Dagduister

10-05-2014
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een mogelijke visie op ons onderwijs uit 2080

In die tijden had de leerkracht er nog nooit zo slecht voorgestaan.

Niet alleen was het bon ton om meewarrig over het beroep van leerkracht te doen, ook de maatschappelijke appreciatie was gezakt tot een historisch dieptepunt.     De kwaliteit van de leerkrachten in twijfel trekken was gemeengoed - allerhande studies bewezen het gelijk van het buikgevoel.   Auteurs (Herman Koch) stelden zonder scrupules dat het hebben van een persoonlijkheid het beroep van leerkracht a priori uitsloot.  

Men had gelijk.

De leraar was verworden tot een weerloos object.   Weerloos tegenover leerlingen.   Weerloos tegenover ouders.   Weerloos tegenover leerplannen en eindtermen.   De steeds verder gedreven juridisering van het beroep maakte elke strijd bij voorbaat verloren.   De vervrouwelijking in het onderwijs was niet zozeer de aanleiding dan wel het gevolg van deze evolutie.   Het is algemeen geweten dat vrouwen beter aarden in een strikt gereglementeerde , volmaakt afgebakende leefwereld en rebellie hen doorgaans vreemd is.  

Toegegeven, de maatschappelijke context werkte de vervreemding ten opzichte van het echte leven danig in de hand.   Leerkrachten moesten zich te allen tijde neutraal opstellen en het werd al snel hun primaire taak om vooral niets aanstootgevends uit te voeren.    Zo werd het ongepast om een politieke mening of maatschappelijke overtuiging te delen met de leerlingen.  Indoctrinatie was per slot van rekening het voorrecht van de maatschappij, die onder het mom van neutraliteit schaamteloos een neoliberale succeseconomie opdrong.    Ook  getuigde het van weinig fatsoen de jongeren een kijk te geven op de intercollegiale relaties binnen de school en was het helemaal not done om dronken door leerlingen gespot te worden.    De schrik herkend te worden als mens van vlees en bloed liet de gemiddelde leerkracht beven van angst.  

Futiliteiten als orde en structuur werd een onredelijk belang toegekend.    Niet alleen bleek dit de doodsteek voor talloze leerlingen - ook hier spreekt het voor zich dat vooral jongens getroffen werden - de praktijk wees steeds vaker uit dat ook leerkrachten hierop werden afgerekend, eerder dan op hun bekwaamheid om te motiveren en enthousiasmeren.   Feitelijk moest de voorbeeldfunctie van de leraar totaal zijn en werd ultiem conformisme aan een waardeloos ideaalbeeld geëist.    Kortom, de leerkracht diende vooral uit te blinken in kleurloosheid.

De hele evolutie was  des te vreemder omdat de babyboomers - die over het algemeen geen enkele affiniteit meer hadden met de jeugd , laten we zeggen dat duizenden jongeren zich onder hun leiderschap urenlang trachtten wakker te houden in plaats van bij te leren- vaker en vaker plaats ruimden voor jonge, dynamische, enthousiaste leerkrachten.  Altijd met de brandende ambitie het hele onderwijslandschap te hervormen.    Maar waar een generatie eerder iedere vorm van reglementering ontbrak - rokende leerkrachten in het klaslokaal, straffen geven die nu als kindermishandeling zouden geboekt staan, een volstrekt gepersonaliseerd leerplan in het leven roepen- werd nu gekozen voor de omgekeerde aanpak.   Een aanpak die zonder meer desastreuze gevolgen had.    Zoals orde en structuur elke creativiteit doodt, smoorde de nieuwe reglementitis ieder initiatief dat zou kunnen bijdragen tot het doorbreken van de impasse bij voorbaat in de kiem.

Directies, als verpersoonlijking van het conformisme aan de wil van de wet, waren in grote mate medeplichtig aan het verval van het onderwijs.    Hun taak verengde zich tot het de school voorzien van leerlingen, die in staat moesten zijn op ordentelijke wijze de lessen bij te wonen.    Van een echte gegronde visie op het beroep van leerkracht was geen sprake meer.     De grootste paniekmomenten deden zich steevast voor wanneer een proces de school boven het hoofd hing of wanneer een inspectie de school bezocht.   Het was geen optie een eventuele veroordeling met de glimlach op te nemen en visie voorrang te geven op angst.   Het leidt geen twijfel dat leerkrachten werden aangeworven of bijgehouden om op de eerste plaats deze problemen vooral niet te veroorzaken.  De weg van de minste weerstand, een pad dat de leerlingen overigens steeds ontraden werd,  werd paradoxaal genoeg de enige juiste weg.  Het aantal gedesillusioneerde leerkrachten - nochtans op handen gedragen door leerlingen - dat het onderwijs voorgoed vaarwel zei steeg angstwekkend snel. 

Een onderwijshervorming bracht geen soelaas.   Een brede eerste graad: gerommel in de marge.  Een kentering kwam er pas toen het al dan niet mogen blijven van leerkrachten op een school in handen gelegd werd van leerlingen in plaats van directies.   Wat in oorsprong een totale explosie van het hele systeem leek, bleek jaren later een gouden zet te zijn.   Het dogma dat vooropstelt dat leerlingen kwaliteit van de lessen en de leerstof immer ondergeschikt stellen aan het eigen hedonisme, bleek verbazend genoeg slechts voor een uiterst beperkte fractie van de studenten te gelden, een fractie die logischerwijze evenwel met elke jongere leeftijd toenam.   De overtuiging dat enkel leerkrachten die het meeste punten geven zouden overleven bleek al even ongegrond.   Het was de eerste keer dat men vaststelde dat  zestien- of zeventienjarigen , maar ook veertien- of vijftienjarigen in staat waren na te denken.    De verschuiving van de macht van de directies naar de leerlingen zelf toe zou het onderwijs van een gewisse dood redden.

Vanzelfsprekend kende het proces enkele kinderziekten - die overigens niet erger waren dan het terminale proces waarin het onderwijs voorheen beland was - maar mits kleine aanpassingen (zo werd de leerlingeninspraak minder groot bij jongere leerlingen, bleef de directie om praktische redenen instaan voor de eerste aanwerving van een leerkracht en hield ze een stok achter de deur om eventuele chantage van leerlingen tegen te gaan) bewees het vernieuwde systeem al snel zijn nut. 

Eensklaps diende een leerkracht èchte inspanningen te doen om een groep in se weinig geïnteresseerde studenten mee te krijgen en werden sommigen onder hen genadeloos wandelen gestuurd (zij hadden in het vroegere systeem tot de pensioenleeftijd volstrekt waardeloze monologen kunnen houden met weinig arbeidsvreugde tot gevolg.   Ze konden bezwaarlijk een gemis genoemd worden).   Anderen werden in de ene school weggestuurd om in de andere school wel te overleven (de logica zelve,  de leerlingen kozen nu zelf de visie van de school).   Nog anderen overstegen de bestaande conventies omtrent het beroep van leerkracht, werden echte rolmodellen en konden hun persoonlijkheid ook binnen de schoolmuren ten volle exploiteren. 

Het besef dat het vijf voor twaalf geworden was, ruimde stilaan plaats voor het gevoel dat het onderwijs er weer voor een tijdje tegen kon.   De leerkracht had bovendien met het pleasen van de leerlingen een uitdaging gevonden die zoveel meer waard was dan het toepassen van de reglementen op eender welk terrein.    De appreciatie van het beroep leed er vanzelfsprekend ook niet onder en het duurde niet lang eer enkel de allerbeste studenten de job van leerkracht ambieerden (het omgekeerde van vroeger).  

Leerkracht worden, daar had je persoonlijkheid voor nodig.

 

10-05-2014 om 00:00 geschreven door Dagduister  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)


Archief per week
  • 05/05-11/05 2014
  • 07/04-13/04 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs