Er was eens een robot. Hij heette Mo. Hij was heel groot. Hij was nooit bang voor gevaar. Mo woonde op een andere planeet. Op deze planeet zag Mo de mooie zon. Mo moest een schatkaart tekenen. Daarna stak hij de schatkaart in de doos. Mo moest de schatkaart goed verstoppen. Hij nam de boot. Op de boot stopte hij de schatkaart in een fles. Mo gooide de fles in het water. Zo, nu kon hij rustig terug naar huis varen. Adrianxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
|