Mert zou wel eens een vogel willen zijn.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dan maak ik een nest in een warm land. Hier heb ik geen kou. Ik leg dan een ei waaruit een klein vogeltje komt. Samen vliegen we weg en maken we een achterwaartse salto.
Kato zou wel eens een actrice willen zijn.
Ik laat het publiek veel lachen en doet een andere stem na. Soms speel ik een vrouw, soms een man. Na het toneel krijg ik veel applaus.
Pieterjan zou wel eens een mooie prins willen zijn.
Ik zou ooit en prins willen zijn omdat ik dan mooie kleren heb en in een paleis woon. Voor mijn verjaardag mag ik cadeautjes kiezen. Ik ga slapen in een mooi bed en ik heb ook een troon.
Ruth zou wel eens een naaister willen zijn.
In een klein dorp in een winkel is het heel druk. Ik ben bijna klaar met de eerste klant. Die gaat nu passen. De volgende klant is aan de beurt. Zij wil een rokje. Oke, zeg ik, ik neem mijn naald en ga aan het werk. Wanneer het rokje klaar is, is het aan de volgende. Die wil een bestelling doen
drie broeken tegen morgen. Ik ga aan het werk. Alles is klaar. De winkel is leeg. Het is avond, ik ga naar bed. Nadat ik geslapen heb, ben ik klaar voor een nieuwe dag!
|