Het is verre van
evident om de draad nu zomaar terug op te nemen, het lukt mij niet.
Ik schuw de mensen die ik ken, ik ontwijk ze de ene keer al iets bewuster dan
de andere keer. -In dit opzicht is het dan ook wel gek dat ik er geen moeite
mee heb om totaal op te gaan in de mensenmassa die de supporters van FC Brugge
zijn. Mijn broer Geert en ik zitten er
al jaren met meer dan 20 000 samen, voetbal willen we zien en af en toe een
titel. Maar tussen hen, die ik ondertussen ook al jaren ken laat ik mij totaal
gaan, wordt ik een vurige supporter. Ik mijd daarbij elke vorm van racisme, en
mijn taalgebruik is in wezen, en binnen het kader van voetbalsupporters, eerder
beleefd. Maar vurig dat is het wel.-
Maar de vrienden, de goede kennissen, die mijd ik dus, omdat ik weet dat ik bij
hen mijn verdriet niet zou kunnen verbergen, ik met ouder worden nog meer het
hart op de tong heb dan vroeger. Ik wil ze ook niet confronteren met mijn
verdriet, het is te groot.
Zo ook vorig weekend, waar ik geworsteld heb met Moederdag dat het geen naam
had en zelfs de kracht niet vond om bloemen te kopen voor mijn levensgezellin,
die een pracht van een moeder is voor haar kinderen. De dingen ontglippen mij. Het
was mij ook totaal ontgaan dat ik, de zaterdag, was uitgenodigd voor een
babyborrel. Het was mijn aandacht totaal ontglipt want mijn geest leidt echt
wel een eigen leven en schermt zich van de wereld af. Nu, de waarheid getrouw,
moet ik toegeven dat bij het besef s
avonds ik mij schuldig voelde maar, tegelijk achterliggend het maar best vond
dat ik er niet naartoe was geweest. Ikzelf of iemand anders zouden er niets aan gehad hebben: de zweem van Dood hangt rond
mij en kan ik niet verbergen en het zou gevloekt hebben met dit feest om een
nieuw leven.
Ik weet niet of ze nu de beste, mooiste,
moeder was maar ons moeke was mijn
moeder en zeker mijn vriendin, twee handen op een buik. Die vriendin ben ik nu
kwijt. Een leegte. Enkel in het bijzijn van mijn familie voel ik mij, sinds
haar heengaan, enigszins op mijn gemak. Een mens kan zich dan ook geen betere
verzameling broers en zussen toe wensen, de band die we hebben is dan ook
uniek. En ook bij hen voel ik hoe omzichtig we met elkaar omspringen, elkaar de
ruimte geven om elk op onze manier te rouwen maar duidelijk ook wel de nood hebben
om elkaar net dat ietsje meer te horen of te zien.
|