Er was eens een superrobot. Superrobot was zijn naam. Hij was heel klein. Hij was ook heel dapper. Hij doodde ooit eens een hele grote beer. Superrobot woonde in een gezellige grot. In de grot was het heel donker. Op een dag vluchtte hij voor een snelle, grote olifant. Toen belandde hij in het donkere woud en hij verdwaalde. Superrobot hoorde een vreemd geluid.
Met een grote verrekijker keek hij naar het lawaai. Hij zag een grote sportwagen. Snel stapte hij in de sportwagen en reed ermee naar huis. Hij leefde nog lang en gelukkig. Renzoxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />