Net het voor het ontbijt merken we dat ons fietsrek een "moertje" te kort heeft. ik vraag aan de uitbaatster of ze er soms ééntje heeft. Onmiddellijk schiet ze in actie en ja in haar doosje vindt ze een passend "moertje" Het deed me denken aan het spreekwoord :"Op ieder potje past een dekseltje wel "Op ieder vijsje past een moertje" Oef we zijn gereed en ons fietsrek is terug hersteld.
De rit begint heel slapjes; Ik heb het voorgevoel dat er iets niet klopt en ik voel ook aan de windrichting dat ik waarschijnlijk verkeerd zit. Reeds wat kilometers gedaan en ik stel plotseling vast dat ik aan een bepaalde plaats reeds ben gepasseerd. Normaal gezien zou je eens serieus vloeken maar als voorbeeldige pelgrim heb je geduld en bekijk je berustend waar het fout is gelopen. Het dorpje Saint Sever zal ik dan ook niet vlug meer vergeten. Om alle opgekropte frustratie kwijt te geraken doe ik een bezoek aan het stadhuis. Ik wordt er heel vriendelijk ontvangen en ik ben terug een stempel rijker en terug "in the mood" om verder te gaan.
Doazit, onze eerste korte afspraak, wat drinken, een klein hapje en terug verder.
Het is vandaag niet zo warm en tamelijk bewolkt. Het is goed om te fietsen. Er is meer te zien dan gisteren en de dorpjes stralen iets uit. Het valt ook op dat de boeren het druk hebben om hun gewassen te bevochtigen. Af en toe kan ik een straaltje van het water meepikken en ook al is het minder warm het doet deugd.
Het rijden gaat gezwind en al vlug ben ik aan onze picknick plaats Berenx. We zitten er terug op een gezellig pleintje dichtbij een kerk. Vooraleer ik de plaats had kunnen bereiken heb ik toch eerst een hocus pocus truc moeten uithalen om bij Roos te geraken. Ik vertel later wel eens wat de truc is geweest (Whauw spannend)
Na eer heerlijk etentje terug de fiets op richting Béhasque-Lapiste (dan ongeveer 92 km afgelegd). Ik ben het voorbij zonder dat ik het weet en breng Roos op de hoogte. We spreken af in het volgende dorpje Larribar-Sorhapuru. Ja de naam van het stadje klinkt vreemd maar blijkbaar is er hier al een Baskische beïnvloeding.
Nu is het niet meer ver van Saint-Jean-Pied-de-Port. Voor ik Saint Jean binnen rij wordt ik afgeleid om het kleine deeltje van de camino te volgen. Op dit korte stukje dat de Madeleine noemt kom ik een prachtig kerkje tegen en ja ik wordt nu echt euforisch want ik ontmoet mijn eerste twee pelgrim fietsers. Je gelooft het of niet maar het gaf me een vreemd gevoel. Het gevoel als pelgrim niet alleen te zijn maar ook het gevoel dat nu de tweede stap komt. Het deel Frankrijk is voorbij en nu op naar Spanje, de camino.
Morgen gaan we naar Puente la Reina en hopelijk bevalt Spanje ons evenzeer.
Blijkbaar is het gelukt om een foto door te sturen. Er klopte iets niet met aantal pixels en de grootte. We zullen proberen om de opgeslagen foto's vanaf morgen allemaal door te sturen. Zoals elke pelgrim het nodige geduld moet opbrengen om zijn einddoel te bereiken hopen we ook dat al onze "volgers" dit ook zullen doen. We bedanken jullie in ieder geval voor de vele reacties.
Tijdens het ontbijt vertelde de eigenaar van de B&B zijn jeugdverhaal. Blijkbaar was hij een goede sportman. Hij had dus nog gekoerst als "Cadet", had ook nog marathons gelopen en was nu nog altijd actief om te fietsen.
Deze morgen om 8u was het al 25 graden. dus het zag er naar uit dat het heel warm zou worden. De eerste kilometers had ik zeker en vast niet het gevoel dat het zo warm was als gisteren. Een "fris" windje blies me in het gezicht en gaf wat aanleiding om iets vlugger te fietsen.
In Gisciors hadden Roos en ik onze eerste afspraak. Tijdens onze korte stop aan een klein kerkje kwam er plotseling een dame aangereden. Ik vroeg haar of er soms een stempel was van de kerk maar daarvoor was zij niet verantwoordelijk. Zij moest alleen de kerkdeuren openen, de klokken eens laten luiden en gedaan. De verantwoordelijke voor de stempel woonde een heel eind verderop en de dame in spe wilde dit kost wat kost uitleggen. Vol begrip voor haar overgave legde ik haar uit dat ik op mijn weg nog heel wat kerkjes zou tegenkomen en dat ik dan wel van de gelegenheid zou gebruik maken om een stempel te krijgen.
Ik rij vandaag kilometers en nog eens kilometers aan en stuk zonder iets of iemand te zien. Alleen de krekels vergezellen me op mijn rit.Na een tijdje echter ben je dat "gekrekel" ook wel moe maar het verstoord toch de absolute stilte. De eenzaamheid slaat wat toe en misschien is dit ook wel wat kenmerkend voor een tocht van een pelgrim. Een mens gaat wat nadenken , kijkt eens terug in het verleden,........ gelukkig gaan de kilometers ook op deze manier voorbij.
Oef daar staat Roos in de verte, tijd voor de picknick, weg de eenzaamheid.We zijn in Retjons, een heel klein stadje. We bevinden ons op een leuke parking met een tafeltje en dichtbij een schooltje waar de kinderen door de mama's worden opgehaald. Roos krijgt bijna heimwee naar haar schoolverleden.
Van Retjons naar Mont-de-Marsan een gelijkaardig scenario. Weinig huizen , vele kilometers waar je niets of niemand ziet. Je poogt dan zoveel als mogelijk iets op te vangen van het stukje natuur dat ook heel erg mooi is.
Ik nader Mont-de-Marsan, een prachtig stadje met een mooie kerk en erg vriendelijk mensen in het stadhuis.
Het einde van de tocht, dus genieten van een welverdiend drankje (Pelforth bruin) op een gezellig pleintje; Het is er wel druk want binnenkort zijn er feesten. Voor ons is het zeker niet storend want in een goed zittend zeteltje genieten wij van ons drankje.
Bij het ontbijt vertelde de eigenaar ons waar we geslapen hadden dat er op 5m van ons een brand was geweest. De pompiers waren er bij geweest maar wij hebben NIETS gehoord en verder doorgeslapen.
Vandaag rit buiten categorie en dit vanwege de extreme hitte.(40-41 graden) Bij sommige momneten was het zwaar, heel zwaar maar het kopje hield het verstand er bij. Dus ook vandaag heel wat water verslonden en andere frisdrankjes.
Tijdens de rit heb ik terug twee ambetante jack russels tegen gekomen. Het grote verschil met de vorige keer was dat ze de achtervolging in zetten. Een sprintje van jewelste en dit in zo'n hitte was niet vanzelfsprekend.
In Juilliaget is de "Marie" open. Een klein maar gezellig stadhuisje . Blijkbaar zijn de financiën hier nog goed want er werken twee bedienden.
In Sevanches zien Roos en ik elkaar voor het eerst. De uitzichten van de huizen tonen hier en daar al wat spaanse trekjes en dat doet mij al verlangen naar de camino en dit ondanks de enorme hitte.
In Carsac de Gurson staat er een prachtig kerkje, heel modern want het moment dat ik binnenkom gaat de muziek. Blijkbaar hebben ze er meer oog voor de techniek dan het geven van een stempel want die was er gewoon niet.
Een 45 tal km later is het tijd voor onze tweede ontmoeting : Pessac-sur-Dordogne . We zien de rivier de Dordogne langzaam voorbij schuiven en een brullende kikker wil ook een beetje aandacht. Een gezellig terrasje maar jammer genoeg kunnen we daar niet picknicken. Dus wat verder op een plaatsje gezocht.
Het wordt nu wel echt heel warm en op sommige plaatsen is de geur van smeltende asfalt sterk waar te nemen.
Ik blijf op mijn hoede voor de warmte en mijn trouwe bondgenoot Roos houdt me in het vizier: "Als het echt te warm wordt moet je stoppen hé!"
In Enter deux Mers begin ik wat de dromen en zie ik mij met Roos aan een tafeltje zitten met een lekker, koel flesje witte wijn Enter deux mers. Het zal echter bij een droom blijven.
Vandaag is het de eerste keer dat er een auto achter mijn "gat" claxonneert.. Wanneer hij me oversteekt zie ik dat het een kleine camion is waarop staat"Horses"; Blijkbaar is hij niet vertrouwt met de pelgrims.
Het wordt lastig en het is niet meer mogelijk om in de schaduw te rijden. Een reep"barre" geeft me terug wat energie om het einddoel La Réole te halen.
Op het pleintje aan het stadhuis dat vol met kleine kiezelsteentjes ligt doe ik mijn eerste valpartijtje (niet tijdig genoeg uit de pedalen), gelukkig zonder al te veel erg.
In de gastplaats waar we slapen is er een zwembad. Nog wat lekker genieten van het koele water en een wijntje (dus komt de droom toch nog uit). Slaapwel.
Vooraleer het verhaal mee te geven van vandaag wilde ik ook nog eens onze avondervaring van gisteren meegeven. op aanraden van de eigenaar werden we naar een cafeetje gestuurd in Champniers. We zaten er op een gezellig pleintje "Place des Tilleuils" De voertaal op het pleintje was engels. Dus een omschakeling van het frans naar het engels. Het eten was er lekker en goedkoop. Dus wat moet je meer hebben. De patron was een vriendelijke kerel, die heel wat vragen stelde over onze reis naar Compostela..Hij vertelde ook dat zijn vrouw afkomstig was van Saint Jean Pied de Port (moeten we nog naar toe) .Bij ons vertrek zwaaide hij ons nog eens uit en wij hadden genoten van een leuk avondmoment.
Vandaag was het een stralende blauwe hemel en er was geen enkel wolkje aan de lucht. De wind blies meer warme dan koude lucht dus "drinken,drinken,drinken tot dat we..." Neen ik ben niet onder gegaan zoals in het liedje maar ik heb goed voort gedaan met de fiets.
Tijdens mijn rit zie ik dat de boeren het heel druk hebben. Ik kom dus heel wat tractors en pikdorsers tegen.
Ik zie ook dat de eerste zonnebloemen opengaan. Prachtig, dat geeft weer wat kleur om er tegen aan te gaan.
Op een bepaald moment volg ik een baantje dat loopt langs een klein riviertje "De Sonnette" Het was er rustig rijden en door het bos. De koelte had ik graag meegenomen voor de rest van de rit maar dat wilde niet lukken.
In Valence op een 63 tal km was onze picknick afspraak, gelegen dicht bij een café restaurant. Het was er druk maar gezellig. Onze picknick hebben we dan buiten genuttigd op een ruime parking met heel wat tafeltjes.
Op km 46 had ik toch wat geluk; Een kleine berm die de weg dwarste had ik bijna te laat gezien. Een "jump" die meeviel, oef ...zonder al teveel averij kon ik verder rijden alleen de hartslag was wat hoger dan gewoonlijk.
In Gond-Pontouvre was er eindelijk eens een "Hotel de Ville" open dus stoppen voor een stempel.
Laatste stop Angoulême; Vermits we er tamelijk vroeg waren konden we de stad verkennen en eens genieten van een terrasje. Het "Hotel de Ville"was vroeger een oud kasteel geweest en de inrichting was zeer mooi. Maar nog mooier is de kathedraal van Saint-Pierre. Prachtig gerestaureerd en men is nog altijd bezig. Het is blijkbaar een romaanse stijl in tegenstelling tot de meeste andere kathedralen die een gothische inslag hebben.
Een douchke en wat avondeten en dan lekker naar bed om morgen fit en gezond onze volgend rit te doen.