Door mijn vader's
haat voor Duitsland was het mijn broers en mij streng verboden om naar
Duitsland te gaan. Op een dag gingen we met de klas op een uitstap.
Tijdens die uitstap mochten de kinderen even over de grens bij Duitsland
gaan. Ik mocht van mijn vader de grensabsoluut niet
over dus moest ik bij de leerkracht blijven. Opeens zag ik een vlinder, mijn
vader was verzot op vlinders, hij verzamelde verschillende exemplaren en soms
ging ik met hem vlinders vangen. Ik wilde die dus vangen zodat mijn
vader fier zou zijn op mij. Ik liep de vlinder achterna en toen ik hem
eindelijk had gevangen, besefte ik dat ik verdwaald was. Uiteindelijk bleek dat
ik op de Duitse grond was geweest, mijn moeder verbied mij dit te zeggen tegen
mijn vader maar doordat ik zo enthousiast was en mijn vader zo gelukkig was met
die vlinder, vertelde ik het hem zonder na te denken. Hij
was verschrikkelijk boos en had een week niet gepraat tegen mij.
Mijn vader was een
Duitser van joodse afkomst en werd dus vervolgd tijdens de oorlog. Heel zijn
familie werd in concentratiekampen geplaatst en hij en zijn broer waren de
enige die het overleefden. Hij had vele trauma's opgelopen tijdens de oorlog en
die bleven hem achtervolgen tot zijn dood, of noglanger. Mijn vader vertelde niet veel over de
oorlog, maar ik geloof dat het verschrikkelijk moet geweest zijn.
Hij wilde nooit iets horen over Duitsland en deels daardoor hadden we geen tv
thuis. Hij las erg veel boeken, meestal over de oorlog. Soms las hij stukjes
uit zijn boeken luid op voor mij, maar ik heb nooit goed geweten over wat de
boeken gingen omdat ze in het Duits geschreven waren. Ik kon Duits praten, mijn
vader leerde het mij aan van als ik geboren was, maar de taal in die boeken was
iets wat ik nooit begrijpen kon.