nachtschaden. Alle delen van de plant bevatten solanine, dat werkt op de zenuwcentra, maar tegelijkertijd de maag en in hoge doses de rode bloedlichaampjes kan aantasten.

    Bosanemoon (Anemone nemorosa)
    Ranonkelachtige. Komt voor in alle bossen van de gematigde zone. Net als alle andere anemonen veroorzaakt het gif heftige spiersamentrekkingen, kolieken met bloedverlies, bloedwateren, ademhalings moeilijkheden en hartstoornissen.

    Brem (Cytisus scoparius)

    Peuldrager. De bloemen bevatten een gif dat braken en heftige kolieken kan opwekken.

    Croton (Croton tiglium)

    Wolfsmelkachtige. Vaak als kamerplanten gekweekt. Het melksap is heel irriterend, aanraken van een blad kan al een soort eczeem veroorzaken. De blaartrekkende olie geeft littekens die niet meer weg gaan.

    Doornappel (Datura arborea/Datura stramonium)
    Familie van de nachtschaden. De datura is een zeer giftige plant, zoals alle planten uit de familie der nachtschaden, met inbegrip van de aardappelplant!

    Dotterbloem (Caltha palustris)
    Ranonkelachtige. Groeit heel algemeen op drassige grond en langs de waterkant. De plant is giftig en werkt als een krachtig braakmiddel.

    Gebroken Hartje (Dicentra spectabilis)
    Deze uit China afkomstige plant bevat een voor mond en ogen zeer irriterend sap.

    Gevlekte Aronskelk (Arum maculatum)
    Aronskelkachtige. De hele plant is heel bitter en giftig. Het gevaar bestaat dat kinderen de gevaarlijke, rode bessen eten.

    Goudenregen (Laburnum anagyroides/Cytisus laburnum)
    Alle delen van deze plant bevatten gif, maar vooral de zaden. Als dieren dit binnen krijgen gaan ze braken, krijgen krampen, raken in coma en gaan tenslotte dood door verstikking. Kinderen lopen groot gevaar als ze de zaden in hun mond steken .

    Herfsttijloos (Colchicum autumnale)
    Lelieachtige. Het sterke gif zit in alle delen van de plant, maar vooral in de knollen. Het gif is zo sterk dat 3 gram blad per kilo lichaamsgewicht dodelijk kan zijn voor een dier. De effecten ervan zijn hevige maag-darmcatarre, gevolgd door inwendige bloedingen en een verlamming van de ademhalingswegen, die snel tot de dood leidt.

    Kamperfoelie (Lonicera)
    De bessen zijn giftig, maar zijn zo vies dat niemand ze eet.

    Kerstroos (Helleborus niger)
    Familie der ranonkelachtigen. Bevat een stof die op het hart en het zenuwstelsel werkt.

    Kroonkruid (Coronilla varia)
    Kruipende plant die soms een beetje klimt. De zaden zijn giftig. Schapen die deze zaden binnen krijgen, kunnen eraan sterven. Het gif veroorzaakt stoornissen van het spijsverteringsstelsel.

    Laurierkers (Prunus lauroceratus)
    De bladeren van deze plantesoort zijn rijk aan blauwzuur en daarom giftig. Hun sterke amandelgeur doet dit al vermoeden.

    Lelietje van dalen (Convallaria majalis)
    Lelieachtige. De plant is zeer giftig. Bovendien: wie teveel van de zoete geur opsnuift, krijgt het vreselijk benauwd.

    Maretak/Mistletoe (Viscum album)
    De plant bevat eem gif dat bij de mens een verandering in de arteriële bloeddruk en in het hartritme veroorzaakt. In hoge doses veroorzaakt het gevoelloosheid en verlamming.

    Monnikskap (Aconitum)
    De hele plant is gevaarlijk, maar vooral de wortels in de bloeitijd. Het gif verlamt de ademhaling.

    Oleander (Nerium oleander)
    Deze struik is in alle delen zeer giftig! De voornaamste toxine, oleandrine, veroorzaakt spasmen en leidt snel tot de dood door verstikking.

    Peperboompje (Daphne mezereum)
    De hele plant is zeer giftig. Niet alleen de bessen zijn erg gevaarlijk, maar wrijven met de huid langs de schors geeft ook al een ondraaglijke, branderige pijn. De sappige bessen hebben een scherpe smaakt. Van de bessen is 30 g voldoende om een kalf te doden, 12 g voor een hond en 3 bessen voor een varken. Ook voor de mens zijn de bessen dodelijk. Vogels kunnen de bessen echter eten zonder enig nadelig gevolg.

    Pioenroos (Paeonia officinalis)
    Familie der ranonkelachtigen. De wortels zijn erg bitter en giftig.

    Ridderspoor (Delphinium consolida)
    Ranonkelachtige. De hele plant bevat een irriterend gif, verwant aan het gif in akonieten, maar met een zwakkere werking.

    Salomonszegel (Polygonatum)
    Alle soorten polygonatum zijn hevig laxerend.

    Sneeuwklokje (Galanthus nivalis)
    Narcisachtige. De bollen bevatten een gif dat de spijsvertering beïnvloedt en het zenuwstelsel verlamt.

    Tabak (Nicotiana tabacum)
    Familie der nachtschaden. De plant bevat het zeer giftige nicotine. Het innemen van onbehandelde bladeren is dodelijk. Een nicotinevergiftiging leidt tot rillingen, een versnelde ademhaling en verlammingsverschijnselen. Het slachtoffer wordt geleidelijk gevoelloos en raakt tenslotte in coma.

    eidne deel 1

    07-11-2006 om 21:08 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (49 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maand november

      de maand november         

    -giftige planten

                   -HET paard van de maand

    - dresuuroefeningen deel 1

                      - wat ziet een paard allemaal ?

              - aanschaf van een paard

              - verzorging van hoeven hoeven(hoefdieren)

                            - honden en zindelijkheids

     

    reclamebord

    dankjebord

    spelletjes

    07-11-2006 om 21:06 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zindelijkheids training

    Zindelijkheids training

    Hoe het niet moet...

    Eén van de belangrijkste zaken die u in verband met (zindelijkheids)training moet weten, is dat u honden nooit achteraf mag bestraffen. Een hond brengt uw reactie alleen in verband met iets dat op hetzelfde moment gebeurt. Hij is niet in staat om uw gemopper te koppelen aan iets dat 10 seconden of langer geleden gebeurde.

    Sommige mensen denken dat hun hond wel degelijk weet dat hij kort daarvoor iets stouts heeft gedaan, omdat de hond zich dan zo 'schuldig' gedraagt. Dit is niet het geval, maar ontstaat alsvolgt. Stel dat u even de kamer uit was, u komt binnen en ziet dat de hond een plasje op het kleed gedaan heeft. U moppert op de hond, misschien sleept u hem zelfs naar de plaats van het 'ongeval' toe. Neemt u van ons aan: uw hond begrijpt hier helemaal niets van! Het enige dat de hond hiervan heeft geleerd, is dat u plotseling boos kan worden. Daarom zal de hond, de volgende keer dat u even weg was en weer binnenkomt, zich onzeker en deemoedig gedragen. Dit betekent dat hij een lage houding aanneemt, en misschien snel weg kruipt naar een veilig plekje. Dit doet hij dan omdat hij geleerd heeft dat het zou kunnen dat u opeens boos wordt, als u binnenkomt. Meestal heeft het feit of de hond deze keer wel of niet weer een plasje op het kleed heeft gedaan heeft met zijn 'schuldige' gedrag dus niets te maken!

    Sommige honden leren na verloop van tijd wél verband te leggen tussen uw boosheid en de aanwezigheid van een plasje of ontlasting. Echter: deze honden leren dan weliswaar dat u boos wordt wanneer er een plas op het kleed ligt (daarom gedraagt de hond zich in die situatie onzeker / onderdanig), maar ze leren níet hoe ze de situatie kunnen voorkómen. Het binnen plassen wordt op die manier dus niet minder; het enige dat u bereikt is een onzekere / wantrouwende houding van uw hond ten opzichte van u (in bepaalde situaties). Ook is de kans reëel dat het binnen plassen/poepen zelfs toeneemt, omdat de hond onzeker en gestresst is. Onzekerheid/stress leidt tot "aandrang"; ook mensen kennen dit verschijnsel!

    Een reden om een pup in het kader van zindelijkheidstraining nooit ("hard") te straffen: het gevaar bestaat dat u de hond (onbedoeld) leert dat u kwaad wordt wanneer hij in uw aanwezigheid plast of poept. Wanneer dit "misverstand" eenmaal ontstaan is, zal de hond ook buiten niet meer willen plassen en poepen, omdat hij een correctie verwacht. De hond zal dan alleen nog "stiekem" (binnen) plassen op momenten dat u niet aanwezig bent of niet kijkt. U kunt zich voorstellen dat deze situatie - eenmaal ontstaan - heel problematisch is. Bovendien heeft het sowieso iets oneerlijks een hond te straffen voor iets, waarvan hij nog niet kan weten dat het niet mag. Menselijke baby's en peuters worden immers ook niet gestraft voor onzindelijkheid!

    Hoe het wél kan!

    U kunt uw hond dus het beste leren dat hij zijn behoefte buiten moet doen, door hem te laten ervaren dat buiten plassen/poepen heel belonend gedrag is; dit in tegenstelling tot binnen.

    Maak de hond zindelijk door hem vaak en op de goede momenten uit te laten, zodat hij buiten leert te plassen op basis van beloning, in plaats van dat hij vooral leert niet binnen te plassen (op basis van straf). Iedere keer dat de hond op een plek waar hij wel zijn behoefte mag doen plast of poept, prijst u hem (direct) uitbundig. Wees niet te zuinig met uw beloning; een aai is voor de meeste honden onvoldoende om daarvoor actief iets te willen doen / uw aai te willen verdienen. Gebruik liever iets lekkers (het hoeft niet veel te zijn, als het maar heerlijk is). In het begin verdient uw hond met ieder plasje buiten iets lekkers; na verloop van tijd bouwt u dit geleidelijk af.

    Op momenten dat u kunt verwachten dat de hond zijn behoefte wil doen (na het slapen, na het eten, na een spelletje) brengt u hem naar de plek waar hij zijn behoefte mag doen. Beloon hem (direct en met iets dat de moeite waard is) zodra hij dit daadwerkelijk doet. Probeer binnen plassen/poepen te voorkómen, in plaats van het te laten gebeuren en het dan te bestraffen. Gebeurt het toch een keer dat uw pup binnen plast of poept en u ziet het gebeuren, onderbreek dan het gedrag door bijv. in uw handen te klappen. U mag de pup best even laten schrikken (alleen op heterdaad!), maar straffen mag zoals gezegd naar onze mening niet aan de orde zijn bij het zindelijk maken van een pup.

    Wanneer u bekend bent met clickertraining (bijvoorbeeld doordat u een cursus volgt of heeft gevolgd bij 't HOS), dan kunt u de clicker prima als hulpmiddel bij de zindelijkheidstraining gebruiken. Click op het moment dat de pup op een gewenste plaats plast of zich ontlast (click wanneer de hond nét klaar is, omdat hij wanneer u eerder clickt het plassen / ontlasten misschien zal afbreken om direct zijn beloning te komen halen!).

    De tijd die een puppie nodig heeft om zindelijk te worden verschilt van hond tot hond (net als bij kinderen). Bij sommige puppies is het zo voor elkaar; bij andere duurt het maanden totdat zindelijkheid bereikt is.

    Niet al het binnen-plassen komt voort uit onvoldoende zindelijkheidstraining!

    Sommige honden doen zogenaamde "deemoedsplasjes". Het laten lopen van een beetje urine is een natuurlijke reactie van een hond, die een andere hond of een mens wil laten weten dat de ander veel hoger in rang is dan hijzelf. Met andere woorden: het is een manier om respect te tonen. Deemoedsplasjes worden gedaan in situaties waarin de hond onzeker is (bijvoorbeeld wanneer hij wordt gestraft) en is bedoeld om eventuele agressie van de ander te remmen. Pups doen sneller een deemoedsplas dan een volwassen hond, maar ook bij sommige (deemoedige) volwassen honden zien we dit gedrag.

    Plassen kan ook een gevolg zijn van grote opwinding. Mensen (vooral kinderen) kennen dit ook; zij plassen in hun broek van het lachen, en ook bij grote angst!

    Het is heel belangrijk dat u het plassen uit deemoed (en/of vanwege grote opwinding) niet verwart met onzindelijkheid. U mag namelijk het plassen uit deemoed nooit bestraffen, hoe vervelend u het wellicht ook vindt! De hond zal uw gemopper niet begrijpen, en zal ervaren dat u hem bestraft wanneer hij zijn respect toont voor u en hij juist probeert uw (eventuele) agressie te remmen. Niet alleen zal dat het vertrouwen tussen hond en baas behoorlijk schaden, het zal ook het probleem verergeren. Uit onzekerheid, om nóg duidelijker te laten zien dat u echt hoger in rang bent dan hij en om nóg meer te proberen uw agressie te remmen, zal de hond méér deemoedsplasjes gaan doen. Met andere woorden: mopperen/straffen verergert dit probleem. Meer over deemoedsplassen en / of plassen bij begroeting kunt u lezen in het artikel "Deemoedsplassen".

    Wanneer uw hond zindelijk is wanneer u thuis bent, maar onzindelijk wanneer hij alleen thuis is - zelfs al is dat maar voor even - dan kan dit een aanwijzing zijn voor verlatingsangst. Daarover kunt u meer lezen in het artikel "Hond alleen thuis".

    In het kader van zindelijkheidtraining wijzen we u verder graag op de mogelijkheid een zogenaamde bench (kamerkennel) te gebruiken. Hierover kunt u meer lezen in het artikel over "Benchtraining".

    07-11-2006 om 21:05 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (31 Stemmen)
    27-09-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt.  Het is gewoon zoals je het zélf wenst.  Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed.  Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.

    Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat.  Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard. 

    27-09-2005 om 16:32 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig.  Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.

    Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.

    Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".

    Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen.  In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.

    Nu is uw blog aangemaakt.  Maar wat nu???!

    Lees dit in het volgende bericht hieronder!

    27-09-2005 om 16:32 geschreven door nouki  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (16 Stemmen)


    Archief per week
  • 06/11-12/11 2006
  • 26/09-02/10 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs