We leven in een multiculturele realiteit.
We zijn nog nooit zo goed over andere culturen geïnformeerd als vandaag. Denk
aan televisie, internet, projecten op school.
Maar kennen wij onze eigen cultuur nog? Het
lijkt wel of de politieke elite het niet wenselijk vindt dat we onze wortels
uit het christendom nog herkennen. Heeft men niet geprobeerd elke verwijzing
naar het christendom te schrappen uit het ontwerp van Europese grondwet?
Het is zoals in de liefde: wie de andere
graag wil zien, moet eerst zichzelf graag zien. Het is daarom goed dat we ons
de vraag stellen naar wie we zijn en waar we vandaan komen. Enkel als we de
antwoorden hierop kennen, kunnen we weten waar we naartoe willen.
Het is daarom goed dat we onze eigen
identiteit wat scherper durven stellen. Eenvoudig is dat niet: wie durft
opkomen voor de eigen tradities, wordt vlug bekrompenheid verweten. De
boodschap lijkt wel dat we ons vooral open moeten stellen voor het andere, en
het eigene snel moeten vergeten.
Om het met de boutade van prof. Matthias
Storme (www.storme.be) te zeggen: de geest
kan zo ver openstaan, dat de hersenen ertussenuit vallen.
Wie/wat maakt(e) nu onze westerse
christelijke cultuur? We mogen verwachten dat wie de schoolbanken verlaat,
kennis heeft van de hoogtepunten van de westerse cultuur. Maar dat is niet
vanzelfsprekend meer. Al te vaak wordt de hogere cultuur in een hoekje
gedrukt door de pletwals van de massacultuur. Ook op de schoolbanken: hoe vaak
wordt de les niet opgeleukt door aan te sluiten bij de beperkte leefwereld van
de leerling?
De hogere cultuur maakt de kritische
geest in ons wakker. Maar daar houden onze gezagsdragers en onze productiehuizen
niet van. Ze hebben liever dat we, als slaaf van onze impulsen, consumeren. De
Romeinen wisten het al: houd het volk dom, geef ze brood en spelen.
Cultuur wordt inderdaad tot een
consumptieproduct gedegradeerd. Een film is nog niet uit roulatie, of hij
bestaat al in DVD-versie. Of liever: versies. Een standaardeditie, een luxe,
een limited Zelfs de simpelste film wordt meteen als een klassieker
aangeprezen. De marketing van het product is duidelijk: deze film mag je
absoluut niet missen! Op zon manier wordt alles de hemel in geprezen. Geen
wonder dat men op de duur het verschil niet meer kent tussen kunst en kitsch.
Hetzelfde geldt voor de muziek. Maar wat
vandaag voor populaire muziek doorgaat, is eigenlijk antimuziek. Elke
melodische en harmonische vindingrijkheid is in de muziek verdwenen. Het is
enkel een eentonig gedreun (en gekreun). Denk maar aan de rotzooi die ze vb. op
TMF en MTV uitzenden.
Omdat cultuur geld moet opbrengen, is men
zich op de jeugd gaan richten. Kinderen en jongeren zijn gemakkelijker te
manipuleren. Daarom is Hollywood gestopt met het maken van intelligente films
(op enkele uitzonderingen na dan), en braakt de machine enkel nog infantiele
rommel uit. Daarom zijn de grote platenmaatschappijen (de zgn. majors)
gestopt met het uitgeven van goede populaire muziek. (Gelukkig blijft die door
het internet wel bereikbaar voor wie de moeite wil doen.)
Op deze manier blijft het kind de gevangene
van zijn beperkte leefwereld. Het kind groeit niet meer op tot volwassene, maar
blijft kinds (of wordt een minivolwassene). Hij/zij blijft steken in de
mediocere leefwereld van de commerciële media. De deur naar de wereld van de
volwassen cultuur (de beschaving) blijft zo gesloten. Hoog tijd dus om die
deur wagenwijd open te zetten.