Aan Cecilia Fitzpatrick
Alleen openen na mijn dood
Dat is wat ik las tien minuten geleden. Ik werd rood. Waarom? Dat wist ik niet. Wat stond erin die brief? Dat wist ik ook niet. Ik wist enkel en alleen dat deze brief van een heel belangrijk persoon uit mijn leven afkomstig was. Deze brief was van John-Paul. Mijn John-Paul, mijn man. Ik begrijp niet dat zo een intelligente man zo impulsief kan handelen. Waarom zou mijn man een brief op zolder verstoppen terwijl hij nog springlevend en in de fleur van zijn leven is? Waarom? Iets in mijn zegt dat ik deze brief niet mag openen. John-Paul kan elk ogenblik bellen, althans dat heeft hij mij beloofd voor hij op zakenreis vertrok. Ik vrees dat ik nog even zal moeten wachten op een antwoord.
|