Er was eens een meisje. Haar naam was Moona. Zij was heel mooi. Zij moest altijd veel werken. Moona woonde in het grote bos. Gelukkig was het bos heel gezellig. Moona moest elke dag appels plukken. Er was helemaal niet veel eten in het bos. Met het vliegende bed vloog Moona naar de grote stad. Moona kocht daar peren, bananen en tomaten. Op het vliegende bed vloog zij met de groenten en het fruit terug naar huis. Ze leefde nu nog lang en gelukkig. Suzexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|