De Afrekening
Een West-Vlaamse thriller
Leven en lijden van een Westendse clan in de Tweede Wereldoorlog
Inhoud blog
  • Deel 7
  • Deel 6
  • Deel 5
  • Deel 4
  • Historische achtergrond
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    10-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 4
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    A02BIS DE SPAANSE TIJDBOM.





                                                              Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden door alle legerstaven dikwijls hele divisies zinloos door de vleesmolen gedraaid voor een tijdelijke terreinwinst van nog geen honderd meter. Troepen die tegen deze verkwisting aan het muiten sloegen werden daarvoor zeer zwaar gestraft. Aan het Russisch-Duitse front liepen de zaken in 1917 daarentegen zodanig uit de hand dat hele Tsaristische legerkorpsen er de brui aan gaven en in volle wanorde plunderend terug naar huis trokken. Deze opstand werd door Trotski en Lenin handig uitgebuit, om, na een jarenlange bloedige burgeroorlog tussen "wit" en "rood", in 1922 te eindigen met de machtsgreep van de bolsjevici en de vorming van de USSR.  

    Ook in andere landen, zoals in Duitsland na de nederlaag van '18, trachtten de linksen de dictatuur van het proletariaat gewelddadig in te voeren, maar hun verhoopte "wereldrevolutie" mislukte. Zo ook in Spanje, waar de rijke landadel, gesteund door kerk en leger, met hun "pistoleros" revoltes van de wanhopige landarbeiders in het bloed smoorden, zonder dat het gerecht ooit tussenkwam. De oppermachtige Kerk misbruikte haar monopolie in het onderwijs en de gezondheidszorg door de toegang te filteren tot de scholen, hospitalen en sociale steuninstellingen. In de industiesteden en de mijncentra leidde de uitbuiting van de  arbeidslaven tot langdurige wilde stakingen die, onder leiding van de anarcho-syndicalisten van het C.N.T. (Confederation Nacional del Trabajo) en haar militante anarchistische stoottroepen van de sterke F.A.I. (Federacion Anarquista Ibérica), schoksgewijs meer ontvoogding brachten.         

    Na de woelige verkiezingen van 14 april '31 deed de koning, Alfonso XIII, troonsafstand en werd de Tweede Republiek uitgeroepen. Gematigd links lanceerde voorzichtige hervormingen maar werd door de F.A.I. gedwongen tot de collectivisering van de landbouwgrond en de fabrieken over te gaan. Ze werden daarbij aanvankelijk tegengewerkt door de socialistische vakbond U.G.T.(Union General de Trabajadores) die echter vlug door de kleine communistische partij genoyauteerd werd en moest bijdraaien. Met hun radicaal programma ter beperking van de macht van leger, kerk en landadel veroorzaakten de links-republikeinen echter een economische chaos die leidde tot een inwendige versplintering en een drang naar autonomie in Catalonië, Baskenland en andere rijkere provincies. Ook de boeren, die zagen dat de beloofde grondverdeling door ideologisch gezeur de mist inging, kwamen weer in opstand. In augustus '32 poogde generaal Sanjurjo de chaos te keren met een zoveelste poging tot staatsgreep, maar mislukte.

    Ondertussen begon de rechtse middenstand zich te organiseren in nationalistische militante verenigingen, zoals de Falange van J.A. Primo de Rivera en de CEDA (Confederacion Espanola de Derechas Aotonomas) van Gil Robles. Toen de meermaals opgelapte regering,  tengevolge van de bloedig neergeslagen opstanden, in september '33 tenslotte viel wonnen de rechtsen de verkiezingen van november '33. 

    Het bestuursvacuüm duurde een jaar, tot Generaal Sanjurno en zijn rebellen amnestie kregen en de linkse hervormingen werden teruggeschroefd. Weer braken opstanden uit bij de boeren in het zuiden en de mijnwerkers in Asturië. De verenigde arbeidersmilities in Madrid en Barcelona bestormden de kazernes maar werden na vier dagen verslagen. In Asturië duurde de revolte vier weken voor ze in het bloed gesmoord werd (1.000 doden, waarvan 50% sommair terechtgesteld) door troepen uit Marokko,  aangevoerd door generaal Franco.

    De zware repressie met 30.000 arrestaties radicaliseerde de links-republikeinse (socialistische) organisaties die hun versnipperde krachten samenbundelden met de communisten, maar waarvan de Stalinisten, Troskisten, anarchisten en andere marxistische strekkingen in hun inwendige strijd om de leiding elkaar regelmatig in het haar vlogen. Toch slaagden zij erin, verenigd in een wankel "Frente Popular", de verkiezingen van 16 februari '36 te winnen. Gematigd links vormde de regering maar werd zeer snel meegesleurd door extremisten van de C.N.T. die de boeren aanzetten de gronden van de landadel te bezetten. De fascistische Falange werd buiten de wet gesteld en veel rechtse voormannen vermoord. Alle gevangenen, ook de gemeenrechtelijke, werden vrijgelaten om plaats te ruimen voor de gearresteerde rechtse militanten. De losgeslagen schurken schuimden nu in gewapende bendes het platteland af. Kerken en kloosters werden geplunderd en platgebrand. De beste legerleiders werden gelimogeerd naar ver van Madrid gelegen provincie-garnizoenen. Franco kreeg een pietluttig commandopostje op de Canarische Eilanden. Zo poogde de republikeinse regering de macht van het leger te fnuiken en verloor daardoor juist de controle over deze generaals, zoals ex-stafchef Mola in Baskenland.

    Toen de linkse terreur tegen de Kerk en de landadel uit de hand begon te lopen barstte op 17 juli '36 de rebellie los bij het vreemdelingenlegioen in Marokko en in vele Spaanse garnizoenen. Maar generaal Sanjurjo, die de leiding van de coup op zich moest nemen, stortte met zijn vliegtuig neer. Twee dagen later vloog Franco van Tenerife naar Tetuan in Marokko om de leiding over te nemen, maar ondertussen mislukte de staatsgreep in het moederland. De rebellen van o.a. Madrid en Barcelona werden binnen een paar dagen verslagen door de gewapende arbeidersmilities en massaal gefusilleerd, maar in veel noordelijke steden en rond Gibraltar hielden ze verbeten stand.


                                           

     

     

    ( Wordt vervolgd)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-11-2014, 00:00 geschreven door jaak maes  
    11-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 5
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    A03      DE HECATOMBE.

                                                              




    Dis was inderdaad in rook opgegaan: hoe wanhopig Joseph ook rondkeek, hij vond niets meer...Hij dwaalde verder verwezen door de duinpan en als iemand uit de straat hem al aansprak, scheen hij dat niet te horen.

    De champetter trachtte tevergeefs de kwetterende kijklustigen aan te zetten om naar lichamelijke resten te helpen zoeken,  maar niemand bleek veel goesting te hebben om daar op in te gaan. Waarschijnlijk uit afkeer voor zijn bezopen gedoe of uit angst plots met de bloedige resten van hun buurman geconfronteerd te worden. Vooral door dit laatste walgelijke vooruitzicht trokken de meesten zich wat weifelend terug op de omliggende duinkammen om dààr aan de vervelende aansporingen van hun garde te ontsnappen. En tevens verlost te geraken van de vele meeuwen die vechtlustig door de duinpan scheerden als wilden zij die schreeuwerige rustverstoorders rond de bomtrechter een lesje leren. Tegen drie uur namen twee rijkswachters uit Nieuwpoort de leiding over, snauwden kordaat alle mannen op één lange rij en kamden er nauwkeurig de duinen rondom de krater mee uit.          

    Veel vonden ze niet.

    Een opengereten bottine, met op eerste zicht een paar verkoolde tenen er nog in, zorgde een tijdje voor sensa­tie en verwarring. Iedereen wou en zou zich vergapen aan het verschroeide schoeisel, als kwijlende honden bij een lekkere kluif. En ondertussen ruimden de zotgedraaide meeuwen driftig de laatste hapklare lijkrestjes op...                         

    Tegen valavond moesten de gendarmen toegeven dat de oogst binnen was :enkel een zwart verbrand schoudergewricht hadden ze nog gevonden, op een driehonderd meter van de trechter. Maar verder zoeken had echt geen zin meer. Ze draaiden hun buit in een gazet, en dàt was het dan...

    Toen de onderpastoor Marie moed kwam inspreken dropen ook de buurvrouwen één voor één af. Hij verzekerde haar dat Désiré nog vorige week te biechte was geweest en dat haar brave vent nu zeker al bij den Heer zou zitten... Aan dat mystieke aspekt van de ramp had ze eerlijk gezegd nog geen ogenblik gedacht en ze schoot in een hysterische lach/huilbui bij het visioen van een zwartgeblakerde Dis op een wit wolkje. De geestelijke kon er niet goed mee om en drong niet verder aan maar beloofde morgen terug te komen. Joseph had ondertussen het huis wat opgeruimd en de olielamp aangestoken. De meeste glasscherven had hij pas bijeen geveegd, toen meester Engelborghs van de gemeente-school zijn fiets tegen de deur zette en een mentaal leeggelopen Marie zijn deelneming betuigde. Leon voelde zich gevleid toen 'Meester' hem en Joseph ook vormelijk een hand gaf. Moeder keek zichtbaar verveeld en vroeg zich verwe­zen af wat die hier in Godsnaam verloren had...En uiteindelijk, na wat zalvende volzinnen, kwam de aap uit de mouw : " Ge weet het zeker wel, Maria (waarom noemde hij haar verdomme toch altijd Maria ?) maar de ontploffing is zo gewel­dig geweest, dat Désiré er niets van gemerkt heeft... Een heel schone dood...Triestig voor u en de jongens, natuurlijk, en voor ons allemaal die hem zo goed gekend hebben... en hem erg zullen missen... maar hijzelf heeft er nooit iets van gewe­ten..."                   

    Marie knikte naar de grond: straks moest ze nog blij zijn dat haar Dis op z'n zesendertig zo plots en pijnloos in de lucht was gevlogen "De champetter heeft me daarjuist verteld, dat door die zware klop bijna niks van den Désiré is teruggevonden..."                 

    Haar ogen schoten weer vol en ze keek knipperend naar het plafond. Na een pijnlijke stilte vervolgde hij, knikkend naar Leon:" Jongens, laat ons eens eventjes alleen ". Ze schuifelden beiden naar buiten, als werden ze de klas uitge­stuurd. Onbeholpen nam de meester haar hand, waarin ze een kletsnatte zakdoek verborgen hield. Hij rilde even in lichte afschuw, maar stak dan kordaat van wal: “ Maria, hij moet een schone dienst krijgen,...een echte begrafenis!..Ze verstijfde."Ja, ik weet het wel, uw kop staat daar niet naar... Maar ze zouden de resten, die ze nog gevonden hebben, kunnen verbranden en u enkel een potje asse geven...Maria dat mogen we niet laten gebeuren...Désiré was een goede stoottroeper van mijn afdeling van de D.M.O., de Dinaso Militanten Orde, en hij heeft met z'n vuisten de beweging, het Verdinaso, vele diensten bewezen..."               

    Marie keek verbaasd op van die dure volzinnen. Zeker vanbuiten geleerd...Maar ze begon het te begrijpen: de "Démo" waar Dis het altijd over had, was het knokploegje waarmee meester Engelborghs het vuistwerk deed, telkens als de sjieke heren van het elitaire Verdinaso wat meer 'armslag' nodig hadden. Een soort politieke kuisploeg, bij wijze van spreken...                 

    " Maar wees gerust, Maria, het Verdinaso laat niemand onverzorgd achter, " verklaarde de meester fier. "Als één van ons kameraden een zware tegenslag krijgt, staan we allen samen aan z'n zij om te helpen...Zo doen we dat àltijd in’t Verdinaso!"                          

    " Het Verdinaso, begot," dacht ze verwonderd. Dat stel stijve pintepakkers waar Dis iedere zondag mee optrok, uitge­dost in zijn keurig uniform, om tegen donker wat verfom­faaid en luid van Wilhelmus zingend terug thuis te komen, niet strontzat, maar toch...En bij gelegenheid met een bloedige kap in z'n kop, als de verkiezingen eraan kwamen en hij moest gaan vechten tegen een bende plakkers van de socioos of kalot­ters... Of als in één van de vele vissers­cafés een paar zuip­schuiten het waagden Leider van Severen te beschim­pen...Meester Engelborghs was daar ook altijd bij, wist ze, en den Dis vertelde dikwijls dat die evengoed kon boksen als hij het kon uitleggen. " Verdinaso, begot!"...

    " Wij zullen zorgen voor een schone dienst, " beloofde hij, " en ge moet u daar verder niets van aantrekken, Maria. We zullen wij wel alles regelen...en om het geld moet ge u ook geen zorgen maken...”               

    Geld, overwoog ze plots, ja natuurlijk: begraven kost geld, veel geld ! Daar had ze nog niet eens aan gedacht, aan begraven. Wat wilt ge :Dis was amper koud...bij wijze van spreken dan. Hij had evengoed op dit ogenblik hier konijn kunnen zitten eten, en ze spreken al van begraven ! Terwijl hij juist kwam te zeggen dat er niets te begraven viel ! Teneergedrukt haakte ze af: het ging haar alle­maal veel te vlug en ze kon al lang niet meer deftig volgen. Meester Engelborghs dramde nog wat door, maar ze luisterde nauwelijks. Als de gemeente, of de begrafenisondernemer zouden langs komen, begreep ze, moest Maria die maar naar hem sturen en zeggen dat hij alles ging regelen...Tenandere, morgen vóór school, zou hij de burgemeester en de secretaris nog even aanpak­ken...En een briefje naar Meneer Pastoor sturen, met wat uitleg. Want simpel was het natuurlijk niet, zo'n begrafe­nis zonder stoffelijk overschot...

    De nacht was een hel.  Haar broer René was in 't laat nog langs gekomen, om te helpen bij het opruimen van al dat glas en het afslaan van de ramen met karton en teerpapier. Meer kon hij voorlopig echt niet doen. Enfin, als het huis maar weer dicht was en de wind bui­tenge­sloten. Ondanks al dat werk kreeg ze heel de nacht die kille trek niet van haar rug. De kamer bleef steenkoud en het bed vijandig klam. Na twee uur woelen stond ze op om een jenever­thee te drinken in de keuken en een warme kruik te maken. Maar veel hielp het niet...

    Het maalde steeds maar door haar hoofd dat ze den Dis had moeten tegenhouden, zich sterker had moeten verzetten tegen dat gevaarlijk werk. Voor die paar honderd frank was nu non­dedju hun leven om zeep, stond ze helemaal op haar eigen benen en de jongens zonder vader. En wie weet wat voor rampen er nog boven haar hoofd hingen...Hoe zouden ze in godsnaam aan eten geraken ? Het spaarboekje op de post stelde ook al niet veel voor...Op twee maanden was alles op, drie, als ze het heel zuinig aan boord legde.

    En wàt met de schade bij de buren, hoe zou ze dàt betaa­ld krijgen ? De halve Bassevillestraat zal wel vierklau­wens op haar nek vallen, voor al die gebroken ruiten...

    Zo piekerde ze maar door. Ze zou misschien als kuisvrouw aan de slag kunnen en in 't seizoen in één van de hotelkeu­kens van Nieuwpoort of Westende-Bad gaan helpen. Maar kon ze daar­van de jongens grootbrengen?

    Bij de eerste vale morgenschemer stond ze stijf en uitge­blust op. Na een rappe boterham met opgewarmde koffie wierp ze de keukenramen open voor wat beter zicht en begon aan een grondige schoonmaak van de versleten tegelvloer, van het pomphuis tot aan de voordeur.

    De jongens genoten in hun beddenbak schijnheilig nog wat van deze onverwachte schoolvakantie, stil om niet de aandacht te trekken. Maar tegen achten kwamen ze dan toch geeuwend en rekkend van de scheerzolder afgezakt. Beneden hing er een luguber halfduister. Slechts één ruit in het keukenraam had de ramp overleefd. Er werd weinig gezegd. Marie stuurde hen naar de pomp op de koer voor een vluchtige poedel, waarbij vooral Leon met veel geproest het weinige gebruikte water wilde verdoezelen. Marie zag het niet eens. Ze gaf aan elk twee besmoute roggeboterhammen en een kom lauwe zwarte koffie van gisteren en keerde piekerend terug naar haar "grote kuis" buiten. Joseph moest naar het gemeentehuis opdat ze van daar met de telefoon de cadettenschool zouden verwittigen van het overlijden. En Leon moest de konijnen nog verzorgen, zoals iedere morgen.     

    Marie viel van het schrikken bijna van de keukenstoel waarop ze de twee hele ruitjes boven de voordeur stond te lappen :met een hartverscheurende schreeuw kwam Leon de oude bunker achteraan de moestuin uitgestormd. In dit grauwe blok­haus, een souvenir van de Grote Oorlog, mestte hij zijn acht konijnen vet in zes hokken die hij zelf had getimmerd. " De luiszakken! Een stinkbom! Ze zijn altegaar dood! De moordenaars! Al gestikt! Alleen de Gust is nog wat warm, maar..." Hij hapte naar adem en wierp als een hond het hoofd in de nek in een langgerekt gehuil, de krampachtig gebalde vuisten in razernij opgestoken :" Al de  moeren zijn stijf en koud :de Jenny, Witje, Neuze-neuze en heel haar nest... Allemaal dood :Olga en Frieda...Met een stinkbom, de luiszakken! En Blacky, verdomme! Verdomme, verdomme, verdomme!!"              

    Marie liep naar hem toe en gaf hem een flinke draai om de oren :"Gijse Geus! Is 't nu gedaan!". Maar de kleine kalmeerde nauwelijks en trok haar snikkend mee langs het tuinpad naar de vlierhaag waarachter de ingang van het donker­grijze betonnen gedrocht verdoken lag. Het had er nooit erg fris geroken, in "den abri", maar nu pakte haar een vreemde zure prikkellucht onmiddellijk op de adem. Een snelle blik op de levenloze pelsjes in de duistere koten en ze wist genoeg. Ze greep Leon bij de kraag en trok hen uit de stank terug de frisse buitenlucht in :" Gauw, oeste ! Of moet ge nog een ziekte opdoen! En durft daar niet meer binnen gaan, voor ik het zeg, verstaan!" En met een zachte schop van haar klompen onder zijn broek dreef ze hem weer naar de barak.                  

    " Een stinkbom ",dacht ze, "ik wist niet dat die zo straf in d'ogen kon pikken...Welk zinnig mens gaat zich dààrmee nu amuseren, hé...Ach, t'zal eerder een kwajongen uit de straat zijn die schade opgelopen heeft door die ontploffing en zich zo wil wreken..."               

    In de late namiddag, toen meester Engelborhgs weer langs kwam om poolshoogte te nemen en over de "aanslag" hoorde, vond hij na een korte inspectie de ruimte in de bunker voldoende verlucht. De broertjes mochten met verenigde krachten de hokken buiten slepen en opruimen. Hij troostte kleine Leon met de belofte onder alle leerlingen van de school een "konij­nenaktie" te zullen voeren en zo binnen een paar weken voor nieuwe jongen te zorgen.

    Joseph wilde alle dode dieren in de half volgelopen obuskrater van Dis zwieren maar Leon vreesde dat de geest van vader daar nog rondwaarde en stond op een deftige begrafenis. In de keuken zalfde de meester ondertussen de ergste wonden :niemand van de mensen die hij gesproken had begreep hoe Dis zo'n stom ongeval had kunnen krijgen...Hij was toch specialist op dat gebied, door al die jaren ontmijnen van de IJzer na '14-'18 ! Sommigen opperden zelfs dat er misschien sabotage in het spel zou kunnen zijn... Want op café had Gaspar Soete verteld aan al wie het horen wilde dat hij vlak nà de ontploffing iemand uit de duinpan van de Doorsteek weg had zien vluchten langs de spoordijk van de tram...Had Dis soms vijanden die hem zo haatten dat ze hem naar het leven zouden staan ?

    " Dat weet gij beter dan ik, hé Meester: 't Is met u dat hij iedere zondag mee ging vechten voor de Vlaamse politiek ; mij heeft hij daar nooit veel over verteld. Maar ge kent dat : hij was een beer van een vent en een kwaaie slag is rap gege­ven in zo'n momenten !...Gij zoudt dat kunnen weten, maar ík geloof daar niet in, ik ! Sabotage is iets van oorlog, en daar was hij tegen :Dis was daarvoor veel te braaf...Niet slim, maar braaf zeker!" De meester zag dat hij zo niet ver zou geraken en liet het er voorlopig bij.

     

    Maar Marie keek de volgende morgen raar op toen haar boezemvriendin Jetje op weg naar de kruidenier aan de haag even van haar fiets stapte en na een paar nietszeggende weer­voorspellingen eveneens het woord sabotage liet vallen. Daar werd in het dorp over gekletst, zei ze, en niet alleen door de tetterteven...De gendarmen hadden Gaspar Soete lang onder­vraagd over die vent die hij weg zag lopen langs de tramroute, nà de slag: of dat hij hem herkend had. Maar de Soete kon enkel zeggen dat het te rap was gegaan :hij stond vooraan de tram naast de wattman en ze waren nog geen minuut vertrokken van de halte hier aan de "Welkom" toen ze de schok voelden. Hij dacht dat ze gingen ontsporen en de wattman heeft direct de stroomzwengel op nul gezwierd. De Soete had zijn evenwicht verloren en in die flits zag hij dien tiep uit de bosjes springen en hen voorbij sprinten ! Hij heeft hem niet herkend maar dat moét de saboteur geweest zijn. Want iedereen was het er gloeiend over eens dat den Dis veel te veel ondervinding had met blindgangers om zichzelf domweg in de lucht te blazen. Daar zat méér achter, véél meer...

    " Hé, wat denkt gij ervan, Marie ?" Tijdens een korte stilte keek ze haar vriendin doordringend aan, hengelend naar een aanzet voor een kwartiertje sjouwelen. Maar Marie had nu geen zin in dit soort pingpong­spelletjes :"Och da's toch normaal dat ze tetteren".                

    Ze wilde zich omdraaien toen Jetje haar wanhopig een schot voor de boeg plaatste :" En wat is dat met al die dode konijnen ? Is dat óók normaal, misschien!?"

    Verdomme, de tamtam werkte weer op volle toeren, hé!

    " Och, een stinkbom van een gastje uit de straat :moet ik dààr de gendarmen op los laten ? Denk ge niet dat ik béter te doen heb, Jetje ?"

    " Ja me gat, een stinkbom! En die duizend dode meeuwen tegen de spoordijk, die konden ook niet goed tegen de stank,  zeker ?"

    " Welke dode meeuwen ?" En zo waren ze dan tóch vertrokken voor een gezellig kwartier...

     

    De jongens hadden ondertussen bij hun lugubere speur­tocht in de duinkommen rond de krater eveneens het meeuwenkerkhof ontdekt. Ze konden er tenandere moeilijk naast zien : het bedekte heel het dal. Een erg vreedzame dood hadden de ontelbare zilvergrijze vogels blijkbaar niet gekregen, want ze lagen kriskras dooreen, de vleugels en de bek wijd openg­esperd. Op de spoordijk stonden nog drie-vier mensen uit de straat bijeen, eveneens deze onverklaarbare slachting te bespreken. De jongens hoorden hen voorzichtig een oplossing opperen en weer verwerpen :de ontploffing had de longen doen barsten, zoals bij vis tijdens het stropen met dynamiet, en ze waren allemaal tegelijk dood neergevallen. Maar met duizend bijeen op 200 meter van de bomtrechter?...Onmogelijk ! Neen, iemand of iets had hen vergiftigd :misschien hadden ze een stukje verbrand vlees van den Dis ingeslikt of zo...

    Verontwaardigd mengde Joseph zich in hun discussie :"Al onze konijnen zijn ook dood, en die hebben niks van ons vader opgevreten!" Zo-zo, de konijnen? Ja, dàn wisten de heren het ook niet meer...En diep in gedachten verzonken dropen ze af.

    Na de middag verscheen de garde met twee mannen van de gemeente om de hecatombe op te ruimen. Door hun heen en weer geloop verdwenen eveneens de laatste sporen in het mulle zand van een fiets die door twee mannen was voortgeduwd geworden, in de morgenmist twee dagen geleden...En alsof de champetter met opzet de plaats van de misdaad wilde bezoedelen liet hij de doppers uit gemakzucht alle vogelkrengen de krater inzwie­ren :een paar schoppen zand erover en klaar was Kees.

    Dachten ze...Maar Dré Trotsaert, de snotter die vlak na de ontploffing zo fier als een gieter speels in het dampende grondwater van de bomtrechter had staan dreggen, werd de week daarop ziek. En toen hij in de herfst aan een geheimzinnige kwaal stierf, zijn leeggeteerde lijf vol rode uitslag en gestikt in zijn bloedfluimen, kon niemand nog een verband leggen met "de put van Zwarten Dis"...Tenzij misschien dokter Loenders :die had wel een vaag vermoeden, maar tracht dàt maar eens te bewijzen.

    Alle sporen waren grondig uitgewist.

    Merci champetter...


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    11-11-2014, 00:00 geschreven door jaak maes  
    12-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 6
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    A04BIS  DE SPAANSE BURGEROORLOG BARST LOS.

                                                             



    Na de mislukte staatsgreep in Madrid en de halve overwinning op het platteland begrepen de opstandige generaals dat ze zwaar en gecoördineerd zouden moeten vechten om de regering omver te werpen. Generaal Mola veroverde binnen de week heel noordwest Spanje (uitgenomen een strook langs de golf van Gascogne) maar Franco zat met zijn 40.000 man Moorse troepen en het vreemdelingenlegioen nog steeds in Marokko geblokkeerd. De vloot, die zijn leger naar het moederland had moeten overvaren, was door een muiterij van de matrozen trouw gebleven aan Madrid. Vanaf 28 juli slaagde hij er echter in zijn eerste troepen met Ju 52-transportvliegtuigen van de Duitse Luftwaffe over te vliegen naar de drie zuidelijke provincies rond Gibraltar. Voor de overtocht van de zware wapens zorgde de Italiaanse marine. De republikeinse regering stond machteloos en liet de reactie hoofdzakelijk over aan de gewapende linkse arbeidersmilities. Overal waar deze de bovenhand haalden op het rebellenleger voerden hun honderden plaatselijke anarchistische comité's gewelddadig hun eigen politiek programma door, los van Madrid. Zo "regeerde" in Barcelona sinds 21 juli een verkozen "Generalidad" (autonoom provinciebestuur) die onmiddellijk een "arbeiderscontrole" op alle productiemiddelen voorschreef. Maar eens buiten de voorsteden en in de rest van de provincie Catalonië hadden de lokale anarchistische F.A.I.-collectivisten het voor het zeggen. Tegen de richtlijnen van de Generalidad in hadden zij brutaal alle productiebronnen onteigend en de directies gekeeld. De chaos vierde hoogtij. Kerken en kloosters werden geplunderd of platgebrand en ongeveer 7.000 geestelijken vermoord (15.000 voor de totale duur van de oorlog).

    Na een week van uitspattingen vertrok tot ieders opluchting op 25 juli uit Barcelona een kolonne vrijwilligers met zelfgemaakte pantservrachtwagens naar Huesca om het rebellenleger uit de provincie Aragon te verdrijven, wat wonder boven wonder na drie weken ook lukte. Het was hun eerste en voorlopig laatste overwinning op de rechtsen.

    Want op 14 augustus veroverde Franco de grensstad Badajos en op 2/9 maakte hij op de Taag ten westen van Toledo contact met het rebellenleger van Mola. Franco liet er  massa's gevangen militiesoldaten over de kling jagen. Anderzijds moest Leon Blum, die sinds juni in Frankrijk eveneens een volksfrontregering leidde en de Spaanse republikeinen alle nodige hulp verleende (w.o. een 20-tal vliegtuigen-met-piloot) medio augustus onder politieke druk de grens langs de Pyreneeën sluiten. Nu waren de republikeinen én van Portugal én van Frankrijk afgesneden.

    Ondertussen begonnen in de twee kampen de executiepelotons hun eigen grondgebied te "zuiveren". In terreur en tegenterreur moesten Franco's "fascistische rebellen" (van nu af aan "nationalisten" genoemd) nergens voor de "rode republikeinen" onderdoen... 

    Het buitenland volgde gebiologeerd deze ideologische moordpartijen. Hitler begon aan Franco wapens en munitie te leveren en stuurde wat later het luchtmachtlegioen "Condor" (5.000 man). De Italiaanse dictator Mussolini zag het grootser en zond een paar divisies "vrijwilligers" (75.000 man tijdens de totale duur van de oorlog). En alhoewel Stalin aanvankelijk zeer wantrouwig stond tegenover de niet-communistische Spaanse regering, gaf hij toch de Komintern opdracht "Internationale Brigades" onder communistische leiding op te richten. Vanaf oktober '36 begon hij massaal zware legeruitrusting (400 tanks ,7O00 vliegtuigen, 1.000 kanonnen en een 25.000 mitrailleurs, vanzelfsprekend mét bemanning) naar de republikeinse havens te verschepen, samen met dikke drommen "technische raadgevers" (een eufemisme voor volkscommissarissen...). Hij liet als waarborg voor zijn leveringen 500 ton goud van de Spaanse nationale bank naar Moskou overbrengen. Mexico leverde vooral geweren en munitie. De democratische landen sloten onderling een non-interventieverdrag (in het begin ook door de dictaturen ondertekend) maar Frankrijk bouwde er voldoende achterpoortjes in om steeds de handen vrij te houden. Want toen de republikeinen anderhalf jaar later zwaar in de verdrukking kwamen omdat de Italianen voortdurend de Franse en Russische smokkelschepen kelderden werd de grens weer discreet geopend voor de levering van 'humanitaire' hulp... zoals o.a.Franse jachtvliegtuigen (150 in totaal) en machinegeweren. Foei-foei...

    Dezelfde schijnheilige politiek werd gevoerd ten overstaan van de buitenlandse linkse vrijwilligers. Hun recrutering werd overal - tengevolge van het non-interventie-verdrag - strafbaar gesteld, maar alle plaatselijke K.P.afdelingen zorgden gezwind voor een begeleide treinreis naar Barcelona. Daar werden ze ingelijfd bij de Internationale Brigades (I.B.) onder strenge communistische - zeg maar Russische - leiding en meestal met succes op de voornaamste fronten ingezet. Ze leden dan ook zware verliezen (meer dan 20.000 doden op een totale inzet van 40.000) maar na hun ontbinding op 15 nov.'38 liepen toch nog 10.000 brigadisten mee op het afscheidsdefilé in Barcelona. Bij de I.B. heerste een zeer harde tucht, in tegenstelling tot de rest van het rode "volksleger" dat aanvankelijk samengesteld was uit regionale arbeidersmilities met een waaier van zeer uitgesproken - maar ook totaal tegengestelde - linkse ideologieën. Deze vlogen elkaar regelmatig in het haar en over tactische beslissingen moest doorlopend gestemd worden. Daarbij was het er gebruikelijk na elke mislukte inzet de eigen officieren te fusilleren. En aangezien er bij deze stugge dilettanten aanhoudend wat mis liep, had het volksleger chronisch gebrek aan bevoegd kader. De rest van het oorspronkelijk leger dat niet aan de putsch van Franco had meegedaan was bemand met dienstplichtigen uit de gebieden die het toevallig bezette. En aangezien de bevolking van deze gebieden half-links half-rechts gezind was vertoonden veel eenheden een gebrek aan duidelijke ideologische overtuiging en inzetbereidheid, die nog groeide naargelang Franco steeds meer de bovenhand haalde.


                                        

     

     

     

    (wordt vervolgd)


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    12-11-2014, 00:00 geschreven door jaak maes  
    13-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 7
    Lieve lezer!



    Ik hoop dat wat je tot nu toe als voorsmaakje gelezen hebt, je aanspreekt.
    Indien je de verdere avonturen van onze protagonisten wil meemaken verwijs ik je graag naar de masterblog die je kan vinden op:
    http://blog.seniorennet.be/jaak_maes

    Ik hoop je er snel te mogen verwelkomen!

    jaak

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    13-11-2014, 00:00 geschreven door jaak maes  
    Archief per week
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Categorieën

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs