Als het zover is
Verhalen over euthanasie
Citaat boek Afscheid nemen en sterven is een thema dat ons allen aanbelangt. Niemand heeft zijn lot in handen. Soms verloopt het leven heel anders dan verwacht. Een pijnlijk verlies confronteert de mens met de broosheid van het leven en met de waarde van wat verloren is of verloren dreigt te gaan. Dan pas beseft men ten volle hoe na bepaalde mensen of zaken ons aan het hart liggen. Misschien is het bewust worden van de kostbaarheid van het leven wel een van de weinige positieve aspecten van ziekte, sterven en dood.
Wat is euthanasie?
genadedood of genadedoding zijn algemene benamingen voor handelingen die sterven zonder veel lijden van een andere persoon bevorderen. Volgens de online versie van Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal betekent euthanasie "het op hun eigen verzoek bespoedigen van de dood of ter dood brengen van hevig lijdende, ongeneeslijke zieken"
Gewoonlijk is het deze betekenis die aan het begrip euthanasie wordt gegeven. Zo definieerde De Nederlandse Staatscommissie voor euthanasie in haar rapport van 1985[6] euthanasie als "opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de betrokkene, maar wel op diens verzoek". Het is ook deze definitie die tegenwoordig wordt gehanteerd door de Belgische en Nederlandse wetgever. Ook hulp bij zelfdoding door een arts valt onder deze definitie.
Het doel is daarbij meestal een einde te maken aan uitzichtloos of ondraaglijk lijden van een patiënt. Met andere woorden, het moet gaan om:
- opzettelijk levensbeëindigend handelen
- op uitdrukkelijk verzoek
- van de patiënt zelf
- door een arts.
Euthanasie in België
In België stelt artikel 393 van het Strafwetboek dat doden met de bedoeling om te doden doodslag genoemd wordt en het gestraft wordt met opsluiting van twintig tot dertig jaar. De strafrechtelijke norm die aan deze bepaling ten grondslag ligt, is de bescherming van het leven.
Bewuste en handelingsbekwame meerderjarigen met een ondraaglijk psychisch en fysiek lijden als gevolg van een onomkeerbaar ongeneeslijke aandoening kunnen euthanasie aanvragen. Dit verzoek is geen bevel voor de arts of de zorginstelling: er bestaat in België geen "recht op euthanasie". De Wet betreffende de euthanasie werd op 28 mei 2002 afgekondigd.
De patiënt hoeft niet terminaal te zijn maar een "verminderde levenskwaliteit" volstaat niet om voor euthanasie in aanmerking te komen. Er bestaan bepaalde zorgvuldigheidseisen waaraan een geval van euthanasie moet voldoen. Zo moet de aanvraag tot euthanasie gecontroleerd worden door drie artsen waaronder één arts die gespecialiseerd moet zijn in de aandoening waaraan de patiënt lijdt. Het verzoek tot euthanasie dient vrijwillig, overwogen en herhaald te zijn en de patiënt moet zich in een medisch uitzichtloze toestand van ondraaglijk fysiek of psychisch lijden bevinden. Artsen die euthanasie hebben uitgevoerd zonder een wilsbeschikking van de patiënt te kunnen voorleggen, hebben de wet overtreden en kunnen van moord beticht worden.
Citaten uit het boek
Omdat ik geen persoonlijke ervaring heb met euthanasie, haalde ik uit het boek enkele stukken tekst over de verschillende visies van personen die rechtstreeks in aanraking met euthanasie komen: patiënten, familie, hulpverleners,
zo kan ik aan de hand van hun ervaringen mij er een beter beeld van vormen.
Aanvulling bij de wet:
De euthanasiewet voorziet erin dat in geval van euthanasie aan een aantal zorgvuldigheidscriteria wordt voldaan. Maar hoe die criteria concreet moeten worden ingevuld, kan een wet niet bepalen. De wet is het formele: zaken worden er formeel in vastgelegd. Maar daarnaast is er de uitvoering, het praktische.
Folders en artikelen over de wetgeving inzake euthanasie bieden de noodzakelijke informatie over de rechten en de plichten van de patiënt en de arts. Zo is het bijvoorbeeld goed om te weten dat er slechts sprake kan zijn van euthanasie als de volgehouden vraag van de wilsbekwame patiënt zelf uitgaat.
Vanuit de visie van een verpleegkundige:
Zaterdag, 10 juli, is mijnheer Van Dijck nog naar huis gegaan om zijn papieren te halen. Zijn kleindochter vertelde dat hij daar van iedere kamer afscheid heeft genomen.
Maandagochtend bleek dat hij opnieuw hallucinaties had gehad. Hij wilde dit niet meer en vroeg of we hem niet een week konden laten slapen tot zijn kinderen thuiskwamen van vakantie. We legden hel uit dat hij dan het risico liep nooit meer wakker te worden. Dat wilde hij niet. Hij wilde nog een paar dagen met zijn kinderen doorbrengen om afscheid van hen te nemen.
Mijnheer Van Dijck besliste dat hij vrijdag euthanasie wilde. Door aanpassing aan zijn medicatie had hij minder last van hallucinaties en was zijn geest opnieuw helder. Hij wilde nog een gesprek voeren met zijn twee kinderen en kleindochter.
Donderdagochtend hing er een whiskygeur in de kamer. De hele familie was aanwezig. Zijn dochter en schoonzoon met hun twee dochters en hun vrienden. Hij wilde dat ik er ook bij bleef. Eerst voelde ik me gegeneerd tussen de familieleden. Het is tenslotte een intiem moment. Achteraf hoorde ik van de familie dat ze blij waren met mijn aanwezigheid, omdat ik de grote stilte en de beklemmende sfeer een beetje had doorbroken.
Ik heb de andere collegas gevraagd of ik mocht helpen bij het afleggen. Ik wilde ervoor zorgen dan mijnheer van Dijck zichzelf bleef, ook na zijn dood. Zijn hemdsmouwen opgerold, zijn schoenen aan, zonder sokken, want daar had hij een hekel aan. Ik was erover verwonderd dat hij zijn zwembroek niet droeg. Zijn bril moest ook opblijven.
Mijnheer van Dijck was een speciale mens. Toen ik s middags naar huis reed, zette ik radio-Minerva op en dikke tranen rolden over mijn wangen. Voor een hulpverlener is de euthanasie van een patiënt niet makkelijk. Ik zou willen rouwen, de wereld even stilzetten, deelnemen aan het afscheidsritueel. Maar dat kan ik niet. Ik moet dat uitsluiten want ik ben aan het werk. Ik moet een knop omdraaien. Dat is moeilijk, zeker wanneer ik een speciale band had met een patiënt. Gelukkig is dat niet met iedere patiënt zo intens. Toen ik dat mijnheer Van Dijck eens vertelde, huilde hij en zei: jullie zijn als team ook speciaal.
Vanuit de visie van een dokter:
Veel patiënten spreken over euthanasie. Sommigen brengen hun papieren in orde, maar van die mensen wil slechts een klein aantal, als het zover is, daadwerkelijk euthanasie laten toepassen.
Toen mijnheer Van Dijck zijn papieren voor de euthanasieaanvraag in orde had gebracht, dacht ik onmiddellijk: hij zal de eerste patiënt zijn die ik zal moeten helpen bij zijn vraag. Als arts is dat emotioneel niet gemakkelijk. Ik beschouwde mijnheer Van Dijck als uitbehandeld, ik kon niets meer voor hem doen. Toch ben ik dokter in de geneeskunde en volgens de eed van Hypocrates is het mijn opdracht mensen te genezen, niet ze te doden. Dat blijf ik moeilijk vinden. Zeker als het over iemand gaat die ik goed ken, iemand die ik jaren heb opgevolgd, met wie ik een relatie heb opgebouwd.
In sommige centra wordt bij een euthanasieaanvraag een andere arts ingeschakeld in plaats van de behandelend arts. Daar kan ik inkomen. Maar ik wist dat mijnheer Van Dijck daar niet mee eens zou zijn. Dat was onmogelijk. Deze man was zo gemotiveerd. Hij stond volledig achter zijn vraag. De reden van zijn vastbereidenheid zal wel de jarenlange verzorging van zijn gehandicapte vrouw zijn geweest. Hij wilde niet hetzelfde meemaken. Van hem wist ik dat hij zijn wens echt in praktijk wilde brengen.
Ik vond dit niet erg. Ik sta achter de mogelijkheid van euthanasie, maar ik besef dat de patiënt veel moed en overtuiging nodig heeft om het effectief te laten gebeuren. Zelf het moment van je overlijden bepalen, lijkt mij niet evident.
Bij de euthanasie was iedereen aanwezig. Iedereen was zeer geëmotioneerd. Ik had mezelf opgelegd kalm te blijven. Ik wist dat als ik één traan zou laten, de familie niets aan mij zou hebben. Dat moest ik alsnog om een andere dokter vragen. Dus ik beet mijn tanden op elkaar. Iedereen nam individueel afscheid met een knuffel. Ik kon hem die knuffel niet geven. Misschien wilde hij dat graag, maar dat had ik naar buiten moeten lopen. Dat was te emotioneel.
Vanuit de visie van de familie:
Ik zal toch niet aftakelen? Vroeg hij vaak. Dat nooit! Ik heb vijf van mijn kameraden op die manier zien weggaan. Alstublieft, dat ze me dat niet aandoen. Ik wil een testament schrijven. Ik wil euthanasie. Nee, zo aftakelen, dan ben ik geen mens meer. Dat niet! Schatteke stelde ik hem gerust, als gij dat wilt, dan respecteer ik dat. We zullen de kinderen bijeenroepen. We hebben drie kinderen. Ik vertelde hun over de chemo en nog vanalles, maar dat er geen beterschap kwam. Ik legde hun uit dat als het zo ver kwam, vake geholpen wilde worden. Wij staan achter ons vake, zeiden de kinderen. Als ons vader dat wil, moet dat gebeuren. We hebben een gouden vader gehad, die altijd voor ons klaarstond, en nu moeten wij hem afgeven.
Die avond kwamen alle kinderen thuis. Het was heel emotioneel. Ieder kind en de twee kleinkinderen gingen om de beurt naast hem op de zetel zitten. Met ieder voerde hij nog een gesprekje.
Ik zou niet gewild hebben dat mijn ventje had moeten afzien zoals mijn vriendin. Die heeft moeten lijden tot de laatste snik.
Wat een geluk dat we van ziekenhuis zijn veranderd. Anders zou mijn man nooit gekregen hebben wat hij wilde. Nu hebben we elkaar kunnen steunen, tot het einde. Als hij niet meer had kunnen werken, als hij volledig afhankelijk was geworden, weet ik niet of ons huwelijk ook niet vreselijk zou geworden zijn. Hij wilde dit uit liefde voor mij en ik heb hem laten gaan uit liefde voor hem.
Extra aanvulling:
http://www.rws.be/index
Deze website gaat over het recht op waardig sterven. Het ijvert voor het behouden van de euthanasiewet. Het biedt een plaats voor vragen te stellen en hulp te vragen bij alle aspecten van euthanasie. Het kan gaan van enkel een gesprek tot het helpen opstellen van papieren. Iedereen kan er terecht. Het is ook een leuke website om eens met de leerlingen te bezoeken. Ook voor jezelf kan je er veel informatie vinden. Het enige nadeel is dat je voor echte hulp die verder gaat dan vragen, een lidmaatschap moet betalen. Toch denk ik dat de mensen die echte ondersteuning nodig hebben, dit er voor over hebben.
http://docs.google.com/viewer?a=v&q=cache:Hnh2AZdqx8sJ:www.gent.be/docs/Departement%2520bevolking%2520en%2520Welzijn/Dienst%2520bevolking/euthanasie.pdf+euthanasie&hl=nl&gl=be&pid=bl&srcid=ADGEEShd2lEUh58jdbeES6NPCUDvluBl8M9_GcDA7U05lHQTn-gFRHnkwJCaQUjQfkqbgTyQRglRrrsJqRE-Qo3qhHl-a932ItbpEja0gvPIL5XI84z9wPLlLuWSX5bdMvXhkXqrVakH&sig=AHIEtbQJ3YFb0HviRVxDiI9ACIB1P8qiZA
In deze link vind je een voorbeeld van een wilsverklaring omtrent euthanasie.
Conclusie:
Het is geen theoretisch boek over euthanasie, maar meer een samenhang van verhalen die duidelijk maken hoe het in praktijk gebeurt. Je krijgt er meer inzicht door op situaties waarin mensen een bewuste keuze maken om hun lijden te stoppen. Het laat je nadenken over leven en sterven.
Je leest hoe het begrip euthanasie langs verschillende kanten bekeken kan worden. Iedereen bekijkt het anders, waardoor euthanasie een welbesproken onderwerp is. Toch kan je er volgens mij niet over oordelen als je het zelf nooit hebt meegemaakt van dichtbij. Dankzij het boek lukte dit wat beter. Ik kon de gedachtegangen van de mensen volgen.
Uiteindelijk komt het erop neer dat we moeten nadenken over de vraag van de patiënt. Wat voelt hij? Wat wil hij? Wat kan hij nog? Ook communicatie is zeer belangrijk. Zonder dit kan euthanasie niet volwaardig lukken. Alle partijen moeten het eens zijn, anders kan er geen aanvaarding komen.
Mensen hebben geen recht op de vraag naar euthanasie, maar niet op euthanasie zelf. Dit maak ik op vanuit de wetgeving. We kunnen euthanasie aanvragen, maar deze moet nog aanvaard worden. Je moet ondanks je eigen besluit personen hebben die mee tekenen en er aan mee willen werken.
Ik raad het boek dus zeker aan om als aanvulling te gebruiken bij een les euthanasie. De meeste meningen omtrent dit onderwerp zijn vaak zwart/wit. Door dit boek kan je de leerlingen laten nadenken over leven en sterven aan de hand van persoonlijke getuigenissen. Het maakt de kloof ook meteen kleiner.
|